DROPS Super Sale - BESPAAR 30% op 6 garens de hele maand juni!
Product image DROPS Air yarn
DROPS Air
65% alpaca, 28% polyamide, 7% Wool
vanaf 3.92 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 15.68€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2425

Snowfall Vest

Gebreide top in DROPS Air. Het werk wordt van onder naar boven gebreid met kabels, diagonale schouders en split in de zijkanten. Maten XS - XXL.

Markeer maat:
DROPS 252-31

#snowfallvest

DROPS Design: Patroon ai-495
Garengroep C of A + A
-------------------------------------------------------

MATEN:
XS - S - M - L - XL - XXL

GAREN:
DROPS AIR van garnstudio (behoort tot garengroep C)
200-250-250-300-300-350 g kleur 01, naturel

KNOPEN:
DROPS KNOPEN NR 512: 4 stuks in alle maten.

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 5 MM: Lengte 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 4 MM: Lengte 80 cm.
DROPS KABELNAALD.

STEKENVERHOUDING:
17 steken in de breedte en 22 naalden in de hoogte, met tricotsteek op naald 5 mm = 10 x 10 cm.
LET OP: De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Air
DROPS Air
65% alpaca, 28% polyamide, 7% Wool
vanaf 3.92 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 15.68€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht, aan zowel de goede als de verkeerde kant.
1 ribbel in de hoogte = brei 2 naalden recht.

BIEZEN MET PUNNIKRAND:
BEGIN VAN DE NAALD:
Brei de voorbies als volgt: Haal 1 steek averecht af, met de draad aan de voorkant, 1 recht, brei 5 ribbelsteken.
EINDE VAN DE NAALD:
Brei de voorbies als volgt: Brei tot er 7 steken over zijn op de naald, brei 5 ribbelsteken, haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht.
Brei zo aan zowel de goede als de verkeerde kant.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de armsgaten en de halslijn):
Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt!
BEGIN VAN DE NAALD:
Brei de eerste 9 steken zoals hiervoor, haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 1 steek geminderd).
EINDE VAN DE NAALD:
Brei tot er 11 steken over zijn op de naald, 2 recht samen (= 1 steek geminderd), brei tot het EINDE VAN DE NAALD zoals hiervoor.

AFKANTEN IN PUNNIKRAND:
Aan het einde van de naald als de laatste steek opgenomen is:
Zet 3 steken op aan de goede kant.
Zet deze 3 opgezette steken terug op de linker naald met de breidraad 3 steken naar links op de naald (tijdens het breien trekt de draad het werk aan zodat er een kleine tube gevormd wordt).
NAALD 1 (goede kant): 2 recht, brei 2 steken gedraaid recht samen.
Zet de 3 steken van de rechter naald terug op de linker naald. Keer het werk niet.
Herhaal NAALD 1 tot er 3 steken over zijn op de rechter naald. Zet deze 3 steken terug op de linker naald. Kant af.
Naai een kleine de steek om het begin en einde van de PUNNIKRAND samen te voegen.
-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TOP - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het werk wordt heen en weer gebreid met de rondbreinaald, van onder naar boven. De voor- en achterpanden worden apart gebreid, samen genaaid op de schouders en decoratieve knopen worden aan elke kant genaaid.

VOORPAND:
Zet 96-104-112-120-136-144 steken op met rondbreinaald 4 mm en DROPS Air.
Brei boordsteek aan de verkeerde kant als volgt: 7 steken volgens BIEZEN MET PUNNIKRAND, brei boordsteek (2 averecht, 2 recht) tot er 9 steken over zijn, 2 averecht en 7 steken volgens BIEZEN MET PUNNIKRAND.
Brei in deze boordsteek heen en weer gebreid voor 5-5-5-6-6-6 cm.
Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei 1 naald tricotsteek met 7 voorbiessteken aan elke kant. Minder tegelijkertijd 5-6-7-7-9-9 steken verdeeld over de volgende 34-38-42-46-54-58 steken, brei telpatroon A.1 over de volgende 14 steken (5 steken gemeerderd in A.1), brei tricotsteek en minder 5-6-7-7-9-9 steken verdeeld over de volgende 34-38-42-46-54-58 steken, 7 voorbiessteken zoals hiervoor = 91-97-103-111-123-131 steken. Brei de teruggaande naald met tricotsteek, voorbiessteken en A.1 over de middelste 19 steken.
Ga verder met het patroon maar nu met A.2 over de middelste 19 steken tot de gewenste lengte.
Denk om de stekenverhouding.
Als het werk 28-29-30-31-32-33 cm meet, brei dan 7-7-8-8-9-9 ribbelsteken extra aan elke kant (de biezen bestaan nu uit de buitenste 14-14-15-15-16-16 steken aan elke kant).
Als het werk 31-32-33-34-35-36 cm meet, begin dan met minderen voor de armsgaten als volgt:
Kant 7-7-8-8-9-9 steken af aan elke kant, ga dan verder met de biezen over de buitenste 7 steken aan elke kant en minder voor de armsgaten – lees TIP VOOR HET MINDEREN, iedere 4e-4e-4e-2e-2e-2e naald als volgt: 1-2-3-5-8-11 keer 1 steek aan elke kant = 75-79-81-85-89-91 steken.
Brei tot het werk 49-51-52-54-55-57 cm meet, na minstens 3 naalden zonder te kabelen in A.2 en met de volgende naald aan de goede kant. Brei tricotsteek (biezen zoals hiervoor) en minder 5 steken verdeeld over de steken in A.2 =70-74-76-80-84-86 steken. Kant dan, op de volgende naald aan de goede kant, de middelste 16-16-18-18-20-20 steken af voor de halslijn en eindig elk schouder apart.

RECHTER SCHOUDER:
= 27-29-29-31-32-33 steken.
Ga verder met tricotsteek en de voorbiessteken zoals hiervoor. Minder tegelijkertijd voor de hals – denk om TIP VOOR HET MINDEREN, iedere 2e naald 7 keer = 20-22-22-24-25-26 steken. Als het werk 55-57-59-61-63-65 cm meet (ongeveer 3 cm over tot de gewenste lengte) kant dan af voor de diagonale schouders op het begin van elke naald aan de verkeerde kant: 3 keer 5-5-5-6-6-6 steken, kant dan de overgebleven 5-7-7-6-7-8 steken af. Het werk meet ongeveer 58-60-62-64-66-68 cm.

LINKER SCHOUDER:
= 27-29-29-31-32-33 steken.
Ga verder met tricotsteek en de voorbiessteken zoals hiervoor. Minder tegelijkertijd voor de hals, 7 keer iedere 2e naald = 20-22-22-24-25-26 steken. Als het werk 55-57-59-61-63-65 cm meet (ongeveer 3 cm over tot de gewenste lengte) kant dan af voor de diagonale schouders op het begin van elke naald aan de goede kant: 3 keer 5-5-5-6-6-6 steken, kant dan de overgebleven 5-7-7-6-7-8 steken af. Het werk meet ongeveer 58-60-62-64-66-68 cm.

ACHTERPAND:
Zet 96-104-112-120-136-144 steken op met rondbreinaald 4 mm en DROPS Air.
Brei boordsteek aan de verkeerde kant als volgt: 7 steken volgens biezen met PUNNIKRAND, brei boordsteek (2 averecht, 2 recht) tot er 9 steken over zijn, 2 averecht en 7 steken volgens biezen met PUNNIKRAND.
Brei deze boordsteek heen en weer gebreid voor 5-5-5-6-6-6 cm.
Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei 1 naald in tricotsteek met 7 voorbiessteken aan elke kant. Minder tegelijkertijd 10-12-14-14-18-18 steken verdeeld over de tricotsteken op de eerste naald = 86-92-98-106-116-126 steken. Ga verder met tricotsteek en voorbiessteken.
Als het werk 28-29-30-31-32-33 cm meet, brei dan 7-7-8-8-9-9 ribbelsteken extra aan elke kant (de biezen bestaan nu uit de buitenste 14-14-15-15-16-16 steken aan elke kant).
Als het werk 31-32-33-34-35-36 cm meet, brei dan als volgt:
Kant 7-7-8-8-9-9 steken af aan elke kant. Ga dan verder met de biezen over de buitenste 7 steken aan elke kant en minder voor de armsgaten iedere 4e-4e-4e-2e-2e-2e naald als volgt: 1-2-3-5-8-11 keer 1 steek aan elke kant = 70-74-76-80-84-86 steken.
Als het werk 54-56-58-60-62-64 cm meet, kant dan de middelste 28-28-30-30-32-32 steken af voor de halslijn en eindig elk schouder apart.

DIAGONALE SCHOUDERS:
= 21-23-23-25-26-27 steken.
Kant op de volgende naald vanaf de hals, 1 steek af voor de halslijn = 20-22-22-24-25-26 steken.
Als het werk 55-57-59-61-63-65 cm meet, kant dan af voor de schouders: 3 keer 5-5-5-6-6-6 steken op elke naald vanaf het armsgat, kant dan de overgebleven 5-7-7-6-7-8 steken af. Het werk meet ongeveer 58-60-62-64-66-68 cm.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen. Naai 2 decoratieve knopen aan elke kant van de top; leg de voorbies op het voorpand over de voorbies op het achterpand en naai de knopen vast door beide lagen. De bovenste knoop wordt 1 cm onder het armsgat gepositioneerd, de tweede knoop 9-10 cm onder de eerste.

HALS:
Aan de goede kant gebruik rondbreinaald 4 mm. Begin op een schoudernaad en neem 84 tot 94 steken op rondom de halslijn. Ga verder met rondbreinaald 5 mm en brei AFKANTEN IN PUNNIKRAND – lees beschrijving hierboven.

Telpatroon

recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
maak 1 omslag tussen 2 steken welke gedraaid averecht wordt gebreid op de volgende naald om een gaatje te voorkomen = maak 1 omslag tussen 2 steken welke gedraaid averecht wordt gebreid op de volgende naald om een gaatje te voorkomen
plaats 5 steken op een kabelnaald achter het werk, 5 recht, 5 recht van de kabelnaald = plaats 5 steken op een kabelnaald achter het werk, 5 recht, 5 recht van de kabelnaald
plaats 5 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 5 recht, 5 recht van de kabelnaald = plaats 5 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 5 recht, 5 recht van de kabelnaald
Diagram for DROPS 252-31
Diagram for DROPS 252-31
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!
Heeft u dit patroon gemaakt?
Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #snowfallvest of stuur ze naar de #dropsfan galerij.

Laat een opmerking achter voor DROPS 252-31

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (25)

country flag Cécile schreef:

Je viens de finir le devant, mais l'encolure fait un escalier entre les mailles centrales rabattues avec la technique i-cord et les diminutions suivantes. Ce n'est pas très joli du coup. Est-ce que j'ai loupé quelque chose?

20.04.2025 - 16:32

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Cécile, avant de rabattre les mailles de l'encolure avec la technique du I-cord, vous allez relever les mailles tout autour de l'encolure: les mailles en attente + les mailles rabattues de part et d'autre, et seulement là, vous allez rabattre, vous ne devriez pas avoir d'escalier à ce niveau, en relevant les mailles, cet effet doit disparaître. Si vous l'avez toujours, essayez de relever le fil entre 2 "marches" (pour garder le concept d'escaliers) et placez le torse sur l'aiguille gauche puis tricotez ce fil (torse) avec la maille suivante pour compenser toute différence de hauteur. Bon tricot

22.04.2025 - 15:20

country flag Renu schreef:

I finally worked it out !! Am working on. Medium size . Thank you for replying .

28.03.2025 - 17:14

country flag Renu schreef:

I am unable to understand how to decrease for armhole . According to pattern the total decreases work out to 14 stitches and not 18 as needed . Please help

27.03.2025 - 10:30

DROPS Design antwoorde:

Dear Mrs Renu, could you please tell us which size you are working? Thanks for your comprehension.

27.03.2025 - 13:15

country flag Nathalie Monka schreef:

Bonjour pour le devant, à 55 cm je lis faire 5 diminutions mais dans A2 ,les diminutions se font donc sur les 19 mailles du centre uniquement ? Et je lis que le rang doit être tricoté sur l’endroit ,puis au rang suivant sur l’endroit ,... Cela veut il dire que l’on fait 2 rangs à l’endroit, ou bien un rang à l’endroit et ensuite au prochain rang tricoté à l’endroit ( donc 2 rangs après)? Merci d’avance.

27.03.2025 - 01:42

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Mme Monka, vous devez effectivement diminuer dans les mailles centrales = celles de A.2, ainsi, l'encolure ne sera pas trop large (car il faut plus de mailles pour une torsade que pour du jersey). Vous diminuez ces 5 mailles sur l'endroit, puis tricotez le rang retour sur l'envers (mailles endroit à l'endroit et mailles envers à l'envers), et, au rang suivant sur l'endroit, vous rabattez les 20 mailles centrales pour l'encolure et terminez chaque épaule séparément. Bon tricot!

27.03.2025 - 08:58

country flag Leroux schreef:

Bonjour, Je viens de commencer l'ouvrage mais le tricot est beaucoup trop large. Pourtant mon échantillon fait bien 17 Mailles et 22 rangs. J,'ai monté 104 mailles et j'ai plus de 60 cm de large ? Mais 17*5,4 donnent 92 mailles ? Je ne comprends pas. Merci de votre réponse

20.03.2025 - 19:36

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Mme Leroux, notez que lorsque l'on tricote des côtes, on a besoin de davantage de mailles car les côtes resserrent l'ouvrage, et, dans ce cas, on ne veut pas que les côtes resserrent le bas du pull, on va ainsi monter davantage de mailles (encore plus car on tricote les côtes avec les aiguilles 4), puis, on va diminuer les mailles jersey (et augmenter pour la torsade qui elle aussi a besoin de davantage de mailles pour ne pas contracter l'ouvrage), et vous aurez 97 mailles après les côtes. Si votre tension jersey avec les aiguilles 5 est juste, et que vous tricotez avec la même tension, vos mesures finales correspondront à celles du schéma. Bon tricot!

21.03.2025 - 08:29

country flag Gediz LEKESIZ schreef:

Hello! From the description I understood that for the neck we take the stitches on 4 mm needle, then we switch over 5 mm needle. But when I read I-CORD CAST OFF part, I couldn't understand how many rows should be knitted for neck description. I will be glad if you can help me. Thank you.

12.02.2025 - 03:21

DROPS Design antwoorde:

Hi Gediz, The I-cord cast off is worked with needle size 5 mm to avoid the cast-off edge being tight. It is just a cast-off edge, so you knit up the stitches around the neckline, then cast them off on the next round. Happy knitting!

12.02.2025 - 06:09

country flag Lindy schreef:

Thank you!

25.01.2025 - 19:41

country flag Lindy schreef:

Could I please have help with how to decrease on the neck edge of the vest. Thank you!

24.01.2025 - 21:37

DROPS Design antwoorde:

Dear Lindy, please see our answers below. Happy knitting!

25.01.2025 - 18:56

country flag Hilke Flege schreef:

Vielen Dank

24.01.2025 - 09:26

country flag Lindy schreef:

I am looking at the photo of the Vest and the neck looks round, not V neck?

23.01.2025 - 16:02

DROPS Design antwoorde:

Dear Lindy, that is correct, it's a round neck. You can see this in the tags under the materials section; the neck is tagged as a "round neck". There seems to be a typo in the US version that indicated that it's a V-neck; we will correct it as soon as possible. Happy knitting!

25.01.2025 - 18:55