Ginger Dream#gingerdreamsweater |
||||||||||
![]() |
![]() |
|||||||||
Gebreide trui in DROPS Alaska. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid in tricotsteek met raglan en hoge hals. Maten S - XXXL.
DROPS 244-22 |
||||||||||
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- PATROON: Zie telpatronen A.1 en A.2. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. TIP VOOR HET MEERDEREN (verdeeld): Meerder 1 steek door 1 omslag te maken welke gedraaid wordt gebreid op de volgende naald om een gaatje te voorkomen. RAGLAN: Meerder 1 steek voor/na A.2. Meerder 1 steek door 1 omslag te maken welke gedraaid wordt gebreid op de volgende naald om een gaatje te voorkomen. De nieuwe steken worden in tricotsteek gebreid. TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen): Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek. ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: De hals wordt in de rondte begonnen met de rondbreinaald, brei vanaf midden achter en van boven naar beneden, gevolgd door de halslijn heen en weer gebreid met rondbreinaald met verkorte toeren. De pas wordt verder in de rondte gebreid met de rondbreinaald vanaf midden achter en dan verdeeld voor het lijf en de mouwen. Het lijf wordt verder in de rondte gebreid met de rondbreinaald. De mouwen worden in de rondte gebreid met korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop. HOGE HALS: Zet 96-100-104-112-116-124 steken op met korte rondbreinaald 4 mm en DROPS Alaska. Brei 1 naald recht, brei dan boordsteek (1 recht, 1 averecht) voor 9-9-10-10-11-11 cm. LET OP: Als u een dubbele halsrand wilt, kunt u het later dubbel vouwen en naar beneden vast naaien met een aantal steken aan elke kant. Als de boordsteek klaar is, brei dan als volgt: 11-13-13-15-17-19 recht en minder 2-2-3-3-3-4 steken verdeeld over deze steken (helft van het achterpand), brei A.1 (A.1 moet mooi doorlopen met de 1 averecht, 1 recht, 1 averecht van de boordsteek – voeg markeerdraad 1 in de rechte steek), 19 recht en minder 4 steken verdeeld over deze steken (mouw), brei A.1 (voeg markeerdraad 2 in de rechte steek), brei 23-25-27-31-33-37 recht en minder 4-4-6-6-6-8 steken verdeeld over deze steken (voorpand), brei A.1 (voeg markeerdraad 3 in de rechte steek), 19 recht en minder 4 steken verdeeld over deze steken (mouw), brei A.1 (voeg markeerdraad 4 in de rechte steek), 12-12-14-16-16-18 recht en minder 2-2-3-3-3-4 steken verdeeld over deze steken (helft van het achterpand) = 88-92-92-100-104-108 steken (23-25-25-29-31-33 steken tussen de markeerdraadsteken op de voor- en achterpanden en 19 steken tussen de markeerdraadsteken op elke mouw). A.1 wordt gebreid in elke overgang tussen het lijf en de mouwen, met de markeerdraadsteken op elke raglanlijn. Knip de draad af. HALSLIJN: Ga verder met rondbreinaald 5.5 mm. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald (midden achter). Deze markeerdraad moet een afwijkende kleur hebben ten opzichte van de markeerdraden voor de raglan, om midden achter aan te geven. Brei nu verkorte toeren voor een halslijn en meerder voor raglan als volgt: DENK OM DE STEKENVERHOUDING. NAALD 1 (goede kant): Begin 2 steken voor A.1 met markeerdraad 3 (linker voorkant van de hals als het kledingstuk gedragen wordt). Brei recht en brei de laatste naald in A.1; meerder voor de RAGLAN aan elke kant van A.1 in elke overgang tussen het lijf en de mouwen – lees beschrijving hierboven, en tot u 2 steken voorbij markeerdraadsteek 2 heeft gebreid (rechter voorkant van de hals = 8 gemeerderde steken voor de raglan). Keer het werk, trek de draad aan. NAALD 2 (verkeerde kant): Brei averecht en brei A.2 over A.1 (denk erom dat u de omslagen gedraaid breit) en meerder voor de raglan voor/na elke A.2 alleen op de voor- en achterpanden en tot u 2 steken voorbij bent waar de verkorte toeren begonnen bij markeerdraad 3 (meerder niet op de mouwen = 4 gemeerderde steken). Keer het werk, trek de draad aan. NAALD 3 (goede kant): Recht en brei A.2; meerder voor de raglan aan elke kant van iedere A.2, op zowel het lijf als de mouwen, tot u 2 steken voorbij de vorige keer bent toen u het werk keerde bij markeerdraad 2 (8 gemeerderde steken). Keer het werk, trek de draad aan. NAALD 4 (verkeerde kant): Brei zoals hiervoor en meerder voor de raglan voor/na elke A.2 alleen op de voor- en achterpanden en tot u 2 steken voorbij de vorige keer bent toen u het werk keerde bij markeerdraad 3 (= 4 gemeerderde steken). Keer het werk, trek de draad aan. NAALD 5 (goede kant): Brei zoals hiervoor en meerder voor de raglan voor/na elke A.2 op zowel het lijf als de mouwen en tot u 2 steken voorbij de vorige keer bent toen u het werk keerde bij markeerdraad 2 (8 gemeerderd steken). Keer het werk, trek de draad aan. NAALD 6 (verkeerde kant): Brei zoals hiervoor en meerder voor de raglan voor/na elke A.2 alleen op de voor- en achterpanden en tot u 2 steken voorbij de vorige keer bent toen u het werk keerde bij markeerdraad 3. Knip de draad af. De verkorte toeren zijn klaar en u heeft 6 keer gemeerderd voor de raglan op het lijf en 3 keer op de mouwen = 124-128-128-136-140-144 steken. PAS: Begin weer midden achter en ga verder in de rondte met tricotsteek en A.2; ga verder met meerderen voor de raglan als volgt: MATEN S, M en L: Meerder voor de raglan aan elke kant van A.2 op het lijf en de mouwen, iedere 2e naald, 5-5-9 keer = 164-168-200 steken. Ga dan verder met meerderen voor de raglan iedere 2e naald maar iedere 2e meerdering is alleen op het lijf, dus meerder op het lijf iedere 2e naald en op de mouwen iedere 4e naald (afwisselend 4 en 8 gemeerderde steken). Meerder zo 12-14-12 keer op het lijf en 6-7-6 keer op de mouwen = 236-252-272 steken. De mouwmeerderingen zijn nu klaar. Meerder één keer op het lijf = 240-256-276 steken. Alle meerderingen zijn nu klaar. MATEN XL, XXL en XXXL: Meerder voor de raglan aan elke kant van A.2 iedere naald maar iedere 2e meerdering is alleen op het lijf, dus meerder op het lijf iedere naald en op de mouwen iedere 2e naald (afwisselend 4 en 8 gemeerderde steken). Meerder zo 2-4-8 keer op het lijf en 1-2-4 keer op de mouwen = 148-164-192 steken. Meerder voor de raglan aan elke kant van iedere A.2 iedere 2e naald, 13-9-7 keer = 252-236-248 steken. Ga verder met meerderen voor de raglan iedere 2e naald maar iedere 2e meerdering is alleen op het lijf, dus meerder op het lijf iedere 2e naald en op de mouwen iedere 4e naald (afwisselend 4 en 8 gemeerderde steken). Meerder zo 9-13-15 keer op het lijf en 4-6-7 keer op de mouwen = 304-312-336 steken. De meerderingen op het lijf zijn klaar. Ga verder met meerderen op de mouwen op iedere 4e naald 0-1-1 keer = 304-316-340 steken. De mouwmeerderingen zijn nu klaar. ALLE MATEN: = 240-256-276-304-316-340 steken. Brei tricotsteek en A.2 zonder verdere meerderingen tot de pas 22-24-25-26-28-30 cm meet na de hals midden achter. Verdeel het werk voor het lijf en de mouwen als volgt: 36-40-41-45-49-54 recht (helft van het achterpand), plaats de volgende 47-49-55-61-61-63 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 8-8-10-10-12-14 steken op (in de zijkant onder de mouw), brei 73-79-83-91-97-107 recht (voorpand), plaats de volgende 47-49-55-61-61-63 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 8-8-10-10-12-14 steken op (in de zijkant onder de mouw), 37-39-42-46-48-53 recht (helft van het achterpand). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. Het werk wordt nu vanaf hier gemeten! LIJF: = 162-174-186-202-218-242 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de nieuwe steken onder 1 mouw. Brei tot de markeerdraad. De naald begint hier. Brei in tricotsteek in de rondte voor nog een 28-28-29-30-30-30 cm. Brei 1 naald recht en meerder 32-32-34-38-40-46 steken verdeeld – lees TIP VOOR HET MEERDEREN = 194-206-220-240-258-288 steken. Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Brei boordsteek (1 recht, 1 averecht) voor 4 cm. Kant ietwat losjes af. De trui meet ongeveer 60-62-64-66-68-70 cm vanaf de schouder. MOUWEN: Plaats de 47-49-55-61-61-63 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op een korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop maat 5.5 mm en neem 1 steek op in elk van de nieuw opgezette steken onder de mouw = 55-57-65-71-73-77 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de nieuwe steken onder de mouw; neem deze mee tijdens het breien in de hoogte. Begin op de markeerdraad en brei in tricotsteek in de rondte. Als de mouw 4-4-4-4-3-3 cm meet, minder dan 2 steken midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 8-7½-4½-3-3-2½ cm in totaal 5-5-8-11-11-12 keer = 45-47-49-49-51-53 steken. Brei verder tot de mouw 41-39-39-38-37-35 cm meet vanaf de scheiding. Brei 1 naald recht en meerder 9 steken verdeeld – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN = 54-56-58-58-60-62 steken. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 4 mm en brei boordsteek (1 recht, 1 averecht) voor 4 cm. Kant ietwat losjes af. De mouw meet ongeveer 45-43-43-42-41-39 cm vanaf de scheiding. Brei de andere mouw op dezelfde manier. |
||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||
|
||||||||||
![]() |
||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #gingerdreamsweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 30 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 244-22
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.