DROPS Super Sale - Bespaar 30% op 5 merinogarens!
Product image DROPS Soft Tweed yarn
DROPS Soft Tweed
50% Wol, 25% Alpaca, 25% Viscose
vanaf 3.60 € /50g
Product image DROPS Kid-Silk yarn
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.00 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 45.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2526

Stone Veil Cardigan

Gebreid vest in DROPS Soft Tweed en DROPS Kid-Silk. Het werk wordt gebreid van boven naar beneden met diagonale schouders/ Europeaanse schouders, dubbele gerstekorrel en PUNNIKRAND. Maat XS – XXXL.

Markeer maat:
DROPS 263-10

#stoneveilcardigan

DROPS design: Patroon st-061
Garengroep B en A
----------------------------------------------------------

MAAT:
XS - S - M - L - XL - XXL - XXXL

GAREN:
DROPS SOFT TWEED van garnstudio (behoort tot garengroep B)
350-400-450-500-550-600-650 g kleur 20, Zout en Peper
En gebruik:
DROPS KID-SILK van garnstudio (behoort tot garengroep A)
125-125-150-150-175-175-200 g kleur 59, IJskristal

KNOPEN:
DROPS KNOOP NR 702: 6-6-6-6-7-7-7 stuks.

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 5.5 mm: Lengte 40 en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 4 mm: Lengte: 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5.5 mm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4 mm.
DROPS KABELNAALD.
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – in dat geval heeft u alleen een rondbreinaald nodig van 80 cm in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
16 steken in de breedte en 20 naalden in de hoogte in tricotsteek en 1 draad van elke kwaliteit met naald 5.5 mm = 10 x 10 cm.
LET OP! De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met grotere naalden. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met kleinere naalden.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Soft Tweed
DROPS Soft Tweed
50% Wol, 25% Alpaca, 25% Viscose
vanaf 3.60 € /50g
Product image DROPS Kid-Silk yarn
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.00 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 45.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon


----------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.9.
Kies het telpatroon voor de juiste maat.
De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.
Let erop dat u het telpatroon van links naar rechts leest, als u aan de verkeerde kant breit.
De telpatronen worden herhaald over een verschillend aantal de naalden in de hoogte.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1:
MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS - aan de goede kant:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei de steek recht in de achterste lus van de steek.
MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS - aan de goede kant:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek recht in de voorste lus van de steek.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2:
MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS - op de verkeerde kant:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek averecht in de voorste lus van de steek.
MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS - op de verkeerde kant:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken vanaf de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei de steek averecht in de achterste lus van de steek.

VOORBIES MET PUNNIKRAND:
BEGIN VAN DE NAALD:
Brei de voorbies als volgt (= 7 steken): haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant van het werk, 1 recht, brei dan de volgende 5 steken in patroon A.1.
EINDE VAN DE NAALD:
Brei de voorbies als volgt (= 7 steken): Brei tot er 7 steken over zijn op de naald, brei de eerste 5 steken van deze 7 steken in patroon A.1, haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant van het werk, 1 recht.
Ga zo verder op de goede kant en verkeerde kant.

KNOOPSGATEN:
Minder voor de knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt) - voorbies = 7 steken. Minder aan de goede kant als er 5 steken over zijn op de naald als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Maak 1 omslag, brei 2 (recht of averecht, afhankelijk van het patroon) samen, 1 recht, 1 steek averecht afhalen met de draad aan de voorkant van het werk, 1 recht.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei de voorbies zoals hiervoor en brei de omslag recht/averecht (afhankelijk van het patroon) om een knoopsgat te maken.
Maak het eerste knoopsgat bij een hoogte van 7-7-7-8-8-7-9 cm na de halsrand. Maak dan de volgende 4-4-4-4-5-5-5 knoopsgaten met ongeveer 8-8½-9-9-7½-8-8 cm tussen elk. Pas zo aan dat het onderste knoopsgat in de overgang tussen het patroon en de boordsteek op lijf komt. Maak het laatste knoopsgat op de halsrand.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerder als volgt:
Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerder, 2 averecht samen, 1 recht (markeerder zit in deze steek), 2 gedraaid averecht samen (= 2 steken geminderd).

TIP VOOR HET BREIEN:
Als u verkorte naalden breit ontstaat er een klein gaatje bij het keren van het werk - dit gaatje kan gesloten worden door de draad aan te trekken of de techniek Duitse Verkorte toeren te breien als volgt:
Haal de eerste steek averecht af. Plaats de draad over de rechter naald en trek goed aan op de achterkant (zodat er twee lussen op de naald komen). Brei deze lussen samen op de volgende naald.

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

VEST - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
In dit patroon worden naalden van verschillende lengte gebruikt, begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel wanneer nodig.
Begin door steken op te zetten aan de achterkant van de hals. Brei dan het achterpand naar beneden, terwijl u TEGELIJKERTIJD meerdert aan elke kant van het werk tot het aantal steken voor de schouderbreedte bereikt is. Het achterpand heeft een ietwat diagonale schouder. Brei dan naar beneden tot de armsgaten. Leg nu het achterpand aan de kant en brei de voorpanden.
Neem steken op over een schouder vanaf het achterpand.
Brei naar beneden tot het armsgat terwijl u tegelijkertijd meerdert richting de hals. Herhaal op de andere schouder. Ter hoogte van de armsgaten zet u de voorpanden en het achterpand op dezelfde rondbreinaald en brei het lijf naar beneden heen en weer gebreid op de rondbreinaald. Neem steken op voor de mouwen rondom de armsgaten en brei de mouwen naar beneden. Brei eerst heen en weer gebreid met verkorte toeren om een mouwkop te vormen, brei dan de mouwen naar beneden in de rondte op de naald.
Eindig door steken op te nemen rondom de hals, en brei een halsrand.

ACHTERPAND:
Brei het werk heen en weer gebreid op de rondbreinaald. Zet 25-25-27-27-29-29-29 steken op rondbreinaald 5.5 mm met 1 draad DROPS Soft Tweed en 1 draad DROPS Kid-Silk (= 2 draden).
Brei PATROON – lees uitleg hierboven en meerder aan elke kant als volgt:
NAALD 1 (= verkeerde kant): Brei alle steken averecht.
NAALD 2 (= goede kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 en 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei A.1 tot er 3 steken over zijn (het patroon begint en eindigt aan dezelfde elke kant), meerder 1 steek richting rechts, 3 recht.
NAALD 3 (= verkeerde kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 en brei 3 averecht, meerder 1 steek richting links, brei A.1 tot er 3 steken over zijn (brei de gemeerderde steken in A.1), meerder 1 steek richting rechts, 3 averecht.
NA de 3e NAALD:
Brei de 2e en 3e NAALD 13-13-14-14-16-16-16 keer (= 26-26-28-28-32-32-32 naalden gebreid), na het meerderen zijn er 77-77-83-83-93-93-93 steken op de naald.
Voeg 1 markeerder in aan de zijkant. Meet nu het werk vanaf hier!
Brei A.1 met 3 steken in tricotsteek aan elke kant - denk om de stekenverhouding - tot het werk 12-11-11-9-12-8-5 cm meet, gemeten vanaf de markeerder over het armsgat. Meerder nu aan elke kant voor de armsgaten.

MEERDEREN VOOR DE ARMSGATEN:
NAALD 1 (= goede kant): Denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1 en brei 3 recht, meerder 1 steek richting links, ga verder met A.1 tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 recht.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei A.1 met 3 averechte steken aan elke kant (brei de gemeerderde steken in A.1).
Brei de 1e en 2e NAALD 1-3-3-6-4-9-13 keer in totaal (= 2-6-6-12-8-18-26 naalden zijn gebreid) = 79-83-89-95-101-111-119 steken op de naald.
Brei tot het werk 13-14-14-15-16-17-18 cm meet, gemeten vanaf de markeerder over het armsgat, eindig met een naald aan de goede kant. Knip de draad af, zet de steken op een hulpdraad, brei nu het linker voorpand over de linkerschouder vanaf het achterpand - lees uitleg hieronder.

LINKER VOORPAND:
Vind de linkerschouder op het achterpand als volgt: Leg het achterpand plat neer met de goede kant naar boven, plaats het achterpand zodat de steken op de hulpdraad naar u toe liggen, de linkerkant van het werk = linkerschouder.
Neem nu steken op over de linker diagonale schouder op het achterpand - begin aan de goede kant bij de hals en neem steken op naar buiten richting het armsgat als volgt:
Neem 1 steek op in iedere gebreide naald aan de binnenkant van de buitenste steek, neem daarnaast 3 steken op naar beneden over de zijkant op het achterpand = 29-29-31-31-35-35-35 steken. Alle lengte afmetingen op het voorpand worden vanaf de opneemrand gedaan.
NAALD 1 (= verkeerde kant): Brei averecht en meerder tegelijkertijd 5-5-6-6-5-5-5 steken verdeeld = 34-34-37-37-40-40-40 steken.
NAALD 2 (= goede kant): 3 recht, 2 averecht, A.2, 9-9-9-9-10-10-10 averecht, A.2, 2-2-3-3-3-3-3 averecht, brei 3-3-5-5-7-7-7 steken A.1, 3 recht.
NAALD 3 (= verkeerde kant): 3 averecht, brei 3-3-5-5-7-7-7 steken A.1, 2-2-3-3-3-3-3 recht, A.2, 9-9-9-9-10-10-10 recht, A.2, 2 recht, 3 averecht.
Brei de 2e en 3e NAALD tot A.2 in de hoogte is gebreid, het werk meet ongeveer. 8 cm (de volgende naald is aan de goede kant). Meerder nu voor de hals.

MEERDEREN VOOR DE HALS:
NAALD 1 (= goede kant): Brei de eerste 3 steken in A.4, meerder 1 steek richting links – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1, brei de rest van A.4, brei A.3 over de steken in A.2, 2-2-3-3-3-3-3 averecht, brei 3-3-5-5-7-7-7 steken A.1, 3 recht.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei het gecreëerde patroon - brei de gemeerderde steken in patroon zoals te zien is in A.4, dus meerder voor de hals aan de binnenkant van 3 steken in tricotsteek richting de hals.
Brei de 1e en 2e NAALD 6 keer in totaal (= 12 naalden zijn gebreid) = 40-40-43-43-46-46-46 steken. Zet op de eerste naald op de verkeerde kant, na de laatste meerdering voor de hals, 13-13-14-14-15-15-15 nieuwe steken op aan het EINDE VAN DE NAALD = 53-53-57-57-61-61-61 steken. Keer het werk, brei 7 steken VOORBIES MET PUNNIKRAND – lees uitleg hierboven, ga verder met het gecreëerde patroon over de rest van de naald. Brei zo tot A.4 in de hoogte is gebreid. Brei dan in patroon als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): 7 steken voorbies met PUNNIKRAND, 2-2-3-3-3-3-3 averecht, brei A.3, A.5, A.3, 2-2-3-3-3-3-3 averecht, brei 3-3-5-5-7-7-7 steken A.1, 3 recht.
NAALD 2 (= verkeerde kant): 3 averecht, brei 3-3-5-5-7-7-7 steken A.1, 2-2-3-3-3-3-3 recht, brei A.3, A.5, A.3, 2-2-3-3-3-3-3 recht, 7 steken voorbies met PUNNIKRAND.
Brei de 1e en 2e NAALD tot het werk 22-21-24-23-24-20-16 cm meet vanaf de opneemrand, meerder nu in de zijkant voor de armsgaten.

MEERDEREN VOOR DE ARMSGATEN:
NAALD 1 (= goede kant): Brei zoals hiervoor tot er 3 steken over zijn richting de zijkant, meerder 1 steek richting rechts - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1, 3 recht.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei zoals hiervoor (brei de gemeerderde steken in A.1).
Brei de 1e en 2e NAALD 3-5-4-6-6-11-16 keer in totaal (= 6-10-8-12-12-22-32 naalden gebreid – let op dat er meer steken worden gemeerderd op het voorpand dan op het achterpand omdat de kabels het werk samen trekken) = 56-58-61-63-67-72-77 steken.
Brei tot het werk ongeveer 25-26-28-29-30-31-32 cm meet, gemeten vanaf de opneemrand op de bovenkant van het voorpand, pas aan met een naald aan de goede kant en pas aan zodat het werk eindigt op dezelfde plaats in A.1 als op het achterpand zodat het patroon past als de delen samen worden gezet (buitenste steek aan de zijkant op het achterpand en voorpand moeten of recht of averecht zijn).
Knip het garen af, zet de steken op een hulpdraad, brei nu het rechter voorpand over de rechterschouder vanaf het achterpand - lees uitleg hieronder.

RECHTER VOORPAND:
Neem nu steken op over de rechter diagonale schouder op het achterpand - begin aan de goede kant op het armsgat en neem steken op richting de hals als volgt: LET OP! Begin 3 steken naar beneden op het achterpand, neem 3 steken op langs de zijkant op het achterpand, neem dan 1 steek op in iedere gebreide naald aan de binnenkant van de buitenste steek = 29-29-31-31-35-35-35 steken. Alle lengte afmetingen op het voorpand worden vanaf de opneemnaald gedaan.
NAALD 1 (= verkeerde kant): Brei averecht en meerder tegelijkertijd 5-5-6-6-5-5-5 steken verdeeld = 34-34-37-37-40-40-40 steken.
NAALD 2 (= goede kant): 3 recht, brei 3-3-5-5-7-7-7 steken A.1, 2-2-3-3-3-3-3 averecht, A.6, 9-9-9-9-10-10-10 averecht, A.6, 2 averecht, 3 recht.
NAALD 3 (= verkeerde kant): 3 averecht, 2 recht, A.6, 9-9-9-9-10-10-10 recht, A.6, 2-2-3-3-3-3-3 recht, brei 3-3-5-5-7-7-7 steken A.1, 3 averecht.
Brei de 2e en 3e NAALD tot A.6 in de hoogte is gebreid, het werk meet ongeveer 8 cm (de volgende naald is aan de goede kant). Meerder nu voor de hals.

MEERDEREN VOOR DE HALS:
NAALD 1 (= goede kant): 3 recht, brei 3-3-5-5-7-7-7 steken A.1, 2-2-3-3-3-3-3 averecht, brei A.7 over de steken in A.6, brei A.8 tot er 3 steken over zijn op de naald, meerder 1 steek richting rechts – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1, brei de laatste 3 steken in A.8.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei het gecreëerde patroon - brei de gemeerderde steken in patroon zoals te zien is in A.8, dus meerder aan de binnenkant van 3 steken in tricotsteek richting de hals.
Brei de 1e en 2e NAALD 6 keer in totaal (= 12 naalden zijn gebreid) = 40-40-43-43-46-46-46 steken. Zet op de eerste naald aan de goede kant, na de laatste meerdering voor de hals, 13-13-14-14-15-15-15 nieuwe steken op aan het einde EINDE VAN DE NAALD = 53-53-57-57-61-61-61 steken.
Keer het werk, brei 7 steken voorbies met PUNNIKRAND, ga verder met het gecreëerde patroon over de rest van de naald. A.8 is nu klaar in de hoogte. Brei dan in patroon als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): 3 recht, brei 3-3-5-5-7-7-7 steken A.1, 2-2-3-3-3-3-3 averecht, brei A.7, A.9, A.7, 2-2-3-3-3-3-3 averecht, 7 steken voorbies zoals hiervoor.
NAALD 2 (= verkeerde kant): 7 steken voorbies zoals hiervoor, 2-2-3-3-3-3-3 recht, brei A.7, A.9, A.7, 2-2-3-3-3-3-3 recht, brei 3-3-5-5-7-7-7 steken A.1, 3 averecht.
Brei de 1e en 2e NAALD tot het werk 22-21-24-23-24-20-16 cm meet vanaf de opneemrand, meerder nu aan de zijkant voor de armsgaten.

MEERDEREN VOOR DE ARMSGATEN:
NAALD 1 (= goede kant): 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei zoals hiervoor over de rest van de naald.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei zoals hiervoor (brei de gemeerderde steken in A.1).
Brei de 1e en 2e NAALD 3-5-4-6-6-11-16 keer in totaal (= 6-10-8-12-12-22-32 naalden zijn gebreid) = 56-58-61-63-67-72-77 steken.
Brei tot het werk 25-26-28-29-30-31-32 cm meet, gemeten vanaf de opneemrand op de bovenkant van het voorpand, eindig met een naald aan de goede kant - pas aan op dezelfde manier als op het linker voorpand.
Zet nu de voorpanden en het achterpand samen voor het lijf zoals uitgelegd hieronder. Meet nu het werk vanaf hier.

LIJF:
Brei de eerste naald op de verkeerde kant - begin met de steken van het rechter voorpand en brei dan als volgt:
Brei de eerste 53-55-58-60-64-69-74 steken van het rechter voorpand zoals hiervoor (er zijn 3 steken over), brei de laatste 3 steken in A.1, zet 1-1-1-3-3-3-5 nieuwe steken op aan het EINDE VAN DE NAALD (= in de zijkant midden onder de mouw), ga verder met A.1 over alle 79-83-89-95-101-111-119 steken van het achterpand, zet 1-1-1-3-3-3-5 nieuwe steken op (= in de zijkant midden onder de mouw), brei de eerste 3 steken van het linker voorpand in A.1, en brei de overgebleven 53-55-58-60-64-69-74 steken op het linker voorpand zoals hiervoor = 193-201-213-227-241-261-283 steken op de naald. Meet nu het werk vanaf hier!
Brei heen en weer gebreid vanaf midden voor over alle steken zoals hiervoor (brei de nieuwe steken onder elke mouw in A.1).
Brei tot het werk ongeveer 28-29-29-29-30-30-31 cm meet vanaf het armsgat.
Begin op de volgende naald aan de goede kant met boordsteek terwijl u TEGELIJKERTIJD 14-14-18-22-24-26-28 steken verdeeld meerdert op de naald (meerder niet over de biezen – pas het meerderen aan zodat 6 van de gemeerderde steken gepositioneerd worden met 1 steek gemeerderd in het midden van elke kabel op de voorpanden, meerder de overgebleven 8-8-12-16-18-20-22 steken over A.1 op het achterpand) = 207-215-231-249-265-287-311 steken, brei dan als volgt:
Ga verder met rondbreinaald 4 mm en brei voorbies zoals hiervoor, brei boordsteek (= 1 recht/1 averecht) tot er 8 steken over zijn, 1 recht en voorbies zoals hiervoor. Ga zo verder in boordsteek heen en weer gebreid voor 4-4-4-5-5-6-6 cm. Kant af – u kunt Italiaans afkanten gebruiken.
De top meet ongeveer 54-56-58-60-62-64-66 cm, het verst gemeten richting de hals.

MOUWEN:
De mouw wordt gebreid vanaf het armsgat en naar beneden.
Leg het werk plat neer en voeg 1 markeerder in op de bovenkant van het armsgat = midden op de bovenkant van de schouder (LET OP! Midden op de bovenkant van de schouder is niet dezelfde plaats als waar steken opgenomen zijn voor het voorpand, maar ongeveer 6-7 cm naar beneden op het voorpand).
Neem steken op rondom het armsgat, gebruik rondbreinaald 4 mm en begin in de middelste steek die opgezet is onder de mouw - neem 56-58-62-70-72-78-82 steken op – pas aan zodat u hetzelfde aantal steken helft aan elke kant van de markeerder. Ga verder met rondbreinaald 5.5 mm.
Brei nu A.1 heen en weer gebreid met verkorte toeren over de mouwkop voor een betere pasvorm van de mouw, begin de naald midden onder de mouw en brei dan als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Brei recht vanaf midden onder de mouw tot er 8-8-10-10-10-12-12 steken over zijn voor de markeerder op de bovenkant van de schouder, brei A.1 over de volgende 16-16-20-20-20-24-24 steken, keer het werk – lees TIP VOOR HET BREIEN.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei A.1 over de eerste 20-20-24-24-24-28-28 steken, brei de steken in A.1, keer het werk.
NAALD 3 (= goede kant): Brei A.1 tot er 4-4-4-6-6-6-4 steken zijn gebreid voorbij de vorige keer dat u het werk keerde, keer het werk.
NAALD 4 (= verkeerde kant): Brei A.1 tot er 4-4-4-6-6-6-4 steken zijn gebreid voorbij de vorige keer dat u het werk keerde, keer het werk.
NAALD 5 (= goede kant): Brei A.1 tot er 2-2-2-2-2-2-2 steken zijn gebreid voorbij de vorige keer dat u het werk keerde, keer het werk.
NAALD 6 (= verkeerde kant): Brei A.1 tot er 2-2-2-2-2-2-2 steken zijn gebreid voorbij de vorige keer dat u het werk keerde, keer het werk.
Herhaal NAALDEN 5 en 6.
Brei tot er 12-14-14-16-16-18-24 keer is gekeerd in totaal (= 6-7-7-8-8-9-12 keer aan elke kant en de laatste naald wordt op de verkeerde kant gebreid).

NA DE LAATSTE KEER KEREN:
De laatste keer dat de 6e naald wordt gebreid eindigt u de naald door het werk te keren, brei dan aan de goede kant tot het begin van de naald (midden onder de mouw), brei de steken in A.1.
Voeg 1 markeerder in, in de middelste steek midden onder de mouw, de markeerder wordt gebruikt voor het minderen van steken onder de mouw. Neem de markeerder mee in de hoogte tijdens het breien
Brei nu A.1 in de rondte over alle steken terwijl u tegelijkertijd mindert onder de mouw, lees TIP VOOR HET MINDEREN en minder als volgt:
Als de mouw 1 cm meet gemeten midden onder de mouw, minder dan 2-2-2-3-3-4-4 keer 2 steken in iedere tweede naald, minder dan 4-4-5-7-7-7-8 keer 2 steken iedere 2-2-2-1½-1½-1½-1½ cm = 44-46-48-50-52-56-58 steken op de naald.
Brei tot de mouw 47-48-47-47-45-45-46 cm meet vanaf midden boven op de schouder.
Brei verder met breinaalden zonder knop maat 4 mm en brei boordsteek (= 1 recht/1 averecht) terwijl u TEGELIJKERTIJD 10 steken verdeeld meerdert in alle maten op de 1e naald = 54-56-58-60-62-66-68 steken.
Als de boordsteek 4-4-4-5-5-6-6 cm meet, kant dan af – u kunt Italiaans afkanten gebruiken. De mouw meet ongeveer. 51-52-51-52-50-51-52 cm vanaf midden op de bovenkant van de schouder.

HALSRAND:
Gebruik rondbreinaald 4 mm en 1 draad van elke kwaliteit (= 2 draden). Begin aan de goede kant midden voor en neem ongeveer 93-93-101-101-105-105-105 steken op rondom de hals aan de binnenkant van de buitenste steek – het aantal steken moet deelbaar zijn door 2 + 1, zorg ervoor dat u 1 steek opneemt in elk van de 2 buitenste steken op de voorbies en 2 steken in elk van de volgende 5 steken in de voorbies (om te voorkomen dat de halsrand de voorbies samentrekt).
Brei de eerste naald als volgt op de verkeerde kant: Brei de eerste 2 steken in voorbies zoals hiervoor, brei boordsteek (= 1 averecht/1 recht) tot er 3 steken over zijn, 1 averecht, brei de laatste 2 steken in de voorbies zoals hiervoor.
Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: Brei de eerste 2 steken in voorbies zoals hiervoor, brei boordsteek (= 1 recht/1 averecht) tot er 3 steken over zijn, 1 recht, brei de laatste 2 steken in voorbies zoals hiervoor.
Ga zo verder met de halsrand maar kant na ongeveer 1-1½ cm af voor 1 knoopsgat boven de andere knoopsgaten op de rechter voorbies. Ga verder tot de halsrand 4-4-5-5-6-6-6 cm meet. Kant af – u kunt Italiaans afkanten gebruiken.

AFWERKING:
Naai de knopen aan het linker voorpand.

Telpatroon

recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
zet 3 steken op een kabelnaald en houd deze achter het werk, 3 recht, 3 recht van de kabelnaald = zet 3 steken op een kabelnaald en houd deze achter het werk, 3 recht, 3 recht van de kabelnaald
zet 3 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 3 recht, 3 recht van de kabelnaald = zet 3 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 3 recht, 3 recht van de kabelnaald
zet 1 steek op een kabelnaald en houd deze achter het werk, 3 recht, 1 recht van de kabelnaald = zet 1 steek op een kabelnaald en houd deze achter het werk, 3 recht, 1 recht van de kabelnaald
zet 1 steek op een kabelnaald en houd deze achter het werk, 3 recht, 1 averecht van de kabelnaald = zet 1 steek op een kabelnaald en houd deze achter het werk, 3 recht, 1 averecht van de kabelnaald
zet 3 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 1 averecht, 3 recht van de kabelnaald = zet 3 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 1 averecht, 3 recht van de kabelnaald
Diagram for DROPS 263-10
Diagram for DROPS 263-10
Diagram for DROPS 263-10
Diagram for DROPS 263-10
Diagram for DROPS 263-10
Diagram for DROPS 263-10
Diagram for DROPS 263-10

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!
Heeft u dit patroon gemaakt?
Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #stoneveilcardigan of stuur ze naar de #dropsfan galerij.

Laat een opmerking achter voor DROPS 263-10

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.