DROPS Children 49 · Veel nieuwe ontwerpen voor kinderen!
Product image DROPS Cotton Light yarn
DROPS Cotton Light
50% katoen, 50% polyester
vanaf 1.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 19.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2425

Love Stripes Cardigan

Gehaakt vest in DROPS Cotton Light. Het werk wordt van boven naar beneden gehaakt met raglan en strepen. Maten S - XXXL.

Markeer maat:
DROPS 257-27

#lovestripescardigan

DROPS Design: Patroon cl-143
Garengroep B
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

GAREN:
DROPS COTTON LIGHT van garnstudio (behoort tot garengroep B)
300-350-350-400-450-500 g kleur 21, lichtbeige
350-350-400-450-450-500 g kleur 47, karmijnrood

HAAKNAALD:
DROPS HAAKNAALD 4.5 MM.

KNOPEN:
DROPS KNOPEN NR 712: 6-6-6-6-7-7 stuks.

STEKENVERHOUDING:
16 stokjes in de breedte en 8 toeren in de hoogte met haaknaald 4.5 mm = 10 x 10 cm.
De haaknaald is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere haaknaald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere haaknaald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Cotton Light
DROPS Cotton Light
50% katoen, 50% polyester
vanaf 1.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 19.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon


-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.4.
De telpatronen worden van rechts naar links gelezen aan de goede kant en van links naar rechts aan de verkeerde kant.

LOSSE:
Als u aan het uiteinde van de haaknaald haakt, is de losse vaak te strak.
1 losse zou even lang moeten zijn als 1 stokje breed is.

STREPEN:
Het hele werk wordt in afwisselende strepen van 2 toeren lichtbeige en 2 toeren karmijnrood gehaakt (1 toer aan de goede kant en aan de verkeerde kant in elke kleur).

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Elke toer begint met 3 lossen, welke het eerste stokje vervangen.
Haak op de volgende toer het laatste stokje in de 3e losse op het begin van de vorige toer.

TIP VOOR DE STREPEN:
Als u strepen haakt, is het het mooist om na elke streep de draad af te knippen en af te hechten.

2 STOKJES SAMEN:
Om een gaatje te sluiten, haak dan als volgt na elke lossenlus (pas) of in de buitenste losse (mouw): * Maak 1 omslag, voeg de haaknaald om de lossenlus/losse, neem de draad op, maak 1 omslag en haal het door de eerste 2 lussen op de haaknaald *, haak van *-* 1 keer, maak 1 omslag en haal het door alle 3 lussen op de haaknaald (1 steek geminderd).

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder op het begin en einde van de toer als volgt:
Haak het eerste stokje zoals hiervoor (dus, 3 lossen welke het eerste stokje vervangen), haak de volgende 2 stokjes samen als volgt: * Maak 1 omslag, voeg de haaknaald in bij de volgende steek, neem de draad op, maak 1 omslag en haal het door de eerste 2 lussen op de haaknaald *, haak van *-* 1 keer, maak 1 omslag en haal het door alle 3 lussen op de haaknaald (1 steek geminderd).
Haak zoals hiervoor tot er 3 stokjes over zijn op de toer, minder 1 stokje op dezelfde manier, haak dan 1 stokje in het laatste stokje (= 2 steken geminderd).

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

VEST – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
De pas wordt heen en weer gehaakt, vanaf midden voor en van boven naar beneden.
Als de pas klaar is, wordt het werk verdeeld voor het lijf en de mouwen en het lijf wordt verder heen en weer gehaakt, terwijl de mouwen wachten. De mouwen worden van boven naar beneden, heen en weer gehaakt, waarbij de toeren aan het einde steeds samengevoegd worden om een naad onder de mouw te voorkomen en zodat de mouwen dezelfde textuur krijgen als het lijf.
Op het einde wordt een rand over de voorpanden en de halslijn gehaakt.

PAS:
Gebruik DROPS Cotton Light karmijnrood en haaknaald 4.5 mm. Haak 80-84-88-92-96-100 LOSSEN – lees beschrijving hierboven.
Het hele werk wordt in STREPEN gehaakt – lees beschrijving hierboven. Keer het werk. Ga verder met lichtbeige. Lees PATROON, INFORMATIE VOOR HET HAKEN en TIP VOOR DE STREPEN.
Haak de eerste toer aan de goede kant als volgt:
1 stokje in elk van de eerste 11-12-12-13-14-15 lossen (= voorpand), A.1 in de volgende losse (= raglan), 1 stokje in elk van de volgende 16-16-18-18-18-18 lossen (= mouw), A.2 in de volgende losse (= raglan), 1 stokje in elk van de volgende 22-24-24-26-28-30 lossen (= achterpand), A.1 in de volgende losse (= raglan), 1 stokje in elk van de volgende 16-16-18-18-18-18 lossen (= mouw), A.2 in de volgende losse (= raglan), 1 stokje in elk van de volgende 11-12-12-13-14-15 lossen (= voorpand).
Er zijn 84-88-92-96-100-104 stokjes en 4 lossenlussen op de toer.
Ga verder heen en weer gehaakt tot A.1 en A.2 klaar zijn in de hoogte – denk om de STREPEN. Er zijn 140-144-148-152-156-160 stokjes, verdeeld als volgt tussen de 4 lossenlussen: 32-32-34-34-34-34 stokjes op elke mouw, 19-20-20-21-22-23 stokjes op elk voorpand en 38-40-40-42-44-46 stokjes op het achterpand. Denk om de stekenverhouding.

Ga verder met A.3 over A.1 en A.4 over A.2 in totaal 9-10-11-12-13-15 keer in de hoogte (14-15-16-17-18-20 gehaakte toeren vanaf de opzetrand).
Er zijn 248-264-280-296-312-340 stokjes, verdeeld als volgt tussen de 4 lossenlussen: 50-52-56-58-60-64 stokjes op elke mouw, 37-40-42-45-48-53 stokjes op elk voorpand en 74-80-84-90-96-106 stokjes op het achterpand.
Haak 1 toer met 1 stokje in elk stokje; om de gaatjes te sluiten haakt u 2 STOKJES SAMEN om elke lossenlus – lees beschrijving hierboven = 252-268-284-300-316-344 stokjes. De pas meet ongeveer 19-20-21-23-24-26 cm naar beneden langs de rand van een voorpand. Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen.

VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN:
Haak 1 stokje in elk van de eerste 38-41-43-46-49-54 stokjes (= voorpand), sla 50-52-56-58-60-64 stokjes over (= mouw), haak 4-4-6-8-12-12 lossen (onder de mouw), haak 1 stokje in elk van de volgende 76-82-86-92-98-108 stokjes (= achterpand), sla 50-52-56-58-60-64 stokjes over (= mouw), haak 4-4-6-8-12-12 lossen (onder de mouw), haak 1 stokje in elk van de laatste 38-41-43-46-49-54 stokjes (= voorpand). Haak het lijf terwijl de mouwen wachten.

LIJF:
= 160-172-184-200-220-240 steken.
Haak 1 stokje in elk stokje tot de eerste set van lossen, haak 1 stokje in elk van de 4-4-6-8-12-12 lossen, haak 1 stokje in elke stokje tot de tweede set van lossen, haak 1 stokje in elk van de 4-4-6-8-12-12 lossen, haak 1 stokje in elk stokje tot het EINDE VAN DE TOER = 160-172-184-200-220-240 stokjes.
Ga verder heen en weer gehaakt met stokjes en strepen tot het werk 43-45-46-48-50-52 cm meet naar beneden langs de voorrand, eindig na 2 toeren van karmijnrood. Het vest meet ongeveer 48-50-52-54-56-58 cm vanaf de bovenkant van de schouder.

MOUWEN:
Haak eerst aan de goede of de verkeerde kant, zodat de textuur vanaf de pas door loopt. Ga verder met de strepen.
Begin met 1 halve vaste in de 3e-3e-4e-5e-7e-7e losse onder de mouw, haak 3 lossen (vervangen het eerste stokje), haak 1 stokje in elk van de volgende 0-0-1-2-4-4 lossen, haak 2 stokjes samen in de laatste losse, 1 stokje in elk van de 50-52-56-58-60-64 overgeslagen steken voor de mouw, haak 2 stokjes samen in de eerste losse en 1 stokje in elk van de laatste 1-1-2-3-5-5 lossen onder de mouw = 54-56-62-66-72-76 stokjes. Eindig de toer met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer, zodat de toer samengevoegd wordt. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de toer (midden onder de mouw).
Keer het werk en haak heen en weer gehaakt met 1 stokje in elk stokje, ga verder met de strepen en de textuur vanaf de pas en haak afwisselend aan de goede en de verkeerde kant, eindig elke toer met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer.
Als de mouw 3 cm meet, minder dan 1 stokje aan elke kant van de markeerdraad midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN.
Minder zo iedere 12-12-7-6-4-3 cm in totaal 4-4-6-7-10-11 keer = 46-48-50-52-52-54 stokjes. Haak tot de mouw 46-46-46-44-44-42 cm meet vanaf de scheiding, eindig na 2 toeren karmijnrood.

BIEZEN EN HALSRAND:
Gebruik karmijnrood en haaknaald 4.5 mm. Hecht de draad af met 1 halve vaste op de onderkant van het rechter voorpand en haak de rand als volgt:
* 3 lossen (over de karmijnrode streep), 1 halve vaste in de bovenkant van de karmijnrode streep, 4 lossen (over de lichtbeige streep), 1 halve vaste in de onderkant van de karmijnrode streep *, haak van *-* tot de halslijn, ga verder rondom de halslijn als volgt: * 2 lossen, sla 1 stokje over, 1 halve vaste in het volgende stokje *, haak van *-* tot het einde van de halslijn, ga verder naar beneden over het linker voorpand op dezelfde manier als op het rechter voorpand (de halve vasten worden alleen in de karmijnrode strepen gehaakt, zodat ze minder zichtbaar zijn).
De volgende toer wordt als volgt gehaakt: 3 stokjes om de lossenlussen over de karmijnrode strepen en 5 stokjes om de lossenlussen over de lichtbeige strepen. Rondom de halslijn haakt u 2 stokjes om elke lossenlus.
Knip en hecht de draad af.

AFWERKING:
Naai de knopen op het linker voorpand; de eerste knoop in de overgang tussen strepen 1 en 2 vanaf de hals, de volgende 5-5-5-5-6-6 knopen in de overgangen tussen 2 strepen na iedere 3e streep. De knopen passen door de gaatjes in de gehaakte voorbies op het rechter voorpand.

Telpatroon

deze toer is reeds gehaakt; laat zien hoe de volgende toer wordt gehaakt. = deze toer is reeds gehaakt; laat zien hoe de volgende toer wordt gehaakt.
1 losse = 1 losse
1 stokje in de steek eronder = 1 stokje in de steek eronder
1 stokje om de lossenlus eronder = 1 stokje om de lossenlus eronder
2 lossen (= lossenlus) = 2 lossen (= lossenlus)
Diagram for DROPS 257-27
Diagram for DROPS 257-27
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!
Heeft u dit patroon gemaakt?
Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #lovestripescardigan of stuur ze naar de #dropsfan galerij.

Laat een opmerking achter voor DROPS 257-27

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (2)

country flag Karin schreef:

Hej, la upp 88 maskor (stl L) och tolkar som att det ska räcka runt halsen, eller fattar jag fel? På mig blir det väldigt tight. Vad gör jag för fel?

26.04.2025 - 15:54

DROPS Design antwoorde:

Hej Karin, jo det skal det gøre... men allerede efter første rad har du 92 masker... Har du laven en hækleprøve? Du skal have 16 m på 10 cm :)

30.04.2025 - 14:52

country flag Nalle schreef:

Jos tekee yks värisenä M-kokoisen, onko lanka menekki sama?

24.03.2025 - 17:09

DROPS Design antwoorde:

Langanmenekki on suunnilleen sama. Tarvitset yhteensä 14 kerää.

25.03.2025 - 17:46