ANNE J schreef:
Bonjour, j'ai tricoté les chaussettes avec la laine fabel drops. ELLE SONT MAGNifiQUES !!! un grand merci pour ce modèle bisous @nne
09.04.2021 - 21:58
Annika schreef:
Hur gör jag tofsen till mössa ?
25.12.2020 - 21:39DROPS Design antwoorde:
Hej Annika. I denna video ser du hur du kan göra en tofs. Mvh DROPS Design
05.01.2021 - 12:00
Lise-Lotte Gerding schreef:
Den vildeste og flotteste sweater jeg nogensinde har set. Var klar til omgående at bestille garnet, men øv øv.... jeg tør ikke at klippe op til ærmerne. Forstår dog godt, den skal laves sådan pga. mønstret.
10.03.2019 - 01:13
Lise-Lotte Gerding schreef:
Den vildeste og flotteste sweater jeg nogensinde har set
10.03.2019 - 01:11
Marit schreef:
Kan dere få det til slik at diagrammene og forklaringene der blir tydeligere?
18.06.2010 - 12:54
DROPS 20-23 |
|||||||
![]() |
![]() |
||||||
DROPS Dames- of herentrui, kousen en muts met ingebreide motieven van “Karisma”. Maat S - L.
DROPS 20-23 |
|||||||
TRUI: Steekverhouding: 20 x 26 nld met Karisma op breinld 4 mm volgens het patroon= 10 x 10 cm. 23 st met Karisma op breinld 2,5 mm in tricotsteek = 10 cm in de breedte. Patroon: Zie teltekening M.1 – M.8 (1 keer de teltekening = 1 rapport). De teltekening geeft het motief weer aan de goede kant. Zowel de heengaande als de teruggaande nld zijn weergegeven. De Nederlandse verklaring van de symbolen in de teltekening staan onderaan dit patroon, in dezelfde verticale volgorde als de symbolen bij de teltekening. Brei het hele patroon in tricotsteek. Gaatjesrand: * 2 r sm, 1 omslag * Meet steeds vanaf dit punt het werk 1. N.B: Als M.1 in het middenstuk wordt gebreid, brei dan de eerste aanliggende st van M.6 ook met wit (niet met donker grijs). Middenstuk: = 51-51 (57-57) st. Brei als volgt: (Begin bij de pijl) M.5, 1 nld wit, 2 nld donker grijs, M.1 (zie de beschrijving hierboven. N.B), 2 nld donker grijs, M.3 tot een hoogte van 40-42 (45-47) cm (eindig in de 1e of 6e nld), 2 nld donker grijs, M.1, M.4, M.1, 2 nld donker grijs, M.5, 2 nld donker grijs, 1 nld wit, 2 nld donker grijs. Rand panden: 11 nld tricotsteek, gaatjesrand (= omslagrand- meet steeds vanaf dit punt het werk), M.1, 2 nld donker grijs, 1 nld wit, 1 nld donker grijs, wissel naar rondbreinld 4 mm, 1 nld wit. Rand mouwen: 20 nld tricotsteek, gaatjesrand (=omslagrand- meet steeds vanaf dit punt het werk), M.1, 2 nld donker grijs, 1 nld wit, 1 nld donker grijs, 1 nld wit, M.5 (meerder / minder tegelijkertijd = 50 st), 1 nld wit, 1 nld donker grijs. Wissel naar breinaalden zonder knop 4 mm. Brei 1 nld donker grijs. Panden: Brei de trui rond op de rondbreinld. Knip de st in de armsgaten later door. Zet 200-220 (228-244) st op met rondbreinld 2,5 mm en donker grijs. Brei de rand – meerder in de laatste nld Dames: 0-4 st. Minder in de laatste nld Heren: 0-8 st gelijkmatig verdeeld in de nld = 200-224 (228-236) st. Brei de volgende nld als volgt (zijkant-voorpand-zijkant-achterpand) : Dames + Heren S/M: M.6 (zijkant), 14 (18) st M.7 (pijl B (D)), M.6, 51 (57) st Middenstuk (zie de beschrijving hierboven), M.6, 14 (18) st M.7 (pijl A (A)), M.6 (zijkant), 14 (18) st M.7 (pijl B (D)), M.6, 51 (57) st Middenstuk (zie de beschrijving hierboven), M.6, 14 (18) van M.7 (pijl A (A)). Dames + Heren M/L: M.8 (zijkant), 16 (16) st M.7 (pijl C (C)), M.6, 51 (57) st Middenstuk (zie de beschrijving hierboven), M.6, 16 (16) st M.7 (pijl A (A)), M.8 (zijkant),16 (16) st M.7 (pijl C (C)), M.6, 51 (57) st Middenstuk (zie de beschrijving hierboven), M.6, 16 (16) st M.7 (pijl A (A)). – Brei verder volgens dit patroon – meerder tegelijkertijd aan weerszijden van M.6 (M.8) aan de zijkant: 16-14 (12-14) keer 1 st (= 4 nieuwe st per meerdering) (brei de gemeerderde st mee in M.7) in Maat Dames S/M: iedere 4e nld, Maat Dames M/L: om en om iedere 4e en 5e nld, Maat Heren S/M: iedere 6e nld, Maat Heren M/L: om en om iedere 5e en 6e nld = 264-280 (276-292) st. Let op de steekverhouding. Kant bij een hoogte van 31-32 (36-37) cm de middelste st van M.6 (M.8) aan weerszijden af (= armsgat). Zet in de volgende nld 5 nieuwe st op met donker grijs over de afgekante st voor het armsgat (deze st zijn om later door te knippen. Brei de st niet mee in het Patroon). Kant, als het middenstuk gebreid is, alle st af. De hoogte is nu ca 59-61 (64-66) cm. Mouwen: Zet 48-52 (52-52) st op met breinaalden zonder knop 2,5 mm en donker grijs. Brei rond. Brei de rand – meerder gelijkmatig verdeeld in de laatste nld donker grijs tot 60-62 (60-60) st. Brei M.6 midden in de ondermouw en M.3 over de resterende st. Meerder 26-27 (26-28) keer 2 st in de buitenste st van M.6 aan beide zijden ( = 2 nieuwe st per meerdering) in Maat Dames S/M+ M/L + Heren M/L: om en om iedere 3e en 4e nld, Maat Heren S/M: iedere 4e nld = 112-116 (112-116) st. Brei vanaf een hoogte van 32-31 (35-34) cm (na een heel patroon van M.3 (eindig in de 1e of 6e nld) 2 nld donker grijs. Brei daarna M.1 over alle st (hier eindigt M.6 in de ondermouw!). Brei daarna M.4 (let er op dat er één ster midden op de mouw komt) M.1, en verder met donker grijs tot een hoogte van 46-45 (50-49) cm. Brei nog 2 cm averechte tricotsteek voor het beleg over de knipranden van de panden. Kant alle st losjes af. Afwerken: Rijg een merkdraad midden in de gemeerderde st aan de zijkant bij de st in de armsgaten. Werk met de naaimachine (bijvoorbeeld zigzagsteek of locksteek) de zomen rond de merkdraden af: 1e zoom = ½ st van de merkdraad, 2e zoom= ½ st van de 1e zoom. Knip de st in de armsgaten door. Sluit de schoudernaden. Hals = 24-25 (24-25) cm. Naai de mouwen in de trui aan de goede kant als volgt: naai om en om 1 st van de laatste rechtgebreide nld van de mouw voor het beleg en 1 st van de panden naast de machinale zoom. Keer de trui met de verkeerde kant naar buiten. Zoom het beleg van de mouwen over de knipranden op de panden. Neem rond de hals ca 110-115 st op met breinaalden zonder knop 2,5 mm en donker grijs. Brei 1 nld wit, 4 nld donker grijs, gaatjesrand, 5 nld donker grijs. Kant alle st af. Sla alle randen dubbel naar binnen en zoom deze vast. KOUSEN: Steekverhouding: 22 st x 29 nld met Karisma op breinld 3 mm in tricotsteek = 10 x 10 cm. Gebruik indien nodig dikkere of dunnere naalden. Brei altijd een proeflapje! Boordsteek: * 2 r, 2 av *, herhaal steeds *-*. Enkel: * haal de volgende st af, 1 r (averecht = 1 av) haal de afgehaalde st over de gebreide st.* Hielmindering: 1e nld: (goede kant) Brei tot er 6 (7) st over zijn op de breinld. Keer het werk. 2e nld: (verkeerde kant) Brei tot er 6 (7) st over zijn op de breinld. Keer het werk. 3e nld: Brei tot er 8 st over zijn op de breinld, brei de enkel (zie de beschrijving hierboven !). Keer het werk. 4e nld: Brei tot er 8 st over zijn op de breinld, brei de enkel, keer het werk. Brei de volgende nld zo dat er steeds 1 st minder aan weerszijden van de enkel komt. Brei verder tot er 12 (14) st over zijn. Kousen: Zet 72 (80) st op met breinaalden zonder knop 2,5 mm en donker grijs. Brei rond. Brei 13 (16) cm boordsteek. Wissel naar breinaalden zonder knop 3 mm. Brei 2 nld tricotsteek. Meerder 4 (4) st gelijkmatig verdeeld in de 1e nld = 76 (84) st. Brei M.1, dan 2 nld donker grijs. Brei de volgende nld als volgt: M.3 over 69 (77) st (let er op dat er één rapport middenvoor komt) en M.6 over de laatste 7 st (M.6 = middenachter). Brei verder volgens dit patroon. Begin bij een hoogte van 29 (32) cm de minderingen voor de enkel: Brei iedere 4e nld: de 2 eerste st van M.3 r sm en de laatste 2 st van M.3 r sm. Doe dit in totaal 14 (16) keer = 48 (52) st. Zet bij een hoogte van 50 (56) cm de middelste 24 (26) st voor op een hulpnld. Brei de hiel over de middelste 24 (26) achter als volgt: Brei 1 nld donker grijs , brei daarna verder met M.2. Kant na 5 (6) cm af voor het hiel (zie hielmindering). Neem aan weerszijden van de hiel 12 (13) st op en zet alle st op dezelfde nld = 60 (66) st. Brei M.3 over de 24 (26) eerste st met 1 st donker grijs aan iedere kant. Brei de resterende st volgens M.2. Kant daarna af als volgt: Brei in iedere 2e nld: de 2 eerste st van M.2 r sm en brei de 2 laatste st van M.2 r sm. Doe dit 6 keer = 48 (54) st. Minder voor de teen als de voet een lengte heeft van ca 19 (21,5) cm. Brei 1 nld donker grijs over alle st, brei daarna verder volgens M.2 (brei steeds 1 st donker grijs aan weerszijden van de teen). Minder voor de teen aan weerszijden van de st donker grijs als volgt: Brei de 2 st voor de st donkergrijs r sm en de 2 st na de st donkergrijs r sm. Herhaal dit in iedere 2e nld: 3 keer = 36 (42) st. Doe dit daarna in iedere nld: 7 (9) keer = 8 (6) st. Rijg een draad door de laatste st en maak deze goed vast. MUTS: Brei de hele muts in tricotsteek. Zet 136 st op met rondbreinld 2,5 mm en donker grijs. Brei rond. Brei 8 nld tricotsteek, gaatjesrand. M.1, 2 nld donker grijs, 1 nld wit, 1 nld donker grijs, 1 nld wit. Wissel naar rondbreinld 4 mm en donker grijs. Minder gelijkmatig verdeeld in deze nld 16 st = 120 st. Brei bij een hoogte van 24 cm de gaatjesrand. Brei in de volgende nld alle st 2 aan 2 sm, brei daarna 1 nld zonder te minderen, herhaal de nld met minderingen, brei 1 nld zonder minderingen. Kant alle st af. Rijg een dubbele draad door de afgekante st en trek het gaatje dicht. Sla de gaatjesrand dubbel naar binnen en zoom deze vast. VERKLARING SYMBOLEN TELTEKENING: = donker grijs = wit |
|||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||
|
|||||||
![]() |
|||||||
![]() |
|||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 29 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 20-23
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.