DROPS Super Sale - Bespaar 30% op 5 merinogarens!
Product image DROPS Melody yarn
DROPS Melody
71% alpaca, 25% wol, 4% polyamide
vanaf 4.10 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 16.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2526

Misty Stone Cardigan

Gebreid vest met korte mouwen in 1 draad DROPS Melody of 2 draden DROPS Brushed Alpaca Silk. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid in tricotsteek met European pas. Maat XS – XXXL.

Markeer maat:
DROPS 264-31

#mistystonecardigan

DROPS design: Patroon ml-131
Garengroep D
----------------------------------------------------------

MAAT:
XS - S - M - L - XL - XXL - XXXL

GAREN:
DROPS MELODY van garnstudio (behoort tot garengroep D)
200-250-250-250-300-350-350 g kleur 04, Grijs

Of gebruik:
DROPS BRUSHED ALPACA SILK van garnstudio (behoort tot garengroep C)
200-250-250-250-300-350-350 g kleur 03, Grijs

KNOPEN:
DROPS KNOOP NR 710: 6 stuks voor alle maten

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 5 mm: Lengte 40 en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 3.5 mm: Lengte: 80 cm
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5 mm
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3.5 mm
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – in dat geval heeft u alleen een rondbreinaald nodig van 80 cm in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
16 steken in de breedte en 20 naalden in de hoogte in tricotsteek en 1 draad DROPS Melody of 2 draden DROPS Brushed Alpaca Silk op de naald 5 mm = 10 x 10 cm.
LET OP: De naalddikte is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei verder met naalden in een grotere maat of als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met maalden in een kleinere maat.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Melody
DROPS Melody
71% alpaca, 25% wol, 4% polyamide
vanaf 4.10 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 16.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon


----------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

TIP VOOR HET MEERDEREN-1:
MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS - aan de goede kant (= nieuwe steek draait naar links):
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei de steek recht in de achterste lus van de steek.
MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS - aan de goede kant (= nieuwe steek draait naar rechts):
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek recht in de voorste lus van de steek.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2:
MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS - op de verkeerde kant (= de nieuwe steek draait naar links):
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek averecht in de voorste lus van de steek.
MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS - op de verkeerde kant (= nieuwe steek draait naar rechts):
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei de steek averecht in de achterste lus van de steek.

RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei recht op alle naalden, dus recht aan de goede kant en recht op de verkeerde kant.
1 ribbel = brei 2 naalden recht.

MOUWTIP:
Als u steken opneemt onder de mouw, kan er een klein gaatje ontstaan in de overgang tussen de steken op het lijf en de mouw. Dit gaatje kan gesloten worden door de draad tussen 2 steken op te nemen en deze gedraaid samen te breien met de eerste steek tussen het lijf en de mouw.

KNOOPSGATEN:
Minder voor de knoopsgaten op de rechter voorbies aan de goede kant - minder 1 knoopsgat als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): 2 recht samen, maak 1 omslag.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei boordsteek zoals hiervoor en brei de omslag recht om een knoopsgat te maken.
Minder voor 5-5-5-5-5-5-5 knoopsgaten verdeeld als de voorbies 1½ cm meet.
Plaats het bovenste knoopsgat ongeveer 7-7-8-8-8-9-9 cm vanaf de halsrand, plaats het onderste knoopsgat ongeveer 5-5-5-6-6-7-7 cm vanaf de onderrand. Plaats de overgebleven 4-4-4-4-4-4-4 knoopsgaten verdeeld met ongeveer 8-8½-8½-8½-9-9-9½ cm tussen elk.

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

VEST - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
In dit patroon worden naalden van verschillende lengte gebruikt, begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel wanneer nodig. Het kledingstuk wordt gebreid zoals punt 1 - 5.
1
ACHTERPAND: Zet steken op aan de achterkant van de hals en brei het achterpand heen en weer gebreid naar beneden terwijl u tegelijkertijd meerdert aan elke kant van het werk naar het aantal steken tot de schouderbreedte bereikt is. Het achterpand heeft een ietwat diagonale schouder.
2
VOORPAND: Begin door steken op te nemen over een schouder van het achterpand, brei het voorpand naar beneden en meerder richting de hals. Herhaal op de andere schouder.
3
PAS: Brei op de volgende naald alle steken op dezelfde rondbreinaald - brei dan als volgt: Brei een voorpand, neem steken op voor de mouw langs de zijkant op het voorpand, brei de steken op het achterpand, neem steken op voor de mouw langs de zijkant op het andere voorpand en brei de steken op het laatste voorpand = brei de pas over alle steken heen en weer gebreid vanaf midden voor.
4
MEERDERINGEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: Als u de pas breit, meerder dan steken voor het lijf en de mouwen, meerder eerst alleen voor de mouwen en dan voor zowel het lijf als de mouwen.
5
LIJF EN MOUWEN: Als alle steken gemeerderd zijn en de pas is gebreid tot de gewenste afmetingen, verdeel dan het werk voor het lijf en de mouwen. Brei het lijf naar beneden heen en weer gebreid op de rondbreinaald terwijl de mouwen wachten. Brei dan de mouwen naar beneden in de rondte op de naald. Eindig door steken op te nemen rondom de hals en brei de halsrand heen en weer gebreid.
Als er een 0 staat in uw maat, sla dan de informatie over en ga verder met de volgende informatie.

ACHTERPAND:
Brei het werk heen en weer gebreid op de rondbreinaald. Zet 26-28-30-32-32-34-36 steken op rondbreinaald 5 mm met 1 draad DROPS Melody of 2 draden DROPS Brushed Alpaca Silk.
NAALD 1 (= verkeerde kant): Brei alle steken averecht.
NAALD 2 (= goede kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 en 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 recht.
NAALD 3 (= verkeerde kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 en 3 averecht, meerder 1 steek richting links, brei averecht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 averecht.
NA de 3e NAALD:
Brei de 2e en 3e NAALD 8-8-8-8-9-9-9 keer in totaal (= 16-16-16-16-18-18-18 naalden gebreid), na het meerderen zijn er = 58-60-62-64-68-70-72 steken op de naald. Denk om de stekenverhouding! Knip het garen af, zet de steken op een hulpnaald of een hulpdraad.

RECHTER VOORPAND:
Vind de rechterschouder op het achterpand als volgt: Leg het achterpand plat neer met de goede kant naar boven, plaats het achterpand zodat de steken op de hulpnaald/hulpdraad naar u toe ligt, met de goede kant van het werk = rechterschouder.
Neem nu steken op langs de rechter diagonale schouder op het achterpand - begin aan de goede kant op het armsgat en neem steken op richting de hals als volgt:
Begin door 1 steek op te nemen op de buitenste hoek van de schouder (= kantsteek), neem dan 1 steek op in iedere gebreide naald aan de binnenkant van de buitenste steek (= 16-16-16-16-18-18-18 steken) = 17-17-17-17-19-19-19 steken.
Voeg 1 markeerder in het werk richting de hals. Alle lengte afmetingen worden vanaf deze markeerder gedaan, gemeten in de steekrichting.
Brei in tricotsteek (brei de eerste naald als volgt op de verkeerde kant).
Bij een hoogte van 5-5-6-6-6-7-8 cm, meerder steken richting de hals als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Brei recht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek naar rechts, 3 recht – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei alle steken averecht.
Brei de 1e en 2e NAALD 4-5-5-5-6-6-6 keer (= 8-10-10-10-12-12-12 naalden gebreid) = 21-22-22-22-25-25-25 steken. Zet aan het einde van volgende naald aan de goede kant 8-8-9-10-9-10-11 nieuwe steken op = 29-30-31-32-34-35-36 steken. Brei 1 naald op de verkeerde kant - brei de buitenste steek richting de hals in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven. Het werk meet nu ongeveer 10-11-12-12-13-14-15 cm vanaf de markeerdraad. Een deel van de halsdiepte zit op het achterpand. De halsdiepte op het voorpand = 8-8-9-9-10-10-11 cm. De halsdiepte op het achterpand = 2-3-3-3-3-4-4 cm.
Brei in tricotsteek heen en weer gebreid met 1 steek in ribbelsteek richting de hals, tot het rechter voorpand 11-13-13-14-15-16-16 cm meet vanaf de markeerder. Knip de draad af, zet de steken op een hulpnaald of hulpdraad, brei nu de linkerschouder over de linker diagonale schouder op het achterpand zoals uitgelegd hieronder.

LINKER VOORPAND:
Neem steken op over de linker diagonale schouder op het achterpand - begin aan de goede kant op de hals en neem steken op richting het armsgat als volgt:
Neem 1 steek op in iedere naald gebreid aan de binnenkant van de buitenste steek (= 16-16-16-16-18-18-18 steken), eindig door 1 steek op te nemen op de buitenste hoek van de schouder = 17-17-17-17-19-19-19 steken.
Voeg 1 markeerder in het werk richting de hals. Alle lengte afmetingen worden vanaf deze markeerder gemaakt, gemeten in de steekrichting.
Brei in tricotsteek (brei de eerste naald op de verkeerde kant).
Bij een hoogte van 5-5-6-6-6-7-8 cm, meerder steken richting de hals als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1 en 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei de rest van de naald recht.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei alle steken averecht.
Brei de 1e en 2e NAALD 4-5-5-5-6-6-6 keer (= 8-10-10-10-12-12-12 naalden zijn gebreid) = 21-22-22-22-25-25-25 steken. Zet aan het einde van de volgende naald op de verkeerde kant 8-8-9-10-9-10-11 nieuwe steken op = 29-30-31-32-34-35-36 steken. De meerderingen voor de hals zijn nu klaar. Het werk meet nu ongeveer 10-11-12-12-13-14-15 cm vanaf de markeerdraad. Een deel van de halsdiepte komt op het achterpand. De halsdiepte op het voorpand = 8-8-9-9-10-10-11 cm. De halsdiepte op de achterkant = 2-3-3-3-3-4-4 cm.
Brei in tricotsteek heen en weer gebreid met 1 steek in ribbelsteek richting de hals, tot het linker voorpand 11-13-13-14-15-16-16 cm meet vanaf de markeerdraad (eindig na een naald op de verkeerde kant).
Zet nu de voorpanden en het achterpand samen en neem steken op voor de mouw zoals uitgelegd hieronder.

NAALD 1 (= goede kant): Begin aan de goede kant met steken van het linker voorpand: Brei 1 steek in ribbelsteek, brei recht tot er 2 steken over zijn op het voorpand, haal 1 steek af, 1 recht, haal de afgehaalde steek over (= 1 steek geminderd), voeg 1 markeerder in, neem 18-20-20-22-24-26-26 steken op langs de zijkant op het linker voorpand (= steken voor de mouw - neem steken op aan de binnenkant van de buitenste steek), voeg 1 markeerdraad in, brei de eerste 2 steken van het achterpand recht samen (= 1 steek geminderd), brei recht tot er 2 steken over zijn op het achterpand, 1 steek afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over (= 1 steek geminderd), voeg 1 markeerdraad in, neem 18-20-20-22-24-26-26 steken op over de zijkant op het rechter deel (= steken voor de mouw - neem steken op aan de binnenkant van de buitenste steek), voeg 1 markeerder in, brei de steken van het rechter voorpand achter op de naald, brei de eerste 2 steken recht samen (= 1 steek geminderd), brei recht tot er 1 steek over is, brei de laatste steek in ribbelsteek = 148-156-160-168-180-188-192 steken.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei 1 steek in ribbelsteek en brei averecht tot de eerste markeerder, zet de markeerder op de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei averecht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, zet de markeerder op de rechter naald, brei averecht tot de volgende markeerder, zet de markeerder op de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei averecht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, zet de markeerder op de rechter naald, brei averecht tot er 1 steek over is, brei 1 steek in ribbelsteek = 152-160-164-172-184-192-196 steken.
NAALD 3 (= goede kant): Brei zoals hiervoor tot de eerste markeerdraad, zet de markeerder op de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, zet de markeerder op de rechter naald, brei tot de volgende markeerder, zet de markeerder op de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, zet de markeerder op de rechter naald, brei de rest van de naald zoals hiervoor = 156-164-168-176-188-196-200 steken.
NAALD 4 (= verkeerde kant): Brei zoals hiervoor tot de eerste markeerdraad, zet de markeerder op rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei averecht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, zet de markeerder op de rechter naald, brei averecht tot de volgende markeerder, zet de markeerder op de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei averecht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, zet de markeerder op de rechter naald, brei de rest van de naald zoals hiervoor = 160-168-172-180-192-200-204 steken.
NAALD 5 (= goede kant): Brei zoals hiervoor tot de eerste markeerder, zet de markeerder op de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei tot de volgende markeerdraad, meerder 1 steek richting rechts, zet de markeerder op de rechter naald, brei tot de volgende markeerder, zet de markeerder op de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, zet de markeerder op de rechter naald, brei de rest van de naald zoals hiervoor = 164-172-176-184-196-204-208 steken.
NAALD 6 (= verkeerde kant): Brei averecht met 1 steek in ribbelsteek aan elke kant zoals hiervoor zonder te meerderen.
NA DE 6E NAALD:
Brei de 5e en 6e naald 4-4-4-4-4-0-0 keer (= 8-8-8-8-8-0-0 naalden gebreid).
Er zijn 8-8-8-8-8-4-4 meerderingen gemaakt in totaal voor de mouwen = 34-36-36-38-40-34-34 steken op elke mouw, 28-29-30-31-33-34-35 steken op elk voorpand en 56-58-60-62-66-68-70 steken op het achterpand = 180-188-192-200-212-204-208 steken.

Meerder dan voor zowel de mouwen als het lijf, meerder op het lijf 2 steken aan de binnenkant van de markeerdraad zodat er 2 steken tussen de meerderingen op het lijf zijn en meerder voor de mouw - brei de volgende naald als volgt:

NAALD 1 (= goede kant): Brei 1 steek in ribbelsteek en brei recht tot er 2 steken over zijn op het voorpand voor de eerste markeerdraad, meerder 1 steek richting rechts, 2 recht, zet de markeerder op de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerdraad, meerder 1 steek richting rechts, zet de markeerder op de rechter naald, 2 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot er 2 steken op het achterpand over zijn voor de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, 2 recht, zet de markeerder op de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, zet de markeerdraad op de rechter naald, 2 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot er 1 steek over is, brei de laatste steek in ribbelsteek (= 8 steken gemeerderd, dus 1 steek gemeerderd aan elke kant van de 2 steken in iedere overgang tussen het lijf en de mouw).
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei averecht met 1 steek in ribbelsteek aan elke kant zoals hiervoor.
Brei de 1e en 2e NAALD 6-7-8-9-10-13-14 keer (= 12-14-16-18-20-26-28 naalden gebreid). Er zijn 14-15-16-17-18-17-18 meerderingen gemaakt in totaal op de mouwen en 6-7-8-9-10-13-14 meerderingen op het lijf = 46-50-52-56-60-60-62 steken op elke mouw, 34-36-38-40-43-47-49 steken op elk voorpand en 68-72-76-80-86-94-98 steken op het achterpand = 228-244-256-272-292-308-320 steken.

De mouw meet ongeveer 13-14-15-16-17-16-17 cm vanaf waar steken opgenomen zijn voor de mouw - LET OP: Als het vest dubbel gevouwen is op de schouder, meet het werk ongeveer 18-20-21-23-24-24-25 cm vanaf de bovenkant van de schouder en naar beneden over het armsgat. Brei zonder te meerderen tot het werk 19-20-21-23-24-24-25 cm meet vanaf de bovenkant van de schouder en naar beneden over het armsgat.
Verdeel nu de pas voor het lijf en de mouwen.

VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN:
TEGELIJKERTIJD als de volgende naald wordt gebreid verdeelt u de pas voor het lijf en de mouwen als volgt:
Brei 34-36-38-40-43-47-49 steken zoals hiervoor (= voorpand), zet de volgende 46-50-52-56-60-60-62 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-8-10-12-14-16-18 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant midden onder de mouw) en brei de volgende 68-72-76-80-86-94-98 steken in tricotsteek (= achterpand), zet de volgende 46-50-52-56-60-60-62 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-8-10-12-14-16-18 nieuwe steken op de naald (= in de kant midden onder de mouw) en brei de laatste 34-36-38-40-43-47-49 steken zoals hiervoor (= voorpand).
Brei het lijf en de mouwen apart verder.

LIJF:
= 148-160-172-184-200-220-232 steken.
Brei tricotsteek en kantsteken zoals hiervoor tot het werk 24-25-26-25-26-27-28 cm meet vanaf de scheiding.
Begin op de volgende naald aan de goede kant met boordsteek terwijl u TEGELIJKERTIJD 17-19-21-23-25-27-29 steken verdeeld meerdert op de naald (meerder niet over de kantsteken), brei dan als volgt:
Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm, brei 1 steek in ribbelsteek, brei boordsteek (= 1 recht/1 averecht) – denk om het meerderen tot er 2 steken over zijn, eindig met 1 recht en 1 steek in ribbelsteek = 165-179-193-207-225-247-261 steken.
Brei boordsteek met 1 steek in ribbelsteek aan elke kant voor 5-5-5-6-6-7-7 cm, kant af met recht boven recht en averecht boven averecht.
De top meet ongeveer 52-54-56-58-60-62-64 cm vanaf de bovenkant van de schouder.

MOUWEN:
Zet de 46-50-52-56-60-60-62 mouwsteken van een hulpdraad op rondbreinaald 5 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de 6-8-10-12-14-16-18 opgezette steken onder de mouw - lees MOUWTIP = 52-58-62-68-74-76-80 steken.
Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 6-8-10-12-14-16-18 nieuwe steken onder de mouw – de naald begint op de markeerdraad.
Brei in tricotsteek in de rondte tot de mouw 9-10-9-7-6-6-6 cm meet vanaf de scheiding.
Brei verder met breinaalden zonder knop maat 3.5 mm en brei boordsteek in de rondte = 1 recht/1 averecht.
Als de boordsteek 3-3-3-4-4-5-5 cm meet, kant dan af met recht boven recht en averecht boven averecht. De mouw meet ongeveer 12-13-12-11-10-11-11 cm vanaf de scheiding.

LINKER VOORBIES:
Gebruik rondbreinaald 3.5 mm, begin aan de goede kant op de bovenkant van het linker voorpand en neem steken op over het linker voorpand aan de binnenkant van 1 steek in ribbelsteek als volgt:
Neem ongeveer 83-87-89-93-95-99-101 steken op (dit komt overeen met ongeveer 19 steken per 10 cm over de rand – het aantal steken moet deelbaar zijn door 2 + 1).
Brei de eerste naald als volgt op de verkeerde kant: 1 steek in ribbelsteek, brei boordsteek (= 1 averecht/ 1 recht) tot er 2 steken over zijn op de naald, 1 averecht en 1 steek in ribbelsteek.
Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: 1 steek in ribbelsteek, brei boordsteek (= 1 recht/1 averecht), tot er 2 steken over zijn, 1 recht en 1 steek in ribbelsteek.
Ga zo verder in boordsteek heen en weer gebreid tot de voorbies ongeveer 3 cm meet. Kant de steken af met recht boven recht en averecht boven averecht.

RECHTER VOORBIES:
Neem steken op, op dezelfde manier over het rechter voorpand en brei de rechter voorbies zoals de linker voorbies maar als de voorbies ongeveer 1 tot 1½ cm meet, minder dan voor 5 KNOOPSGATEN verdeeld – lees uitleg bij KNOOPSGATEN hierboven. Ga na de knoopsgaten verder met de voorbies tot dezelfde afmetingen als de linker voorbies. Kant de steken af met recht boven recht en averecht boven averecht.

HALSRAND:
Gebruik rondbreinaald 3.5 mm, begin aan de goede kant midden voor en neem ongeveer 87-93-103-107-109-115-121 steken op rondom de hals (zorg ervoor dat u 1 steek opneemt in iedere naald van de voorbies – het totaal aantal steken moet deelbaar zijn door 2 + 1).
Brei de eerste naald als volgt op de verkeerde kant: 1 steek in ribbelsteek, brei boordsteek (= 1 averecht/ 1 recht) tot er 2 steken over zijn op de naald, 1 averecht en 1 steek in ribbelsteek.
Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: 1 steek in ribbelsteek, brei boordsteek (= 1 recht/1 averecht), tot er 2 steken over zijn, 1 recht en 1 steek in ribbelsteek.
Ga zo verder met boordsteek heen en weer gebreid, maar na ongeveer 1-1½ cm mindert u voor 1 knoopsgat over de andere knoopsgaten op de rechter voorbies. Ga verder tot de halsrand ongeveer 3-3-3-3-4-4-4 cm meet. Kant de steken af met recht boven recht en averecht boven averecht.

AFWERKING:
Naai de knopen aan de linker voorbies.

Telpatroon

Diagram measurements for DROPS 264-31

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!
Heeft u dit patroon gemaakt?
Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #mistystonecardigan of stuur ze naar de #dropsfan galerij.

Laat een opmerking achter voor DROPS 264-31

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.