DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.49 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 14.94€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS Extra 0-721
DROPS design: Model nr. NE-040
--------------------------------------------------------
Hoogte: Ongeveer 35 cm.
Materiaal: DROPS NEPAL
50 gr. kleur nr. 8903, zwart
50 gr. kleur nr. 206, lichtbeige
50 gr. kleur nr. 3608, rood
50 gr. kleur nr. 1101, wit
50 gr. kleur nr. 517, grijs
50 gr. kleur nr. 500, lichtgrijs mix

DROPS HAAKNLD 3.5 mm
DROPS HOUTEN KNOOP, nr. 503: 2 stuks
Accessores: Kussenvulling voor de vulling.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.49 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 14.94€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

2 STK SAMENHAKEN:
Haak 2 stk samen tot 1 stk als volgt:
Haak 1 stk maar wacht met de laatste doorhaling (= 2 lussen om de haak), haak nu het volgende stk maar haal bij de laatste doorhaling de draad door alle st op de haak.

LUSSENSTEKEN:
Haak deze aan de verkeerde kant.
Leg de draad in een lus om de linker wijsvinger. Steek de haak in de v van de laatste toer als een normale v, maar haal de haak door beide draden = 3 st op de haak. Laat de lus van de vinger glijden. Maak een nieuwe omsl om de haak en haal de draad door alle st op de haak.

KLEUREN VOOR DE KERSTMAN:
Benen: 7 toer zwart, 16 toer lichtbeige.
Armen: 4 toer lichtbeige, * 1 toer grijs, 1 toer lichtgrijs mix *, herhaal van *-* tot het werk klaar is.
Broekspijpen en tuinbroek: rood
Lijf: * 1 toer grijs, 1 toer lichtgrijs mix *, herhaal van *-* tot het werk klaar is.
Hoofd: 3 toer lichtbeige, 3 toer wit, 6 toer lichtbeige.
Tuinbroekflap, bretels en muts: rood
Pompon: wit
--------------------------------------------------------

KERSTMAN:
Zie uitleg van de kleuren boven.
Haak 2 benen, 2 armen en 2 broekspijpen.

Been:
Haak 4 l en vorm een ring met een hv.
1e toer: Haak 6 v om de ring. Eindig met 1 hv in de eerste v.
2e toer: 1 l, * 1 v, 2 v in de volgende st *. Herhaal van *-* (= 9 v op de toer). Eindig met een hv in de eerste l.
3e -21e toer: 1 l, 9 v, eindig met een hv in de eerste l.
22e toer: 1 l, 4 v, 2 v in de volgende v, 3 v, 2 v in de volgende st (= 11 v op de toer). Eindig met een hv in de eerste l.
23e toer: 1 l, haak 2 v in iedere v = 22 v. Eindig met een hv in de eerste l. Knip de draad af en zet vast. Vul met kussenvulling.

Arm:
Haak toer 1 -21 als voor het been, minder in de volgende toer 1 v als volgt: sla een st over (= 8 v op de toer). Knip de draad af en zet vast. Vul met kussenvulling.

Broekspijp:
Haak 16 l en maak een ring met een hv.
1e toer: Haak 1 v in iedere st. Eindig met 1 hv in de eerste v.
2e - 4e toer: 3 l, 1 stk in iedere st. Eindig met een hv aan het begin van de toer (in de derde l).
5e toer: 3 l, 2 stk in de eerste st, 1 stk in iedere st over de toer en eindig met 2 stk in de laatste st en 1 hv aan het begin van de toer = 18 stk.
6e toer: 3 l, 2 stk in de eerste st, 2 stk in de volgende st, 1 stk in iedere st tot er 2 st over zijn, 2 stk in iedere van de laatste 2 st en 1 hv in de 3e l van het begin van de toer = 22 stk.
Knip van een van de pijpen de draad af en zet vast. Knip bij een van de pijpen de draad af en zet vast. Knip van de andere pijp de draad niet af, hiermee haakt u zo de tuinbroek verder.

Tuinbroek:
Zet een been in iedere broekspijp.
Haak 3 l met de draad van een van de broekspijpen.

1e toer: Haak als volgt verder zodat de benen aan de broekpijpen vast komen te zitten: haak steeds door zowel het been als de broekspijp heen.

Haak 1 toer van stk langs de eerste pijp en dan langs de tweede pijp en eindig met 1 hv in de 3e l van het begin van de toer.

2e toer: 3 l, 1 toer van stk en minder TEGELIJKERTIJD ieder 4e stk als volgt: haak elk 3e en 4e stk samen. – zie uitleg boven = 33 stk. Eindig met een hv in de 3e l van het begin van de toer.

3e toer: 3 l, 1 toer van stk, minder TEGELIJKERTIJD ieder 3e stk door elk 2e 3e stk samen te haken= 22 stk. Eindig met 1 hv in de 3e l van het begin van de toer.

Lijf:
De toer begint middenachter.
1e toer: Haak v in de rondte haak door de hele st in de 6 eerste st, haak alleen door de binnenste lus van de volgende 10 st en door de hele st op de laatste 6 st. Haak TEGELIJKERTIJD 2 v in ieder 2e stk = 33 v.
2e -10e toer: 1 l, 1 v in iedere st, eindig met 1 hv in de eerste l.
11e toer: 1 l, haak 1 v, sla 1 v over, 1 v in iedere van de volgende 11 v, sla 1 v over, 1 v in de volgende st, sla 1 v over, 1 v in de volgende st, sla 1 v over, 1 v in iedere van de 11 volgende v, sla 1 v over, 1 v in de volgende st, sla 1 v over en zet vast met 1 hv aan het begin van de toer = 26 v.
12e toer: 1 l, haak 1 v, sla 1 v over, 1 v in iedere van de volgende 8 v, sla 1 v over, 1 v in de volgende st, sla 1 v over, 1 v in de volgende st, sla 1 v over, 1 v in iedere van de 8 volgende v, sla 1 v over, 1 v in de volgende st, sla 1 v over en zet vast met 1 hv aan het begin van de toer = 20 v.

13e toer: Haak nu de armen aan het lijf als volgt: 1 l, 1 v in iedere van de volgende 4 v, hou de armen dubbel tegen de bovenkant van de trui, haak 4 v door zowel de armen als de trui, haak dan 1 v in iedere van de volgende 4 v (= voorpand) en bevestig de andere arm op dezelfde manier, haak 1 v in iedere van de laatste 4 v, en eindig met een hv in de 1e st.

14e toer: 1 l, 1 v in iedere st, sla iedere 5e v over en eindig met 1 hv in de l van het begin van de toer = 16 v.
15th toer: 1 l, 1 v in iedere st, eindig met 1 hv in de eerste l.

Hoofd:
1e toer: 1 l, 16 v op de toer, eindig met
een hv in de eerste l.
2e toer: 1 l, * 1 v, 2 v in de volgende v *, herhaal van *-* tot het einde van de toer = 24 v, eindig met 1 hv in de eerste l.
3e toer: 1 l, * 2 v, 2 v in de volgende v *, herhaal van *-* tot het einde van de toer = 30 v, eindig met 1 hv in de eerste l. Keer het werk. Haak de volgende toer aan de verkeerde kant.
4e toer: 1 l, 1 LUSSENSTEEK – zie uitleg boven – in iedere st, eindig met 1 hv in de l van het begin van de toer.
5e toer: 1 l, 1 v in iedere st, eindig met 1 hv in de l van het begin van de toer.
6e toer: 1 l, 1 Lussensteek in iedere st, eindig met 1 hv in de l van het begin van de toer. Keer het werk. Haak verder aan de goede kant.
7e toer: 1 l, 1 v in iedere van de volgende 16 st, haak in de volgende st de neus (1 v, 3 l, 1 stk in de 1e van de 3 l, 1 v), 1 v in iedere st over de toer en 1 hv in de l van het begin van de toer.
8e toer: 1 l, 1 v in iedere st (let op! Haak over de neus 1 v tussen de 2 v) en eindig met 1 hv in de l van het begin van de toer.
9e toer, 1 l, 1 v in iedere v en sla TEGELIJKERTIJD iedere 5e v over = 24 v en eindig met 1hv in de l van het begin van de toer.
10e toer: 1 l, 1 v in iedere v en eindig met 1 hv in de l van het begin van de toer.
11e toer: 1 l, 1 v in iedere v en sla TEGELIJKERTIJD iedere 4e v over = 18 v en eindig met 1 hv in de l van het begin van de toer.
12e toer: 1 l, 1 v in iedere v en eindig met 1 hv in de l van het begin van de toer.
Knip de draad af en zet vast. Vul de Kerstman met kussenvulling.

Muts:
Haak 26 l met haaknld 3.5 mm en vorm een ring met 1 hv.
1e toer: 1 l, 1 v in iedere l en eindig met 1 hv in de l van het begin van de toer = 26 v.
2e toer: 1 l, 1 v in iedere van de volgende 4 v, sla 1 v over, * 1 v in iedere van de volgende 3 v, sla 1 v over *, herhaal van *-* en eindig met 1 v en 1 hv in de l van het begin van de toer = 20 v.
3e toer: 1 l, 1 v in iedere v en eindig met 1 hv in de l van het begin van de toer.
4e toer: 1 l, 1 v in iedere v en sla TEGELIJKERTIJD gelijkmatig verdeeld 2 v over en eindig met 1 hv in de l van het begin van de toer = 18 v.
Haak het hoofd en de muts samen door zowel door het hoofd als de muts heen te haken.
5e-7e toer: 1 l, 1 v in iedere v en eindig met 1 hv in de l van het begin van de toer.
8e toer: 1 l, 1 v in iedere v en sla TEGELIJKERTIJD iedere 6e v over en eindig met 1 hv in de l van het begin van de toer = 15 v.
9e- 11e toer: 1 l, 1 v in iedere v en eindig met 1 hv in de l van het begin van de toer.
12e toer: 1 l, 1 v in iedere v en sla TEGELIJKERTIJD iedere 5e v over en eindig met 1 hv in de l van het begin van de toer = 12 v.
13e en 14e toer: 1 l, 1 v in iedere v en eindig met 1 hv in de l van het begin van de toer.
15e toer: 1 l, 1 v in iedere v en sla TEGELIJKERTIJD iedere 3e v over en eindig met 1 hv in de l van het begin van de toer = 8 v.
16e en 17e toer: 1 l, 1 v in iedere v en eindig met 1 hv in de l van het begin van de toer.
18e toer: 1 l, 1 v in iedere v en sla TEGELIJKERTIJD iedere 2e v over en eindig met 1 hv in de l van het begin van de toer = 4 v.
19e toer: 1 l, 1 v in iedere v en eindig met 1 hv in de l van het begin van de toer. Knip de draad af, deze wordt later gebruikt om de pompon vast te zetten.

Tuinbroekflap:
Haak 1 v in iedere van de 10 st middenvoor (haak voor in de lussen) waar eerder alleen achter in de lussen is gehaakt. * Keer het werk. Haak 3 l, haak verder 1 stk in iedere st *. Herhaal van *-* in totaal 4 keer. Knip de draad af en zet vast.

Bretels:
Haak 28 l met haaknld 3.5 mm en rood. Keer het werk. Haak 1 stk in de 4e l van de haak. Haak verder 1 stk in iedere l. Knip de draad af en zet vast. Haak nog 1 bretel op dezelfde manier.

AFWERKING:
Maak een witte pompon met een diameter van ongeveer 2,5 cm en bevestig die aan de bovenkant van de muts. Gebruik een beetje zwart om ogen mee te borduren.
Naai de bretels aan de achterkant van de broek en zet ze gekruisd over de schouders vast aan de voorkant aan de tuinbroekflap. Naai 1 knoop aan iedere kant door zowel de tuinbroekflap als de bretel. Zet de draden goed vast. Knip de lussensteken door.
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Extra 0-721

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (5)

country flag Anna wrote:

Translate in polish pls

26.05.2021 - 13:41

DROPS Design answered:

Nie ma sprawy. W tym tygodniu będzie gotów. Pozdrawiamy!

26.05.2021 - 23:24

country flag Irene Müller wrote:

Beim Häkeln der Hose komme ich nicht weiter. Die Hosenbeine habe ich gehäkelt. In der Anleitung steht nur etwas von der Verbindung des Beins zum Hosenbein für ein Bein. Wie wird das eine Hose und wie kommt die an den Körper? Ich bin ratlos!\r\nIrene Müller

27.10.2018 - 09:08

DROPS Design answered:

Liebe Frau Müller, Bei der 1. Runde häkeln Sie 1 Stb in jeder Masche von beiden Hosenbeinen = es sind 44 Stb, mit 1 Kettm in die 3. Lm der Runde abschliessen. Bei der 2. und 3. Reihe werden Sie abnehmen = 22 Stb wenn die Hose fertig ist. Viel Spaß beim häkeln!

29.10.2018 - 09:37

country flag Birgit Werth wrote:

Hallo, fehlt bei dem Nikolaus die Beschreibung wie der Bart gefertigt wird, oder habe ich etwas übersehen. Ich finde den Nikolaus richtig süß. Wünsche allen eine schönes Weihnachtszeit und ich bin immer wieder von den Anleitungen begeistert! Vielen Dank und ganz liebe Grüße

03.12.2014 - 19:06

DROPS Design answered:

Die Beschreibung des Bartes steckt in den Schlaufenmaschen - diese bilden den Bart, sie werden am Ende aufgeschnitten. Sie müssen beim Kopf dafür die Farbabfolge (wie unter FARBEN über der eigentlichen Anleitung beschrieben) beachten - die ersten 3 R mit hellbeige mix, dann die 4.-6. R mit weiß, wobei die 4. und die 6. R mit Schlaufen-M gehäkelt werden und den Bart bilden, die letzten 6 R des Kopfes dann wieder mit hellbeige mix. Viel Spaß mit dem Nikolaus!

03.12.2014 - 21:55

country flag Goossens Martine wrote:

Heel correcte beschrijving! Het resultaat is gewoon prachtig. Bedankt voor dit patroontje.

09.11.2014 - 13:26

country flag Stefanie Engelhardt wrote:

Ich finde die Anleitung ziemlich kompliziert. Habe Teile nicht verstanden und improvisiert. Hat aber geklappt ;)

09.11.2013 - 13:10