Jacki Fagan schreef:
What does A.1 A.2 A.3 A.4 stand for/represent?
28.04.2025 - 16:50DROPS Design antwoorde:
Hi Jacki, They are the numbers for the diagrams, which are shown at the bottom of the pattern. Regards, Drops Team.
29.04.2025 - 07:31
Sirpa Backfolk schreef:
Tässä mallissa ei kyllä kaikki täsmää.neuletiheys pituus ja leveyssuuntaan täsmää, ohjeessa maininta valmiin kpl:een mitta koossa M 104 cm((ympärimitta), mutta tekemäni työ antaa mitaksi 124 cm. Eli aivan liian leveä.käytän työssä v.koukkua nr 4, pinempää ei tuolle langalle voi käyttää.
31.03.2025 - 10:21
Love Stripes#lovestripessweater |
||||||||||||||||
![]() |
![]() |
|||||||||||||||
Gehaakte trui in DROPS Cotton Light. Het werk wordt van boven naar beneden gehaakt met raglan en strepen. Maten S - XXXL.
DROPS 257-28 |
||||||||||||||||
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.4. De telpatronen worden van rechts naar links gelezen aan de goede kant en van links naar rechts aan de verkeerde kant. LOSSE: Als u aan het uiteinde van de haaknaald haakt, is de losse vaak te strak. 1 losse zou even lang moeten zijn als 1 stokje breed is. STREPEN: Het hele werk wordt gehaakt in afwisselende strepen van 2 toeren lichtbeige en 2 toeren karmijnrood (1 toer aan de goede kant en aan de verkeerde kant in elke kleur). INFORMATIE VOOR HET HAKEN: Elke toer begint met 3 lossen, welke het eerste stokje vervangen. De toer eindigt met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer, voordat u het werk keert en de volgende toer haakt aan de andere kant (afwisselende toeren aan de goede en de verkeerde kant). TIP VOOR DE STREEP: Als u strepen haakt, is het het mooist om de draad af te knippen en af te hechten na elke streep. 2 STOKJES SAMEN: Om een gaatje te sluiten, haak dan als volgt na elke lossenlus (pas) of in de buitenste losse (mouw): * Maak 1 omslag, voeg de haaknaald in om de lossenlus/losse, neem de draad op, maak 1 omslag en haal het door de eerste 2 lussen op de haaknaald *, haak van *-* 1 keer, maak 1 omslag en haal het door alle 3 lussen op de haaknaald (1 steek geminderd). TIP VOOR HET MINDEREN: Minder op het begin en einde van de toer als volgt: Haak het eerste stokje zoals hiervoor (dus 3 lossen welke het eerste stokje vervangen), haak de volgende 2 stokjes samen als volgt: * Maak 1 omslag, voeg de haaknaald in bij de volgende steek, neem de draad op, maak 1 omslag en haal het door de eerste 2 lussen op de haaknaald *, haak van *-* 1 keer, maak 1 omslag en haal het door alle 3 lussen op de haaknaald (1 steek geminderd). Haak zoals hiervoor tot er 3 stokjes over zijn op de toer, minder 1 stokje op dezelfde manier, haak dan 1 stokje in het laatste stokje (= 2 steken geminderd). ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: De trui wordt heen en weer gehaakt, waarbij u de toeren aan het einde samen haakt om een naad midden achter en op de mouwen te voorkomen. De pas wordt vanaf midden achter gehaakt en van boven naar beneden. Als de pas klaar is, wordt het werk verdeeld voor het lijf en de mouwen en het lijf wordt verder heen en weer gehaakt, terwijl de mouwen wachten. De mouwen worden van boven naar beneden en heen en weer gehaakt. Op het einde wordt er een rand rondom de halslijn gehaakt. PAS: Gebruik DROPS Cotton Light karmijnrood en haaknaald 4.5 mm. Haak 80-84-88-92-96-100 LOSSEN – lees beschrijving hierboven. Het hele werk wordt in STREPEN gehaakt – lees beschrijving hierboven. Keer het werk. Ga verder met lichtbeige. Lees PATROON, INFORMATIE VOOR HET HAKEN en TIP VOOR DE STREPEN. Haak de eerste toer aan de goede kant als volgt: 1 stokje in elk van de eerste 11-12-12-13-14-15 lossen (= helft van het achterpand), A.1 in de volgende losse (= raglan), 1 stokje in elk van de volgende 16-16-18-18-18-18 lossen (= mouw), A.2 in de volgende losse (= raglan), 1 stokje in elk van de volgende 22-24-24-26-28-30 lossen (= voorpand), A.1 in de volgende losse (= raglan), 1 stokje in elk van de volgende 16-16-18-18-18-18 lossen (= mouw), A.2 in de volgende losse (= raglan), 1 stokje in elk van de volgende 11-12-12-13-14-15 lossen (= helft van het achterpand). Er zijn 84-88-92-96-100-104 stokjes en 4 lossenlussen op de toer. Haak verder in afwisselend aan de goede en de verkeerde kant tot A.1 en A.2 klaar zijn in de hoogte – let erop dat elke toer eindigt met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer voordat u het werk keert, om de pas samen te voegen. Er zijn 140-144-148-152-156-160 stokjes op de toer, als volgt verdeeld tussen de 4 lossenlussen: 32-32-34-34-34-34 stokjes op elke mouw en 38-40-40-42-44-46 stokjes op de voor- en achterpanden. Denk om de stekenverhouding. Ga verder met A.3 over A.1 en A.4 over A.2 in totaal 9-10-11-12-13-15 keer in de hoogte (14-15-16-17-18-20 gehaakte toeren vanaf de opzetrand). Er zijn 248-264-280-296-312-340 stokjes, als volgt verdeeld tussen de 4 lossenlussen: 50-52-56-58-60-64 stokjes op elke mouw en 74-80-84-90-96-106 stokjes op de voor- en achterpanden. Haak 1 toer met 1 stokje in elk stokje; om het gaatje te sluiten haakt u 2 STOKJES SAMEN om elke lossenlus – lees beschrijving hierboven = 252-268-284-300-316-344 stokjes. De pas meet ongeveer 19-20-21-23-24-26 cm midden achter. Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen. VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: Haak 1 stokje in elk van de eerste 38-41-43-46-49-54 stokjes (= helft van het achterpand), sla 50-52-56-58-60-64 stokjes over (= mouw), haak 4-4-6-8-12-12 lossen (onder de mouw), haak 1 stokje in elk van de volgende 76-82-86-92-98-108 stokjes (= voorpand), sla 50-52-56-58-60-64 stokjes over (= mouw), haak 4-4-6-8-12-12 lossen (onder de mouw), haak 1 stokje in elk van de laatste 38-41-43-46-49-54 stokjes (= helft van het achterpand). Haak het lijf terwijl de mouwen wachten. Knip de draad af; de nieuwe toer begint midden onder een mouw. LIJF: = 160-172-184-200-220-240 steken. Ga verder aan de goede of de verkeerde kant, zodat de textuur doorloopt vanaf de pas. Ga verder met de strepen vanaf de pas. Begin met 1 halve vaste in de 3e-3e-4e-5e-7e-7e losse gehaakt onder de mouw, haak 3 lossen (vervangen het eerste stokje), haak 1 stokje in elk van de volgende 1-1-2-3-5-5 lossen, haak stokjes tot de volgende set van lossen, 1 stokje in elk van de 4-4-6-8-12-12 lossen, 1 stokje in elk van de stokjes tot de eerste set van lossen, 1 stokje in elk van de 2-2-3-4-6-6 lossen = 160-172-184-200-220-240 stokjes. Ga verder heen en weer gehaakt met stokjes en strepen tot het werk 43-45-46-48-50-52 cm meet midden achter, eindig na 2 toeren van karmijnrood. De trui meet ongeveer 48-50-52-54-56-58 cm vanaf de bovenkant van de schouder. MOUWEN: Ga verder vanaf de goede of de verkeerde kant zodat de textuur vanaf de pas verder loopt. Ga verder met de strepen vanaf de pas. Begin met 1 halve vaste in de 3e-3e-4e-5e-7e-7e losse gehaakt onder de mouw, haak 3 lossen (vervangen het eerste stokje), haak 1 stokje in elk van de volgende 0-0-1-2-4-4 lossen, haak 2 stokjes samen in de laatste losse, 1 stokje in elk van de 50-52-56-58-60-64 overgeslagen steken voor de mouw, haak 2 stokjes samen in de eerste losse en 1 stokje in elk van de laatste 1-1-2-3-5-5 lossen onder de mouw = 54-56-62-66-72-76 stokjes. Eindig de toer met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de toer (midden onder de mouw). Ga verder met stokjes en strepen afwisselend aan de goede en de verkeerde kant tot de mouw 3 cm meet. Minder nu 1 stokje aan elke kant van de markeerdraad midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 12-12-7-6-4-3 cm in totaal 4-4-6-7-10-11 keer = 46-48-50-52-52-54 stokjes. Haak tot de mouw 46-46-46-44-44-42 cm meet vanaf de scheiding, eindig na 2 toeren karmijnrood. HALSRAND: Gebruik karmijnrood en haaknaald 4.5 mm. Hecht de draad af met 1 halve vaste midden achter. Haak rondom de halslijn als volgt: * 2 lossen, sla 1 stokje over, 1 halve vaste in het volgende stokje *, haak van *-* tot het einde van de toer = 40-42-44-46-48-50 lossenlussen. Haak op de volgende toer 1 halve vaste om de eerste lossenlus – denk om INFORMATIE VOOR HET HAKEN, haak 2 stokjes om elke lossenlus tot het einde van de toer = 80-84-88-92-96-100 stokjes. Knip en hecht de draad af. |
||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||
|
||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #lovestripessweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 12 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 257-28
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.