Dee schreef:
Hallo, er staat dat garengroep C ook kan gebruikt worden. kan ook bv. Drops Brushed alpaca silk? Of welke andere geeft hetzelfde effect als baby Alpaca silk (deze is uitverkocht). dank u wel
05.03.2024 - 10:11DROPS Design antwoorde:
Dag Dee,
De trui wordt met 2 draden Baby Alpaca Silk gebreid, dus 2 draden van dikte A. Waarschijnlijk komt Alpca of Flora het meest in de buurt. Brushed Alpaca Silk heeft een ander effect.
05.03.2024 - 22:29
Valentina schreef:
Cosa significa capo di qualità? È sinonimo di maglia a vivagno? Grazie dell'attenzione, cordiali saluti. Valentina
18.10.2021 - 22:25DROPS Design antwoorde:
Buonasera Valentina, con 1 capo di ogni qualità si intende 1 filo per ognuno dei 2 filati utilizzati. Buon lavoro!
19.10.2021 - 23:14
Ranjana schreef:
Hi, how can I convert the pattern to a XS size? I want to knit this beautiful sweater for my 12 yr grand daughter. Thanks for your help.
13.05.2021 - 04:21DROPS Design antwoorde:
Hi Ranjana, unfortunately we are not able to adjust our patterns to any individual requests. Should you need any individual assistance, please contact the store where you bought the yarn, even per mail or telephone. Happy knitting!
13.05.2021 - 15:46
Silvia schreef:
è molto bello! Peccato che, per il momento, non si veda il diagramma da seguire e l'immagine del modello con le misure
09.04.2021 - 09:49DROPS Design antwoorde:
Buonasera Silvia, durante la giornata ci sono stati alcuni problemi di visualizzazione delle immagini, al momento per fortuna risolti. Buon lavoro!
09.04.2021 - 22:48
Christina Zeidler schreef:
Sommerwind
20.01.2021 - 13:03
Eva schreef:
Rejoice
10.01.2021 - 23:37
Valeria schreef:
Fresco ed originale. Sarà il prossimo che realizzerò
08.01.2021 - 09:16
Anna schreef:
Elegant Sky
07.01.2021 - 20:09
Spring Hive#springhivesweater |
||||||||||||||||
![]() |
![]() |
|||||||||||||||
Gebreide trui in DROPS Baby Alpaca Silk en DROPS Kid-Silk. Het werk wordt gebreid met kantpatroon en ¾-lengte mouwen in tricotsteek en met randen in ribbelsteek. Maten S - XXXL.
DROPS 223-26 |
||||||||||||||||
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): Brei alle naalden recht. 1 ribbel in de hoogte = Brei 2 naalden recht. PATROON: Zie telpatronen A.1 en A.2. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien. TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (voor elke kant van de voor- en achterpanden en voor de mouwen): Alle meerderingen worden aan de goede kant gebreid! Meerder 1 steek aan de binnenkant van de 1 kantsteek door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald de omslag gedraaid om een gaatje te voorkomen. Brei dan de nieuwe steek in A.1/A.2 op het voor- en achterpand en in tricotsteek op de mouwen. TIP VOOR HET MINDEREN (voor elke kant van de voor- en achterpanden): Alle minderingen worden aan de goede kant gebreid! MINDER ALS VOLGT NA DE 1 KANTSTEEK: 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek. MINDER ALS VOLGT VOOR DE 1 KANTSTEEK: Brei tot er 2 steken over zijn voor de kantsteek en brei deze 2 steken recht samen. TIP VOOR HET OPMETEN: Het is belangrijk dat de afmetingen opgenomen worden als het werk plat ligt. Door de structuur trekt het werk in de hoogte – rek het werk lichtjes op bij het opmeten en zorg ervoor dat het voor- en het achterpand dezelfde afmetingen krijgen. TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (verdeeld): Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 42 steken) minus de kantsteken (dus 2 steken) en deel de overgebleven steken door het aantal te maken meerderingen (dus 8) = 5. In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na elke 5e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. TIP VOOR HET AFKANTEN: Om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt kunt u afkanten met een naald in een grotere maat. Als de rand nog steeds strak is, maak dan 1 omslag na ongeveer elke 4e steek terwijl u tegelijkertijd afkant; de omslagen worden als normale steken afgekant. ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Het werk wordt heen en weer gebreid in delen. De voor- en achterpanden worden diagonaal gebreid van hoek naar hoek. De mouwen worden van onder naar boven gebreid. Het werk wordt samen genaaid en dan worden de randen gebreid in ribbelsteek op de ene schouder, rondom de hals en op de onderkant van het lijf. VOORPAND: Het voorpand wordt gebreid vanaf de linker hoek aan de onderkant tot de bovenste rechter hoek, aan de goede kant gezien. Zet 3 steken op met rondbreinaald 5 mm en 1 draad van elke kwaliteit (= 2 draden). De eerste naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant: 1 kantsteek in RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven, meerder 1 steek – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1, brei A.1 (= 1 steek), meerder 1 steek en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek. Ga verder met dit patroon en meerder aan elke kant iedere 2e naald (iedere naald aan de goede kant). Als A.1 klaar is in de hoogte (er zijn nu 7 steken op de naald), brei dan de volgende naald als volgt aan de goede kant: 1 kantsteek in ribbelsteek, meerder 1 steek zoals hiervoor, brei A.2A (= 1 steek), A.2B (= 2 steken), A.2C (= 2 steken), meerder 1 steek en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek. Ga verder met dit patroon en ga verder met meerderen aan elke kant. A.2 wordt in de hoogte herhaald; elke keer dat A.2 klaar is, is er ruimte voor nog 9 herhalingen van A.2B tussen A.2A en A.2C. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Brei verder tot het werk 44-46-48-50-52-54 cm meet over de randen (meet niet in de breirichting) – lees TIP VOOR HET OPMETEN. Voeg 1 markeerdraad in aan elke kant. Ga verder met meerderen zoals hiervoor op het begin van elke naald aan de goede kant, maar minder nu aan het einde van elke naald aan de goede kant (het aantal steken blijft hetzelfde) - lees TIP VOOR HET MINDEREN. Meerder en minder zo tot het werk 2-4-6-8-12-16 cm meet vanaf de markeerdraden in de zijkanten. Minder dan 1 steek aan elke kant, aan de binnenkant van beide kantsteken. Minder zo iedere 2e naald (elke naald aan de goede kant) tot er 3 steken over zijn. Brei deze 3 steken recht samen. Knip de draad af en haal het door de laatste steek. De voorkant van het werk meet ongeveer 44-46-48-50-52-54 cm over de kortste kanten (= lengte van de trui) en 46-50-54-58-64-70 cm over de langste kanten (= breedte van de trui). Er wordt een rand van 4 cm gebreid op de voor- en achterpanden op het einde en komt bovenop de 44-46-48-50-52-54 cm lengte. ACHTERPAND: Brei op dezelfde manier als het voorpand. MOUWEN: Zet 42-44-46-48-50-52 steken op (inclusief 1 kantsteek aan elke kant) met rondbreinaald 4 mm en 1 draad van elke kwaliteit (= 2 draden). Brei ribbelsteek heen en weer gebreid voor 4 cm. Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant – meerder TEGELIJKERTIJD, op de eerste naald aan de goede kant, 10-14-18-18-22-26 steken verdeeld – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 = 52-58-64-66-72-78 steken. Als het werk 6 cm meet in alle maten, meerder dan 1 steek aan elke kant – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1. Meerder zo iedere 1½ cm in totaal 23-22-21-21-20-19 keer aan elke kant = 98-102-106-108-112-116 steken. Brei verder tot de mouw 40-39-38-38-36-34 cm meet (kortere afmetingen in de grotere maten vanwege bredere schouders). Kant nu 16-16-16-18-18-18 steken af op het begin van elke naald in totaal 2 keer aan elke kant = 34-38-42-36-40-44 steken linker. Kant af – lees TIP VOOR HET AFKANTEN! De mouw meet ongeveer 42-41-40-40-38-36 cm van de van boven naar beneden. Brei de andere mouw op dezelfde manier. AFWERKING-1: Leg de voor- en achterpanden samen. Markeer een hals van ongeveer 24-26-26-28-28-30 cm. Er is 11-12-14-15-18-20 cm over aan elke kant voor de schouders. Naai een schouder aan de binnenkant van de 1 kantsteek – naai vanaf de markeerdraad op de hals naar buiten, naar de zijkant. KNOOPBIES OP DE SCHOUDER: Brei een rand in ribbelsteek over de andere schouder, zowel op de voor- en achterpanden voor de knoopbiezen als volgt: Begin op het voorpand en neem aan de goede kant, aan de binnenkant van de 1 kantsteek 20-22-26-26-32-36 steken op langs de schouder met rondbreinaald 4 mm en 1 draad van elke kwaliteit. Brei 1 naald recht aan de verkeerde kant. Brei 1 naald recht aan de goede kant terwijl u verdeeld 2 knoopsgaten breit. 1 KNOOPSGAT = Kant 2 steken af en zet 2 steken op over deze steken op de volgende naald. Brei 1 naald recht aan de verkeerde kant. Kant af met recht aan de goede kant. Brei een vergelijkbare rand op het achterpand, maar zonder knoopsgaten. HALS: Begin aan de goede kant op de schouder en neem aan de binnenkant van de 1 kantsteek 90 tot 112 steken op rondom de hals en langs de rand van de knoopbiezen, met rondbreinaald 4 mm en 1 draad van elke kwaliteit. Brei ribbelsteek heen en weer gebreid voor 2 cm, maar brei na ½ cm, 1 knoopsgat als er 4 steken over zijn op de naald aan de goede kant. Als de hals klaar is, kant dan af met recht aan de goede kant – lees TIP VOOR HET AFKANTEN! Naai de knopen op. RAND AAN DE ONDERKANT VAN DE TRUI: Begin op het voorpand en neem aan de goede kant aan de binnenkant van de 1 kantsteek 86-94-102-110-122-132s steken op langs de onderrand met rondbreinaald 4 mm en 1 draad van elke kwaliteit. Brei ribbelsteek heen en weer gebreid voor 4 cm. Kant af met recht aan de goede kant – denk om TIP VOOR HET AFKANTEN! Brei een vergelijkbare rand over het achterpand. AFWERKING-2: Voeg 1 markeerdraad in 29-30-31-32-33-34 cm naar beneden vanaf de schouder aan elke kant van de voor- en achterpanden; ze geven de armsgaten aan. Naai de mouwen in de gemarkeerde armsgaten – naai aan de binnenkant van de 1 kantsteek en zorg ervoor dat de naad niet strak is. Naai de mouw- en zijnaden in een keer dicht aan de binnenkant van de 1 kantsteek – begin aan de onderkant van de mouw, naai de mouw naar boven dicht en dan naar beneden langs de zijkant, stop op de rand in ribbelsteek aan de onderkant van de trui zodat er een kleine split ontstaat. De trui meet ongeveer 48-50-52-54-56-58 cm vanaf de schouder naar beneden. |
||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||
|
||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #springhivesweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 24 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 223-26
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.