DROPS Children 49 · Veel nieuwe ontwerpen voor kinderen!
Product image DROPS Karisma yarn
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 1.70 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 30.60€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2425
DROPS 40-7
DROPS 40-7

DROPS design: Patroon U-319

Maat:
Dames: Small - Medium – Large
Heren: Small/Medium - Medium/Large
Materialen: DROPS Karisma Superwash van Garnstudio,
250-250-250 (250-250) gr nr. 51, lichtblauw
200-200-250 (250-250) gr nr. 54, beige
150-150-150 (150-150) gr nr. 03, lichtbeige
200-200-200 (200-200) gr nr. 37, donkerblauw/grijs
100-100-100 (100-100) gr nr. 50, groen

DROPS Rondbreinld 2.5mm en 4mm - of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 1.70 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 30.60€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

Steekverhouding: 20 st x 26 nld met breinld 4 mm volgens motief M.5 = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere naalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei altijd een proeflapje!

Nopje: Brei 4 st in 1 st. Brei 4 nld heen een weer over deze 4 st. Haal na de 4 naalden de 1e, 2e en 3e st over de 4e st = 1 st.

Boordst: * 1 r, 1 av *, herhaal steeds *-*.

Vierkanten: Elk vierkant = 14-15-15 (16-16) cm hoog. Brei 1 naald in tricotsteek tussen elk vierkant. In M.4 voor dames maat M/L: brei de buitenste 3 st in M.6 (om een half patroon aan de zijkant te voorkomen).

Patronen: Zie telpatroon. Het telpatroon laat het patroon aan de goede kant zien.

Kleuren:
Vierkant 1: M.3 met kleur 54, beige
Vierkant 2: M.1 met kleur 51, lichtblauw
Vierkant 3: M.4 met kleur 50, groen
Vierkant 4: M.5 met kleur 03, lichtbeige
Vierkant 5: M.4 met kleur 03, lichtbeige
Vierkant 6: M.2 met kleur 37, donkerblauw/grijs
Vierkant 7: M.5 met kleur 54, beige
Vierkant 8: M.3 met kleur 37, donkerblauw/grijs
Vierkant 9: M.3 met kleur 37, donkerblauw/grijs
Vierkant 10: M.4 met kleur 51, lichtblauw
Vierkant 11: M.1 met kleur 03, lichtbeige
Vierkant 12: M.5 met kleur 50, groen
Vierkant 13: M.5 met kleur 50, groen
Vierkant 14: M.3 met kleur 54, beige
Vierkant 15: M.2 met kleur 37, donkerblauw/grijs
Vierkant 16: M.4 met kleur 51, lichtblauw

Voorpand: De getallen tussen de ( ) = herenmaten. Zet 96-98-102 (102-108) st op met breinld 2,5 mm en donkerblauw/grijs. Brei als volgt: Dame: 3 cm tricotst, 1 p vr (= vouwlijn – vanaf hier het werk meten), 3 cm tricotst. Heren: 6 cm Boordst. Wissel naar breinld 4 mm en meerder gelijkmatig 20-24-26 (20-26) st in de nld = 116-122-128 (122-134) st (incl. de kantst aan de weerskanten). Brei vervolgens de motieven volgens de "RUTEDIAGRAM", (1e nld = goede kant) als volgt: 1 kantst, 27-30-33 (33-36) st M.3, 30-30-30 (30-30) st M.1, 30-30-30 (30-30) st M.4 en 27-30-33 (33-36) st M.5, 1 kantst. Maar meerder bij de motieven M.1 en M.2 gelijkmatig 11 - 12 st in het vierkant, zodat deze vierkanten met 41 of 42 st worden gebreid. Minder deze extra st weer in de laatste nld van het vierkant. Brei door volgens de "RUTEDIAGRAM". Let op de steekverhouding! Brei 14-15-15 (15-16) cm in de hoogte van elk vierkant en brei 1 nld tricotst tussen elke nieuwe "rij" van vierkanten.
Bij M4 Dame M/L: Brei de eerste 3 st van het vierkant (aan de zijkant) volgens M.6 (om een halve motief aan de zijkant te vermijden). Kant bij een hoogte van 32-36-35 (37-40) cm 1 st af aan de weerskanten = 114-120-126 (120-132) st. Kant bij een hoogte van ca 54-58-58 (61-65) cm (er moeten nog 5 cm van de laatste rij van vierkanten gebreid worden) de middelste 28-30-30 (36-38) st af voor de hals – plus de 12 extra st boven M.2. Kant vervolgens af aan beide halszijden in elke 2e nld als volgt: 1 x 2 st en 1 x 1 st. Kant de resterende st af als de laatste rij van vierkanten beëindigt is. Het voorpand heeft een totale hoogte van ca 59-63-63 (66-70) cm.

Achterpand: Zet op en brei als het voorpand. Kant bij een hoogte van ca 57-61-61 (64-68) cm (er moeten nog 2 cm van de laatste rij van vierkanten gebreid worden), de middelste 34-36-36 (42-44) st af voor de hals – plus de 12 extra st boven M.2. Kant in de volgende nld 2 st af aan beide kanten van de hals. Kant de resterende st af als op het voorpand. Het voorpand heeft een totale hoogte van ca 59-63-63 (66-70) cm.

Rechtermouw: Zet 48-48-48 (48-52) st op met mouwenbreinld 2,5 mm met donkerblauw/grijs. Brei in het rond als volgt: Dame: 3 cm tricotst, 1 p vr (= vouwlijn – vanaf hier het werk meten), 3 cm tricotst. Heren: 6 cm Boordst. Wissel naar mouwenbreinld 4 mm en brei volgens motief M.5 met beige (nr. 54). Meerder tegelijkertijd gelijkmatig 4-6-6 (8-8) st in de 1e nld = 52-54-54 (56-60) st. Meerder vervolgens in het midden van de ondermouw als volgt: 28-27-29 (30-30) x 2 st in maat Dame: S+M en Heren: S/M+M/L: Afwisselend in * elke 3e en 4e nld *. En in Dame: L: In elke 3e nld = 108-108-112 (116-120) st. Kant bij een hoogte van 44-43-43 (50-49) cm de middelste 6 st van het midden van de ondermouw af, en brei de rest van de mouw heen en weer op de nld. Kant vervolgens af aan de weerskanten in elke 2e nld als volgt: 4 x 6 st. Kant de resterende st af bij een totale hoogte van 48-47-47 (54-53) cm.

Linkermouw: Brei als het rechtermouw. Maar brei deze mouw met lichtblauw (nr. 51) in plaats van beige.

Afwerken: Sluit de schoudernaden. Neem ca 100-106 st op met mouwenbreinld 2,5 mm en lichtblauw rondom de hals. Brei als volgt: Dame: 6 cm tricotst. Maar wissel na 5 cm naar donkerblauw/grijs (nr. 37). Kant alle st af en laat de rand een beetje rollen. Heren: Brei 6 cm Boordst. Maar wissel na 3 cm naar donkerblauw/grijs. Kant alle st af en vouw de rand dubbel naar de binnenkant. Naai de rand vast. Naai de mouwen in de trui. Armsgat is ca = 27-27-28 (29-30) cm. Sluit de mouw- en zijnaden in één keer met de kantst als naadtoeslag. Dame: Vouw de randen aan het eind van de mouwen en beneden op de panden dubbel naar de binnenkant. Naai de randen vast.

VERTALING SYMBOLEN TELTEKENING:
De Nederlandse verklaring van de symbolen staan in dezelfde verticale volgorde als de symbolen bij de teltekening. Begin van links naar rechts.
= 1 st op de kabelnld achter het werk leggen, 2 r, 1 av van de kabelnld
= 2 st op de kabelnld voor het werk leggen, 1 av, 2 r van de kabelnld
= 2 st op de kabelnld achter het werk leggen, 2 r, 2 r van de kabelnld
= recht breien
= averecht breien
= nopje – zie de beschrijving in het patroon hierboven
= 3 st op de kabelnld achter het werk leggen, 3 r, 3 r van de kabelnld
= 3 st op de kabelnld voor het werk leggen, 3 r, 3 r van de kabelnld

VERTALING KLEUREN "RUTEDIAGRAM":
Lys blå = lichtblauw
Blå = donkerblauw/grijs (blauw)
Beige = beige
Grønn= Groen
Lys beige = lichtbeige

Telpatroon

recht = recht
averecht = averecht
bobbel, zie uitleg hierboven = bobbel, zie uitleg hierboven
zet 1 steek op een kabelnaald achter het werk, 2 recht, 1 averecht van de kabelnaald = zet 1 steek op een kabelnaald achter het werk, 2 recht, 1 averecht van de kabelnaald
zet 2 steken op een kabelnaald voor het werk , 1 aerecht, 2 recht van de kabelnaald = zet 2 steken op een kabelnaald voor het werk , 1 aerecht, 2 recht van de kabelnaald
zet 3 steken op een kabelnaald achter het werk, 3 recht, 3 recht van de kabelnaald = zet 3 steken op een kabelnaald achter het werk, 3 recht, 3 recht van de kabelnaald
zet 3 steken op een kabelnaald voor het werk, 3 recht, 3 recht van de kabelnaald = zet 3 steken op een kabelnaald voor het werk, 3 recht, 3 recht van de kabelnaald
zet 2 steken op een kabelnaald achter ht werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald = zet 2 steken op een kabelnaald achter ht werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald
Diagram for DROPS 40-7
Diagram for DROPS 40-7
Diagram for DROPS 40-7
Diagram for DROPS 40-7
Diagram for DROPS 40-7
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 40-7

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (23)

country flag Kim schreef:

Hello it’s me again. Thanks for your previous answers but I have more: 1. Could you please give detailed instruction for back neck decrease? Step by step please.. Do I decrease M1 first then neck or other way round? As pattern will be affected after. 2. 4 squares x 16 cm high = 64 cm long for back piece. Man size L back piece is 68 cm when start decreasing. What square pattern should I do after the last square please? Thanks so much for your help.

28.03.2025 - 23:46

DROPS Design antwoorde:

Dear Kim, remember that you worked 6cm in rib at the beginning. So, 6cm in rib + 16cm (1st square)+ 16 cm (2nd square) + 16 cm (3rd square) + 14cm (4th square, 2cm are left when we start the decreases) = 68 cm (you can see in the size chart that the total length for men size L is 70cm). So we start at this point of the chart. We don't work the decreases at 5cm left of the front piece (they have been moved here). So we cast off the middle stitches and decrease and cast off the stitches in M.2 as in the front piece, all in the same row. Then decrease 2 sts (in the same row) on each side of the neckline and finish each shoulder separately. Happy knitting!

30.03.2025 - 20:43

country flag Kim schreef:

Hello again. Thanks very much for your answer. I have another question: is very line of M1 pattern is for the right side only? Or is 1 line for RS and the next is for WS? I find this pattern very challenging but my son wants it so I am trying my best. This won’t be my last question so pls bear with me. Thank you.

08.03.2025 - 00:34

DROPS Design antwoorde:

Dear Kim, the charts show all rows of the pattern as seen from the right side. So the first row of M.1 is from the right side, but the second row is from the wrong side, which means that you need to work it opposite to what you see (so, you work the chart from left to right, purl on knit symbols and knit on purl symbols). You can find more information regarding our knitting charts here Happy knitting!

09.03.2025 - 18:03

country flag Kim schreef:

Hello, 1. I have started on a sleeve man size L. 50 rib stitches and inc 8 should be 58 but it’s 60 on instruction? 2. I increase every 3 and 4 ROW alternatively as written in pattern and the sleeve billowing massively right after the rib and it doesn’t look right to me. Please could you reconfirm that it is right or do I increase every 3 and 4 CM alternatively? 3. The sleeve is only 38 cm long and I have already used 2 balls of yarn. Is it about right ? Thank you.

06.03.2025 - 21:48

DROPS Design antwoorde:

Dear Kim, you should cast on 52 sts in larger size for men, pattern has now been edited. Increases are wored alternately on every 3rd and 4th round, not cm, pattern is here right. If your tension is right in both width and heigth and if you kept the correct tension all the way, you should have enough. Happy knitting!

07.03.2025 - 09:29

country flag DELATTRE Marie-Pierre schreef:

Bonjour. Je m'apprête à faire ce pull, version femme, mais je ne comprends pas dès le début. Il est indiqué de tricoter après les côtes : 1 m lis, M3, M1, M4, M5, 1 m lis. Puis de continuer le diagramme. Puis de répartir des augmentations sur M2 alors qu'il n'est pas indiqué de le tricoter. Où est-il passé ? A quel moment faut-il le tricoter ?? MERCI beaucoup. Cordialement

30.11.2024 - 19:44

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Mme Delattre, les explications des carrés sont indiqués au début sous Carrés et Couleurs mais aussi dans le diagramme, ainsi, lorsque vous avez tricoté les carrés 1 (M.3), 2 (M.1), 3 (M.4) et 4 (M.5), vous tricotez les carrés 5 (M.4), 6 (M.2), 7 (M.5) et 8 (M.3) dans le coloris indiqué sous Couleurs. Bon tricot!

02.12.2024 - 09:20

country flag Deborah Parsons schreef:

Thank you for your reply to my question. I did use Karisma, my tension is correct so I do not know why I do not have enough yarn to finish the product. Should I have purchased more than 100g of that shade?

26.11.2024 - 18:01

DROPS Design antwoorde:

Dear Deborah, we will check with the design department to see if there are any mistakes in the yarn amounts. Happy knitting!

07.12.2024 - 18:22

country flag Deborah Parsons schreef:

Having knitted the front of the jumper I have only 8g left (out of 100g) of colour 37 which is used for 4 squares and the rib. This is not enough to complete the back and cuffs as per pattern. Is there an error in the materials list?

26.11.2024 - 15:55

DROPS Design antwoorde:

Dear Mrs Parsons, did you get the correct tension in both width and height? Did you use DROPS Karisma or any other yarn? If another one, did you make sure to get correct metrage?

26.11.2024 - 17:13

country flag David schreef:

This pattern is quite confusing and lacks critical details. Im working on the smaller mens size. The pattern increase of 11 st in M1 is understandable but then the first panel of M2 is immediately above M1 so do you increase 11 then increase another 1 or is it increase 11, decrease 11 increase 12 decrease 12. I'm guessing the former to maintain 42 st but a more detailed description would be useful.

06.01.2024 - 23:03

DROPS Design antwoorde:

Dear David, you would increase 12 stitches for M.1. In the last row of M.1 adjust back to 30 stitches. Then, on the first row of M.2, increase 11 stitches. This way, you can keep the correct number of stitches in the squares. Remember the row in stocking stitch.Happy knitting!

07.01.2024 - 18:56

country flag Jacob schreef:

Hi, I've run into a problem with the first size in brackets in the pattern for the front piece. I've got 122 stitches like it says but the number of stitches it says to work for each square adds up to 128 (and that's before increasing for M1). Should I redistribute the stitches so there are 30 per square (not counting the increase for M1/M2) or is having some wider than others important? Otherwise, awesome pattern. Thanks!

02.09.2023 - 10:38

DROPS Design antwoorde:

Dear Jacob, there seems to be a typo with the numbers; you should check the number counts for Ladies M size for the distributions of stitches (the other size with 122 stitches) and progress from there. We will correct it as soon as possible. Happy knitting!

03.09.2023 - 22:51

country flag Camilla schreef:

Ja jag använder karisma med korrekt stickfastighet. Hälften av garnet är slut efter en resår och två rutor . Det ska vara åtta rutor totalt och en resår till . Samma mängd garn anges för grönt som bara ska vara 6 rutor och inte heller till resår. Verkar orimligt. Har dessvärre beställt för lite då jag utgick från instruktionerna.

15.03.2023 - 11:26

country flag Camilla schreef:

Stämmer verkligen garnförbrukningen? Den mörkare blå kommer inte räcka till både resår och fyra rutor på både fram- och bakstycke!

13.03.2023 - 16:50

DROPS Design antwoorde:

Hej Camille, vi har ikke hørt at der ikke skulle være nok.... Strikker du i DROPS Karisma og holder du strikkefastheden på 20 masker på 10 cm?

15.03.2023 - 10:22