DROPS Super Sale - BESPAAR 30% op 6 katoengarens de hele maand juli!
Product image DROPS Cotton Viscose yarn
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Super Sale
Markeer maat:
DROPS 162-11

#roscardigan

DROPS design: Model nr. n-169
Garengroep A
----------------------------------------------------------
Maat: S/M – L/XL – XXL/ XXXL
Materiaal:
DROPS COTTON VISCOSE van Garnstudio
900-1100-1350 gr. kleur nr. 27, lila

DROPS HAAKNLD 3,5 mm – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 22 stk x 12 toeren = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

PICOT:
Haak 2 l, 1 v in de 2e l vanaf de haak.

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Begin elk stk toer met 3 l die het eerste stk vervangen en eindig elke toer met 1 hv in de 3e l van het begin van de toer.

PATROON:
Zie telpatronen A.1-A.2. Herhaal na de 3e toer patroon A.1 zes keer in totaal op de toer.

HAAK 3 STK SAMEN:
Haak 3 stk tot 1 stk aan het begin van de toer als volgt: haak 3 l (= vervangen 1 stk), haak 1 stk, maar wacht met de laatste doorhaling (= 2 lussen op haak), haak dan volgend stk maar haal bij laatste doorhaling de draad door alle lussen op haak.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen):
Minder aan het begin van de toer door 1 hv te haken over de stk die u wilt minderen. Minder aan het einde van de toer tot er 1 stk om te minderen overblijft, keer het werk.
----------------------------------------------------------

CIRKEL:
Haak 7 l met haaknld 3,5 mm en Cotton Viscose en vorm een ring met 1 hv in de eerste l. Haak dan A.1 als volgt:
TOER 1: haak 3 l, 12 stk in de l-ring, eindig met 1 hv in de 3e l van het begin van de toer.
TOER 2: haak 1 l, * 1 v in eerste stk, 14 l *, herhaal van *-* 12 keer in totaal en eindig met 1 hv in de eerste v. Hecht af.
TOER 3: haak 1 hv in eerste l-lus, 5 l, * 1 hv in volgende l-lus, 5 l *, herhaal van *-* 11 keer in totaal, eindig met 1 hv in eerste l-lus.

Herhaal A.1 zes keer in totaal in de rondte.
TOER 4: haak 3 l, haak in eerste l-lus: * 2 stk, 3 l, 2 stk in dezelfde l-lus, 1 l *, herhaal van *-* 12 keer in totaal, eindig met 1 hv in 3e l van het begin van de toer.
TOER 5: haak 1 l, haak in eerste l-lus 2 stk, 2 dstk, 1 PICOT – zie uitleg boven, 2 dstk, 2 stk, 1 v in volgende l, * haak in volgende l-lus 2 stk, 2 dstk, 1 picot, 2 dstk, 2 stk, 1 v in volgende l *, herhaal van *-* 11 keer in totaal, eindig met 1 hv in de eerste l = 12 blaadjes.
TOER 6: haak 1 l, * 6 l, 1 v in v en l (van 5e en 4e toer) *, herhaal van *-* 12 keer in totaal, eindig met 1 hv in eerste l.
TOER 7: haak 4 l, * 3 l, 1 stk in volgende l-lus, 7 l, 1 stk in volgende l-lus, 3 l, 1 stk in dezelfde l-lus, 4 l *, herhaal van *-* 6 keer in totaal, eindig met 1 hv in 4e l.
TOER 8: haak 3 l, 3 stk in volgende l-lus, * 1 stk in volgend stk, 7 stk in volgende l-lus, 1 stk in volgend stk, 1 stk in volgende l-lus, 3 l, 1 stk in dezelfde l-lus, 1 stk in volgend stk, 7 stk in volgende l-lus *, herhaal van *-* 5 keer in totaal, 1 stk in volgend stk, 7 stk in volgende l-lus, 1 stk in volgend stk, 1 stk in volgende l-lus, 3 l, 1 stk in dezelfde l-lus, 1 stk in volgend stk, 4 stk in eerste l-lus, eindig met 1 hv in 3e l = 114 stk. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
TOER 9: haak 3 l, * 1 stk in elk stk tot l-lus, haak in l-lus als volgt: 1 stk, 3 l, 1 stk *, herhaal van *-* de hele toer, eindig met 1 hv in 3e l = 126 stk.
TOER 10: haak 1 l, * 7 l, sla 6 stk over, 1 hv in volgend stk, 7 l, sla 6 stk over, 1 hv in volgend stk, 5 l, 1 hv in volgend stk, 7 l, sla 6 stk over, 1 hv in volgend stk *, herhaal van *-* 5 keer in totaal, 7 l, sla 6 stk over, 1 hv in volgend stk, 7 l, sla 6 stk over, 1 hv in volgend stk, 5 l, 1 hv in volgend stk, 7 l, sla 6 stk over, 1 hv in1 eerste l.
TOER 11: haak 3 l, haak in elke l-lus 2 stk, 3 l, 2 stk, 1 l, eindig met 1 hv in 3e l.
TOER 12: haak 1 l, * haak in volgende l-lus 2 stk, 2 dstk, 1 picot, 2 dstk, 2 stk, 1 v in volgende l *, herhaal van *-* 24 keer in totaal, eindig met 1 hv in eerste l = 24 blaadjes.
TOER 13: haak 1 l, * 6 l, 1 v in v en l (van 12e en 11e toer) *, herhaal van *-* 24 keer in totaal, eindig met 1 hv in eerste l.
TOER 14: haak 4 l, * 3 l, 1 stk in volgende l-lus, 7 l, 1 stk in volgende l-lus, 3 l, 1 stk in dezelfde l-lus, 4 l *, herhaal van *-* 12 keer in totaal, eindig met 1 hv in 4e l.
TOER 15: haak 3 l - LEES INFORMATIE VOOR HET HAKEN, haak 4 stk in eerste l-lus (dus l-lus met 3 l), haak nu stk in alle l-lussen met 7 l van vorige toer, haak niet in l-lus met 3 l van vorige toer. Haak * 8 stk in elke van de volgende 7 l-lussen, 9 stk in volgende l-lus *, herhaal van *-* 2 keer in totaal, 8 stk in elke van de volgende 7 l-lussen, 5 stk in laatste l-lus (dus l-lus met 4 l) = 195 stk.
TOER 16: haak * 1 stk in elke van de eerste 14 stk, 2 stk in volgend stk *, herhaal van *-* 13 keer in totaal = 208 stk.
TOER 17: haak * 2 stk in eerste stk, 1 stk in elke van de volgende 15 stk *, herhaal van *-* 13 keer in totaal en meerder TEGELIJKERTIJD 1 stk extra op de toer = 222 stk.
TOER 18: haak 1 l, * 6 l, sla 5 stk over, 1 hv in volgend stk *, herhaal van *-* 37 keer in totaal, eindig met 1 hv in eerste l.
TOER 19: haak als toer 11 in A.1: haak 3 l, haak in elke l-lus 2 stk, 3 l, 2 stk, 1 l, eindig met 1 hv in 3e l.
TOER 20: haak als toer 12 van A.1: haak 1 l, * haak in volgende l-lus 2 stk, 2 dstk, 1 picot, 2 dstk, 2 stk, 1 l *, herhaal van *-* 37 keer in totaal, eindig met 1 hv in eerste l = 37 blaadjes.
TOER 21: haak als toer 13 in A.1: haak 1 l, * 6 l, 1 v in v en l (van 20e en 19e toer) *, herhaal van *-* 37 keer in totaal, eindig met 1 hv in eerste l.
TOER 22: haak als toer 14 in A.1: haak 4 l, * 3 l, 1 stk in volgende l-lus, 7 l, 1 stk in volgende l-lus, 3 l, 1 stk in dezelfde l-lus, 4 l *, herhaal van *-* 18 keer in totaal, haak 3 l, 1 stk in laatste l-lus, 4 l, eindig met 1 hv in 4e l.
TOER 23: haak 4 stk in eerste l-lus (dus l-lus met 3 l), haak nu stk in alle l-lussen met 7 l van vorige toer, haak niet in l-lus met 3 l van vorige toer. Haak * 7 stk in volgende l-lus, 8 stk in volgende l-lus, 7 stk in volgende l-lus *, herhaal van *-* 11 keer in totaal, 8 stk in volgende l-lus, 8 stk in volgende l-lus, 7 stk in volgende l-lus, 4 stk in laatste l-lus (dus l-lus met 4 l) = 273 stk.

Haak dan het werk heen en weer. Haak elke toer samen aan het einde van de toer met 1 hv in de 3e l van begin van toer. Keer het werk.

TOER 24 (= verkeerde kant): haak * 2 stk in volgend stk, 1 stk in elke van de volgende 11 stk (= stk-groep), A.2 *, herhaal van *-* 13 keer in totaal = 169 stk en 13 A.2. Keer het werk.
A.2 wordt herhaald in de hoogte tot het werk klaar is.
TOER 25 (= goede kant): haak A.2, 2 stk in eerste stk, 1 stk in elke van de volgende stk in stk-groep, * A.2, 2 stk in eerste stk in stk-groep, 1 stk in elke van de volgende stk *, herhaal van *-* tot er 1 stk-groep overblijft, 2 stk in eerste stk, 1 stk in elke van de volgende stk = 182 stk. Keer het werk.
TOER 26: haak als toer 24 = 195 stk (15 stk tussen elke A.2).
TOER 27: haak als toer 25 = 208 stk (16 stk tussen elke A.2).
Herhaal toer 24-27 nog 0-1-1 keer = 208-260-260 stk (= 16-20-20 stk tussen elke A.2).

Het werk meet nu ongeveer 20-23-23 cm vanuit het midden naar buiten gemeten. Haak nu armsgaten als volgt:

TOER 28 (= aan de verkeerde kant): haak 2 stk in eerste stk, 1 stk in elk van de volgende 15-19-19 stk, A.2 als hiervoor, 2 stk in volgend stk, 1 stk in elke van de volgende 15-19-19 stk, A.2, 54-62-62 losse l (= rechterarmsgat), sla over: 16-20-20 stk en A.2 en 16-20-20 stk en A.2, haak * 2 stk in volgend stk, 1 stk in elke van de volgende 15-19-19 stk, A.2 *, herhaal van *-* 5 keer in totaal, 2 stk in eerste stk, 1 stk in elk van de volgende 15-19-19 stk, 54-62-62 losse l (= linkerarmsgat), sla over: A.2 en 16-20-20 stk en A.2 en 16-20-20 stk, haak A.2, 2 stk in volgend stk, 1 stk in elk van de volgende 15-19-19 stk, A.2 = 153-189-189 stk, 9 A.2 en 108-124-124 l.
TOER 29 (aan de goede kant): haak A.2, 2 stk in volgend stk, 1 stk in elke van de volgende 16-20-20 stk, A.2, haak in de l-ketting (= linkerarmsgat) als volgt: 1 stk in elke van de 54-62-62 l, * 2 stk in volgend stk, 1 stk in elk van de volgende 16-20-20 stk, A.2 *, herhaal van *-* 5 keer in totaal, 2 stk in volgend stk, 1 stk in elk van de volgende 16-20-20 stk, haak in de volgende l-ketting (= rechterarmsgat) als volgt: 1 stk in elke van de 54-62-62 l, haak dan A.2, 2 stk in volgend stk, 1 stk in elk van de volgende 16-20-20 stk, A.2, 2 stk in volgend stk, 1 stk in elk van de volgende 16-20-20 stk = 270-322-322 stk en 9 keer A.2.
TOER 30 (= aan de verkeerde kant): haak 1 stk in elk van de volgende 18-22-22 stk, A.2 als hiervoor, 1 stk in elk van de volgende 18-22-22 stk, A.2, 1 stk in elk van de volgende 18-22-22 stk, A.2 (begin met dezelfde toer van A.2 als die u net voor de andere herhalingen van A.2 hebt gehaakt zodat de patronen mooi doorlopen), 1 stk in elk van de volgende 18-22-22 stk, A.2, * 1 stk in elk van de volgende 18-22-22 stk, A.2 *, herhaal van *-* 5 keer in totaal, 1 stk in elk van de volgende 18-22-22 stk, A.2, 1 stk in elk van de volgende 18-22-22 stk, A.2, 1 1 stk in elk van de volgende 18-22-22 stk, A.2, 1 1 stk in elk van de volgende 18-22-22 stk, A.2 = 234-286-286 stk en 13 keer A.2.

Haak in patroon als hiervoor maar meerder nu alleen elke toer aan de goede kant tot er in totaal 52-52-60 toeren zijn gehaakt = 377-429-481 stk (29-33-37 stk in elke stk-groep).

Plaats 4 markeerders in het werk als volgt aan de verkeerde kant: haak 29-33-37 stk, A.2, 14-16-18 stk, plaats 1e markeerder, haak 15-17-19 stk, * A.2, 29-33-37 stk *, herhaal van *-* 4 keer in totaal, plaats 2e markeerder hier (tussen 1e-2e markeerder = rechtervoorpand). Haak A.2, 29-33-37 stk, A.2, 29-33-37 stk en A.2, plaats 3e markeerder hier. * Haak 29-33-37 stk, A.2 *, herhaal van *-* 4 keer in totaal, 15-17-19 stk, plaats 4e markeerder. (tussen 3e-4e markeerder = linkervoorpand), 14-16-18 stk, A.2. De stk tussen de 1e en 4e markeerder vormen de bovenkant langs de hals. Hecht af.

RECHTERVOORPAND:
Haak nu het rechtervoorpand tussen de 1e en 2e markeerder, begin bij de 2e markeerder (dus aan de goede kant) = 131-149-167 stk en 4 keer A.2. Ga verder en meerder in de stk-groepen als hiervoor MAAR meerder niet in de stk-groepen aan elke zijkant van het voorpand - minder TEGELIJKERTIJD 2 stk aan het begin van elke toer als volgt: HAAK 3 STK SAMEN - zie uitleg boven. Haak tot er 10-12-12 cm op het voorpand zijn gehaakt, pas zo aan dat u eindigt met 1 hele herhaling van A.2. Hecht af.

LINKERVOORPAND:
Haak het linkervoorpand tussen de 3e en 4e markeerder op dezelfde manier als het rechtervoorpand en begin bij de 4e markeerder (dus aan de goede kant).

RAND:
Haak een rand rondom het hele vest als volgt: haak de eerste 2 toeren van A.2, haak bij de eerste toer van A.2 over de stk-toeren als volgt: sla 2 stk-toeren aan elke kant van de stk-groep over. Begin elke toer met 3 l en eindig met 1 hv in 3e l.

MOUWEN:
Haak heen en weer vanuit het armsgat naar beneden, haak elke toer samen met 1 hv aan het einde van toer. Plaats 1 markeerder in het werk, MEET NU HET WERK VANAF HIER. Begin met 86-94-102 stk gelijkmatig langs de opening voor de mouw, het begin van de toer komt onder de mouw. Haak dan 3 toeren met 1 stk in elk stk. Ga verder met 1 stk in elk stk - minder TEGELIJKERTIJD verschillend voor de verschillende maten als volgt: LEES TIP VOOR HET MINDEREN!

MAAT S/M: minder 1 st aan elke kant van het werk afwisselend elke 3e en 2e toer 16 keer in totaal = 54 stk.
MAAT L/XL: minder 1 st aan elke kant van het werk om de toer 20 keer in totaal = 54 stk.
MAAT XXL/XXXL: minder 1 st aan elke kant van het werk om de toer 24 keer = 54 stk.

ALLE MATEN:
Haak 1 stk in elk stk tot de mouw ongeveer 47 cm meet – pas zo aan dat de volgende toer aan de verkeerde kant is. Haak dan de eerste 2 toeren van A.2 (= 6 patroonherhalingen in de rondte). Hecht af.
Haak de andere op mouw dezelfde manier.

Telpatroon

l<br />
= l
hv<br />
= hv
v om l<br />
= v om l
v in stk<br />
= v in stk
stk in stk<br />
= stk in stk
stk om l<br />
= stk om l
dstk om l<br />
= dstk om l
Picot: 2 l, 1 v in 2e l vanaf haak<br />
= Picot: 2 l, 1 v in 2e l vanaf haak
v om v en l<br />
= v om v en l
eerste toer wordt uitgelegd in het patroon<br />
= eerste toer wordt uitgelegd in het patroon
vouw blaadje naar beneden en haak 1 stk in l-lus op eerste toer in A.2, tussen 2 dstk <br />
= vouw blaadje naar beneden en haak 1 stk in l-lus op eerste toer in A.2, tussen 2 dstk
stk-groep: haak 2 stk in hetzelfde stk, 3 l, 2 stk in hetzelfde stk<br />
= stk-groep: haak 2 stk in hetzelfde stk, 3 l, 2 stk in hetzelfde stk
toeren 4-14<br />
= toeren 4-14
Diagram for DROPS 162-11
Diagram for DROPS 162-11
Diagram for DROPS 162-11
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!
Heeft u dit patroon gemaakt?
Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #roscardigan of stuur ze naar de #dropsfan galerij.

Laat een opmerking achter voor DROPS 162-11

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (270)

country flag Gina schreef:

Schade, dass die tolle Idee mit der Online-Anfrage bei mir so eine langwierige Angelegenheit ist. Ich wollte sicher sein, dass ich keinen Fehler mache und viel auftrennen muss - das schadet ja auch dem Garn. Seit zwei Wochen kann ich nicht weiterarbeiten, weil meine Frage nicht beantwortet wird.

05.12.2015 - 20:50

DROPS Design antwoorde:

Ich hoffe, Sie kommen mit der unten stehenden Antwort nun weiter.

13.12.2015 - 15:54

country flag Laura Van Mulken schreef:

Ik ben aangekomen bij toer 2 maar kom maar niet verder. Ik begrijp A2 niet. Bestaat A2 in totaal uit 6 toeren/rijen. Wat moet ik bijvoorbeeld in toer 24 haken 2stokjes in een stokje, 11 stokjes en wat moet ik dan haken? 2 losse,2 stokjes,3losse, 2stokjes,2losse?? En toer 25 2stokjes in een stokje, 11 stokjes en wat moet ik dan haken? 2 stokjes, 6 dubbele stokjes 2 stokjes?? Alvast heel erg bedankt :)

28.11.2015 - 20:24

DROPS Design antwoorde:

Beste Laura. Je haakt in toer 24: 2 stk in volgend stk, 1 stk in elke van de volgende 11 stk = Dus 2 stk in één stk en 1 stk in 11 stk (= 13 stk gehaakt over 12 stk), haak A.2. 1 herhaling van A.2 loopt over 9 stk en het eerste toer (de stk) wordt uitgelegd in het patroon. Vervolgens herhaal je steeds de 4 volgende toeren van het patroon in de hoogte (de stk wordt alleen de eerste keer gehaakt).

30.11.2015 - 16:38

country flag Gina schreef:

Hallo, in der 28.Reihe werden die Armlöcher mit Luftmaschenreihen begonnen. Das Muster A2 endet mit 2 Luftmaschen. Muss ich gleich anschließend die Luftmaschen für das Armloch häkeln (Text: A.2, 54-62-62 lockere Lm (= rechter Armausschnitt), oder mit 1 oder 2 Stäbchen erst das Muster A2 abschließen? Sonst wäre der Mustersatz nicht vollständig. Wie muss ich diesen Schritt am zweiten Armloch ausführen?

22.11.2015 - 19:01

DROPS Design antwoorde:

A.2 wird ja wie zuvor weitergehäkelt und statt der Maschen, die übersprungen werden, häkeln Sie die Luftmaschen. In der 28. Rd beginnt und endet A.2 mit 2 Lm (1. Rd des A.1-Rapports), also häkeln Sie diese auch entsprechend - d.h. A.2 beenden Sie mit 2 Lm und häkeln direkt die Armausschnitt-Lm. In der nächsten Rd häkeln Sie dann wie zuvor bei A.2 die Stb und D-Stb um die 3 Lm. Somit bleibt der Mustersatz komplett erhalten.

13.12.2015 - 15:53

country flag Caroline Rabenius schreef:

Hej! Jag är nu på varv 30 och förstår inte vad som menas när jag ska virka första A2 över armhålet. Det står i mönstret att jag ska anpassa v efter de andra rapporterna, innebär det att jag ska virka A2 över armhålorna som jag gör med de andra A2 som ligger utanför armhålorna, dvs varv 3 i A2 (vilket ju egentligen inte går då jag inte har de två första varven på A2), eller ska jag börja på varv 1 på A2 här? Tack på förhand! Vänligen Caroline

11.11.2015 - 10:32

DROPS Design antwoorde:

Hej Caroline, du fortsætter som tidligere og sørger for at rapporterne stadigvæk passer over hinanden. God fornøjelse!

26.11.2015 - 09:21

country flag Christine Chasse schreef:

Suite car vous dite un moment donner dans le numéro 28 repeter 5 fois pour moi l'excpliquation de l'emmenchure n'es pas clair du tout et rendu la je voudrais bien le finir c'est pour un cadeaux de noel vous seriez tres gentille de me donner un truc car la je suis tout mêler merci bien a vous

11.11.2015 - 01:58

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Mme Chasse, pour former les emmanchures, on saute des mailles du tour 27 que l'on remplace par des chaînettes, mais le reste du tour (début, entre les emmanchures et fin) se fait en continuant le motif comme avant, A.2 et les augmentations dans les sections en B. Bon crochet!

11.11.2015 - 09:35

country flag Christine Chasse schreef:

Rang 28 avec les 54 mailles en lair qu'est que je fais je les joints ou et ensuite pour la deuxieme emmanchue je commence ou a faire les motifs au fait es-ce que je dois travailler le reste du tour du motif premier ou je n'es pas travailler

11.11.2015 - 01:58

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Mme Chasse, la 1ère emmanchure se fait en sautant 16B + A.2 + 16B + A.2 - que l'on remplace par 54ml. Quand ces 54 ml sont faites continuez après la partie des mailles sautées (= emmanchure) ainsi: * 2B dans la B suivante, 1B dans chacune des 15B suivantes, A.2*, répéter de *-* 5 fois au total, puis 2 B dans la 1ère B, 1 B dans chacune des 15B suivantes (= bas du dos de la veste) et crochetez ensuite la 2ème emmanchure: sautez A.2 + 16B + A.2 + 16B et remplacez ces mailles par 54 ml, et continuez le tour, après cette section de mailles sautées: A.2, 2B dans la B suivante, 1 B dans chacune des 15 B suivantes, A.2. Bon crochet!

11.11.2015 - 09:34

country flag Gina schreef:

Hallo, eine Frage zur Reihe 24: In der Erklärung vom 05.05.15 steht, dass nach dem Muster A2 11 Stb zu häkeln sind. Die Anleitung gibt an, dass der Mustersatz immer mit 2 Stb im nächsten Stb der vorherigen Reihe beginnt und 11 Stb noch folgen. Was soll ich jetzt machen? Passt das Muster A2 nur beim 1. Mal in der Mitte des Bogens aus der 23.Reihe? Die folgenden A2-Muster landen in verschiedenen Maschen der Bögen. Ist das so gewollt oder habe ich etwas falsch verstanden?.

08.11.2015 - 17:48

DROPS Design antwoorde:

Sie müssen den Mustersatz in den Sternchen wiederholen, also nach A.2 wieder 2 Stb in das nächste Stb häkeln, das wurde wohl bei der Antwort, die Sie genannt haben, übersehen. Sie arbeiten also weiterhin Zunahmen. Wichtig ist, dass Sie am Ende der R genau hinkommen, d.h. mit A.2 enden. A.2 landet tatsächlich nicht immer in den gleichen Maschen, das ist auf dem Detailfoto auch sichtbar, wenn Sie genau hinschauen. Weiterhin gutes Gelingen!

12.11.2015 - 19:59

country flag Christine Chasse schreef:

Bonjour j'ai de difficulté a comprendre a qu'elle moment je fais ceci A.1 se répète 6 fois au total tout le tour.c'est qoui et ou je le fais apres qu'elle rang merci beaucoup

28.10.2015 - 06:46

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Mme Chasse, le diagramme A.1 se crochète au-dessus de 2 arceaux du tour précédent, on a 12 arceaux avant de commencer A.1, on va le répéter 6 fois au total tout le tour (en largeur). Commencez par le rond de ml, et crochetez d'abord les 3 premiers tours expliqués, puis au 4ème tour, commencez A.1. Bon crochet!

28.10.2015 - 11:36

country flag Sylvia Dros schreef:

Ik loop vast op rij 6. Rij 5 heeft 12 blaadjes van 8 stokjes (2st+2dst+picot+2st.+2dst), de blaadjes zijn dus erg breed. Hoe kan ik met 6 lossen deze grote overbrugging maken naar de vaste die in rij 4 vastgehaakt moeten worden (tussen de blaadjes). heb de foto al vergroot maar ook daar kom ik er niet uit en lijkt er gesmokkeld te zijn..

06.10.2015 - 09:01

DROPS Design antwoorde:

Hoi Sylvia. De lossen liggen zoals je misschien kan zien op de foto een beetje achter de blaadjes. Op die manier komen de blaadjes ook een beetje naar voren (zoals te zien is op de eerste foto). Er is niet gesmokkeld.

05.11.2015 - 11:45

country flag Judy schreef:

I have read all the questions on this but am still confused on row 24 after I do it the 13 times I still have over 100 stitches to go before the end of the row do i keep making the A.2 and 11 dc all the way around before I turn for the next row I am making the 2x one or do I quit after the 13 A.2 and go back leaving the 100 or so un worked it would be nice if it told how many A.2 you would have had for the bigger sizes nit just the small. Thanks

30.09.2015 - 15:32

DROPS Design antwoorde:

Dear Judy, at the end of round 23 you should have 273 dc. Then work (from WS): *2 dc in next dc, 1 dc in each of the next 11 dc, then work A.2 over the next 9 sts (= skip next 4 dc, 2 dc+ch3+2dc in next st, skip next 4 sts)*, repeat from *-* to the end of row, you should have 13 dc-groups (13 dc in each of them) + 13 A.2. In both larger sizes you then work to row 27 as stated, then repeat rows 24 to 27 one more time = 260 dc on last row. Happy crocheting!

30.09.2015 - 15:45