Autumn Walk Dress#autumnwalkdress |
|||||||||||||
![]() |
![]() |
||||||||||||
Gebreide jurk in DROPS Brushed Alpaca Silk en DROPS Alpaca. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid in tricotsteek, met Europeaanse pas, split in de zijkanten, rolrand en PUNNIKRAND. Maten XS - XXXL.
DROPS 262-4 |
|||||||||||||
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- TIP VOOR HET MEERDEREN-1: MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS – aan de goede kant: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei recht door de achterste lus. MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS – aan de goede kant: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei recht door de voorste lus. TIP VOOR HET MEERDEREN-2: MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS – op de verkeerde kant: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei averecht door de voorste lus. MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS – op de verkeerde kant: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei averecht door de achterste lus. PATROON: Zie telpatroon A.1. Het telpatroon toont alle naalden in het patroon aan de goede kant. BOORDSTEEK MET PUNNIKRAND: BEGIN VAN DE NAALD: Brei de rand als volgt: Haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht, 1 averecht, 1 recht, 1 averecht, 1 recht, 1 averecht. EINDE VAN DE NAALD: Brei de rand als volgt: Brei tot er 7 steken over zijn, 1 averecht, 1 recht, 1 averecht, 1 recht, 1 averecht, haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht. TIP VOOR HET MINDEREN: Minder 1 steek aan elke kant van de markeerder als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerder, 2 recht samen, 2 recht (de markeerder zit tussen deze 2 steken), haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (2 steken geminderd). MOUWTIP: Als u steken opneemt onder de mouw, kan er een klein gaatje ontstaan in de overgang tussen de steken op het lijf en de mouw. Dit gaatje kan gesloten worden door de draad tussen 2 steken op te nemen en deze gedraaid samen te breien met de eerste steek tussen het lijf en de mouw. ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- JURK - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel wanneer nodig. Brei volgens punten 1 – 5. 1 ACHTERPAND: Zet steken op voor de achterkant van de hals. Brei het achterpand heen en weer gebreid, meerder steken aan elke kant tot het aantal schoudersteken bereikt is. Het achterpand heeft een ietwat diagonale schouder. 2 VOORPAND: Wordt eerst in 2 delen gebreid (elke kant van de hals). U neemt steken op over de schouder achter, brei naar beneden en meerder voor de halslijn. Herhaal op de andere schouder. Dan worden er steken opgezet voor de halslijn en de 2 schouders worden samengevoegd. De voorkant het werk wordt heen en weer gebreid tot de juiste afmetingen. 3 PAS: Plaats de voor- en achterpanden op dezelfde naald, brei eerst het voorpand, neem steken op voor een mouw langs een kant van het voorpand, brei dan het achterpand en neem steken op voor de tweede mouw langs de andere kant van het voorpand. Ga verder in de rondte. 4 MEERDEREN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: Terwijl u de pas breit meerdert u eerst steken voor de mouwen en later voor het lijf. 5 LIJF EN MOUWEN: Als de pas klaar is, wordt het werk verdeeld en het lijf wordt verder in de rondte gebreid terwijl de mouwen wachten. Het lijf wordt verdeeld voor de split aan elke kant en de voor- en achterpanden worden apart heen en weer gebreid. Dan worden de mouwen in de rondte gebreid, van boven naar beneden. Er worden steken opgenomen rondom de halslijn en op het einde wordt de hals in de rondte gebreid. ACHTERPAND: Zet 30-30-32-34-36-38-40 steken op met rondbreinaald 4 mm, 1 draad DROPS Brushed Alpaca Silk en 1 draad DROPS Alpaca (2 draden). NAALD 1 (verkeerde kant): Averecht. NAALD 2 (goede kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1. 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 recht. NAALD 3 (verkeerde kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2. 3 averecht, meerder 1 steek richting links, brei averecht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 averecht. Brei NAALDEN 2 en 3 in totaal 9-9-9-9-9-10-10 keer (18-18-18-18-18-20-20 naalden gebreid) = 66-66-68-70-72-78-80 steken. Denk om de stekenverhouding. Knip de draad af en zet de steken op een hulpdraad. LINKERSCHOUDER: Vind de linker schouder achter als volgt: Leg het achterpand plat neer, met de goede kant naar boven, met de hulpdraad naar u toe; linkerkant van het werk = linkerschouder. Begin aan de goede kant bij de hals en neem 1 steek op in elke naald over de linkerschouder achter aan de binnenkant van de buitenste steek (18-18-18-18-18-20-20 steken), neem dan 1 steek op aan de buitenkant op de schouder (kantsteek) = 19-19-19-19-19-21-21 schoudersteken. Voeg 1 markeerdraad in bij de hals. Alle lengte afmetingen op het voorpand worden vanaf hier gemeten. Brei tricotsteek met de eerste naald aan de verkeerde kant, tot het werk 6-7-7-8-10-10-10 cm meet. Meerder nu voor de halslijn als volgt: NAALD 1 (goede kant): Denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1. Brei 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei tot het EINDE VAN DE NAALD. NAALD 2 (verkeerde kant): Averecht. Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 4-4-5-5-5-6-6 keer (8-8-10-10-10-12-12 naalden gebreid) = 23-23-24-24-24-27-27 steken. De meerderingen voor de halslijn zijn klaar. Het werk meet ongeveer 9-10-11-12-14-15-15 cm vanaf de markeerdraad. Een deel van de halslijn zit op het achterpand. De halslijn aan de voorkant = 7-8-9-9-10-11-11 cm. De halslijn op het achterpand = 2-2-2-3-4-4-4 cm. Knip de draad af en zet de steken op een hulpdraad. Brei de rechterschouder als volgt: RECHTERSCHOUDER: Begin aan de goede kant bij het armsgat en neem 1 steek op aan de buitenkant op de schouder (kantsteek), neem dan 1 steek op in elke naald over de schouder, aan de binnenkant van de buitenste steek = 19-19-19-19-19-21-21 schoudersteken. Voeg 1 markeerdraad in bij de hals. Alle lengte afmetingen op het voorpand worden vanaf hier gemeten. Brei tricotsteek met de eerste naald aan de verkeerde kant, tot het werk 6-7-7-8-10-10-10 cm meet. Meerder nu voor de halslijn als volgt: NAALD 1 (goede kant): Brei recht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 recht - denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1. NAALD 2 (verkeerde kant): Averecht. Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 4-4-5-5-5-6-6 keer (8-8-10-10-10-12-12 naalden gebreid) = 23-23-24-24-24-27-27 steken. De meerderingen voor de halslijn zijn klaar. Het werk meet ongeveer 9-10-11-12-14-15-15 cm vanaf de markeerdraad. Een deel van de halslijn zit op het achterpand. De halslijn aan de voorkant = 7-8-9-9-10-11-11 cm. De halslijn aan de achterkant = 2-2-2-3-4-4-4 cm. VOORPAND: Op de volgende naald aan de goede kant voegt u de 2 schouders samen voor het voorpand als volgt: Brei de 23-23-24-24-24-27-27 steken op de rechter schouder voor, zet 20-20-20-22-24-24-26 steken op voor de halslijn, brei de 23-23-24-24-24-27-27 steken van de linker schouder voor = 66-66-68-70-72-78-80 steken. Brei tricotsteek heen en weer gebreid tot het werk 11-11-12-13-16-16-16 cm meet vanaf de markeerdraad, met de laatste naald aan de verkeerde kant. De voor- en achterpanden worden nu samengevoegd voor de pas en er worden steken opgenomen voor de mouwen als volgt: NAALD 1 (goede kant): Brei de eerste 2 steken op het voorpand recht samen (1 steek geminderd), brei recht tot er 2 steken over zijn op het voorpand, haal 1 steek af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over (1 steek geminderd), voeg hier 1 markeerder in, neem 20-20-22-24-28-28-28 steken op langs de linker kant van het voorpand aan de binnenkant van de buitenste steek (= mouwsteken), voeg 1 markeerder in, brei de eerste 2 steken op het achterpand recht samen (1 steek geminderd), brei recht tot er 2 steken over zijn op het achterpand, haal 1 steek af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over (1 steek geminderd), voeg hier 1 markeerder in, neem 20-20-22-24-28-28-28 steken op over de rechter kant van het voorpand aan de binnenkant van de buitenste steek (= mouwsteken), voeg hier 1 markeerder in = 168-168-176-184-196-208-212 steken. PAS: Ga verder in de rondte. NAALD 1: Brei recht en meerder 1 steek aan elke kant van beide mouwen – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1 – meerder 1 steek richting links op het begin van de mouw en 1 steek richting rechts aan het einde van de mouw, het aantal steken op de mouwen nemen toe, maar blijft hetzelfde op de voor- en achterpanden = 22-22-24-26-30-30-30 steken op de mouwen, 64-64-66-68-70-76-78 steken op de voor- en achterpanden) = 172-172-180-188-200-212-216 steken Ga verder als volgt: NAALD 1: Brei recht en meerder 1 steek aan elke kant van beide mouwen – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1 – meerder 1 steek richting links op het begin van de mouw en 1 steek richting rechts aan het einde van de mouw, het aantal steken op de mouwen nemen toe, maar blijft hetzelfde op de voor- en achterpanden. NAALD 2: Recht. Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 12-11-8-8-7-6-3 keer (24-22-16-16-14-12-6 naalden gebreid; in totaal 13-12-9-9-8-7-4 meerderingen in de hoogte op de mouwen, met 46-44-40-42-44-42-36 mouwsteken en 64-64-66-68-70-76-78 steken op de voor- en achterpanden) = 220-216-212-220-228-236-228 steken. Ga verder als volgt: NAALD 1: 2 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot er 2 steken over zijn op het voorpand voor de eerste markeerder, meerder 1 steek richting rechts, 2 recht, zet de markeerder op de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek richting rechts, zet de markeerder op de rechter naald, 2 recht, meerder 1 steek richting de links, brei recht tot er 2 steken over zijn op het achterpand, voor de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, 2 recht, zet de markeerder op de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek richting rechts, zet de markeerder op de rechter naald (= 8 gemeerderde steken, met 1 gemeerderde steek aan elke kant van 2 steken in elke overgang tussen het lijf en de mouwen). NAALD 2: Recht. Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 3-5-8-10-12-14-18 keer (6-10-16-20-24-28-36 naalden gebreid. Er zijn in totaal 16-17-17-19-20-21-22 meerderingen in de hoogte op de mouw en 3-5-8-10-12-14-18 meerderingen in de hoogte op het lijf = 52-54-56-62-68-70-72 steken op elke mouw en 70-74-82-88-94-104-114 steken op de voor- en achterpanden) = 244-256-276-300-324-348-372 steken. De mouw meet ongeveer 13-14-14-15-16-17-18 cm – LET OP: Als de trui op de schouder gevouwen is, meet het werk ongeveer 19-20-21-22-24-25-26 cm vanaf de bovenkant van de schouder en naar beneden over het armsgat. Als het werk korter is dan dit, brei dan verder tot de juiste afmeting zonder te meerderen. Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen. VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: Brei de eerste 70-74-82-88-94-104-114 steken recht (= voorpand), plaats de volgende 52-54-56-62-68-70-72 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-8-8-10-12-12-14 steken op (midden onder de mouw), brei 70-74-82-88-94-104-114 recht (= achterpand), plaats de volgende 52-54-56-62-68-70-72 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-8-8-10-12-12-14 steken op (midden onder de mouw). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. LIJF: = 152-164-180-196-212-232-256 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 6-8-8-10-12-12-14 opgezette steken onder elke mouw en neem de markeerdraden mee tijdens het breien in de hoogte, ze worden gebruikt voor het verdelen van het werk voor de split aan elke kant. Brei tot de eerste markeerder; de naald begint nu hier. Voeg 4 nieuwe markeerders in, zonder de steken te breien, deze markeerders worden gebruikt voor het meerderen voor het lijf. Begin bij de markeerdraad, tel 10-10-11-11-12-12-13 steken, voeg markeerder-1 in voor de volgende steek, tel 56-62-68-76-82-92-102 steken (= achterpand), voeg markeerder-2 in voor de volgende steek, tel 20-20-22-22-24-24-26 steken (de markeerdraad zit in het midden van deze steken), voeg markeerder-3 in voor de volgende steek, tel 56-62-68-76-82-92-102 steken (= voorpand), voeg markeerdraad-4 in voor de volgende steek, er zijn 10-10-11-11-12-12-13 steken over op de naald. U meerdert nu en verdeelt het werk voor de split aan elke kant – lees beide volgende 2 delen door voordat u verder gaat. MEERDERINGEN: Als het lijf 7-9-10-11-11-12-13 cm meet vanaf de opgezette steken onder de mouw, meerder dan 1 steek richting links na markeerders 1 en 3 en meerder 1 steek richting rechts voor markeerders 2 en 4 – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (4 gemeerderd steken). Meerder zo iedere 2½ cm in totaal 8-8-8-10-10-10-10 keer, dan iedere 4½ cm 8-8-8-7-7-7-7 keer (in totaal 16-16-16-17-17-17-17 meerderingen bij elke markeerder) – het aantal steken op de voor- en achterpanden nemen toe, maar blijft hetzelfde onder elke mouw (= 20-20-22-22-24-24-26 steken). SPLIT AAN ELKE KANT: TEGELIJKERTIJD, als het werk 35-36-37-38-38-39-40 cm meet vanaf de scheiding, brei dan A.1 over de middelste 12 steken aan elke kant (de markeerdraad zit in het midden van deze 12 steken), ga verder met tricotsteek over de andere steken. Herhaal de eerste 4 naalden in het telpatroon tot het werk 46-47-48-49-49-50-51 cm meet vanaf de scheiding. Brei nu de laatste naald in A.1, dus, meerder 2 steken aan elke kant. Als A.1 klaar is, verdeel dan het werk voor de split aan elke kant op de markeerdraden in het midden van A.1. Plaats de steken van het voorpand op een hulpdraad en ga verder met het achterpand als volgt: ACHTERPAND: Brei tricotsteek heen en weer gebreid met 7 steken BOORDSTEEK MET PUNNIKRAND aan elke kant – lees uitleg hierboven (denk om het meerderen). Als alle meerderingen klaar zijn, zijn er 110-116-124-134-142-152-164 steken. Brei tot het werk 106-108-110-111-113-114-116 cm meet vanaf de scheiding – er is ongeveer 4-4-4-5-5-6-6 cm over tot de gewenste lengte; pas de jurk en brei tot de gewenste lengte voor de boordsteek. Begin op de volgende naald (goede kant) met de boordsteek. Meerder tegelijkertijd 13-13-15-15-17-17-19 steken verdeeld op de naald (meerder niet over de 7 buitenste steken elke kant) = 123-129-139-149-159-169-183 steken, brei als volgt: Ga verder met rondbreinaald 3 mm, brei 7 steken boordsteek met PUNNIKRAND zoals hiervoor, brei boordsteek (1 recht, 1 averecht – denk om het meerderen) tot er 8 steken over zijn, 1 recht en 7 steken boordsteek met PUNNIKRAND zoals hiervoor. Als de boordsteek 4-4-4-5-5-6-6 cm meet, kant dan ietwat losjes af met boordsteek of met Italiaans afkanten. De jurk meet ongeveer 110-112-114-116-118-120-122 cm vanaf de bovenkant van de schouder. VOORPAND: Plaats de steken van de hulpdraad terug op rondbreinaald 4 mm en brei op dezelfde manier als het achterpand. MOUWEN: Plaats de 52-54-56-62-68-70-72 mouwsteken van een hulpdraad op rondbreinaald 4 mm en neem 1 steek op in elk van de 6-8-8-10-12-12-14 opgezette steken onder de mouw – lees MOUWTIP = 58-62-64-72-80-82-86 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 6-8-8-10-12-12-14 steken onder de mouw - de naald begint bij de markeerdraad. Brei in tricotsteek in de rondte. TEGELIJKERTIJD, als de mouw 1 cm meet vanaf de scheiding, minder dan midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN als volgt: Minder 2 steken iedere 2 cm in totaal 4-4-3-3-3-2-2 keer = 50-54-58-66-74-78-82 steken. Brei verder tot de mouw 14-14-13-13-12-12-11 cm meet vanaf de scheiding. Meerder nu midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MEERDEREN en meerder 2 steken iedere 6-6-6-5-5-5-5 cm in totaal 2 keer = 54-58-62-70-78-82-86 steken. Brei verder tot de mouw 37-38-39-37-37-34-34 cm meet vanaf de scheiding. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm. Brei boordsteek (1 recht, 1 averecht). Minder tegelijkertijd 4 steken verdeeld op de eerste naald = 50-54-58-66-74-78-82 steken. Als de boordsteek 4-4-4-5-5-6-6 cm meet, brei dan 3 naalden recht (rolrand). Ga verder met breinaalden zonder knop maat 4 mm en kant ietwat losjes af met recht. De mouw meet ongeveer 41-42-43-42-42-40-40 cm vanaf de scheiding. HALS: Gebruik rondbreinaald 3 mm en 1 draad van elke kwaliteit (2 draden). Begin aan de goede kant bij een schouderlijn en neem ongeveer 74-76-82-86-94-100-102 steken op aan de binnenkant van 1 steek. Brei 1 naald recht en meerder tot 106-110-118-124-134-142-148 steken (deelbaar door 2). Brei boordsteek in de rondte (1 recht, 1 averecht) voor 14-14-14-15-15-16-16 cm. Ga verder met rondbreinaald 4 mm en Kant ietwat losjes af met boordsteek of met Italiaans afkanten. |
|||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||
|
|||||||||||||
![]() |
|||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #autumnwalkdress of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 39 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 262-4
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.