DROPS Super Sale - 5 populaire garens in de AANBIEDING in april!
Product image DROPS Air yarn
DROPS Air
65% alpaca, 28% polyamide, 7% Wool
vanaf 4.99 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 39.92€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Enchanted Underwood Jacket

Gehaakt vest in DROPS Air. Het werk wordt van boven naar beneden gehaakt met kabels en reliëfsteken. Maten XS - XXL.

Markeer maat:
DROPS 218-31

#enchantedunderwoodjacket

DROPS Design: Patroon nr. ai-293
Garengroep C of A + A
-------------------------------------------------------

MATEN:
XS - S - M - L - XL - XXL

MATERIAAL:
DROPS AIR van garnstudio (behoort tot garengroep C)
400-450-450-500-550-600 g kleur 02, tarwe

STEKENVERHOUDING:
14 steken in de breedte en 8.5 toeren in de hoogte (met afwisselend toeren van vasten en dubbele stokjes) = 10 x 10 cm.

HAAKNAALD:
DROPS HAAKNAALD 5 MM.
De haaknaald is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere haaknaald. Als u te weinig teken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere haaknaald.

DROPS KNOPEN, Marmer NR 629: 6-6-6-7-7-7 stuks.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Air
DROPS Air
65% alpaca, 28% polyamide, 7% Wool
vanaf 4.99 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 39.92€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

LOSSE:
Als u aan het uiteinde van de haaknaald haakt is de losse vaak te strak; 1 losse zou ongeveer even lang moeten zijn als 1 vaste/dubbel stokje breed is.

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Op het begin van elke toer van dubbele stokjes haakt u 4 lossen; deze lossen vervangen niet het eerste dubbele stokje. De toer eindigt met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer.
Op het begin van elke toer van vasten haakt u 1 losse; deze losse vervangt niet de eerste vaste.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.9. Vind uw maat in de telpatronen (geldt voor A.3, A.4, A.6, A.8 en A.9).

TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de armsgaten):
Meerder 2 steken door 3 steken in de buitenste steek richting het armsgat te haken.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 steek aan elke kant van het werk door de eerste 2 steken en de laatste 2 steken op de toer als volgt samen te haken:
Haak 1 vaste maar wacht met de laatste omslag en doorhaling (= 2 lussen op de haaknaald), haak 1 vaste in de volgende steek en haal de laatste omslag door alle 3 lussen op de haaknaald (= 1 steek geminderd).

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

VEST – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het werk wordt van boven naar beneden gehaakt en heen en weer gehaakt in delen, welke op het einde samen worden gehaakt/genaaid.

ACHTERPAND:
Linkerschouder:
Haak 15-15-17-17-19-21 lossen – lees LOSSE, met haaknaald 5 mm en Air. Keer het werk en haak de eerste toer aan de goede kant als volgt: 1 dubbel stokje in elke losse – lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN = 15-15-17-17-19-21 dubbele stokjes. Haak dan een toer met 1 vaste in elk dubbel stokje.
Haak nu in patroon (beginnend op de toer met de pijl) aan de goede kant als volgt:
A.1 over de eerste 1-1-3-1-3-5 steken, A.2 over de volgende 4 steken, A.3 over de volgende 10-10-10-12-12-12 steken (vind uw maat in het telpatroon). Als u de toer met de pijl heeft gehaakt, knip dan de draad af en laat het werk rusten.
Rechterschouder:
Haak 15-15-17-17-19-21 lossen – denk om LOSSE, met haaknaald 5 mm en Air. Keer het werk en haak de eerste toer aan de goede kant als volgt : 1 dubbel stokje in elke losse – denk om INFORMATIE VOOR HET HAKEN = 15-15-17-17-19-21 dubbele stokjes. Haak dan een toer met 1 vaste in elke dubbel stokje.
Haak nu in patroon (beginnend op de toer met de pijl) aan de goede kant als volgt:
Haak A.4 over de eerste 10-10-10-12-12-12 steken (vind uw maat in het telpatroon), A.5 over de volgende 4 steken, A.1 over de laatste 1-1-3-1-3-5 steken. Als u de toer met de pijl heeft gehaakt, ga dan verder met de volgende toer in het telpatroon (= 1 steek gemeerderd richting de hals), haak dan losjes 20-20-20-24-24-24 lossen (= hals) en ga verder met deze toer over de linkerschouder als volgt: A.3 over de eerste 10-10-10-12-12-12 steken (= 1 steek gemeerderd richting de hals), A.2 over de volgende 4 steken, A.1 over de laatste 1-1-3-1-3-5 steken = 52-52-56-60-64-68 steken. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Ga verder met de volgende 2 toeren in het patroon en over de lossen op de hals, haak 1 dubbel-stokje in elke steek aan de goede kant en 1 vaste in elke steek aan de verkeerde kant.
Haak nu in patroon zoals hiervoor over de eerste 22-22-24-26-28-30 steken, A.2 over de volgende 4 steken, A.5 over de volgende 4 steken (zorg ervoor dat A.2 en A.5 op dezelfde toer beginnen aan elke kant van het achterpand), haak in patroon zoals hiervoor over de laatste 22-22-24-26-28-30 steken. Als A.3 en A.4 klaar zijn in de hoogte, haak dan patroon zoals hiervoor over de eerste 5-5-7-5-7-9 steken, A.6 over de volgende 17-17-17-21-21-21 steken, A.2 en A.5 zoals hiervoor, A.6 over de volgende 17-17-17-21-21-21 steken en haak zoals hiervoor over de laatste 5-5-7-5-7-9 steken. Ga verder met dit patroon heen en weer gehaakt. Herhaal de telpatronen vanaf de toeren met de pijlen.
Als het werk 17-16-17-18-19-19 cm meet, meerder dan 2 steken aan elke kant voor de armsgaten – lees TIP VOOR HET MEERDEREN. Meerder zo iedere toer in totaal 2-3-3-3-3-4 keer aan elke kant = 60-64-68-72-76-84 steken. Aan het einde van de volgende 2 toeren haakt u losjes 3-4-5-6-7-7 lossen voor beide armsgaten = 66-72-78-84-90-98 steken. De nieuwe steken worden in A.1 gehaakt.
Ga verder heen en weer gehaakt tot het werk 47-49-51-53-55-57 cm meet vanaf de schouder naar beneden – pas aan zodat u eindigt na de toer met de pijl in A.6 of de volgende tot laatste toer in het telpatroon.
Haak nu een rand als volgt: Haak 1 toer met 1 vaste in elke steek en meerder 1 steek op de toer door 2 vasten in een steek te haken = 67-73-79-85-91-99 steken. Haak vanaf de toer met de pijl in A.7 tot er 1 steek over is en haak de eerste steek in A.7. Herhaal de laatste 2 toeren in het telpatroon tot de rand 6 cm meet – pas aan zodat u eindigt na een toer van stokjes/ reliëf driedubbele stokjes. Knip en hecht de draad af. De achterkant van het werk meet ongeveer 53-55-57-59-61-63 cm vanaf de schouder naar beneden.

RECHTER VOORPAND:
Haak 15-15-17-17-19-21 lossen – denk om LOSSE, met haaknaald 5 mm en Air. Keer het werk en haak de eerste toer aan de goede kant als volgt: 1 dubbel-stokje in elke losse – denk om INFORMATIE VOOR HET HAKEN = 15-15-17-17-19-21 dubbele stokjes. Haak dan een toer met 1 vaste in elk dubbel stokje.
Haak nu in patroon (beginnend op de toer met de pijl) aan de goede kant als volgt:
Haak A.1 over de eerste 1-1-3-1-3-5 steken, A.2 over de volgende 4 steken, A.8 over de volgende 10-10-10-12-12-12 steken (vind uw maat in het telpatroon). Ga zo verder heen en weer gehaakt. Als toer 3 is gehaakt (tellend vanaf de toer met de pijl), knip dan de draad af. Haak losjes 9-9-9-11-11-11 lossen (= hals), haak toer 4 in A.8 en A.2 aan de verkeerde kant zoals hiervoor en dan A.1 op het einde van de toer = 27-27-29-31-33-35 steken.
Haak in patroon zoals hiervoor over de eerste 5-5-7-5-7-9 steken, ga dan verder met A.8 en 1 dubbel stokje in elk van de laatste 9-9-9-11-11-11 steken. Haak de teruggaande toer met 1 vaste in elke steek. Ga zo verder heen en weer gehaakt maar als er 5 steken over zijn op de toer aan de goede kant, haak dan A.2 (pas aan zodat u dezelfde toer in A.2 haakt als op het begin van de toer) en eindig met A.1 over de laatste steek. Als A.8 klaar is in de hoogte, haak dan in patroon als volgt: Haak zoals hiervoor over de eerste 5-5-7-5-7-9 steken, A.6 over de volgende 17-17-17-21-21-21 steken en de rest van de toer zoals hiervoor.
Als het werk meet 17-16-17-18-19-19 cm vanaf de schouder – pas aan zodat de volgende toer aan de goede kant wordt gehaakt, meerder dan 2 steken in de zijkant voor het armsgat – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN. Meerder zo iedere toer in totaal 2-3-3-3-3-4 keer = 31-33-35-37-39-43 steken. Aan het einde van de volgende toer aan de verkeerde kant haakt u losjes 3-4-5-6-7-7 lossen voor het armsgat = 34-37-40-43-46-50 steken. Haak dan afwisselend dubbele stokjes aan de goede kant/vasten aan de verkeerde kant over de nieuwe steken en patroon zoals hiervoor over de andere steken op de toer. Ga zo verder heen en weer gehaakt tot het werk 47-49-51-53-55-57 cm meet – pas aan zodat u eindigt na de toer met de pijl in A.6 of de volgende tot laatste toer in het telpatroon.
Haak 1 toer met 1 vaste in elke steek en meerder 1-0-1-0-1-1 steek op de toer door 2 vasten in een steek te haken = 35-37-41-43-47-51 steken. Haak vanaf de toer met de pijl in A.7 tot er 1 steek over is en haak de eerste steek in A.7. Herhaal de laatste 2 toeren in het telpatroon tot de rand 6 cm meet – pas aan zodat u eindigt na een toer van stokjes/reliëf driedubbele stokjes. Knip en hecht de draad af. De rechter voorkant van het werk meet ongeveer 53-55-57-59-61-63 cm vanaf de schouder naar beneden.


LINKER VOORPAND:
Haak 15-15-17-17-19-21 lossen, met haaknaald 5 mm en Air. Keer het werk en haak de eerste toer aan de goede kant als volgt: 1 dubbel stokje in elke losse = 15-15-17-17-19-21 dubbele stokjes. Haak dan een toer met 1 vaste in elke steek.
Haak nu in patroon (beginnend op de toer met de pijl) aan de goede kant als volgt
A.9 over de eerste 10-10-10-12-12-12 steken, A.5 over de volgende 4 steken, A.1 over de laatste 1-1-3-1-3-5 steken.
Ga zo verder heen en weer gehaakt tot toer 4 is gehaakt (tel vanaf de toer met de pijl); haak nu losjes 9-9-9-11-11-11 lossen aan het einde van de toer (= hals) = 27-27-29-31-33-35 steken.
Keer het werk en haak heen en weer zoals hiervoor; over de nieuwe steken haakt u 1 dubbel stokje in elke losse. Haak 1 toer terug aan de verkeerde kant met 1 vaste in elke steek. Haak nu in patroon als volgt: A.1 over de eerste steek, A.5 over de volgende 4 steken en patroon zoals hiervoor tot het einde van de toer.
Als A.9 klaar is in de hoogte, haak dan in patroon zoals hiervoor over de eerste 5 steken, A.6 over de volgende 17-17-17-21-21-21 steken en in patroon zoals hiervoor over de laatste 5-5-7-5-7-9 steken.
Als het werk 17-16-17-18-19-19 cm meet vanaf de schouder – pas aan zodat de volgende toer wordt gehaakt aan de goede kant, meerder dan 2 steken in de zijkant voor het armsgat. Meerder zo iedere toer in totaal 2-3-3-3-3-4 keer = 31-33-35-37-39-43 steken. Haak aan het einde van de volgende toer aan de goede kant losjes 3-4-5-6-7-7 lossen voor het armsgat = 34-37-40-43-46-50 steken. Haak dan afwisselend dubbele stokjes aan de goede kant/vasten aan de verkeerde kant over de nieuwe steken en patroon zoals hiervoor over de andere steken op de toer. Ga zo verder heen en weer gehaakt tot het werk 47-49-51-53-55-57 cm meet – pas aan zodat u eindigt na de toer met de pijl in A.6 of de volgende tot laatste toer in het telpatroon.
Haak 1 toer met 1 vaste in elke steek en meerder 1-0-1-0-1-1 steek op de toer door 2 vasten in een steek te haken = 35-37-41-43-47-51 steken. Haak vanaf de toer met de pijl in A.7 tot er 1 steek over is en haak de eerste steek in A.7. Herhaal de laatste 2 toeren in het telpatroon tot de rand 6 cm meet – pas aan zodat u eindigt na een toer van stokjes/reliëf driedubbele stokjes. Knip en hecht de draad af. Het linker voorpand meet ongeveer 53-55-57-59-61-63 cm vanaf de schouder naar beneden.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen in elk en iedere steek, zorg ervoor dat de naad niet strak is. Haak de zijnaden door beide lagen aan de verkeerde kant als volgt: Hecht de draad af met 1 vaste onder de mouw, * haak 2 lossen, sla 1 cm over, 1 vaste *, haak van *-* naar beneden de hele naad en eindig met 1 vaste.

MOUW:
De mouw wordt heen en weer gehaakt, van boven naar beneden.
Haak 24-24-24-25-25-27 lossen met haaknaald 5 mm en Air. Keer het werk en haak vanaf de toer met de pijl in A.1. Meerder tegelijkertijd voor de mouwkop op iedere toer aan elke kant als volgt: Meerder 3-1-2-1-0-0 keer 2 steken en 3-7-6-8-10-11 keer 1 steek = 42-42-44-45-45-49 steken. Aan het einde van de volgende 2 toeren haakt u 3-4-5-6-7-7 nieuwe lossen voor het armsgat = 48-50-54-57-59-63 steken. De nieuwe steken worden gehaakt in A.1.
Voeg een markeerdraad in. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN.
Ga verder A.1 heen en weer gehaakt tot het werk 2 cm meet – pas aan zodat de volgende toer met vasten is en begin met minderen aan elke kant – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo op elke toer van vasten 6-6-8-8-9-10 keer = 36-38-38-41-41-43 steken. Haak verder tot de mouw 39-38-38-37-35-34 cm meet – pas aan zodat de volgende toer met vasten is. Haak nu een rand als volgt:
Haak 1 toer met 1 vaste in elke steek en meerder 1-1-1-0-0-0 steek op de toer = 37-39-39-41-41-43 steken.
Haak vanaf de toer met de pijl in A.7 tot er 1 steek over is en haak de eerste steek in A.7. Herhaal de laatste 2 toeren in het telpatroon tot de rand 6 cm meet – pas aan zodat u eindigt na een toer van stokjes/reliëf driedubbele stokjes.
Haak nu de mouwnaden door beide lagen aan de verkeerde kant als volgt: * Haak 1 vaste, 2 lossen, sla 1 cm over *, haak van *-* tot de 3-4-5-6-7-7 opgezette lossen onder de mouw aan beide kanten, eindig met 1 vaste.
Haak de andere mouw op dezelfde manier. Naai de mouwen aan het lijf.

BIEZEN:
Rechter voorbies:
TOER 1: Begin op de bovenkant van de hals en haak aan de verkeerde kant met haaknaald 5 mm en Air als volgt: Hecht de draad aan met 1 vaste in de bovenste hoek van de hals, * haak 2 vasten om het dubbele stokje, 1 vaste in de volgende vaste, 3 vasten om het volgende dubbele stokje, 1 vaste in de volgende vaste *, haak van *-* naar beneden het rechter voorpand = ongeveer 64 tot 78 steken.
TOER 2: Haak 1 toer met 1 stokje in elke steek.
TOER 3: Haak 1 vaste in elk stokje. Knip en hecht de draad af.
Linker voorbies:
Haak zoals de rechter voorbies maar begin op de onderkant van het linker voorpand.

HALS:
TOER 1: Begin in de buitenste steek op de linker voorbies en haak aan de verkeerde kant als volgt: Hecht de draad af met 1 vaste, * haak 2 lossen, sla 1½ cm over, 1 vaste *, haak van *-* rondom de hele hals = ongeveer 35 tot 39 lossenlussen.
TOER 2: Haak 3 lossen, 2 stokjes om elke lossenlus, eindig met 1 stokje in de laatste vaste op de toer.
TOER 3: Haak 1 vaste in elke steek. Knip en hecht de draad af.

AFWERKING:
Naai de knopen op de linker voorbies. Naai de eerste knoop in de overgang tussen de hals en de voorbies; de andere 5-5-5-6-6-6 knopen met ongeveer 8½-9-9-8-8-8½ cm tussen elk. De knopen worden vastgemaakt tussen 2 stokjes op de rechter voorbies.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 30.09.2020
Nieuw telpatroon A.6 (er miste 1 dubbel stokje in de steek in het midden, zelfde naald als de pijl)

Telpatroon

begin hier = begin hier
1 vaste in de steek = 1 vaste in de steek
1 dubbel stokje in de steek = 1 dubbel stokje in de steek
RELIËF-VIERDUBBEL STOKJE (wordt alleen gehaakt op de toeren van dubbele stokjes): Haak 1 vierdubbel stokje om 1 steek van de vorige toer van dubbele stokjes (haak niet in de lussen, maar om de steek zelf). De cirkel aan het einde van de reliëf-vierdubbel stokje laat zien welke steek van de vorige toer van dubbele stokjes u om moet haken. Begin van de lijn = toer waar dit reliëf vierdubbel stokje begint. Haak 1 vierdubbel stokje als volgt: Maak 4 omslagen, breng de haaknaald om de steek, neem de draad op, * maak 1 omslag en haal het door de eerste 2 lussen op de haaknaald *, haak van *-* in totaal 5 keer = 1 steek. = RELIËF-VIERDUBBEL STOKJE (wordt alleen gehaakt op de toeren van dubbele stokjes): Haak 1 vierdubbel stokje om 1 steek van de vorige toer van dubbele stokjes (haak niet in de lussen, maar om de steek zelf). De cirkel aan het einde van de reliëf-vierdubbel stokje laat zien welke steek van de vorige toer van dubbele stokjes u om moet haken. Begin van de lijn = toer waar dit reliëf vierdubbel stokje begint. Haak 1 vierdubbel stokje als volgt: Maak 4 omslagen, breng de haaknaald om de steek, neem de draad op, * maak 1 omslag en haal het door de eerste 2 lussen op de haaknaald *, haak van *-* in totaal 5 keer = 1 steek.
RELIËF VIERDUBBEL STOKJE (wordt alleen gehaakt op de toeren van dubbele stokjes): Haak 1 vierdubbel stokje zoals beschreven hierboven, maar haak deze zo, dat het vierdubbele stokje achter het vierdubbele stokje met een zwarte cirkel ligt = RELIËF VIERDUBBEL STOKJE (wordt alleen gehaakt op de toeren van dubbele stokjes): Haak 1 vierdubbel stokje zoals beschreven hierboven, maar haak deze zo, dat het vierdubbele stokje achter het vierdubbele stokje met een zwarte cirkel ligt
= RELIËF-VIJFDUBBEL STOKJE (wordt alleen gehaakt op de toeren van dubbele stokjes): Haak 1 vijfdubbel stokje om 1 steek van de vorige toer van dubbele stokjes (haak niet in de lussen, maar om de steek zelf). De cirkel aan het einde van het reliëf vijfdubbele stokje laat zien welke steek van de vorige toer van dubbele stokjes u omheen moet haken. Begin van de lijn = toer waar dit reliëf vijfdubbel stokje begint. Haak 1 vijfdubbel stokje als volgt: Maak 5 omslagen, breng de haaknaald om de steek, neem de draad op, * maak 1 omslag en haal het door de eerste 2 lussen op de haaknaald *, haak van *-* in totaal 6 keer = 1 steek.<br />
LET OP: Het vijfdubbel stokje moet zo gekabeld worden zodat ze achter de andere steken liggen. <br />
= = RELIËF-VIJFDUBBEL STOKJE (wordt alleen gehaakt op de toeren van dubbele stokjes): Haak 1 vijfdubbel stokje om 1 steek van de vorige toer van dubbele stokjes (haak niet in de lussen, maar om de steek zelf). De cirkel aan het einde van het reliëf vijfdubbele stokje laat zien welke steek van de vorige toer van dubbele stokjes u omheen moet haken. Begin van de lijn = toer waar dit reliëf vijfdubbel stokje begint. Haak 1 vijfdubbel stokje als volgt: Maak 5 omslagen, breng de haaknaald om de steek, neem de draad op, * maak 1 omslag en haal het door de eerste 2 lussen op de haaknaald *, haak van *-* in totaal 6 keer = 1 steek.
LET OP: Het vijfdubbel stokje moet zo gekabeld worden zodat ze achter de andere steken liggen.
2 vasten in een steek (= 1 steek gemeerderd) = 2 vasten in een steek (= 1 steek gemeerderd)
2 dubbele stokjes in een steek (= 1 steek gemeerderd) = 2 dubbele stokjes in een steek (= 1 steek gemeerderd)
1 stokje in de steek = 1 stokje in de steek
RELIËF-DRIEDUBBEL STOKJE (wordt alleen gehaakt op de toeren van stokjes): Haak 1 driedubbel stokje om 1 stokje/reliëf driedubbel stokje van de vorige toer/toer van stokjes/reliëf driedubbele stokjes. Haak 1 driedubbel stokje om 1 stokje/reliëf-driedubbel stokje van de vorige toer/toer met stokjes/reliëf-driedubbele stokjes (haak niet in de lussen, maar om het stokje/reliëf-driedubbel stokje zelf). Maak 3 omslagen, breng de haaknaald om de steek, neem de draad op, * maak 1 omslag en haal het door de eerste 2 lussen op de haaknaald *, haak van *-* in totaal 4 keer = 1 steek. = RELIËF-DRIEDUBBEL STOKJE (wordt alleen gehaakt op de toeren van stokjes): Haak 1 driedubbel stokje om 1 stokje/reliëf driedubbel stokje van de vorige toer/toer van stokjes/reliëf driedubbele stokjes. Haak 1 driedubbel stokje om 1 stokje/reliëf-driedubbel stokje van de vorige toer/toer met stokjes/reliëf-driedubbele stokjes (haak niet in de lussen, maar om het stokje/reliëf-driedubbel stokje zelf). Maak 3 omslagen, breng de haaknaald om de steek, neem de draad op, * maak 1 omslag en haal het door de eerste 2 lussen op de haaknaald *, haak van *-* in totaal 4 keer = 1 steek.
Diagram for DROPS 218-31
Diagram for DROPS 218-31
Diagram for DROPS 218-31
Diagram for DROPS 218-31
Diagram for DROPS 218-31
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!
Heeft u dit patroon gemaakt?
Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #enchantedunderwoodjacket of stuur ze naar de #dropsfan galerij.

Laat een opmerking achter voor DROPS 218-31

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (21)

country flag Eileen Patterson schreef:

I am trying to use yarn spun from dog fur worsted 4. I am not getting the gauge listed, no matter the size of hook. I tried 5 mm, 4 mm, and 3.5 mm. They are all wider and longer than 10x10 mm. I don't think I can crochet this yarn with a hook smaller than 3.5.mm. Is the recommended gauge really 8.5 rows for 10 mm? Any suggestions for using the desired yarn for this pattern? Or other cardigan patterns that could use this yarn. The yarn was a gift. Thank you.

14.02.2025 - 17:29

DROPS Design antwoorde:

Dear Eileen, DROPS Air is a specific type of thread; it's more lightweight than most group C yarns. You could try working this cardigan (194-33) or 151-26 , which use thicker yarns that may fit your yarn more. Happy crochetting!

16.02.2025 - 22:25

country flag Carolina schreef:

Hello, the hole for the sleeve in the large size seems to be slightly smaller than the arm hole in the body.

23.01.2025 - 07:07

DROPS Design antwoorde:

Dear Carolina, could you specify your question? Is your armhole smaller than 22 cm (the number of cm stated in the size chart)? Or is your armhole smaller than the sleeve? Is there a particular sentence in the pattern that is confusing you?

25.01.2025 - 18:40

country flag Cathrine schreef:

Kan du/I være sød at forklare hvad der menes ved “A.1 over de første 1-1-3-1-3-5” betyder?? For tæller jeg A.2 & A.3 sammen bliver der kun 3 masker tilovers til A.1

05.01.2025 - 20:53

DROPS Design antwoorde:

Hei Cathrine. A.1 består av 1 maske, hekler du str. XS, S eller L hekler du A.1 1 gang, hekler du str. M eller XL hekler du A.1 3 ganger, Hekler du str. XXL hekler du A.1 5 ganger. mvh DROPS Design

13.01.2025 - 09:06

country flag Carolina Mesa schreef:

HI, after working a,3, and a.4 in height what stitch are we supposed to be following for the first five stitches?

26.12.2024 - 03:24

DROPS Design antwoorde:

Dear Carolina, you will work the chart you were working over these stitches before, so you work a part of A.4, which is continued in A.6 then. Happy crochetting!

29.12.2024 - 21:27

country flag Carolina Mesa schreef:

Hi, after completing the next two rows of the chart of a.2, a.3, a.4, and a.5, what does it mean after it says repeat as before in the next 26 stitches? Do we begin the chart from the bottom back up?

25.12.2024 - 10:23

DROPS Design antwoorde:

Dear Carolina, you will continue over the 26 stitches on each shoulder with the corresponding charts as before, with the next row of the charts (so 3 rows after the row with the arrow), while working A.2 and A.5 over the neck stitches. Happy crochetting!

29.12.2024 - 20:34

country flag Claudine schreef:

Bonjour, Je suis en train de faire ce modèle pour l’offrir à noël mais je ne parviens pas à trouver le diagramme À.7 dans le patron. Pourriez-vous préciser également à partir d’où se prennent les mesures : niveau épaule ou encolure ? Bonne journée !

04.12.2024 - 13:32

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Claudine, le diagramme A.7 se trouve à droite du schéma des mesures, sous la manche. Les mesures sont prises à partir de la chaînette de base de chaque épaule. Bon crochet!

04.12.2024 - 16:20

country flag Nine schreef:

Hi, regarding the increases for the armholes (currently working the back panel), I have to increase both sides for three rows in total (size S). I think it matters whether I start doing this at the right side or wrong side, as the right side rows are much higher than the wrong side, resulting in larger armholes. Should I increase RS/WS/RS, or WS/RS/WS?

07.10.2024 - 16:00

DROPS Design antwoorde:

Dear Nine, you will start either from RS or from WS depending on your work/tension, most important is that you increase 2 sts on each side for the next 3 rows, then cast on the 4 chains at end of next 2 rows (= 4 chains on each side). Happy crocheting!

07.10.2024 - 16:11

country flag Tawheda Schuitema schreef:

Afternoon. I'm struggling to understand the structure of the jacket. The charts are good but I can't get past the neck chain rows without reversing the order in which I use the diagrams. Please could you clarify the overall neck and shoulder structure for me? It's such a beautiful jacket!

28.04.2024 - 13:19

DROPS Design antwoorde:

Dear Tawheda, in the left shoulder you work A.1 - A.2 - A.3. In the right shoulder you work A.4 - A.5 - A.1. Since both are from the right side they should look like mirrors of each other, which is true; A.4 and A.3 are mirrored, A.2 and A.5 too and A.1 is left at the edge. The same for the front pieces: A.1 - A.2 - A.8 and A.9 - A.5 - A.1; A.8 and A.9 are mirrors of each other and A.2 and A.5 too. So you don't need to reverse the order of the charts. Happy crochetting!

29.04.2024 - 00:05

country flag Heike Sabine Zeiß schreef:

Vielleicht habe ich meine Feage nicht richtig gestellt: wie setzen sich die 28 Maschen zusammen? Zuvor hebe ich A1 mit 3, dann A2 mit 4 und dann A3 mit 15 Maschen gehäkelt. Zusammen sind das aber nur 22. Und dann?

09.10.2023 - 05:56

DROPS Design antwoorde:

Liebe Heike, die Anleitung wurde etwas anders formuliert und ist nun hoffentlich besser verständlich: "Im Muster und mit Doppelstäbchen/festen Maschen wie zuvor über die ersten 22-22-24-26-28-30 Maschen"..., d.h. Sie häkeln A.1, A.2 und A.3 wie gehabt und die restlichen 6 Maschen als Doppelstäbchen bzw. feste Maschen. Gutes Gelingen nun!

09.10.2023 - 21:22

country flag Heike Sabine Zeiß schreef:

Hallo, ich habe jetzt die 2 Reihen nach Luftmaschenanschlag für den Hals gehäkelt und die 2 Reihen danach. Nun verstehe ich, welches Muster ich über 28 Maschen häkeln soll.

03.10.2023 - 21:34

DROPS Design antwoorde:

Liebe Frau Zeiß, die ersten und letzten 28 Maschen werden genauso wiezuvor gehäkelt, bis die Diagramme fertig in der Höhe sind. Viel Spaß beim häkeln!

04.10.2023 - 08:00