DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 2.00 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 30.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS 109-2
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal: DROPS Alaska van Garnstudio,
Kleur nr. 50, donkerbruin mix:
750-850-900-1000-1100-1200 gr

DROPS Sokkenbreinld en rondbreinld 6 mm (80 cm) - of de breinld, die u nodig heeft voor een steekverhouding van: 15 st x 19 nld tricotst = 10 x 10 cm.

DROPS Sokkenbreinld en rondbreinld 5,5 mm (80 cm) - of de breinld, die u nodig heeft voor een steekverhouding van: 15 st x 28 nld ribbelst = 10 x 10 cm.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 2.00 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 30.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

Ribbelst (heen en weer breien): Alle naalden recht breien.

Ribbelst (rondbreien): * 1 nld recht, 1 nld averecht *, herhaal steeds *-*.

Motief: Zie de teltekening M.1, M.2 en M.3. De teltekeningen geven het motief weer op de goede kant.

Tip Breien: Let op: Als uw steekverhouding niet klopt in de hoogte, d.w.z. als er meer dan 28 nld op 10 cm zitten, wordt de raglan te kort en het armsgat te klein. U kunt dit corrigeren door hier en daar, tussen de nld met minderingen, een extra nld te breien zonder te minderen.

Tip Minderen (geldt bij de raglan):
Alle minderingen komen op de goede kant:
Begin 2 st voor de merkdraad: 2 st recht samen, merkdraad, haal 1 st r van de breinld af, 1 recht, en haal de afgeh st daarover.

Panden: Het werk wordt in het rond gebreid. Zet 156-168-180-192-216-228 st op met rondbreinld 5,5 mm en Alaska. Brei 6 nld ribbelst – Lees de beschrijving hierboven, en meerder tegelijkertijd gelijkmatig 24 st in de laatste nld = 180-192-204-216-240-252 st. Plaats 1 merkdraad aan het begin van de nld en 1 na 90-96-102-108-120-126 st (= dit zijn de zijkanten). Wissel in de volgende nld naar rondbreinld 6 mm en brei door als volgt: 8-9-10-11-13-14 av, * M.1 (= 14 st), 16-18-20-22-26-28 av *, herhaal *-* totaal 5 keer, en eindig met M.1 en 8-9-10-11-13-14 av. Let op de steekverhouding! Minder vanaf een hoogte van 8 cm 4 x 1 st in elk av-gedeelte (= 6 minderingen per nld) op elke 10 cm = 156-168-180-192-216-228 st. Brei om en om de eerste 2 st en laatste 2 st van het av-gedeelte av samen. Brei bij een hoogte van 42 cm 1 nld recht en minder tegelijkertijd gelijkmatig 20 st - NB! Minder 10 st op het voorpand en 10 st op het achterpand – 5 st voor en na het kabel in het midden = 136-148-160-172-196-208 st. Wissel naar breinld 5,5 mm en brei 8 nld ribbelst over alle st. Knip de draad af. Begin nu met het breien 34-37-40-43-49-52 st vanaf de merkdraad aan het begin van de nld – dit is het middenvoor. Brei nu heen en weer van middenvoor naar middenvoor. Brei als volgt - op de goede kant: 5 ribbelst, M.2 (= 8 st), 110-122-134-146-170-182 ribbelst, eindig met M.3 (= 8 st) en 5 ribbelst. Kant bij een hoogte van 48-49-50-51-52-53 cm 8 st af aan beide zijkanten (dwz 4 st aan weerskanten van beide merkdraden) = 120-132-144-156-180-192 st. Leg het werk terzijde en brei de mouwen.

Mouw: Het werk wordt in het rond gebreid op de sokkenbreinld. Zet 34-36-38-40-42-42 st op met sokkenbreinld 5,5 mm en Alaska. Brei 6 nld ribbelst, en meerder tegelijkertijd gelijkmatig 8 st in de laatste nld = 42-44-46-48-50-50 st. Plaats 1 merkdraad aan het begin van de nld (= midden van het ondermouw). Wissel in de volgende nld naar sokkenbreinld 6 mm en brei door als volgt: 4-5-5-6-6-6 av, M.1 (= 14 st), 6-6-8-8-10-10 av, M.1 en eindig met 4-5-5-6-6-6 av. Meerder vanaf een hoogte van 8 cm 9-10-10-11-11-13 x 1 st aan weerskanten van de merkdraad op elke 4½-4-4-3½-3½-3 cm – brei de nieuwe st av. Wissel tegelijkertijd bij een hoogte van 44-43-41-40-38-37 cm naar sokkenbreinld 5,5 mm, brei 1 nld recht en minder gelijkmatig 8 st. Brei vervolgens door in ribbelst over alle st tot de vereiste afmetingen. Als alle minderingen en meerderingen voltooid zijn staan er 52-56-58-62-64-68 st op nld. Kant bij een hoogte van 50-50-49-49-48-48 cm 8 st af in het midden van de ondermouw (dwz, 4 st aan weerskanten van de merkdraad) - NB! de grote maten hebben kortere mouwen omdat de schouders breder zijn = 44-48-50-54-56-60 st. Let het werk terzijde en brei nog een mouw.

Pas: Lees Tip Breien! Zet de mouwen op dezelfde rondbreinld 5,5 mm als de panden, boven de armsgaten = 208-228-244-264-292-312 st. Plaats 1 merkdraad in elke overgang tussen de panden en de mouwen = 4 merkdraden. Brei ribbelst, en minder tegelijkertijd voor de raglan – lees Tip Minderen.
Minder in elke 4e nld: 8-8-8-8-8-8 keer en in elke 2e nld: 9-11-12-14-15-17 keer. Brei door in ribbelst en M.2/M.3 aan het middenvoor. Plaats tegelijkertijd bij een hoogte van 59-61-63-64-66-68 cm 5-5-5-6-8-8 st aan weerskanten langs het middenvoor op een hulpnld. Kant vervolgens af voor de hals langs het middenvoor aan weerskanten. Kant af aan het begin van elke nld als volgt : 1-1-2-2-3-3 x 2 st en 2-3-3-3-4-5 x 1 st. Als het afkanten voltooid is, staan er 54-56-60-62-72-74 st op de nld. Brei nog 1 nld en minder gelijkmatig 6-6-8-8-12-14 st = 48-50-52-54-60-60 st.

Capuchon: Neem 10-10-12-12-14-14 st op van elk (incl. de st van de hulpnld) = 68-70-76-78-88-88 st. Brei 4 nld ribbelst met breinld 5,5 mm en meerder tegelijkertijd gelijkmatig 12 in de 1e nld = 80-82-88-90-100-100 st. Plaats 1 merkdraad in het middenachter, (dwz, na 40-41-44-45-50-50 st). Wissel naar breinld 6 mm en brei door in averechte tricotst (dwz, averecht op de goede kant en recht op de verkeerde kant) en 5 ribbelst aan weerskanten. Meerder Tegelijkertijd 4 x 1 st aan weerskanten van de merkdraad in elke 8e nld = 88-90-96-98-108-108 st. Kant de st af als de capuchon 38-38-39-39-40-40 cm hoog is.

Afwerken: Sluit de naden onder de armen. Leg de capuchon dubbel en sluit de naad boven op de capuchon op de goede kant.

Telpatroon

symbols = recht op de goede kant, averecht op de verkeerde kant (tricotst)
symbols = averecht op de goede kant, recht op de verkeerde kant
symbols = 3 st op de hulpnld achter het werk leggen, 3 recht, 3 recht van de hulpnld
symbols = 3 st op de hulpnld voor het werk leggen, 3 recht, 3 recht van de hulpnld
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 109-2

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (49)

country flag Bea Wunderlich wrote:

Schade noch keine antwort auf meine frage

21.03.2014 - 14:56

country flag Bea Wunderlich wrote:

Leider komme ich mit der anleitung für die passe nicht klar. es steht dort 8mal und dann in jeder 2.rd 12mal,wie ist das gemeint?

21.03.2014 - 11:59

DROPS Design answered:

Liebe Frau Wunderlich, es ist leider nicht möglich, immer sofort alle Fragen zu beantworten. Wie Sie an der Passe abnehmen, steht im "Tipp zum Abnehmen" vor der Anleitung. Sie nehmen an den 4 Markierern je 2 M ab, d.h. 8 M pro R. Zunächst machen Sie diese Abnahmen in jeder 4. R, das machen Sie 8x. Dann machen Sie die Abnahmen in jeder 2. R, noch weitere 12x. Insgesamt sind es also 20 Abnahme-R, d.h. 160 abgenommene M für die Passe.

21.03.2014 - 21:35

country flag Catherine wrote:

J'adore ce modèle que je voudrais tricoter pour moi ; je cherche un équivalent pour homme

06.01.2014 - 11:38

DROPS Design answered:

Bonjour Catherine, vous pouvez regarder dans les modèles hommes, ou bien ici pour avoir quelques astuces pour transformer celui-ci en modèle homme. Bon tricot!

06.01.2014 - 13:49

Maria wrote:

- According to the text: "When piece measures 8 cm dec 1 st in each P-section (= 6 dec per round) on every 10 cm a total of 4 times" --> One has to decrease 6 sts 5 times, at lengths 8, 18, 28, 38, and 48cm. -However, the description also says: "When piece measures 42 cm K 1 row, at the same time dec 20 sts evenly" So, I don't see how can I do the last decrease at 48 cm, if I this section of the design is only 42cm long.

02.01.2014 - 21:58

DROPS Design answered:

Dear Maria, you dec a total on every 10 cm of 4 times, so you will dec when piece measures 8 cm, then 18, 28 and 38 cm. If you need to dec more times, dec evenly before the 42 cm. Happy knitting!

03.01.2014 - 08:52

country flag MeRu wrote:

Moin! Ich verstehe den Teil mit der Abnahme am Ende der Passe nicht. Nachdem ich fünf Maschen auf den Hilfsfaden gelegt habe, wie funktioniert dann das abketten (2 M. 1x / 1 M. 2x)? Stricke ich dafür weitere reihen? Und wie funktioniert dann die Wiederaufnahme für die Kapuze? Vielen Dank für eure Hilfe!

18.12.2013 - 09:02

DROPS Design answered:

Guten Tag, die Maschen werden für die Halsrundung neben den Maschen auf dem Hilfsfaden abgekettet. Für die Kapuze nehmen Sie Maschen vorne am Auschnitt (die angegebene Maschenzahl ist inklusive der stillgelgten M).

18.12.2013 - 12:03

country flag Cova wrote:

Hola, no entiendo muy bien lo que indica el patrón en el momento de iniciar la parte alta del jersey. ¿Qué se hace con los 34 puntos?, no consigo visualizar esas instrucciones, ¿Me podeis ayudar? Muchas gracias

15.03.2013 - 17:28

Anne wrote:

Bonjour! Concernant les diminutions de l'encolure, se font-elles a 59 cm ou après les diminutions du raglan? Je fais la grandeur smala, et si je les fais en début de rang je me retrouve à diminuer dans les torsades... Sinon, les explications sont très claires et c'est un très beau modèle. Merci!

04.02.2013 - 20:51

DROPS Design answered:

Bonjour Anne, en taille S, on met en attente à 59 cm de hauteur totale les 5 m de chaque côté, et on continue à diminuer tous les rangs en début de rang 1 fois 2 m et 2 fois 1 m, on va donc atteindre la torsade, c'est normal. Bon tricot !

05.02.2013 - 09:50

Anne wrote:

Pour les diminutions de l encolure, se font elles à 59cm ou après les diminutions du raglan? Je fais la grandeur smala, et ces mêmes diminutions en début de rang arrivent dans la torsade, est-ce normal?

04.02.2013 - 20:24

country flag Drops Deutsch wrote:

Zuerst bei jeder 4. 8-8-8-8-8-8 Mal und danach bei jeder 2. R. 9-11-12-14-15-17 Mal. Für das Abketten siehe "Tipp zum Abnehmen"

14.01.2010 - 07:57

country flag Amazing wrote:

Hallo, ich verstehe nicht wie die Abnahmen an der Passe gemacht werden - den Teil jede 4. R. und jede 2. R... auch das mit dem Abketten nicht.. wo soll man da genau abketten.. Grüße

13.01.2010 - 20:01