Painted Coastline Sweater#paintedcoastlinesweater |
|
![]() |
![]() |
Gebreide trui in 1 draad DROPS Fiesta en 2 draden DROPS Kid-Silk. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid in tricotsteek, met Europeaanse pas en PUNNIKRAND. Maten XS - XXXL.
DROPS 264-27 |
|
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- TIP VOOR HET MEERDEREN-1: MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS – aan de goede kant (nieuwe steek draait naar links): Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei recht door de achterste lus. MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS – aan de goede kant (de nieuwe steek draait naar rechts): Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei recht door de voorste lus. TIP VOOR HET MEERDEREN-2: MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS – op de verkeerde kant (de nieuwe steek draait naar links): Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei averecht door de voorste lus. MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS – op de verkeerde kant (de nieuwe steek draait naar rechts): Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei averecht door de achterste lus. MOUWTIP: Als u steken opneemt onder de mouw, kan er een klein gaatje ontstaan in de overgang tussen de steken op het lijf en de mouw. Dit gaatje kan gesloten worden door de draad tussen 2 steken op te nemen en deze gedraaid samen te breien met de eerste steek tussen het lijf en de mouw. TIP VOOR HET MINDEREN: Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (2 steken geminderd). AFKANTEN IN PUNNIKRAND: Kant na de laatste naald af als volgt: BEGIN (goede kant): Zet 3 steken op de rechter naald. Zet deze 3 steken op de linker naald zodat de breidraad 3 steken verderop op de naald zit (de draad trekt het werk aan tijdens het breien zodat er een kleine tube wordt gevormd). NAALD 1 (goede kant): 2 recht, brei 2 steken gedraaid recht samen. Zet de 3 steken terug op de linker naald. Keer het werk niet. Herhaal NAALD 1 tot er 3 steken over zijn. Zet de 3 steken terug op de linker naald. Kant af. Naai een kleine de steek, om het begin en einde van de PUNNIKRAND samen te voegen. ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK. Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel wanneer nodig. Brei volgens punten 1 – 5. 1 ACHTERPAND: Zet steken op voor de achterkant van de hals. Brei het achterpand heen en weer gebreid, meerder steken aan elke kant tot het aantal schoudersteken bereikt is. Het achterpand heeft ietwat diagonale schouders. 2 VOORPAND: Wordt gebreid in 2 delen (elke kant van de hals). Begin door steken op te nemen langs een schouder achter, brei naar beneden en meerder voor de halslijn. Herhaal op de andere schouder. Dan worden er steken opgezet voor de halslijn midden voor, de 2 voorste schouders worden samengevoegd en het voorpand wordt verder heen en weer gebreid tot de aangegeven afmeting. 3 PAS: Op de volgende naald worden alle delen op dezelfde rondbreinaald gezet, brei eerst het voorpand, neem steken op voor de mouw lang een kant van het voorpand, brei het achterpand, neem steken op voor de mouw langs de andere kant van het voorpand. De pas wordt verder in de rondte gebreid 4 MEERDEREN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: Terwijl u de pas breit meerdert eerst u steken voor de mouwen en later voor het lijf. 5 LIJF EN MOUWEN: Als de pas klaar is, wordt het werk verdeeld voor het lijf en de mouwen. Het lijf wordt verder in de rondte gebreid terwijl de mouwen wachten. Dan worden de mouwen van boven naar beneden gebreid. Er worden steken opgenomen rondom de halslijn en de hals wordt in de rondte gebreid op het einde. ACHTERPAND: Het werk wordt heen en weer gebreid. Zet 24-24-26-26-28-30-30 steken op met rondbreinaald 5.5 mm, 1 draad DROPS Fiesta en 2 draden DROPS Kid-Silk (3 draden). NAALD 1 (verkeerde kant): Averecht. NAALD 2 (goede kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1. 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 recht. NAALD 3 (verkeerde kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN -2. 3 averecht, meerder 1 steek richting links, brei averecht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 averecht. Brei NAALDEN 2 en 3 in totaal 8-8-8-8-8-8-9 keer (16-16-16-16-16-16-18 naalden gebreid) = 56-56-58-58-60-62-66 steken. Denk om de stekenverhouding. Knip de draad af en plaats de steken op een hulpdraad. LINKERSCHOUDER: Vind de linker schouder achter als volgt: Leg het achterpand plat neer, met de goede kant naar boven, met de hulpdraad naar u toe; linkerkant van het werk = linker schouder. Neem aan de goede kant steken op langs de linker schouder achter, 1 steek in elke gebreide naald, aan de binnenkant van de buitenste steek, brei vanaf de hals tot de schouder = 16-16-16-16-16-16-18 steken. Voeg 1 markeerdraad in bij de halslijn. Alle lengte-afmetingen op het voorpand worden vanaf hier genomen. Brei tricotsteek met de eerste naald aan de verkeerde kant. Als het werk 7-7-8-8-8-9-9 cm meet vanaf de markeerdraad, meerder dan voor de halslijn als volgt: NAALD 1 (goede kant): Denk om TIP VOOR HET MEERDEREN -1. 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot het EINDE VAN DE NAALD. NAALD 2 (verkeerde kant): Averecht. Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 4-4-4-4-4-4-4 keer (8-8-8-8-8-8-8 naalden gebreid) = 20-20-20-20-20-20-22 steken. De meerderingen voor de halslijn zijn klaar. Het werk meet ongeveer 11-11-12-12-12-13-13 cm vanaf de markeerdraad. Een deel van de halslengte komt op het achterpand. De halslengte aan de voorkant = 9-9-9-9-9-10-10 cm, de halslengte op de achterkant = 2-2-3-3-3-3-3 cm. Knip de draad af en plaats de steken op een hulpdraad. RECHTERSCHOUDER: Vind de rechter schouder achter als volgt: Leg het achterpand plat neer, met de goede kant naar boven, met de hulpdraad naar u toe; goede kant van het werk = rechterschouder. Neem aan de goede kant over de rechter schouder achter, 1 steek op in elke gebreide naald, aan de binnenkant van de buitenste steek, brei vanaf de schouder tot de hals = 16-16-16-16-16-16-18 steken. Voeg 1 markeerdraad in bij de halslijn. Alle lengte-afmetingen op het voorpand worden vanaf hier genomen. Brei tricotsteek met de eerste naald aan de verkeerde kant. Als het werk 7-7-8-8-8-9-9 cm meet vanaf de markeerdraad, meerder dan voor de halslijn als volgt: NAALD 1 (goede kant): Brei recht tot er 3 steken over zijn op de naald, meerder 1 steek richting rechts - denk om TIP VOOR HET MEERDEREN -1. 3 recht. NAALD 2 (verkeerde kant): Averecht. Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 4-4-4-4-4-4-4 keer (8-8-8-8-8-8-8 naalden gebreid) = 20-20-20-20-20-20-22 steken. De meerderingen voor de halslijn zijn klaar. Het werk meet ongeveer 11-11-12-12-12-13-13 cm vanaf de markeerdraad. Een klein deel van de halslengte komt op het achterpand. De halslengte aan de voorkant = 9-9-9-9-9-10-10 cm. De halslengte aan de achterkant = 2-2-3-3-3-3-3 cm. De 2 schouders worden nu samengevoegd voor het voorpand. VOORPAND: Aan de goede kant, brei de 20-20-20-20-20-20-22 steken op de rechterschouder recht, zet 16-16-18-18-20-22-22 steken op, brei de 20-20-20-20-20-20-22 steken op de linkerschouder recht = 56-56-58-58-60-62-66 steken. Brei tricotsteek heen en weer gebreid over alle steken tot het werk 12-12-13-13-14-14-15 cm meet vanaf de markeerdraad. Voeg nu de voor- en achterpanden samen en neem steken op voor de mouwen als volgt: NAALD 1: Brei de eerste 2 steken op het voorpand recht samen (= 1 steek geminderd), brei recht tot er 2 steken over zijn op het voorpand, 1 steek afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over (= 1 steek geminderd), voeg 1 markeerdraad in, neem 18-18-20-20-22-22-22 steken op over de linker kant van het voorpand (= mouwsteken en neem de steken op aan de binnenkant van de buitenste steek), voeg 1 markeerdraad in, brei de eerste 2 steken op het achterpand recht samen (= 1 steek geminderd), brei recht tot er 2 steken over zijn op het achterpand, 1 steek afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over (= 1 steek geminderd), voeg 1 markeerdraad in, neem 18-18-20-20-22-22-22 steken op langs de rechter kant van het voorpand (= mouwsteken, neem steken op aan de binnenkant van de buitenste steek), voeg 1 markeerdraad in = 144-144-152-152-160-164-172 steken. PAS: De pas wordt in de rondte gebreid. NAALD 1: Brei recht en meerder 1 steek aan elke kant van de mouwen – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN -1, meerder 1 steek richting links op het begin van de mouw en 1 steek richting rechts aan het einde van de mouw; het aantal steken op de mouw nemen toe, maar blijft hetzelfde op de voor- en achterpanden. Brei deze naald 1 keer = 22-22-24-24-26-26-26 mouwsteken en 54-54-56-56-58-60-64 steken op de voor- en achterpanden = 152-152-160-160-168-172-180 steken. Ga nu verder als volgt: NAALD 1: Brei recht en meerder 1 steek aan elke kant van beide mouwen zoals hiervoor – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN -1, het aantal steken op de mouw neemt toe, maar blijft hetzelfde op de voor- en achterpanden. NAALD 2: Brei recht zonder te meerderen. Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 6-4-3-4-2-1-1 keer (12-8-6-8-4-2-2 naalden gebreid. Er zijn in totaal 8-6-5-6-4-3-3 meerderingen in de hoogte op de mouwen = 34-30-30-32-30-28-28 mouwsteken en 54-54-56-56-58-60-64 steken op de voor- en achterpanden) = 176-168-172-176-176-176-184 steken. U meerdert nu op zowel het lijf als op de mouwen, brei de meerderingen 2 steken na/voor de markeerdraden op het lijf zodat u 2 steken tussen de meerderingen op de mouw en het lijf heeft, als volgt: NAALD 1: 2 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot er 2 steken over zijn voor de eerste markeerdraad, meerder 1 steek richting rechts, 2 recht, verplaats de markeerdraad naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerdraad (= mouw), meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerdraad op de rechter naald, 2 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot er 2 steken over zijn voor de volgende markeerdraad, meerder 1 steek richting rechts, 2 recht, verplaats de markeerdraad op de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerdraad (= mouw), meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerdraad naar de rechter naald (= 8 steken gemeerderd, 1 steek gemeerderd aan elke kant van 2 steken in elke overgang tussen het lijf en de mouwen). NAALD 2: Brei recht zonder te meerderen. Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 5-8-9-12-13-17-18 keer (= 20-32-36-48-52-68-72 naalden gebreid; in totaal 13-14-14-18-17-20-21 meerderingen in de hoogte op de mouwen en 5-8-9-12-13-17-18 meerderingen in de hoogte op het lijf = 44-46-48-56-56-62-64 mouwsteken en 64-70-74-80-84-94-100 steken op de voor- en achterpanden) = 216-232-244-272-280-312-328 steken. De mouw meet ongeveer 13-14-14-18-17-20-21 cm – LET OP: als de trui dubbel wordt gevouwen op de schouder, meet het werk ongeveer 19-20-21-25-24-27-29 cm vanaf de bovenkant van de schouder en naar beneden over het armsgat. Als het werk korter is dan dit, brei dan verder tot de juiste afmeting. Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen. VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: Brei de eerste 64-70-74-80-84-94-100 steken recht (= voorpand), plaats de volgende 44-46-48-56-56-62-64 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-8-10-10-12 steken op (midden onder de mouw), brei 64-70-74-80-84-94-100 recht (= achterpand), plaats de volgende 44-46-48-56-56-62-64 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-8-10-10-12 steken op (midden onder de mouw). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. LIJF: = 140-152-164-176-188-208-224 steken. Brei in tricotsteek in de rondte voor nog een 27-28-29-27-29-28-28 cm. Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Brei boordsteek (1 recht, 1 averecht). Meerder tegelijkertijd 30-32-34-36-38-40-46 steken verdeeld op de eerste naald = 170-184-198-212-226-248-270 steken. Als de boordsteek 4-4-4-4-5-5-5 cm meet, kant dan af met boordsteek. De trui meet ongeveer 54-56-58-60-62-64-66 cm. MOUWEN: Plaats de 44-46-48-56-56-62-64 mouwsteken vanaf een hulpdraad op rondbreinaald 5.5 mm en neem 1 steek op in elk van de 6-6-8-8-10-10-12 opgezette steken onder de mouw – lees MOUWTIP = 50-52-56-64-66-72-76 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 6-6-8-8-10-10-12 steken onder de mouw- de naald begint bij de markeerdraad. Brei in tricotsteek in de rondte. TEGELIJKERTIJD, als de mouw 3 cm meet vanaf de scheiding, minder dan midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN, als volgt: Minder 2 steken iedere 10-10-8-3½-3-2-2 cm in totaal 3-3-4-7-8-10-11 keer = 44-46-48-50-50-52-54 steken. Brei verder tot de mouw 42-42-42-39-40-38-36 cm meet vanaf de scheiding. Brei AFKANTEN IN PUNNIKRAND – lees uitleg hierboven De mouw meet ongeveer 55-56-56-57-57-58-57 cm vanaf de schouder. HALS: Neem 64 tot 80 steken op rondom de halslijn. Brei afkanten in PUNNIKRAND. |
|
![]() |
|
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #paintedcoastlinesweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 29 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 264-27
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.