Sky Feather Sweater#skyfeathersweater |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gebreide trui in DROPS Sky en DROPS Kid-Silk. Het werk wordt gebreid van boven naar beneden met zadelschouders en kabels. Maat: S - XXXL
DROPS 226-46 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ---------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): Brei alle naalden recht. 1 ribbel = brei 2 naalden recht. RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid): 1 ribbel = 2 naalden, dus brei 1 naald recht en 1 naald averecht. PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.3. Kies het telpatroon voor uw maat. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien. TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN (verdeeld): Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert mindert, gebruik het totaal aantal steken waar over gemeerderd/ geminderd moet worden (dus 26 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen/minderingen (dus 11) = 2.4. In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na afwisselend ongeveer iedere 2e en 3e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. Bij het minderen in dit voorbeeld breit u afwisselend ongeveer iedere en iedere 2e steek recht samen en iedere 2e en 3e steek recht samen. TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (geldt voor de halsrand): Meerder 1 averecht naar 2 averechte steken door 1 omslag te maken voor 1 averechte steek. Brei op de volgende naald de omslag gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken averecht. TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (aan de goede kant): VOOR DE MARKEERDRAAD: De nieuwe steek leunt richting rechts Gebruik de linker naald om de draad op te nemen tussen 2 steken van de naald eronder, neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek recht in de voorste lus NA DE MARKEERDRAAD: De nieuwe steek leunt richting links Gebruik de linker naald om de draad op te nemen tussen 2 steken van de naald eronder, neem de draad op vanaf de voorkant en brei de steek recht in de achterste lus. TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor midden onder de mouwen): Minder 1 steek aan elke kant van markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 steken recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd). TIP VOOR HET AFKANTEN: Om een strakke afkantrand te voorkomen bij het afkanten, kunt u een naald in een grotere maat gebruiken. Als het nog steeds te strak is, maak dan 1 omslag na ongeveer iedere 6e steek terwijl u afkant (kant de omslagen af als normale steken). ---------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ---------------------------------------------------------- TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Brei de halsrand in de rondte op de rondbreinaald vanaf de rechterschouder op het achterpand, van boven naar beneden. Brei dan de zadelschouders apart heen en weer gebreid. Brei de zadelschouder op ½ naald kleiner dan het kledingstuk om de schouders meer stevigheid te geven. Neem dan steken op aan elke kant van de zadelschouder en brei dan in de rondte over alle steken terwijl u tegelijkertijd meerdert voor de mouwen en voor de pas. Verdeel nu de pas voor het lijf en de mouwen. Brei het lijf in de rondte op de naald, van boven naar beneden. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald, van boven naar beneden. Het hele kledingstuk wordt gebreid met 1 draad van elke kwaliteit (= 2 draden). HALSRAND: Zet 64-68-72-76-80-80 steken op met korte rondbreinaald 4.5 mm met 1 draad van elke kwaliteit (= 2 draden). Brei 1 naald recht. Brei dan boordsteek in de rondte = 1 recht/ 1 averecht. Als de boordsteek meet 4 cm, meerder dan om de 1 averechte steek naar 2 averecht steken - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 = 80-85-90-95-100-100 steken. Meerder bij een hoogte van 8 cm, de overgebleven 1 averechte steken naar 2 averechte steken = 96-102-108-114-120-120 steken. Knip het garen af. Verdeel nu het werk voor de zadelschouders, het voorpand en het achterpand. Zet de eerste 22-22-22-26-26-26 steken op naald 5 mm (= zadelschouder), zet de volgende 26-29-32-31-34-34 steken op een hulpdraad voor het voorpand, zet de volgende 22-22-22-26-26-26 steken op een andere hulpdraad voor de zadelschouder, en zet de laatste 26-29-32-31-34-34 steken op een andere hulpdraad voor het achterpand. Brei dan de zadelschouder zoals uitgelegd hieronder. ZADELSCHOUDER: = 22-22-22-26-26-26 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de naald. MEET NU HET WERK VANAF HIER! Begin met het opzetten van 2 nieuwe steken op het begin van naald 5 mm (= 2 kantsteken), brei A.1 over de 22-22-22-26-26-26 steken op de naald, en zet 2 nieuwe steken op aan het einde van de naald (= 2 kantsteken) = 26-26-26-30-30-30 steken. Ga verder met A.1 heen en weer gebreid met 2 kantsteken in RIBBELSTEEK aan elke kant - lees uitleg hierboven. Brei tot de zadelschouder 6-7-7-8-9-10 cm meet vanaf de markeerdraad – eindig na een naald op de verkeerde kant en kant tegelijkertijd 2 kantsteken af aan elke kant = 22-22-22-26-26-26 steken over. Knip het garen af. Zet deze 22-22-22-26-26-26 steken op een hulpdraad. Brei de andere schouder op dezelfde manier. Brei dan de pas zoals uitgelegd hieronder. Brei nu de schoudersteken, het voorpand en het achterpand op dezelfde rondbreinaald 5.5 mm, neem tegelijkertijd steken op langs de zijkanten van de zadelschouders. Begin van de naald = rechterschouder op het achterpand. Brei dan als volgt aan de goede kant: Ga verder met A.1 zoals hiervoor over de 22-22-22-26-26-26 zadelschoudersteken, neem 12-14-14-16-18-18 steken op aan de binnenkant van de 2 kantsteken in ribbelsteek langs de zijkant op de zadelschouder (neem aan de binnenkant van 2 kantsteken op om de rand steviger te maken), brei recht over de 26-29-32-31-34-34 steken van de hulpdraad op het voorpand en meerder tegelijkertijd 11-12-11-12-11-11 steken verdeeld over deze steken – lees TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN (= 37-41-43-43-45-45 steken), neem 12-14-14-16-18-18 steken op aan de binnenkant van de 2 kantsteken in ribbelsteek langs de andere zadelschouder, ga verder met A.1 zoals hiervoor over de 22-22-22-26-26-26 zadelschoudersteken, neem 12-14-14-16-18-18 steken op aan de binnenkant van de 2 kantsteken in ribbelsteek langs de andere kant op de zadelschouder, brei de 26-29-32-31-34-34 steken van de hulpdraad op het achterpand recht en meerder tegelijkertijd 11-12-11-12-11-11 steken verdeeld over deze steken en neem 12-14-14-16-18-18 steken op aan de binnenkant van de 2 kantsteken in ribbelsteek langs de zijkant op de zadelschouder. Er zijn nu 166-182-186-202-214-214 steken op de naald. Brei dan de pas zoals uitgelegd hieronder. PAS: Brei dan zoals uitgelegd hieronder, terwijl u tegelijkertijd 4 markeerdraden in het werk voegt als volgt: 1e markeerdraad: Voeg de 1e markeerdraad in voor de eerste steek op de naald (= rechterschouder op het achterpand). 2e markeerdraad: Ga verder met A.1 zoals hiervoor over de 22-22-22-26-26-26 zadelschoudersteken, voeg de 2e markeerdraad in voor de volgende steek. 3e markeerdraad: Brei 61-69-71-75-81-81 steken in tricotsteek (= voorpand), voeg de 3e markeerdraad in voor de volgende steek. 4e markeerdraad: Ga verder met A.1 zoals hiervoor over de 22-22-22-26-26-26 zadelschoudersteken, voeg de 4e markeerdraad in voor de volgende steek. Brei 61-69-71-75-81-81 steken in tricotsteek (= achterpand). Neem deze 4 markeerdraden mee in de hoogte tijdens het breien, meerder later op elk van deze markeerdraden. SAMENVATTING VAN HET VOLGENDE DEEL: Begin op de volgende naald met het patroon op het voorpand en achterpand terwijl u tegelijkertijd begint met de mouwmeerderingen. Lees daarvoor de paragrafen met PATROON en MOUWMEERDERINGEN voordat u verder gaat en DENK OM DE STEKENVERHOUDING! PATROON: Brei de eerste naald als volgt: * Ga verder met A.1 zoals hiervoor over de 22-22-22-26-26-26 zadelschoudersteken, brei 2-6-7-3-6-6 steken in tricotsteek, brei A.2 (= 18-18-18-22-22-22 steken), brei A.3 (= 21-21-21-25-25-25 steken), brei A.2 (= 18-18-18-22-22-22 steken), brei 2-6-7-3-6-6 steken in tricotsteek *, brei van *-* een keer. Ga zo verder in patroon. MOUWMEERDERINGEN: Brei in patroon zoals uitgelegd hierboven. Meerder TEGELIJKERTIJD op de eerste naald 4 steken voor de mouwen als volgt: Meerder NA de 1e en 3e markeerdraad en meerder VOOR de 2e en 4e markeerdraad – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Meerder nu alleen op de mouwen en het aantal steken op het voorpand en het achterpand blijft hetzelfde. Brei de gemeerderde steken in tricotsteek. Meerder zo iedere andere naald 2-5-4-5-4-0 keer in totaal = 174-202-202-222-230-214 steken. Het werk meet nu ongeveer 8-13-12-14-14-10 cm vanaf de markeerdraad. Meerder dan voor de pas zoals uitgelegd hieronder. PASMEERDERINGEN: Verplaats de 4 markeerdraden van de mouwmeerderingen zodat elk van de 4 markeerdraden in de buitenste steek aan elke kant op het voorpand en achterpand zijn. Er zijn nu 26-32-30-36-34-26 steken tussen de steken met de markeerdraad op elke mouw. Meerder op de volgende naald 8 steken voor de pas door zowel voor als na elk van de 4 steken met de markeerdraad te meerderen - denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Meerder steken op het voorpand, achterpand en beide mouwen, en brei de gemeerderde steken in tricotsteek. Meerder zo iedere andere naald 9-7-9-9-10-14 keer in totaal = 246-258-274-294-310-326 steken. Als alle meerderingen klaar zijn, meet het werk ongeveer 19-21-22-24-25-26 cm vanaf de markeerdraad. Brei zonder meerderingen tot werk 20-22-23-26-27-28 cm meet vanaf de markeerdraad. Verdeel nu de pas voor het lijf en de mouwen. Dus brei de volgende naald als volgt: Begin 1-1-2-1-1-2 steken voor de steek met de 1e markeerdraad, zet de volgende 48-50-54-58-58-60 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 8-10-12-14-16-18 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw), brei de volgende 75-79-83-89-97-103 steken zoals hiervoor (= voorpand), zet de volgende 48-50-54-58-58-60 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 8-10-12-14-16-18 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw), en brei zoals hiervoor over de laatste 75-79-83-89-97-103 steken (= achterpand). Knip het garen af. Verwijder de oude markeerdraden. Brei het lijf en de mouwen apart verder. MEET NU HET WERK VANAF HIER! LIJF: = 166-178-190-206-226-242 steken. Voeg 1 markeerdraad in aan elke kant op het lijf – in het midden van de 8-10-12-14-16-18 steken die opgezet zijn onder elke mouw. Begin de naald voor een markeerdraad, ga verder in de rondte met tricotsteek en A.2/A.3 zoals hiervoor – brei daarnaast RIBBELSTEEK – lees uitleg hierboven, over de middelste 6 steken aan elke kant (3 steek in ribbelsteek aan elke kant van beide markeerdraden). Brei tot het werk 21-21-22-19-20-21 cm meet vanaf de scheiding onder de mouwen. Er is 6 cm over tot de gewenste afmetingen. Pas de trui en brei tot de gewenste lengte. Om te voorkomen dat de boord gaat samentrekken, meerdert u steken verdeeld zoals uitgelegd hieronder. Brei 1 naald recht en meerder 16-18-20-20-22-24 steken verdeeld - DENK OM TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN = 182-196-210-226-248-266 steken. Ga verder met rondbreinaald 4.5 mm. Brei boordsteek in de rondte (= 1 recht/1 averecht ) over alle steken voor 6 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht - lees TIP VOOR HET AFKANTEN. Het werk meet ongeveer 52-54-56-58-60-62 cm vanaf de schouder naar beneden. MOUW: Zet de 48-50-54-58-58-60 steken van de hulpdraad in een zijkant van het werk op breinaalden zonder knop of een korte rondbreinaald 5.5 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de 8-10-12-14-16-18 nieuw opgezette steken onder de mouw (met 1 draad Sky en 1 draad Kid-Silk) = 56-60-66-72-74-78 steken. Voeg 1 markeerdraad in midden onder de mouw – dus in het midden van de 8-10-12-14-16-18 steken. Neem de markeerdraad mee in de hoogte tijdens het breien; het wordt gebruikt voor het minderen midden onder de mouw. Begin de naald op de markeerdraad, brei in tricotsteek in de rondte en ga verder met A.1 over de middelste 22-22-22-26-26-26 steken op de bovenkant van de mouw zoals hiervoor. Als mouw 3-3-3-2-2-2 cm meet vanaf de scheiding, minder dan 2 steken midden onder de mouw - lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 3-3-3-2½-2½-2½ cm 3-3-4-6-6-6 keer in totaal = 50-54-58-60-62-66 steken. Ga zo verder met de minderingen tot de mouw 34-33-32-30-29-29 cm meet vanaf de scheiding (minder voor de grotere maten vanwege bredere schouders en een langere mouwkop). Brei 1 naald recht en minder 10 steken verdeeld in alle maten = 40-44-48-50-52-56 steken. Brei verder met breinaalden zonder knop maat 4.5 mm. Brei boordsteek in de rondte = 1 recht/1 averecht voor 6 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht - lees TIP VOOR HET AFKANTEN. De mouw meet ongeveer 40-39-38-36-35-35 cm vanaf de scheiding. Brei de andere mouw op dezelfde wijze. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #skyfeathersweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 38 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 226-46
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.