Greenland#greenlandsweater |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Gebreide DROPS trui met structuurpatroon, wijde mouwen en diepe raglan van ”Lima”. Maat: S - XXXL.
DROPS 150-13 |
||||||||||||||||||||||
RIBBELST (in de rondte op breinld zonder knop/rondbreinld): * brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*. 1 ribbel = 2 nld. PATROON: Zie telpatronen A.1 tot en met A.3. De telpatronen geven de goede kant van het werk weer. Kies het telpatroon voor de juiste maat. TIP VOOR HET MEERDEREN: Meerder 1 st door 1 omsl te maken. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid recht (dus brei in achterste lus van st in plaats van voorste lus) om gaatjes te voorkomen. TIP VOOR HET MINDEREN (voor de raglan): Minder voor de raglan aan elke kant van A.1 in elke overgang tussen mouwen en lijf. Minder als volgt voor A.1: 2 st r samen. Minder als volgt na A.1: 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh. ---------------------------------------------------------- LIJF: Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinld. Zet 220-236-252-272-292-316 st op met rondbreinld 4 mm en Lima. Brei 2 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven. Ga verder met rondbreinld 5 mm, plaats 1 markeerder aan het begin van de nld en 1 markeerder na 110-118-126-136-146-158 st (= de zijkanten). Brei de volgende nld als volgt: brei 7-11-15-6-11-17 st in tricotst, A.1 (= 6 st), A.2 (= 42-42-42-56-56-56 st), A.3 (= 42-42-42-56-56-56 st, A.1 (= 6 st), 14-22-30-12-22-34 st in tricotst (markeerder aan de zijkant zit in het midden van deze st), A.1 (= 6 st), A.2 (= 42-42-42-56-56-56 st), A.3 (= 42-42-42-56-56-56 st), A.1 (= 6 st) en brei de laatste 7-11-15-6-11-17 st in tricotst. Ga zo verder in patroon. DENK OM DE STEKENVERHOUDING EN LEES DE REST VAN HET LIJF VOOR U VERDER GAAT! MEERDEREN AAN DE ZIJKANTEN: Meerder bij een hoogte van 6-6-6-7-7-7 cm 1 st aan elke kant van beide markeerders (= 4 st gemeerderd). Herhaal dit meerderen elke 8-8-8-9-9-9 cm nog 2 keer = 232-248-264-284-304-328 st. MINDEREN EN MEERDEREN IN PATROON OP VOORPAND EN ACHTERPAND: Minder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van ongeveer 7-7-7-8-8-8 cm – pas zo aan dat de volgende nld er een is met meerderen en minderen in A.2/A.3 - 1 extra st in A.2 en A.3 op zowel voorpand als achterpand zodat het deel met diagonale strepen smaller wordt. Minder 1 st in A.2 door de laatste 2 st voor het minderen op dezelfde manier te minderen, dus 2 st r samen. Minder 1 st in A.3 door de 2 st na de mindering op dezelfde manier te minderen, dus 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh (= 4 st geminderd in totaal). Om te voorkomen dat u minder st krijgt, meerdert u in dezelfde nld als u mindert in A.2/A.3. Meerder 1 st aan de buitenkant van A.1 richting het tricotst deel aan elke kant op zowel het voorpand als het achterpand - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN (= 4 st gemeerderd in totaal). Het totale aantal st op het lijf blijft dus gelijk (excl. het meerderen aan de zijkanten). Het deel in ribbelst middenvoor en middenachter wordt smaller en het deel in tricotst aan elke kant wordt breder. Herhaal dit minderen en meerderen elke 4-4-5-5-5-5 cm nog 4 keer (= 5 keer minderen in totaal in patroon in A.2/A.3 en 5 keer meerderen in het tricotst deel). ARMSGATEN: Brei bij een hoogte van 26-28-28-29-30-31 cm (meerderen en minderen is nu klaar) de volgende nld als volgt: kant 6-6-6-7-7-7 st af voor het armsgat, brei 104-112-120-128-138-150 st op het voorpand (dus 9-13-17-7-12-18 st in tricotst, A.1 (= 6 st), A.2 over de volgende 37-37-37-51-51-51 st, A.3 over de volgende 37-37-37-51-51-51 st, A.1 (= 6 st) en 9-13-17-7-12-18 st in tricotst), kant 12-12-12-14-14-14 st af voor het armsgat, brei 104-112-120-128-138-150 st op het achterpand (op dezelfde manier als op het voorpand) en kant de laatste 6-6-6-7-7-7 st af voor het armsgat. Laat het werk rusten en brei de mouwen. MOUW: Brei in de rondte op breinld zonder knop, ga verder met de rondbreinld indien nodig. Zet 44-46-46-48-50-52 st op met breinld zonder knop 4 mm en Lima. Brei 2 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven. Plaats 1 markeerder aan het begin van de nld (= midden onder de mouw). Ga verder met breinld zonder knop 5 mm en brei in tricotst. Meerder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 15-14-12-11-10-9 cm 2 st midden onder de mouw (dus 1 st aan elke kant van de markeerder). Herhaal dit meerderen om de nld nog 30-31-32-33-33-34 keer (= 31-32-33-34-34-35 keer gemeerderd) = 106-110-112-116-118-122 st op de nld. Kant in de volgende nld (na de laatste meerdering - het werk meet ongeveer 39-39-38-38-37-37 cm) de middelste 12-12-12-14-14-14 st af onder de mouw (dus kant 6-6-6-7-7-7 st af aan elke kant van de markeerder) = 94-98-100-102-104-108 st over op de nld. Laat het werk rusten en brei nog een mouw. PAS: LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT! Zet de mouwen op dezelfde rondbreinld als het lijf waar afgekant is voor de armsgaten (zonder ze eerst te breien) = 396-420-440-460-484-516 st op de nld. Plaats 1 markeerder in elke overgang tussen lijf en mouwen (= 4 markeerders) en neem de markeerders gaandeweg mee naar boven. Brei dan in tricotst en patroon als hiervoor en brei TEGELIJKERTIJD A.1 in elke overgang tussen lijf en mouwen (de markeerders staan in het midden van A.1). RAGLAN: Begin TEGELIJKERTIJD in de 1e nld nadat lijf en mouwen op dezelfde rondbreinld zijn gezet met minderen voor de raglan – LEES TIP VOOR HET MINDEREN (= 8 st geminderd). Herhaal dit minderen om de nld nog 30-30-32-34-35-36 keer (31-31-33-35-36-37 keer in totaal) en dan elke nld in totaal 8-10-9-8-8-9 keer. MINDEREN EN MEERDEREN IN PATROON OP VOORPAND EN ACHTERPAND: Minder TEGELIJKERTIJD als 2-3-4-0-1-2 cm is gebreid nadat lijf en mouwen op dezelfde rondbreinld zijn gezet, 1 extra st in A.2/A.3 als hiervoor en meerder 1 st aan de buitenkant van A.1 richting het tricotst deel aan elke kant op voorpand en achterpand als hier voor = 4 st geminderd en 4 st gemeerderd op de nld. Herhaal dit minderen/meerderen om de nld 33-33-33-39-39-39 keer in totaal (deze minderingen/meerderingen worden gemaakt naast de minderingen voor de raglan maar ze beïnvloeden het totale aantal st niet). AANPASSEN VAN DIAGONALE LIJNEN OP HET ACHTERPAND: Meerder en minder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van ongeveer 46-48-50-52-54-56 cm (gemeten langs de korte kant van de trui) in A.2/A.3 op het achterpand elke 8e nld in plaats van elke 4e nld (dit geldt alleen voor de gewone minderingen/meerderingen in het telpatroon (niet voor de extra minderingen/meerderingen om de nld om het middelste deel smaller te maken). Als dit klaar is komen de diagonale lijnen middenachter mooi uit en loopt de halslijn middenachter recht. Herhaal dit meerderen/minderen elke 8e nld nog 2 keer, brei dan in patroon in A.2/A.3 zonder de gewone meerderingen en minderingen (ga verder met minderen/meerderen om het middelste deel smaller te maken zoals hier). HALSRAND: Na de laatste mindering voor de raglan staan er 84-92-104-116-132-148 st op de nld. Ga verder met rondbreinld 4 mm en brei 1 nld recht en minder TEGELIJKERTIJD 14-18-24-26-32-38 st gelijkmatig = 70-74-80-90-100-110 st op de nld. Brei 1 nld av, brei 1 nld recht en brei 1 nld av en kant dan losjes af met rechte st. AFWERKING: Naai de openingen onder de mouwen dicht. |
||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #greenlandsweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 22 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 150-13
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.