Gebogen (wit) No. 521
BestelAls u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Hobbydoos.be website
Juliana Cardigan / DROPS 161-23
Andere taal:
Nederlands#julianacardigan
DROPS design: Model nr. bs-078
-------------------------------------------------------
Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger
-------------------------------------------------------
Gebogen (wit) No. 521
BestelAls u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Hobbydoos.be website
![]() |
= recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant |
![]() |
= 2 r samen |
![]() |
= 1 r afh, 1 r, afgeh st overh |
![]() |
= 1 omsl tussen 2 st |
![]() |
= 1 r afh, 2 r samen, afgeh st overh |
Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.
Deze stap-voor-stap instructie kan tevens behulpzaam zijn:
Waarom is de stekenverhouding zo belangrijk?
De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.
De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.
De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.
Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet
Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt
Hoe weet ik hoeveel bollen ik nodig heb?
De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.
Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?
Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.
LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.
Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?
Wat zijn de garengroepen?
Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.
Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep
Hoe gebruik ik de garenvervanger?
Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).
Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.
Waarom staan er garens in de patronen die niet meer leverbaar zijn?
Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.
Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.
De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.
What size should I knit?
Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.
U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.
Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen
Waarom krijg ik de verkeerde stekenverhouding met de aangegeven naalddikte?
De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.
Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.
Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding
Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding
Waarom wordt het patroon van boven naar beneden gereid?
Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.
In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.
Hoe brei ik volgens een telpatroon?
Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.
Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.
Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.
Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?
Hoe haak ik volgens een telpatroon?
Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.
Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.
Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.
Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.
Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.
Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken
Hoe brei/haak je verschillende telpatronen tegelijkertijd op dezelfde naald/toer
Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.
De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.
Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest
Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest
Waarom zijn de mouwen korter in de grotere maten?
De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.
Waar op het kledingstuk wordt de lengte gemeten??
De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.
Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.
Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen
Wat is een herhaling?
Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.
Waarom begint het werk met meer lossen dan waarmee gehaakt wordt?
Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.
Waarom meerderen voor de boord als het werk van boven naar beneden gebreid wordt?
De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.
Waarom meerderen in de afkantrand?
Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.
Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen
Hoe meerder/minder je afwisselend op elke 3e en 4e naald/toer?
Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.
Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend
Hoe kan ik een vest in de rondte breien, in plaats van heen en weer?
Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.
Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen
Kan ik een trui heen en weer breien in plaats van in de rondte?
Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.
Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?
Waarom is het patroon een beetje anders dan wat ik op de foto zie?
Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.
Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!
Hoe verander ik een kledingstuk voor dames in eentje voor heren?
Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.
Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.
Hoe voorkom ik dat een harig kledingstuk gaat pillen of pluizen?
Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.
Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:
1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt
2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.
3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.
4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.
Waarom pilt mijn kledingstuk?
Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.
U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.
Juliana Cardigan#julianacardigan |
||||||||||||||||
![]() |
![]() |
|||||||||||||||
Gebreid DROPS vest met raglan en kantpatroon van ”BabyAlpaca Silk”. Maat: S - XXXL.
DROPS 161-23 |
||||||||||||||||
RIBBELST (in de rondte gebreid): * brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*. 1 ribbel = 2 nld. RIBBELST (heen en weer gebreid): Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r. PATROON: Zie telpatronen A.1 tot en met A.4. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. TIP VOOR HET MEERDEREN: Alle meerderingen worden gemaakt aan de goede kant. Brei tot er 1 st overblijft voor de markeerder, 1 omsl, 2 r, 1 omsl. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid averecht (dus brei achter in de steek in plaats van voor in de steek) om gaatjes te voorkomen. RAGLAN: Minder 1 st aan elke kant van elke markeerder. MINDER ELKE 4e NLD ALS VOLGT: Minder alleen in de 1e nld, maar alle 4 nld worden uitgelegd zodat u weet hoe u verder gaat op het kantpatroon. NLD 1 (= goede kant): begin 5 st voor elke markeerder en brei als volgt: 3 r samen, 1 omsl, 1 gedraaid r, 2 r (markeerder staat in midden tussen deze 2 st), 1 gedraaid r, 1 omsl, 3 gedraaid r samen. NLD 2: brei alle st av en brei de omsl niet gedraaid – ze moeten gaatjes worden. NLD 3 (= goede kant): begin 4 st voor elke markeerder en brei als volgt: 2 r samen, 1 omsl, 1 gedraaid r, 2 r (markeerder staat in midden tussen deze 2 st), 1 gedraaid r, 1 omsl, 2 gedraaid r samen. NLD 4: als de 2e nld. MINDER OM DE NLD ALS VOLGT: NLD 1 (= goede kant): begin 5 st voor elke markeerder en brei als volgt: 3 r samen, 1 omsl, 1 gedraaid r, 2 r (markeerder staat in midden tussen deze 2 st), 1 gedraaid r, 1 omsl, 3 gedraaid r samen. NLD 2: brei alle st av en brei de omsl niet gedraaid – ze moeten gaatjes worden. PATROON-1: NLD 1 (= verkeerde kant): 6 voorbies st in ribbelst, r tot er 6 st over zijn, 6 voorbies st in ribbelst. NLD 2 (= goede kant): 6 voorbies st in ribbelst, r tot er 6 st over zijn, 6 voorbies st in ribbelst. NLD 3: 6 voorbies st in ribbelst, av tot er 6 st over zijn, 6 voorbies st in ribbelst. NLD 4: brei 6 voorbies st in ribbelst, * 2 r samen, 1 omsl *, herhaal van *-* tot er 7 st over zijn, 1 r, 6 voorbies st in ribbelst. NLD 5: brei als de 3e nld. KNOOPSGATEN: Maak knoopsgaten op de rechtervoorbies. 1 knoopsgat = brei de derde en vierde st vanaf de kant samen en maak 1 omsl. Maak knoopsgaten bij een hoogte van: MAAT S: 11, 18, 25, 32, 39 en 46 cm. MAAT M: 13, 20, 27, 34, 41 en 48 cm. MAAT L: 12, 20, 28, 36, 43 en 50 cm. MAAT XL: 12, 20, 28, 36, 44 en 52 cm. MAAT XXL: 12, 19, 26, 33, 40, 47 en 54 cm MAAT XXXL: 14, 21, 28, 35, 42, 49 en 56 cm ---------------------------------------------------------- VEST: Wordt van onderen naar boven, heen en weer gebreid op de rondbreinld. LIJF: Zet 237-265-279-307-335-363 st op (incl. 6 voorbies st aan elke kant van het werk) met rondbreinld 3 mm en BabyAlpaca Silk. Brei 2 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven - over alle st. Brei dan als volgt aan de goede kant: 6 voorbies st in ribbelst, A.1 (= 5 st), A.2 (= 14 st) 15-17-18-20-22-24 keer in de breedte, A.3 (= 10 st) en eindig met 6 voorbies st in ribbelst. Brei de voorbies st in ribbelst tot het werk klaar is. DENK OM DE KNOOPSGATEN OP DE RECHTERVOORBIES - zie uitleg boven. Als A.1-A.3 een keer in de hoogte is gebreid, staan er nog 205-229-241-265-289-313 st op de nld. DENK OM DE STEKENVERHOUDING. Minder in de volgende nld aan de goede kant 17-17-13-13-13-13 st gelijkmatig (LET OP: minder niet over de voorbies st) = 188-212-228-252-276-300 st. Het werk meet ongeveer 21-21-21-21-24-24 cm. Ga verder in tricotst. Plaats 1 markeerder 50-56-60-66-72-78 st vanaf elke kant middenvoor om de zijkanten aan te geven (= 88-100-108-120-132-144 st op het achterpand en 50-56-60-66-72-78 st op elk voorpand). Meerder bij een hoogte van 25-25-25-25-28-28 cm 1 st in de volgende nld aan de goede kant aan elke kant van beide markeerders (= 4 st gemeerderd) – zie TIP VOOR HET MEERDEREN. Herhaal dit meerderen elke 1-2-1-1-1-1 cm nog 4-2-4-4-4-4 keer = 208-224-248-272-296-320 st. Kant bij een hoogte van 31-32-33-34-35-36 cm af voor de armsgaten aan elke kant als volgt: Brei tot er 6 st over zijn voor de eerste markeerder, kant de volgende 12 st af, brei tot er 6 st over zijn voor de 2e markeerder, kant de volgende 12 st af en brei de rest van de nld. Er zijn nu 86-94-106-118-130-142 st op het achterpand en 49-53-59-65-71-77 st op elk voorpand. Laat het werk rusten en brei de mouwen. MOUW: Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop. Zet 46-46-50-52-56-58 st op met breinld zonder knop 3 mm en BabyAlpaca Silk. Brei 2 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven. Brei in de volgende nld r en meerder 2-2-6-4-4-2 st gelijkmatig = 48-48-56-56-60-60 st. Brei dan A.4 (= 12-12-14-14-12-12 st) 4-4-4-4-5-5 keer in totaal in de rondte. Ga als A.4 een keer in de hoogte is gebreid verder in tricotst. Plaats 1 markeerder aan het begin van de nld. Meerder bij een hoogte van 7-6-8-8-8-7 cm 1 st aan elke kant van de markeerder (= midden onder de mouw). Herhaal dit meerderen elke 3-2½-2½-2-2-2 cm nog 13-16-14-17-17-19 keer = 76-82-86-92-96-100 st. Brei tot een hoogte van 48-48-47-47-47-47 cm (minder cm voor de grotere maten, want deze hebben bredere schouders) en kant dan 12 st af midden onder de mouw = 64-70-74-80-84-88 st. Laat het werk rusten en brei nog een mouw. PAS: Zet de mouwen op dezelfde rondbreinld als het lijf waar afgekant is voor de armsgaten = 312-340-372-408-440-472 st. Plaats 1 markeerder in alle overgangen tussen mouwen en lijf (= 4 markeerders). Ga verder in tricotst en minder TEGELIJKERTIJD in de volgende nld aan de goede kant voor de RAGLAN – zie uitleg boven als volgt: minder elke 4e nld (dus om de nld aan de goede kant) 7-5-3-0-0-0 keer, dan om de nld (dus elke nld aan de goede kant) 8-14-20-27-29-30 keer. Na alle minderen voor de raglan staan er 192-188-188-192-208-232 st op de nld. Brei 1 nld av aan de verkeerde kant, brei 1 nld recht aan de goede kant en minder TEGELIJKERTIJD 35-31-27-31-43-67 st gelijkmatig (LET OP: minder niet over de voorbies st) = 157-157-161-161-165-165 st. Brei dan PATROON-1 - zie uitleg boven. Brei 2 ribbels. Kant dan losjes alle st af. AFWERKING: Naai de openingen onder de mouwen dicht. Naai de knopen op de linkervoorbies. |
||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||
|
||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #julianacardigan of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 28 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Met meer dan 40 jaar ervaring in brei- en haakdesign biedt DROPS Design één van de meest uitgebreide collecties van gratis patronen aan op internet vertaald in 314 talen. Tot en met vandaag hebben wij 11820 boeken en 11525 patronen gepubliceerd.
Wij werken hard om u het beste van haken en breien te bieden; patronen, inspiratie, advies en natuurlijk garens van uitstekende kwaliteit voor de allerbeste prijzen! Wilt u onze patronen gebruiken voor meer dan privégebruik? U kunt lezen wat wel en niet is toegestaan is in de Copyright tekst, die u onderaan elk patroon kunt vinden. Veel handwerkplezier!
Laat een opmerking achter voor DROPS 161-23
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.