Maple Whisper Cardigan#maplewhispercardigan |
||||||||||
![]() |
![]() |
|||||||||
Gebreid vest in DROPS Lima of DROPS Karisma. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met ronde pas, Scandinavisch patroon, dubbele halsrand en PUNNIKRAND. Maten XS - XXXL.
DROPS 262-6 |
||||||||||
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): Brei alle naalden recht, aan zowel de goede als de verkeerde kant. 1 ribbel in de hoogte = brei 2 naalden recht. BIEZEN MET PUNNIKRAND: BEGIN VAN DE NAALD: Brei de voorbies als volgt (7 steken): Haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht, brei 5 ribbelsteken. EINDE VAN DE NAALD: Brei de voorbies als volgt (7 steken): Brei tot er 7 steken over zijn op de naald, brei 5 ribbelsteken, haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht. Brei zo aan zowel de goede als de verkeerde kant. VOORBIES TIP: De biezen worden steeds gebreid met kastanje/cacaoboon. Gebruik een aparte bol van kastanje/cacaoboon voor de biezen, brei met de draad van de binnenkant en buitenkant van de bol voor de twee verschillende biezen. Om gaatjes te voorkomen in de overgang tussen de voorbies en het voorpand, draait u de draden samen op de verkeerde kant op iedere naald (zowel vanaf de goede als de verkeerde kant). TIP VOOR HET MEERDEREN (verdeeld): Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 120 steken) minus de biezen (dus 14 steken) en deel de overgebleven steken door het aantal te maken meerderingen (dus, 14) = 7.6. In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na afwisselend elke 7e en 8e steek. Meerder niet over de biezen. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. KNOOPSGATEN: Brei knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt) aan de goede kant, als er 5 steken over zijn op de naald als volgt: NAALD 1 (goede kant): Maak 1 omslag, 2 recht samen, 1 recht, haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht. NAALD 2 (verkeerde kant): Brei de voorbies zoals hiervoor, brei de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat. Het eerste knoopsgat wordt op de eerste naald aan de goede kant gebreid nadat de hals klaar is. Brei dan de andere 6-6-6-7-7-7-7 knoopsgaten met 7½-8-8-7-7½-7½-8 cm tussen elk. Het onderste knoopsgat wordt gebreid in de overgang tussen de tricotsteek en de boordsteek. PATROON: Zie telpatroon A.1. Het telpatroon toont het patroon aan de goede kant. Het patroon wordt gebreid in tricotsteek. TIP VOOR HET BREIEN: Om te voorkomen dat het werk haar elasticiteit verliest wanneer u in patroon breit, is het belangrijk dat de draden aan de achterkant niet te strak zijn. Gebruik een naald in een maat groter wanneer u in patroon breit en het werk wordt wat te strak. MOUWTIP: Als u steken opneemt onder de mouw, kan er een klein gaatje ontstaan in de overgang tussen de steken op het lijf en de mouw. Dit gaatje kan gesloten worden door de draad tussen 2 steken op te nemen en deze gedraaid samen te breien met de eerste steek tussen het lijf en de mouw. TIP VOOR HET MINDEREN: Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken) haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd). ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- VEST – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK. Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel wanneer nodig. De dubbele halsrand en pas worden heen en weer gebreid met de rondbreinaald, vanaf midden voor en van boven naar beneden. Als de pas klaar is, wordt het werk verdeeld voor het lijf en de mouwen en het lijf wordt verder heen en weer gebreid, terwijl de mouwen wachten. De mouwen worden in de rondte gebreid, van boven naar beneden. De hals wordt dubbel gevouwen en aan de binnenkant naar beneden vast genaaid. HALS: Zet 108-108-112-116-120-124-128 steken op met rondbreinaald 4 mm en kastanje DROPS Lima of cacaoboon DROPS Karisma. Ga verder met rondbreinaald 3 mm (opzetten met een grotere naald maakt de opzetrand elastisch). Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant, brei dan als volgt aan de goede kant: Brei 1 RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* tot er 3 steken over zijn op de naald, 2 recht en brei 1 ribbelsteek. Ga verder met deze boordsteek heen en weer gebreid voor 4-4-5-5-5-5-5 cm. Zet nu 6 steken op aan het einde van de volgende 2 naalden = 120-120-124-128-132-136-140 steken. Ga verder met de boordsteek, maar nu met 7 steken aan elke kant gebreid volgens BIEZEN MET PUNNIKRAND – lees beschrijving hierboven. Brei tot de hals 8-8-9-9-9-9-9 cm meet – eindig na een naald aan de verkeerde kant. De hals wordt later dubbel gevouwen naar de binnenkant, zodat u een hals van ongeveer 4-4-5-5-5-5-5 cm heeft. Voeg 1 markeerder in aan de binnenkant van een voorbies, het werk wordt nu vanaf hier gemeten. PAS: Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Brei de eerste naald aan de goede kant als volgt: Brei de voorbies zoals hiervoor, brei 106-106-110-114-118-122-126 recht en meerder 14-16-18-18-21-21-23 steken verdeeld over deze steken – lees TIP VOOR HET MEERDEREN, brei de voorbies zoals hiervoor – denk om het eerste knoopsgat – lees uitleg hierboven = 134-136-142-146-153-157-163 steken. Ga verder met de biezen en tricotsteek. Denk om de stekenverhouding. Als de pas 4-4-4-4-4-4-4 cm meet vanaf de markeerder, meerder dan 27-31-36-37-44-42-45 steken verdeeld – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN (meerder niet over de biezen) = 161-167-178-183-197-199-208 steken. Ga verder met de biezen en tricotsteek tot de pas 8-8-8-8-9-9-9 cm meet vanaf de markeerder. Begin op de volgende naald aan de goede kant met het patroon – lees uitleg hierboven, als volgt: Brei de voorbies met kastanje/cacaoboon – lees VOORBIES TIP, brei A.1 over de volgende 147-153-164-169-183-185-194 steken en meerder TEGELIJKERTIJD 40-46-53-54-58-62-65 steken verdeeld over deze steken, brei de eerste steek in A.1, dan de voorbies met kastanje/cacaoboon = 201-213-231-237-255-261-273 steken. Lees TIP VOOR HET BREIEN! Ga verder met dit patroon. Op elke naald in het telpatroon gemarkeerd met een pijl meerdert u als volgt – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN en meerder niet over de biezen: Pijl-1: Meerder 40-56-52-60-56-64-66 steken verdeeld = 241-269-283-297-311-325-339 steken. Ga verder met A.1, eindig met de eerste 3 steken in A.1 voor de voorbies. Pijl-2: Meerder 42-46-56-56-60-64-68 steken verdeeld = 283-315-339-353-371-389-407 steken. Ga verder met A.1, eindig met de eerste steek in A.1 voor de voorbies. Pijl-3: Meerder 49-53-53-51-57-63-69 steken verdeeld = 332-368-392-404-428-452-476 steken. Ga verder met A.1, eindig met de eerste 6 steken in A.1 voor de voorbies. TEGELIJKERTIJD, als de pas 22-22-23-24-25-27-29 cm meet vanaf de markeerder midden voor, verdeel dan het werk voor het lijf en de mouwen. Als A.1 nog niet klaar is, ga dan verder met het patroon op het lijf en de mouwen – zorg ervoor dat u het werk verdeelt op een naald met patroon (niet een naald van kastanje/cacaoboon). LET OP! Alle de meerderingen in A.1 moeten klaar zijn voor het verdelen. VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: Brei 56-61-64-66-71-76-81 steken zoals hiervoor (= voorpand), plaats de volgende 62-70-76-78-80-82-84 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-10-12-14-16 steken op (midden onder de mouw), brei 96-106-112-116-126-136-146 steken zoals hiervoor (= achterpand), plaats de volgende 62-70-76-78-80-82-84 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-10-12-14-16 steken op (midden onder de mouw), brei de laatste 56-61-64-66-71-76-81 steken zoals hiervoor (= voorpand). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. LIJF: = 220-240-256-268-292-316-340 steken. Als A.1 nog niet klaar is, ga dan verder met het patroon op het lijf. Het patroon past niet onder de mouwen; ga verder met het patroon zodat het mooi doorloopt vanaf de pas en brei het zo ver mogelijk door onder elke mouw. Als het patroon klaar is, ga dan verder met de biezen en tricotsteek met kastanje/cacaoboon tot het werk 45-47-49-51-52-53-55 cm meet vanaf de markeerder midden voor. Begin op de volgende naald aan de goede kant met de boordsteek. Meerder tegelijkertijd 20-20-24-24-28-28-28 steken verdeeld op de eerste naald als volgt (meerder niet over de biezen) = 240-260-280-292-320-344-368 steken: Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Brei de voorbies zoals hiervoor, boordsteek (2 recht, 2 averecht – denk om het meerderen) tot er 9 steken over zijn, 2 recht en brei de voorbies zoals hiervoor. Als de boordsteek 4-4-4-4-5-5-5 cm meet, kant dan af. Het vest meet ongeveer 49-51-53-55-57-58-60 cm vanaf de markeerder en 54-56-58-60-62-64-66 cm vanaf de schouder. MOUWEN: Plaats de 62-70-76-78-80-82-84 mouwsteken van een hulpdraad op rondbreinaald 4 mm en neem 1 steek op in elk van de 6-6-8-10-12-14-16 opgezette steken onder de mouw – lees MOUWTIP = 68-76-84-88-92-96-100 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 6-6-8-10-12-14-16 steken onder de mouw- de naald begint bij de markeerdraad. Brei in tricotsteek in de rondte. Als A.1 nog niet klaar is, ga dan verder met het patroon op de mouw. Het patroon past niet onder de mouw; ga verder met het patroon zodat het mooi doorloopt vanaf de pas en brei het zo ver mogelijk tot midden onder de mouw. Als het patroon klaar is, ga dan verder met tricotsteek en kastanje/cacaoboon. TEGELIJKERTIJD, als de mouw 3 cm meet vanaf de scheiding, minder dan midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN als volgt: Minder 2 steken iedere 8-8-5-5-5-5-5 cm in totaal 2-4-6-6-6-6-6 keer = 64-68-72-76-80-84-88 steken. Brei verder tot de mouw 40-41-41-40-40-38-37 cm meet vanaf de scheiding. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm. Brei boordsteek (2 recht, 2 averecht). Meerder tegelijkertijd 8-8-8-8-8-8-8 steken verdeeld op de eerste naald = 72-76-80-84-88-92-96 steken. Als de boordsteek 4-4-4-4-5-5-5 cm meet, kant dan af. De mouw meet ongeveer 44-45-45-44-45-43-42 cm vanaf de scheiding. AFWERKING: Vouw de hals dubbel naar de binnenkant en naai naar beneden vast. Om te voorkomen dat de hals te strak wordt en naar buiten rolt, is het belangrijk dat de naad elastisch is. Naai de openingen op de biezen dicht met kleine steken. Naai de knopen op de linker voorbies. |
||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||
|
||||||||||
![]() |
||||||||||
![]() |
||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #maplewhispercardigan of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 35 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 262-6
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.