DROPS Super Sale - 6 populaire garens de hele maand in de aanbieding!
Product image DROPS Brushed Alpaca Silk yarn
DROPS Brushed Alpaca Silk
77% Alpaca, 23% Zijde
vanaf 2.97 € /25g
Product image DROPS Alpaca yarn
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 2.75 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 31.57€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2526

Soft Horizon Sweater

Gebreide trui in DROPS Brushed Alpaca Silk en DROPS Alpaca. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid in tricotsteek met Europeaanse pas, V-hals en PUNNIKRAND. Maten XS - XXXL.

Markeer maat:
DROPS 263-20

#softhorizonsweater

DROPS Design: Patroon as-211
Garengroep C + A of D
-------------------------------------------------------

MATEN:
XS - S - M - L - XL - XXL - XXXL

GAREN:
DROPS BRUSHED ALPACA SILK van garnstudio (behoort tot garengroep C)
150-150-175-175-200-200-225 g kleur 35, Parelgrijs
En gebruik:
DROPS ALPACA van garnstudio (behoort tot garengroep A)
250-250-300-300-350-350-400 g kleur 9020, Licht Parelgrijs

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 4 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4 MM.
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – u heeft dan alleen een rondbreinaald van 80 cm nodig.

STEKENVERHOUDING:
18 steken in de breedte en 24 naalden in de hoogte, met tricotsteek en 1 draad van elke kwaliteit op naald 4 mm = 10 x 10 cm.
LET OP: De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Brushed Alpaca Silk
DROPS Brushed Alpaca Silk
77% Alpaca, 23% Zijde
vanaf 2.97 € /25g
Product image DROPS Alpaca yarn
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 2.75 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 31.57€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon


-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------


TIP VOOR HET MEERDEREN-1:
MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS – aan de goede kant:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei recht door de achterste lus.
MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS – aan de goede kant:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei recht door de voorkant lus.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2:
MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS – op de verkeerde kant:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei averecht door de voorste lus.
MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS – op de verkeerde kant:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei averecht door de achterste lus.

PUNNIKRAND (voor de halslijn):
BEGIN VAN DE NAALD:
Haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht.
EINDE VAN DE NAALD:
Brei tot er 2 steken over zijn op de naald, haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht.
Brei zo aan zowel de goede als de verkeerde kant.

AFKANTEN IN PUNNIKRAND:
Na de laatste naald:
BEGIN (goede kant):
Zet 2 steken op de rechter naald.
Zet deze 2 steken op de linker naald, met de breidraad nu 2 steken verderop op de linker naald (de draad trekt het werk aan tijdens het breien om een kleine tube te vormen).
NAALD 1 (goede kant):
1 recht, brei 2 steken gedraaid recht samen. Zet de 2 steken van de rechter naald op de linker naald. Keer het werk niet.
Herhaal NAALD 1 tot er 2 steken over zijn op de rechter naald. Zet deze 2 steken op de linker naald. Kant af.
Naai een kleine de steek om het begin en einde van de PUNNIKRAND samen te voegen.

MOUWTIP:
Als u steken opneemt onder de mouw, kan er een klein gaatje ontstaan in de overgang tussen de steken op het lijf en de mouw. Dit gaatje kan gesloten worden door de draad tussen 2 steken op te nemen en deze gedraaid samen te breien met de eerste steek tussen het lijf en de mouw.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt:
Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken) haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd).

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK.
Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel wanneer nodig.
Brei volgens punten 1 – 5.
1
ACHTERPAND: Zet steken op voor de achterkant van de hals. Brei het achterpand heen en weer gebreid, meerder steken aan elke kant tot het aantal schoudersteken bereikt is. Het achterpand heeft een ietwat diagonale schouder.
2
VOORPAND: Wordt in 2 delen gebreid (elke kant van de hals). Begin door steken op te nemen over een schouder achter, brei naar beneden en meerder voor de halslijn. Herhaal op de andere schouder.
3
PAS: Plaats de voor- en achterpanden op dezelfde naald, brei eerst een van de voorpanden, neem steken op voor een mouw langs de zijkant van het voorpand, brei dan het achterpand, neem steken op voor de tweede mouw langs de zijkant van het andere voorpand en brei tot slot dit voorpand. Ga verder heen en weer gebreid vanaf midden voor
4
MEERDEREN VOOR DE HALS, HET LIJF EN DE MOUWEN: Terwijl u de pas breit, meerdert u eerst steken voor de hals en de mouwen. Als de halsmeerderingen klaar zijn, worden de voorpanden samengevoegd en de pas wordt verder in de rondte gebreid. De meerderingen gaan verder op de mouwen, dan later voor zowel het lijf als de mouwen.
5
LIJF EN MOUWEN: Als alle meerderingen klaar zijn en de pas heeft de juiste lengte, dan wordt het werk verdeeld en het lijf wordt verder in de rondte gebreid terwijl de mouwen wachten. Dan worden de mouwen van boven naar beneden in de rondte gebreid.
Als er een «0» in uw maat staat, sla dan de informatie over en ga gelijk verder met de volgende instructie.

ACHTERPAND:
Het werk wordt heen en weer gebreid. Zet 26-28-28-30-30-32-32 steken op met rondbreinaald 4 mm, 1 draad DROPS Brushed Alpaca Silk en 1 draad DROPS Alpaca (2 draden).
NAALD 1 (verkeerde kant): Brei averecht.
NAALD 2 (goede kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1. 2 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot er 2 steken over zijn op de naald, meerder 1 steek richting rechts, 2 recht.
NAALD 3 (= verkeerde kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN -2. Brei 2 averecht, meerder 1 steek richting links, brei averecht tot er 2 steken over zijn op de naald, meerder 1 steek richting rechts, 2 averecht.
Brei NAALDEN 2 en 3 in totaal 10-10-10-10-11-11-11 keer.
Herhaal dan NAALD 2, 0-0-1-1-0-0-1 keer (= 20-20-21-21-22-22-23 naalden gebreid).
Er zijn 66-68-70-72-74-76-78 steken. Denk om de stekenverhouding. Knip de draad af en plaats de steken op een hulpdraad.

RECHTER SCHOUDER VOOR:
Vind de rechter schouder achter als volgt: Leg het achterpand plat neer met de goede kant naar boven, met de hulpdraad naar u toe; de goede kant van het werk = rechterschouder.
Begin aan de goede kant op het achterpand, bij het armsgat en neem 1 steek op aan de buitenkant bij het armsgat (= kantsteek), neem dan 1 steek op in elke gebreide naald (aan de binnenkant van de buitenste steek = 20-20-21-21-22-22-23 steken) tot de halslijn = 21-21-22-22-23-23-24 schoudersteken.
Voeg 1 markeerder in bij de hals. Alle lengte-afmetingen op het voorpand worden vanaf hier genomen.
Brei averecht terug aan de verkeerde kant.
Ga verder met tricotsteek en 2 steken PUNNIKRAND bij de halslijn – lees uitleg hierboven, als volgt:
NAALD 1 (goede kant): Brei recht tot er 2 steken over zijn, brei 2 steken in PUNNIKRAND.
NAALD 2 (verkeerde kant): Brei 2 steken PUNNIKRAND, Brei averecht tot het EINDE VAN DE NAALD.
Herhaal NAALDEN 1 en 2 tot het werk 4-4-4-5-5-5-6 cm meet, met de laatste naald aan de verkeerde kant.

Meerder nu voor de halslijn aan de binnenkant van 3 steken – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1, als volgt:
NAALD 1 (goede kant): Brei recht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 1 recht, brei 2 steken PUNNIKRAND.
NAALD 2 (verkeerde kant): Brei 2 steken PUNNIKRAND, brei averecht tot het EINDE VAN DE NAALD.
Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 8-9-9-10-10-11-11 keer (16-18-18-20-20-22-22 naalden gebreid) = 29-30-31-32-33-34-35 steken.
Knip de draad af en plaats de steken op een hulpdraad. Brei de linker schouder voor.

LINKER SCHOUDER VOOR:
Begin aan de goede kant bij de halslijn op de linker schouder achter en neem 1 steek op in elke gebreide naald (aan de binnenkant van de buitenste steek = 20-20-21-21-22-22-23 steken) neem dan 1 steek op aan de buitenkant op de schouder (= kantsteek) = 21-21-22-22-23-23-24 schoudersteken.
Voeg 1 markeerder in bij de hals. Alle lengte-afmetingen op het voorpand worden vanaf hier genomen.
Brei averecht terug aan de verkeerde kant.
Ga verder met tricotsteek en 2 steken PUNNIKRAND bij de halslijn als volgt:
NAALD 1 (goede kant): Brei 2 steken PUNNIKRAND, brei recht tot het EINDE VAN DE NAALD.
NAALD 2 (verkeerde kant): Brei averecht tot er 2 steken over zijn, brei 2 steken PUNNIKRAND.
Herhaal NAALDEN 1 en 2 tot het werk 4-4-4-5-5-5-6 cm meet, met de laatste naald aan de verkeerde kant.

Meerder nu voor de halslijn aan de binnenkant van 3 steken als volgt:
NAALD 1 (goede kant): Brei 2 steken PUNNIKRAND, 1 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot het EINDE VAN DE NAALD.
NAALD 2 (verkeerde kant): Brei averecht tot er 2 steken over zijn, brei 2 steken PUNNIKRAND.
Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 8-9-9-10-10-11-11 keer (16-18-18-20-20-22-22 naalden gebreid) = 29-30-31-32-33-34-35 steken.

De voor- en achterpanden worden nu samengevoegd en er worden steken opgenomen voor de mouwen, ga verder met de meerderingen voor de halslijn als volgt:

NAALD 1 (goede kant): Begin met het linker voorpand: Brei 2 steken PUNNIKRAND, 1 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot er 2 steken over zijn op het voorpand, 1 steek afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over (kantsteek geminderd), voeg 1 markeerder in, neem 20-22-22-24-24-26-27 steken op langs een zijkant van het linker voorpand (de mouwsteken worden opgenomen aan de binnenkant van de buitenste steek), voeg 1 markeerder in, plaats het achterpand op de naald, brei de eerste 2 steken recht samen (kantsteek geminderd), brei recht tot er 2 steken over zijn op het achterpand, 1 steek afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over (kantsteek geminderd), neem 20-22-22-24-24-26-27 steken op langs de zijkant van het rechter voorpand (de mouwsteken worden opgenomen aan de binnenkant van de buitenste steek), voeg 1 markeerder in. Plaats het rechter voorpand op de naald, brei de eerste 2 steken recht samen (kantsteek geminderd), brei recht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 1 recht en brei 2 steken PUNNIKRAND = 162-170-174-182-186-194-200 steken.

Er zijn 29-30-31-32-33-34-35 steken op elk voorpand, 20-22-22-24-24-26-27 steken op elke mouw en 64-66-68-70-72-74-76 steken op het achterpand.

NAALD 2 (verkeerde kant):
Brei 2 steken PUNNIKRAND, brei averecht tot de eerste markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-2, brei averecht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei averecht tot de volgende markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei averecht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei averecht tot er 2 steken over zijn, brei 2 steken PUNNIKRAND (4 gemeerderde steken) = 166-174-178-186-190-198-204 steken.

NAALD 3 (goede kant):
Brei 2 steken PUNNIKRAND, 1 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de eerste markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei recht tot de volgende markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei recht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 1 recht, brei 2 steken PUNNIKRAND (6 gemeerderde steken) = 172-180-184-192-196-204-210 steken.

NAALD 4 (verkeerde kant):
Brei 2 steken PUNNIKRAND, brei averecht tot er 2 steken over zijn, brei 2 steken PUNNIKRAND.

NAALD 5 (goede kant): Zoals NAALD 3.
NAALD 6 (verkeerde kant): Zoals NAALD 4.
NAALD 7 (goede kant): Zoals NAALD 3.
NAALD 8 (verkeerde kant): Zoals NAALD 4.

NAALD 9 (goede kant):
De voorpanden worden nu samengevoegd als volgt:
Brei 2 steken PUNNIKRAND, 1 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de eerste markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei recht tot de volgende markeerder (= achterpand), verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei recht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 1 recht, plaats de laatste 2 steken op een kabelnaald, brei de eerste 2 steken recht samen (de 2 PUNNIKRANDsteken), brei de 2 steken van de kabelnaald recht samen = 188-196-200-208-212-220-226 steken.

Er zijn 30-32-32-34-34-36-37 steken op elke mouw en 64-66-68-70-72-74-76 steken op de voor- en achterpanden.
Het werk meet ongeveer 14-15-15-16-16-17-18 cm vanaf de markeerder. Een deel van de halslengte zit op het achterpand. De halslengte op het voorpand is ongeveer 12-13-13-14-14-14-15 cm. De halslengte op het achterpand is ongeveer 2-2-2-2-2-3-3 cm.

Ga verder in de rondte, begin midden voor.

PAS
NAALD 1: Brei recht zonder te meerderen.
NAALD 2: Brei recht, meerder 1 steek aan elke kant van de mouwen zoals hiervoor – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (4 gemeerderde steken). Het aantal steken op de mouwen nemen toe, maar blijft hetzelfde op de voor- en achterpanden.
Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 7-6-5-5-3-1-1 keer (14-12-10-10-6-2-2 naalden gebreid; in totaal 12-11-10-10-8-6-6 meerderingen in de hoogte op de mouwen = 44-44-42-44-40-38-39 mouwsteken en 64-66-68-70-72-74-76 steken op de voor- en achterpanden) = 216-220-220-228-224-224-230 steken.

Meerder nu op zowel het lijf als de mouwen, meerder voor het lijf aan de binnenkant van 2 rechte steken aan elke kant van de voor- en achterpanden als volgt:

NAALD 1: Brei recht zonder te meerderen.
NAALD 2: Brei recht tot er 2 steken over zijn voor de eerste markeerder, meerder 1 steek richting rechts, 2 recht, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, 2 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot er 2 steken over zijn voor de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, 2 recht, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, 2 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot het einde van de naald (8 gemeerderde steken, dus 1 gemeerderde steek aan elke kant van 2 gebreide steken in elke overgang tussen het lijf en de mouwen).
Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 7-9-11-12-15-18-19 keer (14-18-22-24-30-36-38 naalden gebreid). Er zijn in totaal 19-20-21-22-23-24-25 meerderingen in de hoogte op de mouwen en 7-9-11-12-15-18-19 meerderingen in de hoogte op het lijf (58-62-64-68-70-74-77 mouwsteken en 78-84-90-94-102-110-114 steken op de voor- en achterpanden) = 272-292-308-324-344-368-382 steken.

Brei 1 naald recht. De mouwen meten ongeveer 16-17-18-19-19-20-21 cm. Als de trui dubbel gevouwen wordt op de schouder, meet het werk ongeveer 22-23-24-26-26-27-28 cm vanaf de buitenkant van de schouder en naar beneden over het armsgat. Als het werk korter is dan dit, brei dan verder tot de juiste lengte zonder verdere meerderingen.
Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen.

VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN:
Brei recht tot de eerste markeerder, plaats de volgende 58-62-64-68-70-74-77 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 4-6-8-10-12-12-16 steken op (midden onder de mouw), brei 78-84-90-94-102-110-114 recht (= achterpand), plaats de volgende 58-62-64-68-70-74-77 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 4-6-8-10-12-12-16 steken op (midden onder de mouw), brei de laatste 78-84-90-94-102-110-114 steken recht (= voorpand). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid.

LIJF:
= 164-180-196-208-228-244-260 steken.
Ga verder in tricotsteek in de rondte voor nog een 19-20-21-21-22-23-24 cm.
Brei AFKANTEN IN PUNNIKRAND – lees beschrijving hierboven.
De trui meet ongeveer 45-47-49-51-53-55-57 cm vanaf de bovenkant van de schouder.

MOUWEN:
Plaats de 58-62-64-68-70-74-77 mouwsteken van een hulpdraad op rondbreinaald 4 mm en neem 1 steek op in elk van de 4-6-8-10-12-12-16 opgezette steken onder de mouw – lees MOUWTIP = 62-68-72-78-82-86-93 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 4-6-8-10-12-12-16 steken onder de mouw- de naald begint bij de markeerdraad.
Brei in tricotsteek in de rondte.
TEGELIJKERTIJD, als de mouw 1 cm meet vanaf de scheiding, minder dan midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN als volgt: Minder 2-2-2-2-2-2-3 keer 2 steken iedere 2e naald, minder dan in totaal 3-5-6-8-9-10-12 keer 2 steken iedere 9-5-4-3-3-3-2½ cm = 52-54-56-58-60-62-63 steken.
Brei verder tot de mouw 41-40-40-39-40-39-39 cm meet vanaf de scheiding.
Brei 1 naald recht en minder 7-7-8-8-9-9-9 steken verdeeld op de naald = 45-47-48-50-51-53-54 steken.
Brei AFKANTEN IN PUNNIKRAND.

Telpatroon

Diagram measurements for DROPS 263-20

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!
Heeft u dit patroon gemaakt?
Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #softhorizonsweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij.

Laat een opmerking achter voor DROPS 263-20

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.