Winds of Winter Vest#windsofwintervest |
|||||||
![]() |
![]() |
||||||
Gebreid top in DROPS Daisy of DROPS Lima. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met diagonale schouders, reliëfpatroon en ronde hals. Maten S - XXXL.
DROPS 262-27 |
|||||||
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.7. De telpatronen tonen het patroon aan de goede kant. TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (aan de goede kant): De gemeerderde steken worden in de gerstekorrel (A.1) gebreid. MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS VOOR SCHOUDERSTEKEN: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei door de voorste lus. MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS NA DE SCHOUDERSTEKEN: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei door de achterste lus. TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (op de verkeerde kant): De gemeerderde steken worden in de gerstekorrel (A.1) gebreid. MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS VOOR DE SCHOUDER STEKEN: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei door de achterste lus. MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS NA DE SCHOUDERSTEKEN: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei door de voorste lus. TIP VOOR HET BREIEN: Als u verkorte toeren breit, ontstaat er een klein gaatje na elke keer dat u het werk keert. Dit gaatje kan gesloten worden door de draad aan te trekken of de techniek Duitse Verkorte toeren te gebruiken als volgt: Haal de eerste steek averecht af, breng de draad over de rechter naald en trek goed aan vanaf de achterkant (2 lussen op de naald). Deze lussen worden samengebreid op de volgende naald. TIP VOOR HET MINDEREN: Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerder, haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek, 1 recht (markeerdraadsteek) 2 recht samen (2 steken geminderd). Pas op de volgende naald het patroon aan in de boordsteek zodat er alleen 1 rechte steek bij de markeerder is. TIP VOOR HET MEERDEREN-3 (voor de mouwranden): Brei tot de markeerdraadsteek, maak 1 omslag, 1 recht (markeerdraadsteek), maak 1 omslag = 2 gemeerderde steken. Brei op de volgende naald de omslag gedraaid recht/averecht in de boordsteek. ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TOP – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel wanneer nodig. De hals wordt in de rondte gebreid met de rondbreinaald, van boven naar beneden en vanaf de rechter schouder achter. Als de hals klaar is, wordt de pas met verkorte toeren heen en weer gebreid tot de halslijn klaar is. Het werk wordt verdeeld in de voor- en achterpanden en apart naar beneden gebreid tot de armsgaten. Het lijf wordt daarna in de rondte gebreid. De mouwranden worden in de rondte gebreid. De hals wordt dubbel gevouwen naar de binnenkant en naar beneden vast genaaid. HALS: Zet 112-112-120-120-128-128 steken op met rondbreinaald 4 mm en DROPS Daisy of DROPS Lima. Ga verder met rondbreinaald 3 mm en brei boordsteek (1 recht, 1 averecht) voor 7-7-7-9-9-9 cm (opzetten met een grotere naald maakt de opzetrand elastisch. De hals wordt later dubbel gevouwen, zodat u een halshoogte van ongeveer 3-3-3-4-4-4 cm heeft). Voeg 2 markeerders in, de eerste voor de eerste steek op de naald, de tweede voor de 56e-56e-60e-60e-64e-64e steek op de naald = 56-56-60-60-64-64 steken tussen de markeerders, welke tussen 2 steken zitten, welke de schoudersteken zijn en in tricotsteek worden gebreid. Knip de draad af. Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Verplaats de eerste 11-11-9-9-7-7 steken op de linker naald zonder ze te breien, voeg hier 1 markeerdraad in, zet de volgende 34-34-38-38-42-42 steken op de linker naald zonder ze te breien. Deze steken zijn midden voor. Er zijn 11-11-11-11-11-11 steken over voor markeerder-2. Voeg hier een 2e markeerdraad in (begin van de naald). Het is belangrijk om de markeerdraden en markeerders uit elkaar te houden. U meerdert bij de markeerders (schoudersteken) en de markeerdraden worden gebruikt voor de verkorte toeren op de halslijn. Ga verder heen en weer gebreid. NAALD 1 (goede kant): Begin bij markeerdraad-2 (richting de linker schouder voor), brei patroon A.1 en meerder voor de schouder aan elke kant van de 2 schoudersteken – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1, brei A.1 tot 2 steken voorbij markeerdraad-1 (4 gemeerderde steken). Keer het werk. NAALD 2 (verkeerde kant): Ga verder met A.1 en meerder voor de schouder aan elke kant van de 2 schoudersteken – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2, brei A.1 tot 2 steken voorbij markeerdraad-2 (4 gemeerderde steken). Keer het werk. NAALD 3 (goede kant): Brei A.1 en meerder voor de schouder aan elke kant van de 2 schoudersteken – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1, brei A.1 tot u 2 steken voorbij de vorige keer bent waar u het werk keerde (de nieuwe steken worden in A.1 gebreid (4 gemeerderde steken). Keer het werk. NAALD 4 (verkeerde kant): Brei A.1 en meerder voor de schouder aan elke kant van de 2 schoudersteken – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-2, brei A.1 tot u 2 steken voorbij de vorige keer bent dat u het werk keerde (de nieuwe steken worden in A.1 gebreid (4 gemeerderde steken). Keer het werk. Brei NAALDEN 3 en 4 tot u 4-4-4-4-4-4 keer heeft gekeerd aan elke kant. Brei nu tot 1 steek voorbij de vorige keer dat u het werk keerde, 3-3-5-5-7-7 keer aan elke kant: 14-14-18-18-22-22 naalden gebreid met de laatste naald aan de verkeerde kant. Er zijn 168-168-192-192-216-216 steken in totaal 14-14-18-18-22-22 meerderingen in de hoogte aan elke kant van de schouder-steken. Knip de draad af. Plaats de 2 schoudersteken aan elke kant op aparte hulpdraden, met 82-82-94-94-106-106 steken op het voorpand en 82-82-94-94-106-106 steken op het achterpand. Plaats de achterpandsteken op een hulpdraad en brei het voorpand: VOORPAND: = 82-82-94-94-106-106 steken. Voeg 1 markeerder in aan de buitenkant; het armsgat wordt vanaf hier gemeten. Begin aan de goede kant en ga verder met A.1 heen en weer gebreid. Als het armsgat 11-12-13-14-15-16 cm meet vanaf de markeerder, ga dan verder als volgt: Brei A.2. Brei A.3 6-6-7-7-8-8 keer, brei dan de eerste 10 steken in A.3 zodat het patroon het zelfde is aan beide kanten. Brei A.4. Als er 6-8-8-12-12-16 naalden over zijn in A.4 (zie pijl in telpatroon) zet dan steken op voor de armsgaten aan het einde van elke naald als volgt: 2-2-2-4-4-4 keer 1 steek elke kant, 0-1-1-1-1-3 keer 2 steken aan elke kant en 1 keer 3 steken aan elke kant (6-8-8-12-12-16 naalden gebreid) = 92-96-108-112-124-132 steken. Het armsgat meet 25-26-27-28-29-30 cm vanaf de markeerder. ACHTERPAND: Plaats de 82-82-94-94-106-106 steken vanaf de hulpdraad op rondbreinaald 4 mm. Begin aan de goede kant en brei op dezelfde manier als het voorpand = 92-96-108-112-124-132 steken. HET WERK SAMENVOEGEN: Zet 2-6-6-10-10-12 steken op met rondbreinaald 4 mm, brei de 92-96-108-112-124-132 steken recht op het voorpand, zet 4-12-12-20-20-24 steken, brei de 92-96-108-112-124-132 steken op het achterpand recht, zet 2-6-6-9-9-12 steken op = 192-216-240-264-288-312 steken. LIJF: = 192-216-240-264-288-312 steken. Ga verder in patroon in de rondte als volgt: Brei A.5. Brei A.6. Brei A.3. Brei A.7. Brei A.1 tot het werk 23-24-25-25-26-27 cm meet vanaf het samenvoegen. Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Brei 1 naald recht en meerder 20-24-24-26-28-32 steken verdeeld = 212-240-264-290-316-344 steken. Brei boordsteek (1 recht, 1 averecht) voor 4-4-4-5-5-5 cm. Kant ietwat losjes af met boordsteek. Het werk meet ongeveer 52-54-56-58-60-62 cm vanaf buitenkant op de schouder. MOUWRANDEN: Gebruik rondbreinaald 3 mm. Begin aan de goede kant midden onder de mouw en neem ongeveer 59-65-67-71-75-79 steken op tot de 2 schoudersteken, plaats deze 2 steken op de linker naald en brei ze als volgt: 1 recht, meerder 1 averechte steek, 1 recht. Neem 60-64-66-72-74-80 steken op naar beneden over het armsgat tot midden onder de mouw = 122-132-136-146-152-162 steken. Brei boordsteek in de rondte, beginnend met 1 recht, dan (1 averecht, 1 recht). De boordsteek moet doorlopen met de 3 schoudersteken. Voeg 1 markeerder in de steek midden onder de mouw, u mindert aan elke kant van deze steek. Ga verder met de boordsteek voor 1 cm. Lees TIP VOOR HET MINDEREN en minder iedere 2e naald 3 keer. De mouwrand meet ongeveer 3 cm. Brei tot de mouwrand 4 cm meet. Meerder nu aan elke kant van de markeerdraadsteek – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-3, meerder iedere 2e naald 3 keer. Als de mouwrand 7 cm meet, kant dan af met boordsteek. Vouw de mouwrand dubbel naar de binnenkant en naai naar beneden vast, zorg ervoor dat de naad niet te strak is. AFWERKING: Vouw de hals dubbel naar de binnenkant en naai naar beneden vast. Om te voorkomen dat de hals te strak wordt en naar buiten rolt, is het belangrijk dat de naad elastisch is. |
|||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||
|
|||||||
![]() |
|||||||
![]() |
|||||||
![]() |
|||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #windsofwintervest of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 31 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 262-27
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.