Kath Lenglet schreef:
Je vous remercie pour votre réponse, toujours en attente. Cordialement Catherine
20.09.2024 - 18:02
Kath Lenglet schreef:
Oui d' accord. Aussi, j' ai lu "augmentations épaules....", donc on reprend un nouveau fil, on augmente les 4 mailles et cela 18 fois ts les tours. Et ensuite 2 tours en augmentant seulement après marqueur 2 et avant marqueur 3. Est-ce exact ? Ensuite on tricote "augmentations manches" ? A quel moment on tricote le point fantaisie ? D'avance merci Catherine.
20.09.2024 - 09:38DROPS Design antwoorde:
Bonjour Catherine, vous coupez le fil à la fin de la réhausse et tricotez désormais à partir du 1er fil marqueur, vous joignez le fil à cet endroit et tricotez 18 tours (tailles M, L et XL en augmentant 2 m pour le devant et 2 m pour le dos. Le point fantaisie commence 4 tours après la réhausse, autrement dit, lorsque vous tricotez le 5ème tour des augmentations épaules/manches marteau, vous tricotez le point fantaisie. Vous augmentez ensuite seulement pour les manches (4 m) puis pour l'empiècement (8 m ). Bon tricot!
20.09.2024 - 16:30
Catherine LENGLET schreef:
Bonjour, Pour ce modèle ; je ne comprends pas lorsque vous dites augmentation épaules/manches : -- comment savoir si c'est une augmentation inclinée à droite ? ou à gauche ?? D'avance merci Catherine
19.09.2024 - 15:25DROPS Design antwoorde:
Bonjour Mme Lenglet, augmentez comme indiqué sous AUGMENTATIONS -2 (sur l'endroit):, en augmentant comme indiqué après ou avant les fils marqueurs indiqués, les augmentations seront inclinées comme elles doivent l'être. Bon tricot!
19.09.2024 - 16:03
Megan schreef:
But you haven’t answered my question why the other patterns with saddle shoulders do not start rounds from Marker 1. What is the difference between starting here and mid-back? If I start from mid-back, could I still follow the pattern?
12.09.2024 - 16:34DROPS Design antwoorde:
Dear Megan, this is a designer's choice, just. a different way to work this pattern compared to some others you might have already read. Happy knitting!
13.09.2024 - 08:24
Megan schreef:
This is following my previous questions. For the pattern of Glacier Water and some others with saddle shoulders, you seem to start rounds from mid-back. For this pattern, if I move the stitches onto the right needle, do I knit them in the next round? Why does this make a difference? Plus, why do I need to cut the strand after the short rows?
11.09.2024 - 17:22DROPS Design antwoorde:
Dear Megan, you need to cut the yarn after the elevation because the elevation rows start on mid back but the increases for saddle shoulders start before 1st marker thread; this means rounds start with stitches for saddle shoulder (you will increase before the marker-thread-1 at the end of the rounds. Happy knitting!
12.09.2024 - 09:28
Megan schreef:
Hi, Is there another pattern(s) that incorporates an elevation but does not use saddle shoulder technique? Like a raglan sweater? Thanks.
10.09.2024 - 20:18DROPS Design antwoorde:
Dear Megan, sure they are some, but no tags yet; for raglan jumpers worked top down you can work the elevation on mid back as shown in this video. Happy knitting!
11.09.2024 - 09:56
Megan schreef:
I have two questions. 1, why does the pattern call for “cut the strand” when the elevation is done? I used German short row method. 2, “The round now starts just after marker-thread 1, (stitches between mid-back and marker-thread 1 are moved onto the right needle).” Do you “move” the stitches by knitting them onto the right needle? Why does it make a difference to start the round after Marker 1?
10.09.2024 - 20:00DROPS Design antwoorde:
Dear Megan, the short rows start on mid back but the next section will start just after the first marker-thread, ie you will now work in the round from 1st marker thread and not from mid back anymore. Just slip the stitches from mid back to 1st marker thread as if to purl on the right needle without working them. Happy knitting!
11.09.2024 - 09:54
Megan schreef:
In the section on Elevation: “increase 1 stitch AFTER marker-thread 1 and BEFORE marker-thread 4,” is this an error? This will change the number of stitches for the saddle shoulders.
22.08.2024 - 20:30DROPS Design antwoorde:
Dear Megan, from RS you will increase before marker thread-1 (and after marker thread 4) but when working from WS on next row you will increase after marker-thread 1 and before marker thread 4; you are increasing the number of stitches on back piece there (between markers). Happy knitting!
23.08.2024 - 08:02
Katharina schreef:
Grüezi, ich stricke meinen ersten Top-down Pullover mit Drops Air und habe Probleme bei den Sattelschulterzunahmen. Es gibt rechts geneigte und links geneigte Zunahmen (Zunahmetipp- 2). Ich bin nicht sicher, ob ich immer alle Zunahmen gleich stricken muss oder einmal rechts und einmal links geneigt, zB. nach dem Markierungsfaden links geneigt und vor dem Markierungsfaden rechts geneigt? Vielen Dank für Ihre Hilfe.
29.04.2024 - 19:46DROPS Design antwoorde:
Liebe Katharina, Anleitung wird korrigiert, nach der Markierung nehmen Sie nach links zu und vor der Markierung nehmen Sie nach rechts zu. Viel Spaß beim Stricken!
28.05.2024 - 13:41
Ann schreef:
Hey, the specifics of increasing seem to be missing here--while each of the methods are explained, the type of increase for each specific increase is not mentioned. If you're looking to make this, you will need to carefully watch the videos as well as reading the pattern and reading the diagram. This pattern could really use some errata
18.02.2024 - 19:37
Oatfield#oatfieldsweater |
||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
|||||||||||||||||||||
Gebreide trui in DROPS Air of DROPS Big Merino. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met zadelschouders en reliëfpatroon. Maten S - XXXL.
DROPS 248-7 |
||||||||||||||||||||||
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- PATROON: Zie telpatroon A.1. TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld): Meerder 1 steek door 1 omslag te maken, welke gedraaid wordt gebreid op de volgende naald om een gaatje te voorkomen. TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (aan de goede kant): Meerder 1 steek richting links na de markeerdraad: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei recht in de achterste lus. Meerder 1 steek richting rechts voor de markeerdraad: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek recht in de voorste lus. TIP VOOR HET MEERDEREN-3 (op de verkeerde kant): Meerder 1 richting links na de markeerdraad: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei averecht in de voorste lus. Meerder 1 steek richting rechts voor de markeerdraad: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei averecht in de achterste lus. TIP VOOR HET MINDEREN (midden onder de mouwen): Minder 2 steken op de naald door 1 steek te minderen aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek. ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel indien nodig. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid en in de rondte (behalve de verhoging) met de rondbreinaald. Als de hals en de pas klaar zijn, wordt het werk verdeeld voor het lijf en de mouwen en het lijf wordt verder in de rondte gebreid, terwijl de mouwen wachten. De mouwen worden in de rondte gebreid, van boven naar beneden. HALS: Zet 84-86-90-94-96-100 steken op met rondbreinaald 4 mm en DROPS Air of DROPS Big Merino. Brei boordsteek in de rondte (1 recht, 1 averecht) voor 3-3-3-4-4-4 cm. PAS: Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei 1 naald recht en meerder 18-16-16-20-22-18 steken verdeeld – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 = 102-102-106-114-118-118 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in de eerste steek op de naald (= midden achter) en 1 markeerdraad in de 52e-52e-54e-58e-60e-60e steek op de naald (= midden voor). De pas wordt gemeten vanaf de markeerdraad midden voor. De markeerdraden worden ook gebruikt om te bepalen waar het patroon begint. Voeg daarnaast 4 markeerdraden in (worden gebruikt als u de zadelschouders breit) zonder de steken te breien en elke draad wordt tussen 2 steken ingevoegd als volgt: MARKEERDRAAD 1: Begin midden achter, tel 18-18-19-19-20-20 steken inclusief de markeerdraadsteek (= ½ achterpand), voeg een markeerdraad in voor de volgende steek. MARKEERDRAAD 2: Tel 16-16-16-20-20-20 steken na markeerdraad 1 (= schoudersteken), voeg een markeerdraad in voor de volgende steek. MARKEERDRAAD 3: Tel 35-35-37-37-39-39 steken na markeerdraad 2 (= voorpand), voeg een markeerdraad in voor de volgende steek. MARKEERDRAAD 4: Tel 16-16-16-20-20-20 steken na markeerdraad 3 (= schoudersteken), voeg een markeerdraad in voor de volgende steek. Er zijn 17-17-18-18-19-19 steken over na markeerdraad 4 (= ½ achterpand). Neem de markeerdraden mee tijdens het breien in de hoogte, u meerdert bij elke markeerdraad. Brei nu een verhoging zoals beschreven hieronder. VERHOGING: De verhoging wordt heen en weer gebreid in tricotsteek. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Begin midden achter, brei 8-8-9-9-10-10 recht, keer het werk, trek de draad aan en brei 15-15-17-17-19-19 averecht – bij het keren van het werk ontstaat er een klein gaatje – deze kan gesloten worden door de draad strak aan te trekken of de techniek DUITSE VERKORTE TOEREN te gebruiken (bekijk onze video’s). Keer het werk, trek de draad aan en brei 23-23-26-26-29-29 recht, keer het werk, trek de draad aan en brei 31-31-35-35-39-39 averecht. Keer het werk, trek de draad aan en brei 39-39-44-44-49-49 recht – meerder daarnaast 1 steek VOOR markeerdraad 1 – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (de gemeerderde steek is aanvullend op het aantal steken van de verhoging), keer het werk, trek de draad aan en brei 47-47-53-53-59-59 averecht – meerder daarnaast 1 steek NA markeerdraad 1 en VOOR markeerdraad 4 – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-3 (let erop dat de gemeerderde steken aanvullend zijn op het aantal steken), keer het werk, trek de draad aan en brei recht tot midden achter – meerder daarnaast 1 steek NA markeerdraad 4, knip de draad af. U heeft 2 steken gemeerderd voor markeerdraad 1 en 2 steken na markeerdraad 4 (aan de goede kant gezien). Er zijn 4 steken meer op het achterpand dan op het voorpand = 106-106-110-118-122-122 steken. SAMENVATTING VAN HET VOLGENDE DEEL: De naald begint nu vlak na markeerdraad 1 (steken tussen midden achter en markeerdraad 1 worden op de rechter naald gezet). Brei in de rondte en begin met meerderen voor de zadelschouders en brei patroon op de voor- en achterpanden. Lees MEERDERINGEN VOOR DE ZADELSCHOUDER en PATROON voordat u verder gaat! MEERDERINGEN VOOR DE ZADELSCHOUDER: Brei tricotsteek en meerder 4 steken voor de zadelschouders op de eerste naald als volgt: Meerder 1 steek NA markeerdraden 2 en 4 en VOOR markeerdraden 1 en 3 – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-2. U meerdert alleen op de voor- en achterpanden en het aantal schoudersteken blijft hetzelfde. Meerder zo elke naald in totaal 16-18-18-18-20-20 keer. Brei dan 2 naalden terwijl u alleen meerdert aan elke kant van het voorpand, (dus het aantal steken blijft hetzelfde op de voor- en achterpanden), dus meerder NA markeerdraad 2 en VOOR markeerdraad 3 op beide naalden = 174-182-186-194-206-206 steken (= 16-16-16-20-20-20 steken op elke schouder en 71-75-77-77-83-83 steken op de voor- en achterpanden). Na de laatste meerdering, meet het werk ongeveer 8-9-9-9-10-10 cm vanaf de markeerdraadsteek midden voor. U meerdert nu voor de mouwen zoals beschreven verder naar beneden. PATROON: Tegelijkertijd, na 4 naalden van tricotsteek vanaf de verhoging, begin met patroon. A.1, alleen op de voor- en achterpanden, de schouders worden gebreid in tricotsteek. Op het voorpand telt u vanaf de markeerdraadsteek midden voor – zie symbolen in A.1 die het midden voor/achter aangeven, richting de zijkant (richting markeerdraad 2) en zo ver mogelijk tot de zadelschouder meerderingen. LET OP: Het is het mooist om een «knoop» dichtbij de zadelschouder meerderingen te voorkomen, hier kunt u tricotsteek breien. Brei A.1 tot de zadelschouder meerderingen op de andere kant (richting markeerdraad 3), brei dan de overgebleven steken in tricotsteek (het patroon is symmetrisch aan beide kanten). Brei tricotsteek over de schouder en patroon op het achterpand op dezelfde manier als op het voorpand. Ga verder in de rondte. De steken van de zadelschouder meerderingen, en later van de pas meerderingen, worden in het patroon gebreid, maar let erop dat u een «knoop» vlakbij de meerderingen voorkomt. MEERDERINGEN VOOR DE MOUW: Als de meerderingen voor de zadelschouders klaar zijn, meerder dan 4 steken voor de mouwen op de volgende naald als volgt: Meerder 1 steek NA markeerdraden 1 en 3, en VOOR markeerdraden 2 en 4 – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-2! U meerdert nu alleen op de mouwen en het aantal steken op de voor- en achterpanden blijft hetzelfde. De gemeerderde steken worden gebreid in tricotsteek. Meerder zo iedere 2e naald in totaal 12-13-15-13-13-10 keer, dan iedere naald 3-2-0-0-0-0 keer = 234-242-246-246-258-246 steken. Het werk meet ongeveer 20-22-23-21-22-19 cm vanaf de markeerdraadsteek midden voor. Meerder nu voor de pas. MEERDERINGEN VOOR DE PAS: Verwijder de 4 markeerdraden van de vorige meerderingen en voeg 1 markeerdraad in, in de buitenste steek aan elke kant van de voor- en achterpanden (4 nieuwe markeerdraden), met 71-75-77-77-83-83 steken op de voorkant en op de achterkant (inclusief de markeerdraadsteken) en 46-46-46-46-46-40 steken op elke mouw. Meerder op de volgende naald 1 steek voor en na alle 4 markeerdraadsteken (8 gemeerderde steken). U meerdert nu op zowel de voor- en achterpanden en op de mouwen – de gemeerderde steken worden in patroon A.1 gebreid op het voorpand/achterpand en in tricotsteek op de mouwen. Meerder zo iedere 2e naald in totaal 0-0-1-3-5-12 keer, dan iedere naald 1-2-3-5-3-0 keer. Na de laatste meerdering zijn er 242-258-278-310-322-342 steken en meet het werk ongeveer 21-23-25-26-28-30 cm vanaf de markeerdraadsteek midden voor (ongeveer 26-28-30-32-34-36 cm vanaf de schouder). VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: Plaats de eerste 48-50-54-62-62-64 steken op 1 hulpdraad voor de mouw (= alle steken tussen markeerdraden 1 en 2), zet 6-8-10-10-12-14 steken op (= in de zijkant onder de mouw), ga verder in patroon over de volgende 73-79-85-93-99-107 steken (= voorpand), plaats de volgende 48-50-54-62-62-64 steken op 1 hulpdraad voor de mouw (= alle steken tussen markeerdraden 3 en 4), zet 6-8-10-10-12-14 steken op (= in de zijkant onder de mouw), ga verder in patroon over de laatste 73-79-85-93-99-107 steken (= achterpand). Verwijder alle markeerdraden. Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. Het werk wordt nu vanaf hier gemeten! LIJF: = 158-174-190-206-222-242 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 6-8-10-10-12-14 opgezette steken onder een mouw). Brei recht tot de markeerdraad – de naald begint nu hier. Ga verder in patroon in de rondte. LET OP: De steken die niet in het patroon passen onder de mouwen worden in tricotsteek gebreid. Brei tot het lijf 20-20-20-19-19-19 cm meet vanaf de scheiding – pas aan zodat er een aantal naalden tricotsteek zijn na de laatste naald van «knopen». Ga verder met rondbreinaald 4 mm en brei boordsteek (1 recht, 1 averecht), meerder tegelijkertijd 16-20-22-24-24-28 steken verdeeld op naald 1 = 174-194-212-230-246-270 steken. Als de boordsteek 4-4-4-5-5-5 cm meet, kant dan ietwat losjes af. De trui meet ongeveer 50-52-54-56-58-60 cm vanaf de schouder. MOUWEN: Plaats de 48-50-54-62-62-64 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop maat 5 mm en neem 1 steek op in elk van de 6-8-10-10-12-14 opgezette steken onder de mouw = 54-58-64-72-74-78 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 6-8-10-10-12-14 steken onder de mouw. Begin op de markeerdraad en brei in tricotsteek in de rondte. Als de mouw 4-4-4-3-3-3 cm meet vanaf de scheiding, minder dan 2 steken onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 8-6-4-2½-2½-2 cm in totaal 4-5-7-10-11-12 keer = 46-48-50-52-52-54 steken. Brei verder tot de mouw 35-34-32-30-30-28 cm meet vanaf de scheiding (Er is 4-4-4-5-5-5 cm over; pas de trui en brei tot de gewenste lengte voor de boordsteek). Ga verder met breinaalden zonder knop maat 4 mm. Brei boordsteek (1 recht, 1 averecht) en meerder TEGELIJKERTIJD 6 steken verdeeld op de naald 1 = 52-54-56-58-58-60 steken. Als de boordsteek 4-4-4-5-5-5 cm meet, kant ietwat losjes af. De mouw meet ongeveer 39-38-36-35-35-33 cm vanaf de scheiding. |
||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #oatfieldsweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 34 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 248-7
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.