Soft Horizon Sweater#softhorizonsweater |
|
![]() |
![]() |
Gebreide trui in DROPS Brushed Alpaca Silk en DROPS Alpaca. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid in tricotsteek met Europeaanse pas, V-hals en PUNNIKRAND. Maten XS - XXXL.
DROPS 263-20 |
|
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- TIP VOOR HET MEERDEREN-1: MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS – aan de goede kant: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei recht door de achterste lus. MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS – aan de goede kant: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei recht door de voorkant lus. TIP VOOR HET MEERDEREN-2: MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS – op de verkeerde kant: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei averecht door de voorste lus. MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS – op de verkeerde kant: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei averecht door de achterste lus. PUNNIKRAND (voor de halslijn): BEGIN VAN DE NAALD: Haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht. EINDE VAN DE NAALD: Brei tot er 2 steken over zijn op de naald, haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht. Brei zo aan zowel de goede als de verkeerde kant. AFKANTEN IN PUNNIKRAND: Na de laatste naald: BEGIN (goede kant): Zet 2 steken op de rechter naald. Zet deze 2 steken op de linker naald, met de breidraad nu 2 steken verderop op de linker naald (de draad trekt het werk aan tijdens het breien om een kleine tube te vormen). NAALD 1 (goede kant): 1 recht, brei 2 steken gedraaid recht samen. Zet de 2 steken van de rechter naald op de linker naald. Keer het werk niet. Herhaal NAALD 1 tot er 2 steken over zijn op de rechter naald. Zet deze 2 steken op de linker naald. Kant af. Naai een kleine de steek om het begin en einde van de PUNNIKRAND samen te voegen. MOUWTIP: Als u steken opneemt onder de mouw, kan er een klein gaatje ontstaan in de overgang tussen de steken op het lijf en de mouw. Dit gaatje kan gesloten worden door de draad tussen 2 steken op te nemen en deze gedraaid samen te breien met de eerste steek tussen het lijf en de mouw. TIP VOOR HET MINDEREN: Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken) haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd). ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK. Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel wanneer nodig. Brei volgens punten 1 – 5. 1 ACHTERPAND: Zet steken op voor de achterkant van de hals. Brei het achterpand heen en weer gebreid, meerder steken aan elke kant tot het aantal schoudersteken bereikt is. Het achterpand heeft een ietwat diagonale schouder. 2 VOORPAND: Wordt in 2 delen gebreid (elke kant van de hals). Begin door steken op te nemen over een schouder achter, brei naar beneden en meerder voor de halslijn. Herhaal op de andere schouder. 3 PAS: Plaats de voor- en achterpanden op dezelfde naald, brei eerst een van de voorpanden, neem steken op voor een mouw langs de zijkant van het voorpand, brei dan het achterpand, neem steken op voor de tweede mouw langs de zijkant van het andere voorpand en brei tot slot dit voorpand. Ga verder heen en weer gebreid vanaf midden voor 4 MEERDEREN VOOR DE HALS, HET LIJF EN DE MOUWEN: Terwijl u de pas breit, meerdert u eerst steken voor de hals en de mouwen. Als de halsmeerderingen klaar zijn, worden de voorpanden samengevoegd en de pas wordt verder in de rondte gebreid. De meerderingen gaan verder op de mouwen, dan later voor zowel het lijf als de mouwen. 5 LIJF EN MOUWEN: Als alle meerderingen klaar zijn en de pas heeft de juiste lengte, dan wordt het werk verdeeld en het lijf wordt verder in de rondte gebreid terwijl de mouwen wachten. Dan worden de mouwen van boven naar beneden in de rondte gebreid. Als er een «0» in uw maat staat, sla dan de informatie over en ga gelijk verder met de volgende instructie. ACHTERPAND: Het werk wordt heen en weer gebreid. Zet 26-28-28-30-30-32-32 steken op met rondbreinaald 4 mm, 1 draad DROPS Brushed Alpaca Silk en 1 draad DROPS Alpaca (2 draden). NAALD 1 (verkeerde kant): Brei averecht. NAALD 2 (goede kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1. 2 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot er 2 steken over zijn op de naald, meerder 1 steek richting rechts, 2 recht. NAALD 3 (= verkeerde kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN -2. Brei 2 averecht, meerder 1 steek richting links, brei averecht tot er 2 steken over zijn op de naald, meerder 1 steek richting rechts, 2 averecht. Brei NAALDEN 2 en 3 in totaal 10-10-10-10-11-11-11 keer. Herhaal dan NAALD 2, 0-0-1-1-0-0-1 keer (= 20-20-21-21-22-22-23 naalden gebreid). Er zijn 66-68-70-72-74-76-78 steken. Denk om de stekenverhouding. Knip de draad af en plaats de steken op een hulpdraad. RECHTER SCHOUDER VOOR: Vind de rechter schouder achter als volgt: Leg het achterpand plat neer met de goede kant naar boven, met de hulpdraad naar u toe; de goede kant van het werk = rechterschouder. Begin aan de goede kant op het achterpand, bij het armsgat en neem 1 steek op aan de buitenkant bij het armsgat (= kantsteek), neem dan 1 steek op in elke gebreide naald (aan de binnenkant van de buitenste steek = 20-20-21-21-22-22-23 steken) tot de halslijn = 21-21-22-22-23-23-24 schoudersteken. Voeg 1 markeerder in bij de hals. Alle lengte-afmetingen op het voorpand worden vanaf hier genomen. Brei averecht terug aan de verkeerde kant. Ga verder met tricotsteek en 2 steken PUNNIKRAND bij de halslijn – lees uitleg hierboven, als volgt: NAALD 1 (goede kant): Brei recht tot er 2 steken over zijn, brei 2 steken in PUNNIKRAND. NAALD 2 (verkeerde kant): Brei 2 steken PUNNIKRAND, Brei averecht tot het EINDE VAN DE NAALD. Herhaal NAALDEN 1 en 2 tot het werk 4-4-4-5-5-5-6 cm meet, met de laatste naald aan de verkeerde kant. Meerder nu voor de halslijn aan de binnenkant van 3 steken – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1, als volgt: NAALD 1 (goede kant): Brei recht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 1 recht, brei 2 steken PUNNIKRAND. NAALD 2 (verkeerde kant): Brei 2 steken PUNNIKRAND, brei averecht tot het EINDE VAN DE NAALD. Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 8-9-9-10-10-11-11 keer (16-18-18-20-20-22-22 naalden gebreid) = 29-30-31-32-33-34-35 steken. Knip de draad af en plaats de steken op een hulpdraad. Brei de linker schouder voor. LINKER SCHOUDER VOOR: Begin aan de goede kant bij de halslijn op de linker schouder achter en neem 1 steek op in elke gebreide naald (aan de binnenkant van de buitenste steek = 20-20-21-21-22-22-23 steken) neem dan 1 steek op aan de buitenkant op de schouder (= kantsteek) = 21-21-22-22-23-23-24 schoudersteken. Voeg 1 markeerder in bij de hals. Alle lengte-afmetingen op het voorpand worden vanaf hier genomen. Brei averecht terug aan de verkeerde kant. Ga verder met tricotsteek en 2 steken PUNNIKRAND bij de halslijn als volgt: NAALD 1 (goede kant): Brei 2 steken PUNNIKRAND, brei recht tot het EINDE VAN DE NAALD. NAALD 2 (verkeerde kant): Brei averecht tot er 2 steken over zijn, brei 2 steken PUNNIKRAND. Herhaal NAALDEN 1 en 2 tot het werk 4-4-4-5-5-5-6 cm meet, met de laatste naald aan de verkeerde kant. Meerder nu voor de halslijn aan de binnenkant van 3 steken als volgt: NAALD 1 (goede kant): Brei 2 steken PUNNIKRAND, 1 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot het EINDE VAN DE NAALD. NAALD 2 (verkeerde kant): Brei averecht tot er 2 steken over zijn, brei 2 steken PUNNIKRAND. Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 8-9-9-10-10-11-11 keer (16-18-18-20-20-22-22 naalden gebreid) = 29-30-31-32-33-34-35 steken. De voor- en achterpanden worden nu samengevoegd en er worden steken opgenomen voor de mouwen, ga verder met de meerderingen voor de halslijn als volgt: NAALD 1 (goede kant): Begin met het linker voorpand: Brei 2 steken PUNNIKRAND, 1 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot er 2 steken over zijn op het voorpand, 1 steek afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over (kantsteek geminderd), voeg 1 markeerder in, neem 20-22-22-24-24-26-27 steken op langs een zijkant van het linker voorpand (de mouwsteken worden opgenomen aan de binnenkant van de buitenste steek), voeg 1 markeerder in, plaats het achterpand op de naald, brei de eerste 2 steken recht samen (kantsteek geminderd), brei recht tot er 2 steken over zijn op het achterpand, 1 steek afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over (kantsteek geminderd), neem 20-22-22-24-24-26-27 steken op langs de zijkant van het rechter voorpand (de mouwsteken worden opgenomen aan de binnenkant van de buitenste steek), voeg 1 markeerder in. Plaats het rechter voorpand op de naald, brei de eerste 2 steken recht samen (kantsteek geminderd), brei recht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 1 recht en brei 2 steken PUNNIKRAND = 162-170-174-182-186-194-200 steken. Er zijn 29-30-31-32-33-34-35 steken op elk voorpand, 20-22-22-24-24-26-27 steken op elke mouw en 64-66-68-70-72-74-76 steken op het achterpand. NAALD 2 (verkeerde kant): Brei 2 steken PUNNIKRAND, brei averecht tot de eerste markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-2, brei averecht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei averecht tot de volgende markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei averecht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei averecht tot er 2 steken over zijn, brei 2 steken PUNNIKRAND (4 gemeerderde steken) = 166-174-178-186-190-198-204 steken. NAALD 3 (goede kant): Brei 2 steken PUNNIKRAND, 1 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de eerste markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei recht tot de volgende markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei recht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 1 recht, brei 2 steken PUNNIKRAND (6 gemeerderde steken) = 172-180-184-192-196-204-210 steken. NAALD 4 (verkeerde kant): Brei 2 steken PUNNIKRAND, brei averecht tot er 2 steken over zijn, brei 2 steken PUNNIKRAND. NAALD 5 (goede kant): Zoals NAALD 3. NAALD 6 (verkeerde kant): Zoals NAALD 4. NAALD 7 (goede kant): Zoals NAALD 3. NAALD 8 (verkeerde kant): Zoals NAALD 4. NAALD 9 (goede kant): De voorpanden worden nu samengevoegd als volgt: Brei 2 steken PUNNIKRAND, 1 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de eerste markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei recht tot de volgende markeerder (= achterpand), verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei recht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 1 recht, plaats de laatste 2 steken op een kabelnaald, brei de eerste 2 steken recht samen (de 2 PUNNIKRANDsteken), brei de 2 steken van de kabelnaald recht samen = 188-196-200-208-212-220-226 steken. Er zijn 30-32-32-34-34-36-37 steken op elke mouw en 64-66-68-70-72-74-76 steken op de voor- en achterpanden. Het werk meet ongeveer 14-15-15-16-16-17-18 cm vanaf de markeerder. Een deel van de halslengte zit op het achterpand. De halslengte op het voorpand is ongeveer 12-13-13-14-14-14-15 cm. De halslengte op het achterpand is ongeveer 2-2-2-2-2-3-3 cm. Ga verder in de rondte, begin midden voor. PAS NAALD 1: Brei recht zonder te meerderen. NAALD 2: Brei recht, meerder 1 steek aan elke kant van de mouwen zoals hiervoor – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (4 gemeerderde steken). Het aantal steken op de mouwen nemen toe, maar blijft hetzelfde op de voor- en achterpanden. Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 7-6-5-5-3-1-1 keer (14-12-10-10-6-2-2 naalden gebreid; in totaal 12-11-10-10-8-6-6 meerderingen in de hoogte op de mouwen = 44-44-42-44-40-38-39 mouwsteken en 64-66-68-70-72-74-76 steken op de voor- en achterpanden) = 216-220-220-228-224-224-230 steken. Meerder nu op zowel het lijf als de mouwen, meerder voor het lijf aan de binnenkant van 2 rechte steken aan elke kant van de voor- en achterpanden als volgt: NAALD 1: Brei recht zonder te meerderen. NAALD 2: Brei recht tot er 2 steken over zijn voor de eerste markeerder, meerder 1 steek richting rechts, 2 recht, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, 2 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot er 2 steken over zijn voor de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, 2 recht, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, 2 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot het einde van de naald (8 gemeerderde steken, dus 1 gemeerderde steek aan elke kant van 2 gebreide steken in elke overgang tussen het lijf en de mouwen). Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 7-9-11-12-15-18-19 keer (14-18-22-24-30-36-38 naalden gebreid). Er zijn in totaal 19-20-21-22-23-24-25 meerderingen in de hoogte op de mouwen en 7-9-11-12-15-18-19 meerderingen in de hoogte op het lijf (58-62-64-68-70-74-77 mouwsteken en 78-84-90-94-102-110-114 steken op de voor- en achterpanden) = 272-292-308-324-344-368-382 steken. Brei 1 naald recht. De mouwen meten ongeveer 16-17-18-19-19-20-21 cm. Als de trui dubbel gevouwen wordt op de schouder, meet het werk ongeveer 22-23-24-26-26-27-28 cm vanaf de buitenkant van de schouder en naar beneden over het armsgat. Als het werk korter is dan dit, brei dan verder tot de juiste lengte zonder verdere meerderingen. Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen. VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: Brei recht tot de eerste markeerder, plaats de volgende 58-62-64-68-70-74-77 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 4-6-8-10-12-12-16 steken op (midden onder de mouw), brei 78-84-90-94-102-110-114 recht (= achterpand), plaats de volgende 58-62-64-68-70-74-77 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 4-6-8-10-12-12-16 steken op (midden onder de mouw), brei de laatste 78-84-90-94-102-110-114 steken recht (= voorpand). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. LIJF: = 164-180-196-208-228-244-260 steken. Ga verder in tricotsteek in de rondte voor nog een 19-20-21-21-22-23-24 cm. Brei AFKANTEN IN PUNNIKRAND – lees beschrijving hierboven. De trui meet ongeveer 45-47-49-51-53-55-57 cm vanaf de bovenkant van de schouder. MOUWEN: Plaats de 58-62-64-68-70-74-77 mouwsteken van een hulpdraad op rondbreinaald 4 mm en neem 1 steek op in elk van de 4-6-8-10-12-12-16 opgezette steken onder de mouw – lees MOUWTIP = 62-68-72-78-82-86-93 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 4-6-8-10-12-12-16 steken onder de mouw- de naald begint bij de markeerdraad. Brei in tricotsteek in de rondte. TEGELIJKERTIJD, als de mouw 1 cm meet vanaf de scheiding, minder dan midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN als volgt: Minder 2-2-2-2-2-2-3 keer 2 steken iedere 2e naald, minder dan in totaal 3-5-6-8-9-10-12 keer 2 steken iedere 9-5-4-3-3-3-2½ cm = 52-54-56-58-60-62-63 steken. Brei verder tot de mouw 41-40-40-39-40-39-39 cm meet vanaf de scheiding. Brei 1 naald recht en minder 7-7-8-8-9-9-9 steken verdeeld op de naald = 45-47-48-50-51-53-54 steken. Brei AFKANTEN IN PUNNIKRAND. |
|
![]() |
|
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #softhorizonsweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 30 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 263-20
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.