DROPS Super Sale - Bespaar 30% op 5 merinogarens!
Product image DROPS Lima yarn
DROPS Lima
65% wol, 35% alpaca
vanaf 1.93 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 36.67€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2526

Finnley Cardigan

Gebreid lange vest in DROPS Lima of DROPS Karisma. Het werk wordt van onder naar boven gebreid met ingenaaide mouwen, kabels, dubbel gerstekorrel, zakken en sjaalkraag. Maten XS - XXXL.

Markeer maat:
DROPS 263-13

#finnleycardigan

DROPS Design: Patroon li-200
Garengroep B
-------------------------------------------------------

MATEN:
XS - S - M - L - XL - XXL - XXXL

GAREN:
DROPS LIMA van garnstudio (behoort tot garengroep B)
950-1050-1150-1250-1400-1500-1650 g kleur 7810, Khaki

Of gebruik:
DROPS KARISMA van garnstudio (behoort tot garengroep B)
950-1050-1150-1250-1400-1500-1650 g kleur 57, Olijf

KNOPEN:
DROPS KNOPEN NR 535: 6 stuks in alle maten.

Of gebruik:
DROPS KNOPEN NR 706: 6 stuks in alle maten.

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 4 MM: Lengte 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 3.5 MM: Lengte 80 cm.
DROPS KABELNAALD.

STEKENVERHOUDING:
21 steken in de breedte en 28 naalden in de hoogte met tricotsteek op naald 4 mm = 10 x 10 cm.
LET OP! De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met grotere naalden. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met kleinere naalden.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Lima
DROPS Lima
65% wol, 35% alpaca
vanaf 1.93 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 36.67€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon


-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:
-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht, aan zowel de goede als de verkeerde kant.
1 ribbel in de hoogte = brei 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.6.
De telpatronen tonen het patroon aan de goede kant.
De telpatronen worden van rechts naar links gebreid als u aan de goede kant breit en van links naar rechts als u aan de verkeerde kant breit.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 steek door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald de omslag gedraaid om een gaatje te voorkomen, brei dan de nieuwe steek in het patroon.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Alle minderingen worden aan de goede kant gebreid!
Na A.1: 2 averecht samen.
Voor A.1: Brei tot er 2 steken over zijn voor A.1, 2 averecht samen.

KNOOPSGATEN:
De knoopsgaten worden op de linker voorbies gebreid. 1 knoopsgat = Brei de 6e en 7e steek vanaf de rand recht samen, maak 1 omslag.
Brei de knoopsgaten als het werk meet:
XS: 2, 9, 17, 25, 33 en 41 cm.
S: 2, 10, 18, 26, 34 en 42 cm.
M: 3, 11, 19, 27, 35 en 43 cm.
L: 3, 12, 20, 28, 36 en 44 cm.
XL: 4, 13, 21, 29, 37 en 45 cm.
XXL: 5, 14, 22, 30, 38 en 46 cm.
XXXL: 5, 14, 23, 32, 40 en 48 cm.

VERKORTE TOEREN (voor de sjaalkraag):
Om te voorkomen dat de sjaalkraag gaat trekken in de hoogte, worden er verkorte toeren gebreid over de ribbelsteken iedere 14e naald als volgt:
Begin vanaf midden voor en brei de ribbelsteken recht (= kraag), keer het werk, trek de draad aan en brei terug naar het begin van de naald. Op het rechter voorpand wordt de verkorte naald gebreid op het begin van de naald aan de goede kant, op het linker voorpand op het begin van de naald aan de verkeerde kant.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

VEST – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het werk wordt heen en weer gebreid van onder naar boven. De voorpanden, het achterpand en de mouwen worden allemaal apart gebreid. Dan worden de delen samen genaaid.

ACHTERPAND:
Zet 146-156-166-191-206-216-226 steken op met rondbreinaald 3.5 mm en DROPS Lima of DROPS Karisma.
NAALD 1 (goede kant): 1 kantsteek in RIBBELSTEEK – lees uitleg hierboven, brei boordsteek (3 averecht, 2 recht) over de volgende 15-15-20-25-30-35-40 steken, brei A.1a (= 10 steken), A.2a (= 36 steken), brei boordsteek (2 recht, 3 averecht) over de volgende 22-32-32-47-52-52-52 steken, brei A.2a (= 36 steken), A.1a (= 10 steken), brei boordsteek (3 averecht, 2 recht) over de volgende 15-15-20-25-30-35-40 steken, 1 kantsteek in ribbelsteek.
NAALD 2 (verkeerde kant): 1 kantsteek in ribbelsteek, ga verder met de boordsteek over de volgende 15-15-20-25-30-35-40 steken, brei A.1a (= 10 steken), A.2a (= 36 steken), ga verder met de boordsteek over de volgende 22-32-32-47-52-52-52 steken, brei A.2a (= 36 steken), A.1a (= 10 steken), ga verder met de boordsteek over de volgende 15-15-20-25-30-35-40 steken, 1 kantsteek in ribbelsteek.
Herhaal NAALDEN 1 en 2 tot het werk 5-5-5-5-6-6-6 cm meet.

Brei dan als volgt:
NAALD 1 (goede kant): 1 kantsteek in ribbelsteek, brei boordsteek (2 averecht samen, 1 averecht, 2 recht) over de volgende 15-15-20-25-30-35-40 steken (= 12-12-16-20-24-28-32 steken), brei naald 3 in A.1 (= 8 steken), brei naald 3 in A.2 (= 34 steken), brei boordsteek (2 recht, 2 averecht samen, 1 averecht) over de volgende 22-32-32-47-52-52-52 steken (= 18-26-26-38-42-42-42 steken), brei naald 3 in A.2 (= 34 steken), brei naald 3 in A.1 (= 8 steken), brei boordsteek (2 averecht samen, 1 averecht, 2 recht) over de volgende 15-15-20-25-30-35-40 steken (= 12-12-16-20-24-28-32 steken), 1 kantsteek in ribbelsteek
= 128-136-144-164-176-184-192 steken.

NAALD 2 (verkeerde kant): 1 kantsteek in ribbelsteek, recht boven recht en averecht boven averecht over de volgende 12-12-16-20-24-28-32 steken, brei naald 4 in A.1 (= 8 steken), brei naald 4 in A.2 (= 34 steken), recht boven recht en averecht boven averecht over de volgende 18-26-26-38-42-42-42 steken, brei naald 4 in A.2 (= 34 steken), brei naald 4 in A.1 (= 8 steken), recht boven recht en averecht boven averecht over de volgende 12-12-16-20-24-28-32 steken, 1 kantsteek in ribbelsteek.

Ga verder als volgt:
1 kantsteek in ribbelsteek, A.3 over de volgende 12-12-16-20-24-28-32 steken, A.1x, A.2x, A.3 over de volgende 18-26-26-38-42-42-50 steken, A.2x, A.1x, ga verder met A.3 over de volgende 12-12-16-20-24-28-32 steken, 1 kantsteek in ribbelsteek.

Als het werk 20-21-22-20-21-22-23 cm meet, minder dan aan elke kant – lees TIP VOOR HET MINDEREN.
Minder 1 steek aan de binnenkant van 1 kantsteek aan elke kant iedere 6-6-6-3-3-3-3 cm 4-4-4-8-8-8-8 keer = 120-128-136-148-160-168-176 steken.

Als alle minderingen klaar zijn, ga dan verder als volgt:
1 kantsteek in ribbelsteek, ga verder met A.3 over de volgende 8-8-12-12-16-20-24 steken, A.1, A.2, ga verder met A.3 over de volgende 18-26-26-38-42-42-42 steken, brei A.2, A.1, ga verder met A.3 over de volgende 8-8-12-12-16-20-24 steken, 1 kantsteek in ribbelsteek.

Als het werk 46-47-48-49-50-51-53 cm meet, kant dan af voor de armsgaten:
Kant 2 keer 2-2-2-2-3-3-3 steken af op het begin van de naald aan elke kant (4-4-4-4-6-6-6 steken afgekant aan elke kant) = 112-120-128-140-148-156-164 steken.
Ga verder met het patroon binnen de 1 kantsteek aan elke kant.
Als het werk 53-54-55-56-57-58-59 cm meet, brei dan A.4 over alle steken tussen de kantsteken aan elke kant. Minder tegelijkertijd 18-18-18-18-18-18-18 steken verdeeld op de naald = 94-102-110-122-130-138-146 steken.
Herhaal A.4 tot de gewenste lengte. Als het werk 66-68-70-72-74-76-78 cm meet, kant dan de middelste 26-26-28-30-32-32-34 steken voor de halslijn af = 34-38-41-46-49-53-56 schoudersteken. Eindig de schouders apart.

SCHOUDERS:
Kant op de volgende naald vanaf de hals, 1 steek af op het begin van de naald = 33-37-40-45-48-52-55 steken. Als het werk 67-69-71-73-75-77-79 cm meet, brei dan 1 ribbel (zie RIBBELSTEEK). Kant af. De achterkant van het werk meet ongeveer 68-70-72-74-76-78-80 cm.

RECHTER VOORPAND:
Zet 84-89-94-104-114-119-129 steken op met rondbreinaald 3.5 mm.
NAALD 1 (goede kant): Brei A.5 (= 12 steken), brei boordsteek (2 recht, 3 averecht) over de volgende 10-15-15-20-25-25-30 steken, brei A.2a (= 36 steken), A.1a (= 10 steken), brei boordsteek (2 recht, 3 averecht) over de volgende 15-15-20-25-30-35-40 steken, 1 kantsteek in ribbelsteek.
NAALD 2 (verkeerde kant): Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, ga verder met de boordsteek over de volgende 15-15-20-25-30-35-40 steken, brei A.1a (= 10 steken), A.2a (= 36 steken), ga verder met de boordsteek over de volgende 10-15-15-20-25-25-30 steken, brei A.5 (= 12 steken).
Herhaal NAALDEN 1 en 2 tot het werk 5-5-5-5-6-6-6 cm meet.

Brei dan als volgt:
NAALD 1 (goede kant): Brei A.5 (= 12 steken), 2 recht, 2 averecht samen, 1 averecht) over de volgende 10-15-15-20-25-25-30 steken (= 8-12-12-16-20-20-24 steken), brei naald 3 in A.2 (= 34 steken), brei naald 3 in A.1 (= 8 steken), boordsteek (2 recht, 2 averecht samen, 1 averecht) over de volgende 15-15-20-25-30-35-40 steken (= 12-12-16-20-20-24-28-32 steken), 1 kantsteek in ribbelsteek = 75-79-83-91-99-103-111 steken.

NAALD 2 (verkeerde kant): Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, recht boven recht en averecht boven averecht over de volgende 12-12-16-20-24-28-32 steken, brei naald 4 in A.1 (= 8 steken), brei naald 4 in A.2 (= 34 steken), recht boven recht en averecht boven averecht over de volgende 8-12-12-16-20-20-24 steken, brei A.5 (= 12 steken).

Ga verder met naald 4 mm en brei in patroon als volgt:
NAALD 1 (goede kant): Brei A.5 (= 12 steken), A.3 over de volgende 8-12-12-16-20-20-24 steken, A.2x (= 34 steken), A.1x (= 8 steken), A.3 over de volgende 12-12-16-20-24-28-32 steken, 1 kantsteek in ribbelsteek.
NAALD 2 (verkeerde kant): Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, A.3 over de volgende 12-12-16-20-24-28-32 steken, A.1x (= 8 steken), A.2x (= 34 steken), A.3 over de volgende 8-12-12-16-20-20-24 steken, A.5 (= 12 steken).
Brei NAALDEN 1 en 2 tot het werk 20-21-22-20-21-22-23 cm meet.

Minder nu aan een kant, aan het einde van de naald aan de goede kant, aan de binnenkant van 1 kantsteek in ribbelsteek – denk om TIP VOOR HET MINDEREN.
Minder 4-4-4-8-8-8-8 keer 1 steek iedere 6-6-6-3-3-3-3 cm = 71-75-79-83-91-95-103 steken.

Als alle minderingen klaar zijn, brei dan als volgt aan de goede kant:
A.5 (= 12), A.3 over de volgende 8-12-12-16-20-20-24 steken, A.2x (= 34 steken), A.1x (= 8 steken), A.3 over de volgende 8-8-12-12-16-20-24 steken, 1 kantsteek in ribbelsteek.

Ga verder met dit patroon tot het werk 40-41-42-43-44-45-46 cm meet.

Ga nu verder met het patroon en brei de SJAALKRAAG zoals beschreven hieronder. LET OP! als het werk 46-47-48-49-50-51-53 cm meet, kant u tevens af voor de armsgaten. En als het werk 53-54-55-56-57-58-59 cm meet, breit u A.4 over alle steken (los van A.5 en de sjaalkraag midden voor, welke verder gebreid worden zoals hiervoor). Lees de volgende 3 delen door voordat u verder gaat.

SJAALKRAAG:
Brei de eerste steek in A.5, maak 1 omslag, brei de overgebleven 11 steken in A.5 zoals hiervoor, minder 1 steek – denk om TIP VOOR HET MINDEREN, ga verder met het patroon zoals hiervoor tot het EINDE VAN DE NAALD (1 steek gemeerderd en 1 steek geminderd). De omslag wordt gedraaid gebreid op de volgende naald en de nieuwe steek wordt verder gebreid in ribbelsteek. Dit betekent dat A.5 verplaatst wordt op de naald.
Brei deze verplaatsing van A.5 iedere cm in totaal 26-26-26-27-28-28-29 keer. De gemeerderde steken midden voor worden in ribbelsteek gebreid. Brei TEGELIJKERTIJD, iedere 14e naald een VERKORTE TOER – lees beschrijving hierboven = 27-27-27-28-29-29-30 ribbelsteken voor de kraag (inclusief de eerste steek in A.5)

ARMSGAT:
Als het werk 46-47-48-49-50-51-53 cm meet, kant dan 2-2-2-2-3-3-3 steken af op het begin van de volgende 2 naalden aan de verkeerde kant (4-4-4-4-6-6-6 steken afgekant) = 67-71-75-79-85-89-97 steken.

PATROON:
Als het werk 53-54-55-56-57-58-59 cm meet, ga dan verder met de kraagsteken in ribbelsteek en A.5, en brei A.4 over de andere steken, Minder tegelijkertijd 7-7-8-6-8-8-12 steken verdeeld op de eerste naald (minder niet over de kraag of A.5) = 60-64-67-73-77-81-85 schoudersteken. Ga verder met A.4, A.5 en ribbelsteek tot de gewenste lengte.

Als het werk 68-70-72-74-76-78-80 cm meet, kant dan de schoudersteken op de volgende naald aan de verkeerde kant af als volgt: Kant de eerste 33-37-40-45-48-52-55 steken af en brei de andere steken = 27-27-27-28-29-29-30 kraagsteken op de naald.

Brei nu verkorte toeren in ribbelsteek als volgt:
NAALD 1 (goede kant): Recht.
NAALD 2 (verkeerde kant): Recht.
NAALD 3 (goede kant): Brei de eerste 13-13-14-14-15-15-16 steken recht, keer het werk en trek de draad aan.
NAALD 4 (verkeerde kant): Recht.
Brei NAALDEN 1 tot 4 tot de kraag 7-7-7-8-8-8-9 cm meet vanaf waar u heeft afgekant voor de schouder. Kant af.

LINKER VOORPAND:
Zet 84-89-94-104-114-119-129 steken op met rondbreinaald 3.5 mm.
NAALD 1 (goede kant): Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, boordsteek (3 averecht, 2 recht) over de volgende 15-15-20-25-30-35-40 steken, brei A.1a (= 10 steken), A.2a (= 36 steken), boordsteek (3 averecht, 2 recht) over de volgende 10-15-15-20-25-25-30 steken, A.6 (= 12 steken).
NAALD 2 (verkeerde kant): Brei A.6 (= 12 steken), ga verder met de boordsteek over de volgende 10-15-15-20-25-25-30 steken, brei A.2a (= 36 steken), A.1a (= 10 steken), ga verder met de boordsteek over de volgende 15-15-20-25-30-35-40 steken, 1 kantsteek in ribbelsteek.
Herhaal NAALDEN 1 en 2 tot het werk 5-5-5-5-6-6-6 cm meet.

Brei dan als volgt:
NAALD 1 (goede kant): Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, boordsteek (2 averecht samen, 2 averecht, 2 recht) over de volgende 15-15-20-25-30-35-40 steken (12-12-16-20-24-28-32 steken), brei naald 3 in A.1 (= 8 steken), brei naald 3 in A.2 (= 34 steken), boordsteek (2 averecht samen, 1 averecht, 2 recht) over de volgende 10-15-15-20-25-25-30 steken (= 8-12-12-16-20-20-24 steken), A.6 (= 12 steken).
Zijn er 75-79-83-91-99-103-111 steken.
NAALD 2 (verkeerde kant): Brei A.6 (= 12 steken), recht boven recht en averecht boven averecht over de volgende 8-12-12-16-20-20-24 steken, brei naald 4 in A.2 (= 34 steken), brei naald 4 in A.1 (= 8 steken), recht boven recht en averecht boven averecht over de volgende 12-12-16-20-24-28-32 steken, 1 kantsteek in ribbelsteek.

Ga verder met naald 4 mm en brei patroon als volgt:
NAALD 1 (goede kant): 1 kantsteek in ribbelsteek, brei A.3 over de volgende 12-12-16-20-24-28-32 steken, A.1x (= 8 steken), A.2x (= 34 steken), A.3 over de volgende 8-12-12-16-20-20-24 steken, A.6 (= 12 steken).
NAALD 2 (verkeerde kant): Brei A.6 (= 12 steken), A.3 over de volgende 8-12-12-16-20-20-24 steken, A.2x (= 34 steken), A.1x (= 8 steken), A.3 over de volgende 12-12-16-20-24-28-32 steken, 1 kantsteek in ribbelsteek.
Brei NAALDEN 1 en 2 tot het werk 20-21-22-20-21-22-23 cm meet.

Minder nu aan een kant, op het begin van de naalden aan de goede kant, aan de binnenkant van 1 kantsteek in ribbelsteek – denk om TIP VOOR HET MINDEREN.
Minder 1 steek iedere 6-6-6-3-3-3-3 cm 4-4-4-8-8-8-8 keer = 71-75-79-83-91-95-103 steken.

Als alle minderingen klaar zijn, brei dan als volgt aan de goede kant:
1 kantsteek in ribbelsteek, brei A.3 over de volgende 8-8-12-12-16-20-24 steken, A.1x (= 8 steken), A.2x (= 34 steken), A.3 over de volgende 8-12-12-16-20-20-24 steken, A.6 (= 12 steken).

Ga verder met dit patroon tot het werk 40-41-42-43-44-45-46 cm meet.

Ga nu verder met het patroon en brei de SJAALKRAAG zoals beschreven hieronder. LET OP! als het werk 46-47-48-49-50-51-53 cm meet, kant u tevens af voor de armsgaten en als het werk 53-54-55-56-57-58-59 cm meet, breit u A.4 over alle steken (los van A.5 en de sjaalkraag midden voor, welke verder worden gebreid zoals hiervoor). Lees de volgende 3 delen door voordat u verder gaat.

SJAALKRAAG:
Ga verder met het patroon tot er 14 steken over zijn op de naald, minder 1 steek – denk om TIP VOOR HET MINDEREN, brei zoals hiervoor tot er 1 steek over is, maak 1 omslag, 1 kantsteek in ribbelsteek (= 1 steek gemeerderd en 1 steek geminderd). De omslag wordt gedraaid gebreid op de volgende naald en de nieuwe steek wordt verder gebreid in ribbelsteek. Dit betekent dat A.6 verplaatst wordt op de naald.
Brei deze verplaatsingen van A.6 iedere cm in totaal 26-26-26-27-28-28-29 keer. De gemeerderde steken midden voor worden in ribbelsteek gebreid. Brei TEGELIJKERTIJD, iedere 14e naald een VERKORTE TOER – denk om beschrijving hierboven = 27-27-27-28-29-29-30 ribbelsteken voor kraag (inclusief de laatste steek in A.6).

ARMSGAT:
Als het werk 46-47-48-49-50-51-53 cm meet, kant dan 2-2-2-2-3-3-3 steken af op het begin van de volgende 2 naalden aan de goede kant (4-4-4-4-6-6-6 steken afgekant) = 67-71-75-79-85-89-97 steken.

PATROON:
Als het werk 53-54-55-56-57-58-59 cm meet, ga dan verder met de kraagsteken in ribbelsteek en A.6, en brei A.4 over de andere steken. Minder tegelijkertijd 7-7-8-6-8-8-12 steken verdeeld op de eerste naald (minder niet over de kraag of A.6) = 60-64-67-73-77-81-85 schoudersteken. Ga verder met A.4, A.6 en ribbelsteek tot de gewenste lengte.

Als het werk 68-70-72-74-76-78-80 cm meet, kant dan de schoudersteken af op de volgende naald aan de goede kant als volgt: Kant de eerste 33-37-40-45-48-52-55 steken af en brei de andere steken = 27-27-27-28-29-29-30 kraagsteken.

Brei nu verkorte toeren in ribbelsteek als volgt:
NAALD 1 (verkeerde kant): Recht.
NAALD 2 (goede kant): Recht.
NAALD 3 (verkeerde kant): Brei de eerste 13-13-14-14-15-15-16 steken recht, keer het werk en trek de draad aan.
NAALD 4 (goede kant): Recht.
Brei NAALDEN 1 tot 4 tot de kraag 7-7-7-8-8-8-9 cm meet vanaf de afgekante schoudersteken. Kant af.

MOUWEN:
De mouw wordt heen en weer gebreid, van onder naar boven.
Zet 61-66-66-71-71-76-76 steken op met rondbreinaald 3.5 mm. Brei boordsteek (eerste naald = goede kant) als volgt: 1 kantsteek in ribbelsteek, boordsteek (2 recht, 3 averecht) tot er 5 steken over zijn, 2 recht, 2 averecht en 1 kantsteek in ribbelsteek. Ga verder met deze boordsteek voor 4-4-4-4-5-5-5 cm, met de laatste naald aan de goede kant. Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant en minder 11-12-12-13-13-14-14 steken verdeeld op de naald = 50-54-54-58-58-62-62 steken. Ga verder met A.3 aan de binnenkant van de 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Als de mouw 7-7-11-9-8-6-5½ cm meet, meerder dan 1 steek aan de binnenkant van de 1 kantsteek aan elke kant – lees TIP VOOR HET MEERDEREN. Meerder zo iedere 2-2-1½-1½-1½-1½-1½ cm in totaal 22-22-24-24-26-26-26 keer = 94-98-102-106-110-114-114 steken. Als de mouw 51-51-50-47-46-45-44 cm meet, kant dan af voor de mouwkop op het begin van elke naald als volgt: Kant 1-1-1-2-2-2-2 keer 3 steken af aan elke kant, 1-1-1-1-1-1-1 keer 2 steken en 2-2-2-3-3-3-3 keer 3 steken aan elke kant = 72-76-80-72-76-80-80 steken. Kant de overgebleven steken af. De mouw meet ongeveer 54-54-53-51-50-49-48 cm.

RECHTER ZAK:
De zak wordt heen en weer gebreid.
Zet 42 steken op met rondbreinaald 4 mm.
NAALD 1 (goede kant): Brei recht en meerder 6 steken verdeeld (meerder door omslagen te breien) = 48 steken.
NAALD 2 (verkeerde kant): Brei recht, de omslagen worden gedraaid gebreid om gaatjes te voorkomen.
NAALD 3 (goede kant): Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, A.2x (= 34 steken), A.1x (= 8 steken), A.3 (= 4 steken), 1 kantsteek in ribbelsteek.
NAALD 4 (verkeerde kant): Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, A.3 (= 4 steken), A.1x (= 8 steken), A.2x (= 34 steken), 1 kantsteek in ribbelsteek.
Brei NAALDEN 3 en 4 in totaal 19 keer (38 naalden gebreid).
Ga verder met minderen als volgt: 1 kantsteek in ribbelsteek, 2 recht samen, 2 recht samen (2 geminderde steken), brei zoals hiervoor over de volgende 7 steken, 2 recht samen, 2 recht samen (2 geminderde steken), brei zoals hiervoor over de volgende 15 steken, 2 recht samen, 2 recht samen (2 geminderde steken), brei zoals hiervoor over de volgende 12 steken, 1 kantsteek in ribbelsteek.
Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm. Brei 2 ribbels over alle steken (4 rechte naalden), met de laatste naald aan de goede kant. Kant af met recht aan de verkeerde kant.

LINKER ZAK:
De zak wordt heen en weer gebreid.
Zet 42 steken op met rondbreinaald 4 mm.
NAALD 1 (goede kant): Brei recht en meerder 6 steken verdeeld (meerder door omslagen te maken) = 48 steken.
NAALD 2 (verkeerde kant): Brei de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen.
NAALD 3 (goede kant): Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, A.3 (= 4 steken), A.1x (= 8 steken), A.2x (= 34 steken), 1 kantsteek in ribbelsteek.
NAALD 4 (verkeerde kant): Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, A.2x (= 34 steken), A.1x (= 8 steken), A.3 (= 4 steken), 1 kantsteek in ribbelsteek.
Brei NAALDEN 3 en 4 in totaal 19 keer (38 naalden gebreid).
Ga verder met minderen als volgt: 1 kantsteek in ribbelsteek, brei zoals hiervoor over de volgende 12 steken, 2 recht samen, 2 recht samen (2 geminderd steken), brei zoals hiervoor over de volgende 7 steken, 2 recht samen, 2 recht samen (2 geminderde steken), brei zoals hiervoor over de volgende 15 steken, 2 recht samen, 2 recht samen (2 geminderde steken), 1 kantsteek in ribbelsteek.
Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm. Brei 2 ribbels over alle steken (4 rechte naalden), met de laatste naald aan de goede kant. Kant af met recht aan de verkeerde kant.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen. Naai de mouwen in het lijf, aan de binnenkant van de 1 kantsteek. Naai de mouwnaden en zijnaden dicht aan de binnenkant van de 1 kantsteek. Naai de knopen op de rechter voorbies. Naai de afkantranden op de kraag samen midden achter en naai de kraag tegen de halslijn.
Naai de zakken op de voorpanden, zorg ervoor dat het patroon op de zakken doorloopt met het patroon op de voorpanden. Naai de zakken netjes door beide lagen in de buitenste ribbelsteek aan elke kant, en op de onderkant van de zak. Knip en hecht de draad af.

Telpatroon

recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
2 averecht samen = 2 averecht samen
plaats 4 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 4 recht, 4 recht van de kabelnaald = plaats 4 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 4 recht, 4 recht van de kabelnaald
plaats 4 steken op kabelnaald achter het werk, 4 recht, 4 recht van de kabelnaald = plaats 4 steken op kabelnaald achter het werk, 4 recht, 4 recht van de kabelnaald
Diagram for DROPS 263-13
Diagram for DROPS 263-13
Diagram for DROPS 263-13
Diagram for DROPS 263-13

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!
Heeft u dit patroon gemaakt?
Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #finnleycardigan of stuur ze naar de #dropsfan galerij.

Laat een opmerking achter voor DROPS 263-13

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.