Ingrid schreef:
Betrifft Ärmel: Wenn beim Rippenmuster abgenommen werden soll, wieso sind dann plötzlich mehr Maschen auf der Nadel als zuvor? Habe ich da einen Denkfehler? Ich habe 54 Maschen auf der Nadel, dann soll ich insgesamt 10 Maschen abnehmen und habe dann 64 Maschen ? Oder soll zugenommen werden?
12.11.2024 - 22:12DROPS Design antwoorde:
Liebe Ingrid, bei den Ärmeln soll man zunehmen anstatt abnehmen, da man mehr Maschen für Bündchen mit kleineren Maschen als für Glattrechts mit grösseren Nadeln braucht; deutsche Anleitung wird angepasst, danke für den Hinweis. Viel Spaß beim Stricken!
13.11.2024 - 07:57
Marta schreef:
Northern Sun
11.08.2024 - 20:59
Monica H Kristiansen schreef:
Amazing
08.08.2024 - 20:10
Alexandra Marshall schreef:
Dominoes
08.08.2024 - 16:52
Sun Wreath#sunwreathsweater |
||||||||||
![]() |
![]() |
|||||||||
Gebreide trui in DROPS Air. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met ronde pas, Scandinavisch patroon en dubbele halsrand. Maten S - XXXL.
DROPS 255-13 |
||||||||||
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- PATROON: Zie telpatroon A.1. Kies het telpatroon voor uw maat. Het patroon wordt gebreid in tricotsteek. TIP VOOR HET MEERDEREN (verdeeld): Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus, 86 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 18) = 4.8. In dit voorbeeld, meerdert u door 1 omslag te maken na ongeveer elke 5e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen): Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (2 steken geminderd). ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel indien nodig. De hals en de pas worden in de rondte gebreid met de rondbreinaald, van boven naar beneden en vanaf de rechter schouder achter. Als de pas klaar is, wordt het werk verdeeld voor het lijf en de mouwen en het lijf wordt verder in de rondte gebreid, terwijl de mouwen wachten. De mouwen worden van boven naar beneden gebreid, in de rondte. De hals wordt dubbel gevouwen en aan de binnenkant vast gemaakt. HALS: Zet 86-92-96-100-102-106 steken op met rondbreinaald 5 mm en geel DROPS Air. Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm (opzetten met een grotere naald maakt de opzetrand elastisch). Brei in tricotsteek in de rondte voor 4-4-4-5-5-5 cm. Brei 1 naald averecht (= vouwrand). Ga verder met tarwe en ga verder met tricotsteek tot de hals 8-8-8-10-10-10 cm meet vanaf de opzetrand. Het begin van de naald is op de rechter schouder achter. Voeg 1 markeerdraad in na de eerste 30-32-33-35-35-36 steken (ongeveer midden voor); het werk wordt nu vanaf hier gemeten. PAS: Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei 1 naald recht en meerder 18-20-24-28-30-32 steken verdeeld – lees TIP VOOR HET MEERDEREN = 104-112-120-128-132-138 steken. Ga verder met tricotsteek. Denk om de stekenverhouding. Als de pas 3-3-4-4-4-4 cm meet vanaf de markeerdraad, meerder dan 32-34-40-40-48-56 steken verdeeld – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN = 136-146-160-168-180-194 steken. Brei tot de pas 6-7-8-8-9-9 cm meet vanaf de markeerdraad. Brei nu in patroon – lees beschrijving hierboven, brei A.1 in de rondte en meerder 34-34-40-42-50-56 steken verdeeld op de eerste naald = 170-180-200-210-230-250 steken (ruimte voor 17-18-20-21-23-25 herhalingen van A.1 in de breedte na deze meerdering). Ga verder in patroon, meerder steken verdeeld op elke naald gemarkeerd met een pijl in A.1 als volgt: Pijl-1: Meerder 38-40-44-46-50-58 steken verdeeld = 208-220-244-256-280-308 steken. Pijl-2: Meerder 36-40-44-48-52-52 steken verdeeld = 244-260-288-304-332-360 steken. Pijl-3: Meerder 12-12-12-12-12-12 steken verdeeld = 256-272-300-316-344-372 steken. Brei verder tot de pas 21-23-24-24-26-28 cm meet vanaf de markeerdraad (alle meerderingen zijn nu klaar en er zijn minstens 5 naalden gebreid na de laatste meerdernaald). Het patroon is nog niet klaar, maar wordt verder gebreid op het lijf en de mouwen. Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen. VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: Brei de volgende naald als volgt: Plaats de eerste 48-50-56-60-64-68 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 8-8-8-12-12-12 steken op (in de zijkant midden onder de mouw), brei 80-86-94-98-108-118 steken (= voorpand), plaats de volgende 48-50-56-60-64-68 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 8-8-8-12-12-12 steken op (in de zijkant midden onder de mouw), brei de laatste 80-86-94-98-108-118 steken (= achterpand). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid, begin de volgende naald onder een mouw. Knip de draad af. LIJF: = 176-188-204-220-240-260 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 8-8-8-12-12-12 opgezette steken onder een mouw. Begin op de markeerdraad en ga verder met het patroon vanaf de pas; het patroon past niet onder elke mouw, brei het patroon zo ver mogelijk tot de onderkant onder de mouwen. Het volgende patroon past wel in de rondte. Als A.1 klaar is in de hoogte, ga dan verder met tricotsteek en tarwe tot het werk 45-47-49-49-51-53 cm meet vanaf de markeerdraad midden voor. Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm. Brei boordsteek (2 recht, 2 averecht). Meerder tegelijkertijd 32-32-36-40-44-44 steken verdeeld op de eerste naald = 208-220-240-260-284-304 steken. Als de boordsteek 6-6-6-7-7-7 cm meet, kant dan af. De trui meet ongeveer 51-53-55-56-58-60 cm vanaf de markeerdraad en 56-58-60-62-64-66 cm vanaf de bovenkant van de schouder. MOUWEN: Plaats de 48-50-56-60-64-68 mouwsteken van de hulpdraad aan een kant van het werk op rondbreinaald 5 mm en neem 1 steek op in elk van de 8-8-8-12-12-12 opgezette steken onder de mouw = 56-58-64-72-76-80 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 8-8-8-12-12-12 steken onder de mouw. Begin op de markeerdraad en ga verder met het patroon vanaf de pas in de rondte. Het patroon past niet onder de mouw - brei het tot zo ver mogelijk onder de mouw. TEGELIJKERTIJD, als de mouw 3-3-3-2-2-2 cm meet, minder dan 2 steken onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 3-3-2-1½-1-1 cm in totaal 4-4-6-10-11-12 keer = 48-50-52-52-54-56 steken. Brei verder tot de mouw 40-38-37-38-37-35 cm meet vanaf de scheiding. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3.5 mm. Brei boordsteek (2 recht, 2 averecht). Meerder tegelijkertijd 8-10-8-12-10-12 steken verdeeld op de eerste naald = 56-60-60-64-64-68 steken. Als de boordsteek 6-6-6-7-7-7 cm meet, kant dan af. De mouw meet ongeveer 46-44-43-45-44-42 cm. AFWERKING: Vouw de hals dubbel naar de binnenkant en naai naar beneden vast. Om te voorkomen dat de hals te strak wordt en naar buiten rolt, is het belangrijk dat de naad elastisch is. |
||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||
|
||||||||||
![]() |
||||||||||
![]() |
||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #sunwreathsweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 31 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 255-13
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.