DROPS Super Sale - BESPAAR 30% op 6 garens de hele maand juni!
Product image DROPS Nepal yarn
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 1.93 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 30.88€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2425

Dandelion Field

Gebreide trui in DROPS Nepal. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met Europeaanse/diagonale schouders, Scandinavisch patroon en dubbele halsrand. Maten S - XXXL.

Markeer maat:
DROPS 255-2

#dandelionfieldsweater

DROPS Design: Patroon ne-392
Garengroep C of A + A
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

GAREN:
DROPS NEPAL van garnstudio (behoort tot garengroep C)
500-550-600-650-700-800 g kleur 2923, oker
300-350-350-400-450-500 g kleur 0100, naturel

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 5 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 3.5 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5 MM.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3.5 MM.
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – u heeft dan alleen een rondbreinaald van 80 cm nodig in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
17 steken in de breedte en 22 naalden in de hoogte, met tricotsteek en Scandinavisch patroon op naald 5 mm = 10 x 10 cm.
LET OP: De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 1.93 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 30.88€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht, aan zowel de goede als de verkeerde kant.
1 ribbel in de hoogte = brei 2 recht naalden.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.4.
De telpatronen tonen het patroon aan de goede kant. Het patroon wordt gebreid in tricotsteek.
Kies het telpatroon voor uw maat (geldt voor A.1). Begin/eindig op de pijl voor uw maat (geldt voor A.3 en A.4).

TIP VOOR HET MEERDEREN-1:
MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS – aan de goede kant:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei recht in de achterste lus.
MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS – aan de goede kant:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek recht in de voorste lus.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2:
MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS – op de verkeerde kant:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei averecht in de voorste lus.
MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS – op de verkeerde kant:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei averecht in de achterste lus.

TIP VOOR HET MEERDEREN-3 (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus, 180 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus, 32) = 5.6.
In dit voorbeeld, meerdert u door 1 omslag te maken na afwisselend elke 5e en 6e steek (ongeveer). Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET BREIEN:
Geef in het telpatroon de naald aan waarop het achterpand stopt. Hierdoor is het makkelijker om het voorpand overeen te laten komen als u de armsgaten breit.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt:
Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraadsteek onder de mouw, 2 recht samen met oker, 1 recht met oker (markeerdraadsteek), brei 2 steken gedraaid recht samen met oker (2 steken geminderd).

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel indien nodig.
Het werk wordt eerst heen en weer gebreid, zet steken op aan de achterkant van de hals en brei het achterpand van boven naar beneden met het patroon en meerder steken aan elke kant voor de schouders, welke ietwat diagonaal worden. Het achterpand wordt tot de armsgaten gebreid.
Het voorpand wordt daarna in 2 delen gebreid, waarbij u steken opneemt over een schouder achter, brei in patroon en meerder voor de halslijn. Dit wordt herhaald op de andere schouder. De 2 delen voor het voorpand worden samen gevoegd als de halslijn klaar is en brei dan tot de armsgaten klaar zijn.
De voor- en achterpanden worden dan samen gevoegd en het lijf wordt in de rondte gebreid.
Er worden steken opgenomen rondom de armsgaten voor de mouwen, welke in de rondte worden gebreid, van boven naar beneden. Er worden steken opgenomen rondom de halslijn en de hals wordt in de rondte gebreid en dubbel gevouwen naar de binnenkant.

ACHTERPAND:
Zet 33-33-33-43-43-43 steken op met rondbreinaald 5 mm en oker DROPS Nepal. Brei PATROON – lees beschrijving hierboven, als volgt:
LET OP: De 3 buitenste steken aan elke kant + de meerderingen worden met oker gebreid tot de armsgaten klaar zijn.

NAALD 1 (verkeerde kant): Averecht.
NAALD 2 (goede kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1. 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei A.1A, dan A.1B in totaal 1-1-1-2-2-2 keer, brei A.1C, meerder 1 steek richting rechts, 3 recht.
NAALD 3 (verkeerde kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2. 3 averecht, meerder 1 steek richting links, brei A.1C, dan A.1B zoals hiervoor, A.1A, meerder 1 steek richting rechts, 3 averecht.
Brei NAALDEN 2 en 3 in totaal 14-17-17-17-19-22 keer (28-34-34-34-38-44 gebreid naalden). LET OP: Elke keer als A.1 een in de hoogte is gebreid, is er ruimte voor nog 2 herhalingen van A.1B in de breedte.
De meerderingen voor de diagonale schouders zijn klaar in de maten M, L, XL en XXXL. Ga verder als volgt voor de maten S en XXL.

MATEN S en XXL:
Brei NAALD 2 één keer, dan NAALD 3 één keer maar zonder meerderingen (in totaal 30-40 naalden gebreid).

ALLE MATEN:
Na de laatste meerdering zijn er 91-101-101-111-121-131 steken en meet het werk ongeveer 14-16-16-16-19-20 cm vanaf de opzetrand midden achter.
Voeg 1 markeerdraad in, aan de buitenkant van een zijkant. Het werk wordt nu vanaf hier gemeten!
Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: 3 tricotsteken in oker, brei A.2A in totaal 8-9-9-10-11-12 keer (8 steken over op de naald), brei A.2B, 3 tricotsteken in oker.
Ga verder met dit patroon heen en weer gebreid. Denk om de stekenverhouding.
Brei tot het werk 14-15-16-17-17-18 cm meet vanaf de markeerdraad, gemeten over het armsgat en eindig met een naald aan de verkeerde kant terwijl u 1 steek afkant aan elke kant van het achterpand = 89-99-99-109-119-129 steken – lees TIP VOOR HET BREIEN.
Knip de draad af, plaats de steken op een hulpdraad en brei het linker voorpand over de linker schouder achter.

LINKER VOORPAND:
Vind de linker schouder achter als volgt: Leg het achterpand plat neer, met de goede kant naar boven, met de hulpdraad naar u toe; de linkerkant van het werk = linker schouder.
Begin aan de goede kant op de linker schouder achter bij de hals. Gebruik oker en neem 1 steek op in elke gebreide naald, aan de binnenkant van 1 steek, over de schouder tot het armsgat, neem dan 1 steek op in de volgende naald aan de buitenkant richting het armsgat (neem op aan de binnenkant van de buitenste steek) = 31-35-35-35-41-45 steken.
Alle lengtes op het voorpand worden gemeten vanaf deze opneemnaald.
Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant, brei dan als volgt aan de goede kant: Begin op de pijl voor uw maat in A.3A en brei de laatste 3-7-7-7-3-7 steken in A.3A, herhaal dan A.3A in zijn geheel 2-2-2-2-3-3 keer, brei A.3B, eindig met 3 tricotsteken in oker.
Ga verder met dit patroon heen en weer gebreid tot het werk 7-8-9-9-10-10 cm meet. Meerder nu voor de halslijn als volgt (de gemeerderde steken worden in het patroon gebreid):
NAALD 1 (goede kant): Denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1, brei 1 recht met oker, meerder 1 steek richting links (met oker), ga verder met A.3 zoals hiervoor, 3 tricotsteken met oker.
NAALD 2 (verkeerde kant): 3 averecht met oker, brei A.3 tot er 1 steek over is, 1 averecht met oker.
Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 5 keer (10 naalden gebreid) = 36-40-40-40-46-50 steken. Knip de draad af, plaats de steken op een hulpdraad en brei het rechter voorpand over de rechter schouder achter.

RECHTER VOORPAND:
Begin aan de goede kant, brei 1 naald voor de laatste meerdering op de rechter schouder achter. Gebruik oker en neem 1 steek op in elke gebreide naald, aan de binnenkant van 1 steek, vanaf het armsgat tot de halslijn = 31-35-35-35-41-45 steken.
Alle lengtes op het voorpand worden gemeten vanaf deze opneemnaald.
Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant, brei dan als volgt aan de goede kant: 3 tricotsteken met oker, brei A.4 in totaal 2-3-3-3-3-4 keer, dan de eerste 8-2-2-2-8-2 steken in A.4, eindig op de pijl voor uw maat.
Ga verder met dit patroon heen en weer gebreid tot het werk 7-8-9-9-10-10 cm meet. Meerder nu voor de halslijn als volgt:
NAALD 1 (goede kant): 3 recht met oker, brei A.4 tot er 1 steek over is, meerder 1 steek richting rechts (met oker), 1 recht met oker – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1.
NAALD 2 (verkeerde kant): 1 averecht met oker, brei A.4 tot er 3 steken over zijn, 3 averecht met oker.
Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 5 keer (10 naalden gebreid) = 36-40-40-40-46-50 steken.
Voeg nu de 2 voorpanden samen.

VOORPAND:
Brei dan als volgt aan de goede kant:
Brei de 36-40-40-40-46-50 steken op het rechter voorpand zoals hiervoor, zet 19-21-21-31-29-31 steken op voor de halslijn, brei dan de 36-40-40-40-46-50 steken op het linker voorpand zoals hiervoor = 91-101-101-111-121-131 steken.
Ga verder met tricotsteek en patroon zoals hiervoor, heen en weer gebreid over alle steken (dus, 3 tricotsteken in oker op het begin en einde van de naald en patroon over de rest).
Brei tot het voorpand 28-29-30-31-33-34 cm meet vanaf de opneemnaald, eindig na dezelfde naald aan de verkeerde kant als op het achterpand en kant 1 steek af aan elke kant op deze laatste naald = 89-99-99-109-119-129 steken (om te voorkomen dat u de draad af moet knippen aan het einde van de naald, kunnen de laatste 2 steken averecht samen gebreid worden).
De voor- en achterpanden worden samengevoegd voor het lijf.
Het werk wordt nu vanaf hier gemeten!

LIJF:
Brei in patroon zoals hiervoor over de 89-99-99-109-119-129 steken op het voorpand, zet 1-1-11-11-11-11 steken op (in de zijkant midden onder de mouw), brei in patroon zoals hiervoor over de 89-99-99-109-119-129 steken van het achterpand, zet 1-1-11-11-11-11 steken op (in de zijkant midden onder de mouw) = 180-200-220-240-260-280 steken.
Ga verder met het patroon in de rondte, brei over alle steken. De naald begint in het midden van de opgezette steken onder een mouw.
Brei tot het lijf 28-29-30-30-30-31 cm meet vanaf het samenvoegen, eindig na naald 5 of 9 in A.2 (de voorkant het werk meet ongeveer 56-58-60-61-63-65 cm vanaf de opneemnaald).
Brei 2 naalden tricotsteek met oker.
Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm. Brei boordsteek met oker (1 recht, 1 averecht), Meerder tegelijkertijd 32-36-40-44-44-48 steken verdeeld op de naald 1 – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-3 = 212-236-260-284-304-328 steken.
Als de boordsteek 6-6-6-7-7-7 cm meet, kant dan ietwat losjes af met boordsteek.
De voorkant van het werk meet ongeveer 63-65-67-69-71-73 cm vanaf de opneemnaald en is ongeveer 3 cm langer dan de gewenste lengte, omdat de opneemnaald niet op de bovenkant van de schouder zit, maar ietwat naar beneden op het achterpand. De trui meet ongeveer 60-62-64-66-68-70 cm.

MOUWEN:
De mouw wordt van boven naar beneden gebreid.
Leg het werk plat neer en voeg 1 markeerdraad in, midden boven van de schouder (LET OP! Het midden boven van de schouder is niet de opneemnaald op het voorpand, maar ongeveer 7 tot 8 cm naar beneden op het voorpand).
Gebruik rondbreinaald 3.5 mm en oker. Begin in de middelste steek van de opgezette steken onder de mouw (voeg 1 markeerdraad in, in deze steek) en neem 72-76-90-92-96-100 steken op (aan de binnenkant van 1 steek) rondom het armsgat, zorg ervoor dat u 1 steek opneemt in de markeerdraadsteek onder de mouw en 1 steek in de markeerdraad op de bovenkant van de mouw, en met een gelijk aantal steken aan elke kant van beide markeerdraadsteken.
Tel uit vanaf de markeerdraadsteek op de bovenkant van de schouder om te bepalen waar het patroon begint – de markeerdraadsteek moet overeenkomen met de middelste steek in A.2A.

Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei tricotsteek en A.2A in de rondte, maar de middelste 3 steken onder de mouw worden met oker gebreid.
Als de mouw 1 cm meet, minder dan 1 steek aan elke kant van de markeerdraadsteek onder de mouw - lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 2e naald in totaal 4-6-8-10-12-13 keer, dan iedere 5-4½-2½-2½-2-2 cm 7-7-11-9-8-8 keer = 50-50-52-54-56-58 steken.
Ga verder met het patroon met 3 tricotsteken in oker onder de mouw, tot de mouw 42-40-41-38-36-34 cm meet vanaf de schoudermarkeerdraad.
Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3.5 mm en brei boordsteek met oker (1 recht, 1 averecht). Meerder tegelijkertijd 8-10-10-10-10-10 steken verdeeld op de naald 1 = 58-60-62-64-66-68 steken.
Als de boordsteek 6-6-6-7-7-7 cm meet, kant dan ietwat losjes af met boordsteek. De mouw meet ongeveer 48-46-47-45-43-41 cm vanaf de bovenkant van de schouder.

DUBBELE HALSRAND:
Gebruik rondbreinaald 3.5 mm en oker. Begin aan de goede kant op een schouderlijn en neem 100-104-108-132-136-136 steken op aan de binnenkant van 1 steek, rondom de halslijn (als u minder steken opneemt, kan dit aangepast worden op de eerste naald). Het aantal steken moet deelbaar zijn door 2. Brei boordsteek in de rondte (1 recht, 1 averecht) voor 4½-4½-5½-5½-6½-6½ cm (= ongeveer 12-12-15-15-18-18 naalden), ga verder met naturel en brei verder tot de boordsteek 10-10-12-12-14-14 cm meet (= ongeveer 15-15-18-18-20-20 naalden met naturel). Ga verder met rondbreinaald 5 mm en kant ietwat losjes af met recht. Vouw de hals dubbel naar de binnenkant en naai naar beneden vast. Er moet een zichtbare streep zijn van naturel op de bovenkant. Om te voorkomen dat de hals te strak wordt en naar buiten rolt, is het belangrijk dat de naad elastisch is.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 25.11.2024
Het patroon is aangepast. Correctie bij het rechter voorpand (aantal herhalingen in A.4) en op de mouwen.

Telpatroon

oker = oker
naturel = naturel
middelste steek mouw = middelste steek mouw
laatste meerdering voor de schouders achter op deze naald = laatste meerdering voor de schouders achter op deze naald
Diagram for DROPS 255-2
Diagram for DROPS 255-2
Diagram for DROPS 255-2

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!
Heeft u dit patroon gemaakt?
Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #dandelionfieldsweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij.

Laat een opmerking achter voor DROPS 255-2

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (70)

country flag NN67 schreef:

Bonjour, Je rencontre des difficultés pour monter et tricoter les manches. Est il possible de traduire en français la question posée par Susana Araujo ainsi que votre réponse ? (ou alors pourquoi pas une vidéo !). Merci pour vos réponses.

08.10.2024 - 22:08

DROPS Design antwoorde:

Bonjour NN67, dans cette leçon nous montrons comment relever les mailles des manches; et dans celle-ci comment centrer un diagramme. N'hésitez pas à poser directement votre question pour avoir la réponse adaptée (indiquez votre taille si besoin). Bon tricot!

09.10.2024 - 08:22

country flag Manon schreef:

Bonjour - model 255-2 L (dos), après avoir fait un 1er diagram complet je devrais avoir 53m, comment dois-je repartir les m. sur l'aig pour assurer la répétition adequate de A.1B ? Merci

08.10.2024 - 12:56

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Manon, quand vous avez tricoté les diagrammes 1 fois en hauteur, reprenez-les au 1er rang et tricotez comme avant: 3 m jaune, A.1A, tricotez maintenant 2 fois A.1B, tricotez A.1C et terminez par 3 m jaune. Bon tricot!

08.10.2024 - 16:31

country flag Manon schreef:

Veuillez ignorer ma question, j'ai trouvé mon erreur et figurer la démarche/motif.merci (Tips: sur les model vous devriez aussi suggérer l'ajout de marqueur entre chaque diag pour eviter la confusion dans le jacquard. Merci & Bonne journée

06.10.2024 - 21:47

country flag Manon schreef:

Bonjour , je debute le challenge avec le Super Dandelion et veut demarrer du bon pied: ) Dos: sur envers diagram A.1C, A1B ,A.1A,je les tric sur l'env en commencant le diag de gauche a droite sur le 1er ou 2e rang?..... Ce pull amenera surement d'autre defis en cours de route... merci de nous guider.

06.10.2024 - 21:18

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Manon, sur l'endroit, on lit les diagrammes de droite à gauche et sur l'envers, on les lit de gauche à droite, donc le 1er rang du diagramme se fait sur l'endroit et se lit de droite à gauche et le 2ème rang du diagramme se fait sur l'envers et se lit de gauche à droite. Bon tricot!

07.10.2024 - 08:26

country flag Susana Araujo schreef:

Hi Team, I am so sorry...but I am still struggling. I have been stuck on the sleeves for 3 days now :( The lesson "How to center a diagram" managed to make me even more confused...Are the 3 yellow middle sts under sleeve meant to be part of the chart or not? Shall I count the chart for the totally of the sts (72) or count for only half way (36) then start again patt on the next 36? Thank you

01.10.2024 - 23:18

DROPS Design antwoorde:

Dear Mrs Araujo, the 3 middle stitches in yellow mid under sleeve are not worked in the diagram/pattern, so that you will have 69 stitches worked in A.2A and the stitch with the marker in the middle on top of sleeve is the stitch with a mark in diagram: 34 sts before this stitch you will start the diagram: after the 3 middle stitches in yellow work the last 7 sts in A.2A, then repeat the 10 sts a total of 2 times and work A.2A one more time = the 8th stitch should be the stitch with the mark, then finish A.2A and repeat the 10 sts A.2A to the end of the round (you will end with the first 2 sts in A.2A). Happy knitting!

02.10.2024 - 08:42

country flag KKberlin schreef:

Ich hatte ein Problem mit der Länge der Ärmel. Man sollte in Grösse XL 35 cm im Muster stricken und dann 7 cm Bündchen anfügen und so auf eine Länge von 45 cm kommen. Rein mathematisch komme ich nur auf 42 cm.

01.10.2024 - 09:48

country flag Susana Araujo schreef:

Hi team, I'm a bit confused about picking up for the sleeves. I am making the smaller size and pt says "with equal numbers of stitches on each side of both makers-stitches". So from the 72 I have divided each side with 36 sts. Then, it says "the marker-stitch should match the mid-stitch in A.2A". But it won't because I have 36 sts which means I am going to work A.2A three times = 30 sts + 6 sts = 36. The mid-stitch sleeve is the 8 stitch which does not match up as pattern says it needs to.

30.09.2024 - 22:19

DROPS Design antwoorde:

Dear Mrs Araujo, in this lesson we show how to pick up stitches around armhole with marker on top of shoulder; then you will have to count where to start diagram A.2 - see this lesson, working the 3 middle stitches under sleeve with yellow. Happy knitting!

01.10.2024 - 09:33

country flag Alice schreef:

Vielen Dank, mein Fehler habe falsch gelesen bei der Zunahme. LG Alice

30.09.2024 - 15:46

country flag Alice schreef:

In der Anleitung ist ein Fehler Größe M Rechtes Vorderteil:\\r\\naus der Schulter 35 M auffassen. Ok Dann 3 M glatt Rechts: ok, nun A4 2x Stricken, Fehler es muss 3x Heißen, 3 Maschen rechts, 3x A4 und 2 Maschen am Ende sind 35 M und A4 3x, nicht 2x. Dann nach 8 cm soll man zunehmen in jeder Reihe insgesamt 5x in der Rechten und linken Reihe, insgesamt 10 Reihen, also 10 Maschen zunehmen. Man soll nach der Anleitung 40 Maschen haben, man hat aber 45 M. . Beim Linken Vorderteil auch.

29.09.2024 - 16:41

DROPS Design antwoorde:

Liebe Alice, danke für den Hinweis über Muster, aber die Maschenanzahl ist dann richtig, man wird nur bei den Hinreihen zunehmen = 5 Maschen so hat man 40 M. Viel Spaß beim Stricken!

30.09.2024 - 09:30

country flag Heike schreef:

Hallo Team, wie muss ich bei der Zunahme am Rücken-/Vorderteil nach einem Rapport den neuen Rapport in der Breite einfügen? Vielen Dank für die Beantwortung.

10.09.2024 - 11:33

DROPS Design antwoorde:

Liebe Heike, die neuen Maschen werden sofort im Muster eingestrickt, so wird sich das Muster in die Seiten vergrössern. Viel Spaß beim Stricken!

11.09.2024 - 07:43