DROPS Kerstkalender · Heeft u het deurtje van vandaag geopend?
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 11.70€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Christmas Calendar

Bright Day Cardigan

Gebreid vest in DROPS Paris. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met Europeaanse pas en kantpatroon. Maat: S - XXXL.

Markeer maat:


DROPS 257-16

#brightdaycardigan

DROPS design: Patroon w-929
Garengroep C of A + A
----------------------------------------------------------

MAAT:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

GAREN:
DROPS PARIS van garnstudio (behoort tot garengroep C)
450-500-550-600-650-750 g kleur 16, wit

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 5 mm: Lengte 40 en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 4 mm: Lengte: 80 cm
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5 mm
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – in dat geval heeft u alleen een rondbreinaald nodig van 80 cm in elke maat.

KNOPEN:
DROPS KNOOP NR 803: 4-4-4-4-5-5

STEKENVERHOUDING:
17 steken in de breedte en 22 naalden in de hoogte in tricotsteek op de naald 5 mm = 10 x 10 cm.
LET OP! De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met grotere naalden. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met kleinere naalden.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 11.70€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

----------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Recht op alle naalden, dus recht aan de goede kant en recht op de verkeerde kant.
1 ribbel = brei 2 recht naalden.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1:
MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS - aan de GOEDE KANT:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei recht in de lus aan de achterkant van de naald.
MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS - aan de GOEDE KANT:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei recht in de lus aan de voorkant kant van de naald.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2:
MEERDER 1 STEEK RICHTING DE RIGHT - aan de VERKEERDE KANT:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei averecht in de lus aan de voorkant kant van de naald.
MEERDER 1 STEEK RICHTING DE LINKER - aan de VERKEERDE KANT:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei averecht in de lus aan de achterkant van de naald.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt:
Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad en brei 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad is in het midden van deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd).

VOORBIES MET PUNNIKRAND:
BEGIN VAN DE NAALD:
Brei de voorbies als volgt: haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant van het werk, 1 recht en brei 5 steken in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven.
EINDE VAN DE NAALD:
Brei voorbies als volgt: Brei tot er 7 steken over zijn op de naald, brei 5 steken in ribbelsteek, haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant van het werk, 1 recht.
Brei op dezelfde manier zowel aan de goede als de verkeerde kant.

KNOOPSGATEN:
Minder voor de knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt). Minder aan de goede kant als er 5 steken over zijn op de naald als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Maak 1 omslag, 2 recht samen, 1 recht, haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant van het werk, 1 recht.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei voorbies zoals hiervoor en brei de omslag recht om een knoopsgat te maken. Maak het eerste knoopsgat op de eerste naald aan de goede kant nadat alle steken voor de hals opgezet zijn. Maak dan de volgende 3-3-3-3-4-4 knoopsgaten met ongeveer 8½-9-9-9-8-8½ cm tussen elk.

MOUWTIP:
Als u steken opneemt onder de mouwen kunnen er kleine gaatjes ontstaan in de overgang tussen het lijf en de mouwen. Deze kunnen gesloten worden door de draad tussen 2 steken op te nemen en deze gedraaid samen te breien met de volgende steek.

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

VEST - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
In dit patroon worden naalden van verschillende lengtes gebruikt, begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel wanneer nodig.
Brei eerst het werk heen en weer gebreid op de rondbreinaald. Begin door steken op te zetten aan de achterkant van de hals. Brei dan het achterpand naar beneden terwijl u TEGELIJKERTIJD meerdert aan elke kant van het werk tot het aantal steken voor de schouderbreedte is bereikt. Het achterpand heeft een ietwat diagonale schouder. Leg nu het achterpand aan de kant en brei het begin van de voorpanden. Begin door steken op te nemen over een schouder vanaf het achterpand, brei en meerder richting de hals. Herhaal op de andere schouder.
Neem nu steken op voor de mouwen langs de zijkanten op de voorpanden en zet de steken van het achterpand terug op de naald. Brei heen en weer gebreid over alle steken.
Meerder steken op de pas. Meerder eerst alleen steken voor de mouwen en meerder dan steken voor zowel het voorpand als het achterpand.
Verdeel het werk voor het lijf en de mouwen. Brei het lijf heen en weer gebreid naar beneden op de rondbreinaald met kantpatroon terwijl de mouwen wachten. Brei dan de mouwen naar beneden in de rondte op de naald. Eindig door steken op te nemen rondom de hals en brei een halsrand in de rondte.

ACHTERPAND:
Brei het werk heen en weer gebreid op de rondbreinaald. Zet 30-32-34-36-36-40 steken op rondbreinaald 5 mm met DROPS Paris.
NAALD 1 (= verkeerde kant): Brei alle steken averecht.
NAALD 2 (= goede kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 en 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 recht.
NAALD 3 (= verkeerde kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 en brei 3 averecht, meerder 1 steek richting rechts, brei averecht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting links, 3 averecht.
NA DE 3e NAALD:
Brei de 2e en 3e NAALD 8-8-8-8-9-9 keer in totaal (= 16-16-16-16-18-18 naalden zijn gebreid), na het meerderen zijn er 62-64-66-68-72-76 steken op de naald. Knip het garen af en zet de steken op een hulpdraad.

RECHTER SCHOUDER:
Vind de rechterschouder op het achterpand als volgt: Leg het achterpand plat neer met de goede kant naar boven, plaats het achterpand zo dat de steken op de hulpdraad naar u toe liggen. De rechter kant van het werk = rechter schouder.
Neem nu steken op over de linker diagonale schouder op het achterpand - begin aan de goede kant op de schouder en neem steken op naar buiten richting de hals als volgt:
Neem 1 steek op in iedere gebreide naald aan de binnenkant van de buitenste steek = 16-16-16-16-18-18 steken.
Alle lengte afmetingen op het voorpand worden nu vanaf de opneemrand gedaan.
Brei in tricotsteek (brei de eerste naald op de verkeerde kant).
Meerder bij een hoogte van 9 cm steken richting de hals als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Brei tot er 3 steken over zijn, meerder richting rechts, 3 recht – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei alle steken averecht.
Brei de 1e en 2e NAALD 2 keer in totaal (= 4 naalden zijn gebreid) = 18-18-18-18-20-20 steken. Aan het einde van de laatste naald op de verkeerde kant, brei de laatste 2 steken averecht samen = 17-17-17-17-19-19 steken.
Knip het garen af, zet de steken op een hulpdraad, brei nu het linker voorpand over de linker schouder zoals uitgelegd hieronder.

LINKER SCHOUDER:
Neem nu steken op over de linker diagonale schouder op het achterpand - begin aan de goede kant op de hals en neem steken op naar buiten richting het armsgat als volgt:
Neem 1 steek op in iedere gebreide naald aan de binnenkant van de buitenste steek = 16-16-16-16-18-18 steken.
Alle lengte afmetingen op het voorpand worden vanaf de opneemnaald gedaan.
Brei in tricotsteek (brei de eerste naald op de verkeerde kant).
Bij een hoogte van 9 cm, meerder steken richting de hals als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1 en brei 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei de rest van de naald.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei alle steken averecht.
Brei de 1e en 2e NAALD 2 keer in totaal (= 4 naalden zijn gebreid) = 18-18-18-18-20-20 steken. Kant op het begin van de laatste naald op de verkeerde kant, brei de eerste 2 steken gedraaid averecht samen = 17-17-17-17-19-19 steken.
Zet dan de voorpanden en het achterpand samen op de naald en neem steken op voor de mouw zoals uitgelegd hieronder.

NAALD 1 (= goede kant): Brei aan de goede kant met de steken van het linker voorpand: brei 3 steken, meerder richting links, brei recht over de overgebleven steken op het linker voorpand, voeg hier 1 markeerdraad in, neem 20 steken op aan de zijkant van het linker voorpand (= mouw, de steken worden opgenomen aan de binnenkant van de buitenste steek), voeg 1 markeerdraad in, brei de eerste 2 steken van het achterpand recht samen (= 1 steek geminderd), brei recht tot er 2 steken over zijn op het achterpand, haal 1 steek af, 1 recht, haal de afgehaalde steek over (= 1 steek geminderd), voeg 1 markeerdraad in, neem 20 steken op langs de zijkant op het rechter voorpand (= mouw, neem steken op aan de binnenkant van de buitenste steek), voeg 1 markeerdraad in, zet de steken van het rechter voorpand terug op linker naald, brei tot er 3 steken over zijn. Meerder richting rechts, brei de laatste 3 steken = 136-138-140-142-150-154 steken.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei alle steken averecht.
NAALD 3 (= goede kant): Brei 3 steken, meerder richting links, brei tot de eerste markeerdraad, verplaats de markeerdraad naar de rechter naald, meerder richting links, brei 20 steken, meerder richting rechts, verplaats de markeerdraad naar de rechter naald, brei tot de volgende markeerdraad, verplaats de markeerdraad naar de rechter naald, meerder richting links, brei 20 steken, meerder richting rechts, verplaats de markeerdraad naar de rechter naald, brei tot er 3 steken over zijn. Meerder richting rechts, brei 3 steken = 142-144-146-148-156-160 steken.
NAALD 4 (= verkeerde kant): Brei averecht, zet op het EINDE VAN DE NAALD 18-19-20-21-21-23 nieuwe steken op = 160-163-166-169-177-183 steken.
NAALD 5 (= goede kant): Brei VOORBIES MET PUNNIKRAND - lees uitleg hierboven, brei recht tot de eerste markeerdraad, verplaats de markeerdraad naar de rechter naald, meerder richting links, brei 22 steken, meerder richting rechts, verplaats de markeerdraad op de rechter naald, brei tot de volgende markeerdraad, verplaats de markeerdraad naar de rechter naald, meerder richting links, brei 22 steken. Meerder richting rechts, verplaats de markeerdraad naar de rechter naald, brei de rest van de naald. Zet op het EINDE VAN DE NAALD 18-19-20-21-21-23 nieuwe steken op = 182-186-190-194-202-210 steken op de naald.
NAALD 6 (= verkeerde kant): Brei averecht met voorbies met PUNNIKRAND aan elke kant.
NAALD 7 (= goede kant): Begin op deze naald met de minderingen voor de KNOOPSGATEN – lees uitleg hierboven. Brei voorbies zoals hiervoor, brei recht tot de eerste markeerdraad, verplaats de markeerdraad naar de rechter naald. Meerder richting links, brei 24 steken. Meerder richting rechts, verplaats de markeerdraad naar de rechter naald, brei tot de volgende markeerdraad, verplaats de markeerdraad naar de rechter naald. Meerder richting links, brei 24 steken, Meerder richting rechts, verplaats de markeerdraad naar de rechter naald, brei tot er 7 steken over zijn, brei voorbies zoals hiervoor. Er zijn nu 60-62-64-66-70-74 steken op het achterpand, 37-38-39-40-42-44 steken op elk voorpand en 26 steken op elke mouw = 186-190-194-198-206-214 steken op de naald.
NAALD 8 (= verkeerde kant): Brei averecht met voorbies aan elke kant.

Meerder dan zowel op de mouwen als op het lijf, brei de volgende naald als volgt.
NAALD 1 (= goede kant): Brei voorbies en tricotsteek tot er 2 steken over zijn voor de markeerder. Meerder richting rechts, brei 2 steken. Meerder richting links, brei over de 26 steken op de mouw. Meerder richting rechts, brei 2 steken, meerder richting links, brei 56-58-60-62-66-70 steken, meerder richting rechts, brei 2 steken, meerder richting links, brei over de 26 steken op de mouw, meerder richting rechts, brei 2 steken, meerder richting links, brei tot er 7 steken over zijn, brei voorbies (= 8 steken gemeerderd aan elke kant van de 2 steken in iedere overgang tussen het lijf en de mouw).
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei averecht met voorbies aan elke kant.
Herhaal deze 2 naalden tot u 10-12-13-15-17-18 keer heeft gemeerderd in totaal op het lijf en de mouwen. U heeft 13-15-16-18-20-21 keer gemeerderd in totaal op de mouwen = 266-286-298-318-342-358 steken.

Het werk meet nu ongeveer 12-14-15-16-18-19 cm op de mouw, als de trui dubbel gevouwen wordt op de schouder meet het werk ongeveer 18-20-21-22-24-25 cm vanaf de bovenkant van de schouder.

Verdeel nu de pas voor het lijf en de mouwen.
VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN:
TEGELIJKERTIJD terwijl u de volgende naald breit, verdeelt u de pas voor het lijf en de mouwen als volgt: brei 47-50-52-55-59-62 steken zoals hiervoor (= voorpand), zet de volgende 46-50-52-56-60-62 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 8-10-12-14-16-18 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant midden onder de mouw), brei 80-86-90-96-104-110 steken in tricotsteek (= achterpand), zet de volgende 46-50-52-56-60-62 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 8-10-12-14-16-18 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant midden onder de mouw) en brei de laatste 47-50-52-55-59-62 steken op de naald (= voorpand). Brei het lijf en de mouwen apart verder.

LIJF:
= 190-206-218-234-254-270 steken.
Brei in tricotsteek met voorbies aan elke kant zoals hiervoor voor 5-5-6-7-7-8 cm, meerder op de laatste naald 1-1-5-5-1-1 steken verdeeld = 191-207-223-239-255-271 steken. Brei dan als volgt – vanaf midden voor: Voorbies, A.1 tot er 8 steken over zijn, 1 recht (zodat het patroon aan elke kant hetzelfde is) en brei voorbies. Als A.1 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan de biezen zoals hiervoor en patroon A.2 - meerder tegelijkertijd 10-11-12-13-14-15 steken verdeeld over de steken in het patroon. Brei dan als volgt: Voorbies, A.2 tot er 7 steken over zijn (denk om het meerderen) en brei voorbies = 201-218-235-252-269-286 steken. Eindig A.2 en kant af.
De top meet ongeveer 44-46-48-50-52-54 cm vanaf de bovenkant van de schouder.

MOUWEN:
Zet de 46-50-52-56-60-62 mouwsteken van een hulpdraad op rondbreinaald 5 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de 8-10-12-14-16-18 opgezette steken onder de mouw - lees MOUWTIP = 54-60-64-70-76-80 steken.
Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 8-10-12-14-16-18 nieuwe steken onder de mouw - de naald begint op de markeerdraad.
Brei in tricotsteek in de rondte op de naald - TEGELIJKERTIJD als de mouw 3 cm meet vanaf de scheiding, minder dan midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN en minder als volgt: Minder 2 steken iedere 8-6½-5½-3½-3-2½ cm 2-4-5-8-10-11 keer in totaal = 50-52-54-54-56-58 steken. Tegelijkertijd bij een hoogte van 37-37-38-38-38-38 cm vanaf schouder, brei A.1 in de rondte over alle steken, LET OP! Vanwege de minderingen past A.1 niet onder de mouw, plaats daarom 1 herhaling van A.1 midden op de bovenkant van de mouw en brei de steken die niet in een hele herhaling passen in tricotsteek. Als A.1 is gebreid, brei dan A.2 over alle steken - LET OP! Pas op de eerste naald het aantal steken aan naar 51-51-51-51-68-68. Eindig A.2 en kant af.
De mouw meet ongeveer 54-54-55-55-55-55 cm vanaf de schouder.

HALSRAND:
Neem ongeveer 88 tot 120 steken op rondom de hals op naald 4 mm. Het aantal steken moet deelbaar zijn door 4. Brei de eerste naald als volgt op de verkeerde kant: 7 voorbiessteken, * 2 averecht, 2 recht *, brei van *-* tot er 9 steken over zijn, 2 averecht en 7 voorbiessteken. Kant af als de boordsteek 3 cm meet.

AFWERKING:
Naai de knopen op de linker voorbies.

Telpatroon

recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
maak 1 omslag tussen 2 steken, brei op de volgende naald de omslag averecht om een gaatje te maken = maak 1 omslag tussen 2 steken, brei op de volgende naald de omslag averecht om een gaatje te maken
2 recht samen = 2 recht samen
1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek = 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
1 steek recht afhalen, 2 recht samen en haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken = 1 steek recht afhalen, 2 recht samen en haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken
Diagram for DROPS 257-16
Diagram for DROPS 257-16

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!
Heeft u dit patroon gemaakt?
Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #brightdaycardigan of stuur ze naar de #dropsfan galerij.

Laat een opmerking achter voor DROPS 257-16

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (5)

country flag Valeria schreef:

Continua a non essere chiaro. Le istruzioni in italiano sono diverse da quelle in inglese. In quelle in italiano sembra esserci un refuso, potete chiarire quanti aumenti bisogna fare sul dietro per la taglia XL? Grazie

23.08.2025 - 15:03

DROPS Design antwoorde:

Buongiorno Valeria, grazie per la segnalazione, abbiamo corretto il testo nel punto indicato. Buon lavoro!

23.08.2025 - 17:02

country flag Valeria schreef:

Salve, non ho capito la parte "DOPO IL 3°FERRO" del dietro. Ho finito i 30 ferri e ho 96 maglie sul ferro. Dopo il terzo ferro si richiede di fare altri aumenti per 16 ferri, come faccio quindi ad avere 68 maglie alla fine, cioè meno di quando inizio? Grazie

22.08.2025 - 12:44

DROPS Design antwoorde:

Buongiorno Valeria, dopo aver avviato le maglie, deve lavorare i primi 3 ferri del motivo, e poi ripetere il 2° e 3° ferro per il n° di volte indicato per la sua taglia, non deve lavorare tutto il motivo. Buon lavoro!

23.08.2025 - 14:10

country flag Leda Masi schreef:

Ritiro la domanda stupida, ho capito. :-) grazie comunque Leda

14.04.2025 - 10:22

country flag Leda schreef:

Non mi è chiaro l'ultimo passaggio del corpo: lavorare A2 e allo stesso tempo aumentare in modo uniforme 10 maglie sulle maglie del motivo. Devo aumentare tra ogni ripetizione con un dritto? Grazie

10.04.2025 - 16:42

DROPS Design antwoorde:

Buonasera Leda, deve aumentare 20 maglie a intervalli regolari. Buon lavoro!

12.04.2025 - 17:41

country flag Nicole Vena schreef:

I'm confused on the 2nd set of increases for the body and sleeves. It never specifies when to slip the markers like it did previously. If we are knitting to 2 stitches before marker, increasing to right, knit 2, increase to left, the sleeve stitches will always be 26. Do we slip the marker then increase to left? Please specify how to slip the markers.

20.03.2025 - 00:42

DROPS Design antwoorde:

Dear Mrs Vena, you will now increase on each side of the knit 2 sts so that the number of stitches on body and sleeves will increase by 1 on each front piece and by 2 on sleeves and back piece. Happy knitting!

20.03.2025 - 10:16