-------------------------------------------------------
UITLEG VOOR HET PATROON:
-------------------------------------------------------
PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2. Het patroon wordt gebreid in tricotsteek.
TIP VOOR HET BREIEN-1:
Om te voorkomen dat het kledingstuk haar elasticiteit verliest als u in patroon breit is het belangrijk dat de draden aan de achterkant niet te strak zijn. Gebruik een naald in een maat groter als het wat te strak wordt, wanneer u in patroon breit.
TIP VOOR HET BREIEN-2 (hiel):
Om de hiel sterker te maken kunt u met 2 draden breien als volgt: Gebruik de draad vanaf zowel de binnenkant als de buitenkant van de bol en brei afwisselend met de ene en de andere draad. Dit geeft een ietwat dikkere hiel zonder dat u met een dubbel draad breit.
TIP VOOR HET MINDEREN (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld mindert, tel het totaal aantal steken op de naald (dus 68 steken), en deel deze door het aantal te maken minderingen (dus 8) = 8,5. In dit voorbeeld, mindert u door afwisselend elke 7e en 8e steek en elke 8e en 9e steek recht samen te breien.
MINDERINGEN VOOR DE HIEL:
NAALD 1 (= goede kant): Brei recht tot er 8-9-9 steken over zijn, 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek, keer het werk.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei averecht tot er 8-9-9 steken over zijn, haal 1 steek averecht af, 1 averecht en haal de afgehaalde steek over de averechte steek, keer het werk.
NAALD 3 (= goede kant): Brei recht tot er 7-8-8 steken over zijn, haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek, keer het werk.
NAALD 4 (= verkeerde kant): Brei averecht tot er 7-8-8 steken over zijn, haal 1 steek averecht af, 1 averecht en haal de afgehaalde steek over de averechte steek, keer het werk.
Ga zo verder met minderen, brei tot er 1 steek minder is elke keer voordat u een steek afhaalt en tot er 13-13-15 steken over zijn op de naald.
-------------------------------------------------------
BEGIN HET WERK HIER:
-------------------------------------------------------
SOKKEN – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het werk wordt in de rondte gebreid, met breinaalden zonder knop, van boven naar beneden.
SOK:
Zet 68-72-76 steken op met breinaalden zonder knop maat 2.5 mm en DROPS Fabel, kleur rood. Brei 1 naald recht. Brei dan 4 cm boordsteek in de rondte (2 recht, 2 averecht). Ga verder met lichtgrijs en brei tricotsteek; minder op de eerste naald 8-2-6 steken verdeeld – lees TIP VOOR HET MINDEREN = 60-70-70 steken. Als het werk 5 cm meet brei dan A.1 in de rondte (6-7-7 herhalingen van 10 steken). Lees TIP VOOR HET BREIEN-1. Als A.1 klaar is in de hoogte, ga dan verder met lichtgrijs.
DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Als het werk 11-12-13 cm meet, minder dan 6-12-8 steken verdeeld = 54-58-62 steken. Brei tot het werk 13-14-15 cm meet.
Brei nu de hiel als volgt:
Houd de eerste 13-14-15 steken op de naald, plaats de volgende 27-29-31 steken op 1 hulpdraad (zonder ze te breien) en houd de laatste 14-15-16 steken op de naald = 27-29-31 hielsteken.
Lees TIP VOOR HET BREIEN-2 en brei tricotsteek heen en weer gebreid over de hielsteken voor 5-5½-6 cm. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de laatste naald; de markeerdraad wordt gebruikt voor het meten van de voetlengte.
Brei MINDERINGEN VOOR DE HIEL – lees beschrijving hierboven. Na de minderingen voor de hiel, brei dan als volgt: brei de 13-13-15 hielsteken recht, neem 13-14-16 steken op langs de zijkant van de hiel, brei de 27-29-31 steken van de hulpdraad (bovenkant van de voet) en neem 13-14-16 steken op langs de andere kant van de hiel = 66-70-78 steken.
Ga verder tot het midden van de hiel. De naald begint nu hier.
Voeg 1 markeerdraad in aan elke kant van de 27-29-31 steken op de bovenkant van de voet.
Brei in tricotsteek in de rondte – Minder tegelijkertijd aan elke kant van de 27-29-31 steken op de bovenkant van de voet als volgt: brei de laatste 2 steken voor de 27-29-31 steken recht samen en brei de eerste 2 steken na de 27-29-31 steken gedraaid recht samen (= 2 steken geminderd). Minder zo iedere 2e naald in totaal 8-5-9 keer = 50-60-60 steken.
Brei verder tot de voet 13-14-16 cm meet vanaf de markeerdraad bij de hiel - gemeten onder de voet.
Brei nu A.2 over alle steken, (begin op de pijl voor de maten 38/40 en 41/43 om een hart op de bovenkant van de voet te maken). Ga verder met rood en brei tot de voet 18-19-21 cm meet (er is ongeveer 4-5-6 cm over; pas de sok en brei tot de gewenste lengte).
Voeg 1 markeerdraad in aan elke kant met 25-30-30 steken op zowel de bovenkant van de voet als onder de voet. Brei in tricotsteek en minder voor de teen aan elke kant van beide markeerdraden als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, brei 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), brei 2 steken gedraaid recht samen. Herhaal het minderen op de andere markeerdraad (= 4 steken geminderd op de naald).
Minder zo iedere 2e naald in totaal 5-6-9 keer, dan iedere naald 5-6-3 keer = 10-12-12 steken.
Brei op de volgende naald alle steken 2 aan 2 recht samen = 5-6-6 steken. Knip de draad af, haal het door de overgebleven steken, trek aan en hecht goed af. De voet meet ongeveer 22-24-27 cm vanaf de markeerdraad op de hiel.
Brei de andere sok op dezelfde manier.
Telpatroon
|
= lichtgrijs |
|
= rood |
|
= begin met breien vanaf de pijl in de maten 38/40 en 41/43. |