Isabele schreef:
Pink Cloud
10.01.2021 - 14:03
Bene schreef:
Fluff puff
10.01.2021 - 01:11
Gio schreef:
Pink tenderness
09.01.2021 - 12:32
Martha schreef:
Summer Dream
09.01.2021 - 12:02
Karlé Briedenhann schreef:
Summer flower
09.01.2021 - 07:25
Maria Stjärnvik schreef:
Summer blossom
08.01.2021 - 22:14
Arianna schreef:
Dreamland
08.01.2021 - 20:10
Inge schreef:
Anna lovely
08.01.2021 - 15:15
Jonna Mellin Askling schreef:
Lækker
08.01.2021 - 10:26
Chantal schreef:
Magnifique
08.01.2021 - 02:55
Peaches and Cream#peachesandcreamsweater |
|
![]() |
![]() |
Gebreide trui in DROPS Brushed Alpaca Silk. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met ¾ pofmouwen. Maat: S - XXXL
DROPS 223-1 |
|
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): Brei alle naalden recht. 1 ribbel = brei 2 naalden recht. TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (geldt voor de armsgaten): Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt. Meerder aan de binnenkant van de 3 kantsteken in ribbelsteek. Meerder 1 steek door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslagen gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de gemeerderde steken in tricotsteek. TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (geldt voor zijkanten van het lijf): Meerder 1 steek aan de binnenkant van de 1 kantsteek in ribbelsteek in de zijkant door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslagen gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen. TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN (verdeeld): Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert/mindert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 70 steken) minus de kantsteken (dus 2 steken), en deel de overgebleven steken door het aantal te maken meerderingen/minderingen (dus 8) = 8,5. In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na afwisselend iedere 8e en 9e steek, meerder niet over de kantsteken. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen Bij het minderen in dit voorbeeld breit u afwisselend iedere 7e en 8e steek en iedere 8e en 9e steek recht samen. TIP VOOR HET MINDEREN-1 (geldt voor de zijkanten van het lijf): Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt! Minder aan de binnenkant van de 1 kantsteek in ribbelsteek. Minder als volgt na de 1 kantsteek in ribbelsteek: 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 1 steek geminderd). Minder als volgt voor de 1 kantsteek in ribbelsteek: Brei tot er 2 steken over zijn voor de kantsteek, 2 recht samen(= 1 steek geminderd). TIP VOOR HET MINDEREN-2 (geldt voor midden onder de mouwen): Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 steken recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd). TIP VOOR HET AFKANTEN: Om een strakke afkantrand te voorkomen kunt u een naald in een grotere maat gebruiken. Als het nog steeds te strak is, brei dan 1 omslag na ongeveer iedere 3e steek terwijl u afkant (kant de omslagen af als normale steken). ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Brei de voorpanden en het achterpand apart van elkaar heen en weer op de rondbreinaald, van boven naar onder. De mouwkop wordt heen en weer gebreid op de rondbreinaald, van boven naar beneden. Brei dan de rest van de mouw in de rondte op de rondbreinaald/breinaalden zonder knop. RECHTER SCHOUDER ACHTER (als het kledingstuk gedragen wordt): Zet 20-21-20-21-21-22 steken op rondbreinaald 4 mm. Brei 1 ribbel in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven, over alle steken. Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei dan de buitenste 3 steken aan elke kant van het werk in ribbelsteek en brei de overgebleven steken in tricotsteek. Brei bij een hoogte van 4 cm, de volgende naald op de verkeerde kant als volgt: Brei zoals hiervoor over alle steken en zet 20-20-22-22-24-24 nieuwe steken op aan het einde van de naald voor de hals = 40-41-42-43-45-46 steken. Knip het garen af. Leg het werk terzijde en brei de linker schouder op de achterkant. LINKER SCHOUDER ACHTER (als het kledingstuk gedragen wordt): Zet 20-21-20-21-21-22 steken op rondbreinaald 4 mm. Brei 1 ribbel over alle steken. Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei dan de buitenste 3 steken aan elke kant van het werk in ribbelsteek en brei de overgebleven steken in tricotsteek. Ga zo verder tot het werk 4 cm meet – pas aan op het einde met de laatste naald op de verkeerde kant. Brei dan het achterpand zoals uitgelegd hieronder. ACHTERPAND: Zet nu de linker en rechter schouder op dezelfde rondbreinaald zodat de 20-20-22-22-24-24 nieuw opgezette steken voor de hals in het midden van de naald komen = 60-62-62-64-66-68 steken. LEES HET VOLGENDE DEEL HELEMAAL DOOR VOORDAT U VERDER GAAT! Brei in patroon aan de goede kant als volgt: 3 steken in ribbelsteek, tricotsteek over de volgende 14-15-14-15-15-16 steken, ribbelsteek over de volgende 26-26-28-28-30-30 steken, tricotsteek over de volgende 14-15-14-15-15-16 steken, 3 steken in ribbelsteek. Ga zo verder heen en weer gebreid tot er 3 ribbels zijn gebreid over de steken voor de hals. Brei dan in tricotsteek met 3 kantsteken in ribbelsteek aan elke kant richting de armsgaten. Tegelijkertijd bij een hoogte van 17-14-8-12-10-7 cm vanaf de opzetrand op de schouders meerdert u 1 steek aan elke kant voor de armsgaten – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1. Meerder zo iedere 4e-4e-4e-2e-2e-2e naald, 2-4-8-11-15-19 keer in totaal aan elke kant= 64-70-78-86-96-106 steken. Het werk meet ongeveer 19-20-21-22-23-24 cm. DENK OM DE STEKENVERHOUDING. Zet nu 3 nieuwe steken op voor de armsgaten aan het einde van de volgende 2 naalden = 70-76-84-92-102-112 steken. MEET NU HET WERK VANAF HIER! Brei 4 naalden in tricotsteek met 6 steken in ribbelsteek aan elke kant. Brei dan in tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Bij een hoogte van 4 cm vanaf het armsgat mindert u 1 steek aan elke kant - lees TIP VOOR HET MINDEREN-1 (= 2 steken geminderd). Herhaal het minderen bij een hoogte van 8-8-9-9-10-10 cm en 12-13-14-15-16-17 cm = 64-70-78-86-96-106 steken. Meerder bij een hoogte van 15-16-17-18-19-20 cm, 1 steek aan de binnenkant van de 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (= 2 steken gemeerderd). Herhaal het meerderen bij een hoogte van 19-20-21-22-23-24 cm en 23-24-25-26-27-28 cm = 70-76-84-92-102-112 steken. Ga verder tot het werk 24-25-26-27-28-29 cm meet vanaf het armsgat en meerder 8-8-9-10-12-14 steken verdeeld op de laatste naald op de verkeerde kant = 78-84-93-102-114-126 steken. Ga verder met rondbreinaald 4 mm en brei de volgende naald aan de goede kant als volgt: 1 kantsteek in ribbelsteek, * 1 recht, 2 averecht *, herhaal van *-* tot er 2 steken over zijn op de naald, 1 recht, 1 kantsteek in ribbelsteek. Ga zo verder met boordsteek voor 3 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht - lees TIP VOOR HET AFKANTEN. Het werk meet nu ongeveer 46-48-50-52-54-56 cm vanaf de schouder naar beneden. LINKER SCHOUDER VOORKANT (als het kledingstuk gedragen wordt): Zet 20-21-20-21-21-22 steken op rondbreinaald 4 mm. Brei 1 ribbel over alle steken. Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei dan de buitenste 3 steken aan elke kant van het werk in ribbelsteek en brei de overgebleven steken in tricotsteek. Brei bij een hoogte van 7-7-8-8-9-9 cm, de volgende naald op de verkeerde kant als volgt: Brei zoals hiervoor over alle steken en zet 20-20-22-22-24-24 nieuwe steken op aan het einde van de naald voor de hals = 40-41-42-43-45-46 steken. Knip het garen af. Leg het werk terzijde en brei de rechter schouder aan de voorkant. RECHTER SCHOUDER VOORKANT (als het kledingstuk gedragen wordt): Zet 20-21-20-21-21-22 steken op rondbreinaald 4 mm. Brei 1 ribbel over alle steken. Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei dan de buitenste 3 steken aan elke kant van het werk in ribbelsteek en brei de overgebleven steken in tricotsteek. Ga verder tot het werk 7-7-8-8-9-9 cm meet, pas zo aan dat laatste naald op de verkeerde kant wordt gebreid. VOORPAND: Brei zoals op het achterpand. MOUW: Zet 20-20-20-22-22-22 steken op rondbreinaald 5 mm. Brei 1 naald recht aan de goede kant en meerder 7-8-9-8-8-8 steken verdeeld - lees TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN = 27-28-29-30-30-30 steken. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant. Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: 1 recht, brei 2 steken in elk van de volgende 25-26-27-28-28-28 steken (dus brei in de voorste en achterste lus van de steek), 1 recht = 52-54-56-58-58-58 steken. Brei tricotsteek heen en weer gebreid tot de mouwkop, en zet tegelijkertijd nieuwe steken op aan het einde van iedere naald aan elke kant als volgt: Zet 1-1-1-1-1-1 keer 3 steken op aan elke kant, 3-3-3-3-3-3 keer 2 steken aan elke kant, 0-1-2-3-5-6 keer 1 steek aan elke kant, 2 steken 3-3-3-3-3-4 keer aan elke kant, en dan 1 keer 3 steken aan elke kant = 88-92-96-100-104-110 steken. Breng het werk samen en ga verder in de rondte op de rondbreinaald. Voeg 1 markeerdraad in waar het werk is samengevoegd (= midden onder de mouw). Brei in tricotsteek in de rondte. Bij een hoogte van 4 cm vanaf waar het werk was samengevoegd, mindert u 2 steken midden onder de mouw - lees TIP VOOR HET MINDEREN-2. Minder zo iedere 4-4-3-3-2-2 cm 3-3-4-4-5-6 keer in totaal = 82-86-88-92-94-98 steken. Brei tot het werk 38-38-39-39-40-40 cm meet vanaf de opzetrand. Brei 1 naald recht en minder 14-14-12-12-14-14 steken verdeeld = 68-72-76-80-80-84 steken. Brei de volgende naald als volgt: * 2 recht, 2 recht samen (= 1 steek geminderd) *, brei van *-* de hele naald = 51-54-57-60-60-63 steken. Brei verder met breinaalden zonder knop maat 4 mm en brei 7 cm boordsteek in de rondte = 1 recht/2 averecht. Kant dan losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht – denk om TIP VOOR HET AFKANTEN. De mouw meet ongeveer 45-45-46-46-47-47 cm vanaf de opzetrand en naar beneden. Brei een andere mouw op dezelfde manier. AFWERKING: Naai de schoudernaden aan de binnenkant van de opzetranden. Naai de zijnaden dicht aan de binnenkant van de 1 kantsteek in ribbelsteek. Naai nu de mouwen aan het lijf door de mouwen onder de rand in ribbelsteek over de armsgaten te plaatsen en met kleine steken aan de goede kant dicht te naaien (er moet geen losse rand zijn bij het naaien, en naai in de buitenste steek in ribbelsteek aan de goede kant, zodat de rand in ribbelsteek mooi buiten de mouw ligt). |
|
![]() |
|
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #peachesandcreamsweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 30 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 223-1
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.