Heeft u het garen voor de trui al besteld? Als u dat nog niet gedaan heeft, kunt u onderaan een lijst van materialen vinden.
Als u het garen al heeft, dan kunt u beginnen met het achterpand – vergeet niet dat we video’s hebben om u te laten zien hoe u opzet, hoe u boordsteek breit, hoe u in ribbelsteek breit, hoe u afhecht en nog veel meer – iedereen kan dit maken
Maakt u de trui in een kindermaat of in een maat voor volwassenen? En met of zonder het silhouet van de sneeuwman op de achterkant? Beide patronen (met beide alternatieven) vindt u hieronder – maar bekijk ze eerst aandachtig, want ze worden heel verschillend!
Maat: 2 - 3/4 - 5/6 - 7/8 - 9/10 - 11/12 jaar
Maten (hoogte in cm): 92 - 98/104 - 110/116 - 122/128 - 134/140 - 146/152
U kunt deze trui met of zonder de sneeuwman op de achterkant maken. Kies hieronder welke van beide opties u wilt volgen:
Voorbeeld van de achterkant van de kindertrui zonder de sneeuwman
INFORMATIE VOOR HET PATROON:
RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid)::
1 ribbel = 2 naalden recht.
De achterkant van het werk wordt heen en weer gebreid met de rondbreinaald vanaf de onderkant tot de bovenkant.
Zet 52-54-58-60-64-68 steken op met rondbreinaald 4.5 mm en medium grijs Air of grijs Nepal. Brei boordsteek (1 recht, 1 averecht) tot het werk 5 cm meet, ga verder met rondbreinaald 5.5 mm en brei dan tricotsteek tot het werk 23-25-27-30-33-35 cm meet. Kant nu 1 steek af aan elke kant voor het armsgat = 50-52-56-58-62-66 steken. Brei tot het werk 33-36-39-43-47-51 cm meet. Kant u de middelste 16-18-20-22-22-24 steken voor de hals af en brei elk schouder apart verder. Ga verder met tricotsteek en kant 1 steek af op de volgende naald vanaf de hals = 16-16-17-17-19-20 steken over op de schouder. Brei verder tot het werk 34-37-40-44-48-52 cm meet, brei 2 RIBBELS, zie uitleg hierboven, over alle steken, kant dan losjes af. Het werk meet ongeveer 35-38-41-45-49-53 cm vanaf de schouder naar beneden. Brei de andere schouder op dezelfde manier.
INFORMATIE VOOR HET PATROON:
RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
1 ribbel = 2 naalden recht.
PATROON:
Zie telpatroon A.2
Telpatroon A.2 (sneeuwman): Het hele telpatroon wordt gebreid in tricotsteek. Brei met 3 bollen, zodat lange lussen op de verkeerde kant voorkomt. Met andere woorden, brei met 1 bol van medium grijs Air/ grijs Nepal op elke kant van trui en 1 bol van patroon kleur in midden van trui. LET OP: Om gaatjes te voorkomen bij het wisselen van de kleuren, moet u de draaden samendraaien. Bekijk de video: Hoe u met 3 bollen tegelijkertijd breit.
De achterkant van het werk wordt heen en weer gebreid met rondbreinaald vanaf de onderkant tot de bovenkant.
Zet 52-54-58-60-64-68 steken op met rondbreinaald 4.5 mm en medium grijs Air of grijs Nepal. Brei boordsteek (1 recht, 1 averecht) tot het werk 5 cm meet, ga verder met rondbreinaald 5.5 mm en brei dan tricotsteek. Als het werk ongeveer 6-7-8-9-10-11 cm meet, brei dan als volgt aan de goede kant: 13-14-16-17-19-21 steken tricotsteek, A.2 (= 26 steken) - lees PATROON en bekijk de video indien nodig, 13-14-16-17-19-21 steken tricotsteek. Ga verder op deze manier tot het werk 23-25-27-30-33-35 cm meet. Minder nu 1 steek aan elke kant voor de armsgaten = 50-52-56-58-62-66 steken. Ga verder met tricotsteek en A.2. Als A.2 klaar is, brei dan tricotsteek en medium grijs Air / grijs Nepal tot het werk 33-36-39-43-47-51 cm meet. Kant nu de middelste 16-18-20-22-22-24 steken af voor de hals en brei elk schouder apart verder. Ga verder met tricotsteek en kant 1 steek af op de volgende naald vanaf de hals = 16-16-17-17-19-20 steken over op de schouder. Brei verder tot het werk 34-37-40-44-48-52 cm meet, brei 2 RIBBELS (zie uitleg hierboven) over alle steken, kant dan losjes af. Het werk meet ongeveer 35-38-41-45-49-53 cm vanaf de schouder naar beneden. Brei de andere schouder op dezelfde manier.
= naturel DROPS Air / naturel DROPS Nepal | |
= medium grijs DROPS Air / grijs DROPS Nepal | |
= zwart DROPS Air / zwart DROPS Nepal |
Klaar? Ga verder met de volgende clue >>
Snelle breister? Het hele patroon kunt u hier vinden!
U kunt deze trui met of zonder de sneeuwman op de achterkant maken. Kies hieronder welke van beide opties u wilt volgen.
Voorbeeld van de trui voor volwassenen met sneeuwman op de achterkant
Achterpand zonder sneeuwman
INFORMATIE VOOR HET PATROON:
RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
1 ribbel = 2 naalden recht.
TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de raglan): Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt!
Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, 1 recht, 1 omslag, brei tot er 2 steken over zijn, 1 omslag, 1 recht, 1 kantsteek in ribbelsteek. Brei op de volgende naald de omslag averecht – zodat er gaatjes ontstaan.
ACHTERPAND:
Het werk wordt heen en weer gebreid, van boven naar beneden, met rondbreinaald en met raglan meerderingen.
Zet 22-24-24-28-30-34 steken op (inclusief 1 kantsteek aan elke kant) met rondbreinaald 8 mm en medium grijs. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant. Brei dan tricotsteek met 1 kantsteek in RIBBELSTEEK - zie uitleg hierboven, aan elke kant. Meerder tegelijkertijd op de volgende naald 1 steek aan elke kant - lees TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de raglan) hierboven! Meerder op deze manier iedere 2e naald in totaal 13-14-15-16-17-19 keer = 48-52-54-60-64-72 steken - DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Brei 4-4-4-2-2-2 naalden zonder meerderingen. Het werk meet ongeveer 20-21-23-23-24-27 cm. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN! Zet dan 2-2-3-3-4-4 nieuwe steken op voor de armsgaten aan het einde van de volgende 2 naalden = 52-56-60-66-72-80 steken.
Ga verder met tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant tot het werk 30-29-30-31-32-30 cm meet. Ga verder met rondbreinaald 7 mm en brei 1 naald tricotsteek terwijl u 2-2-2-0-2-2 steken verdeeld op de naald meerdert = 54-58-62-66-74-82 steken. Brei dan als volgt: 1 kantsteek in ribbelsteek, brei A.1 (= 4 steken) tot er 1 steek over is, brei 1 kantsteek in ribbelsteek. Ga verder tot A.1 in de hoogte is gebreid. Kant dan losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht.
Achterpand met sneeuwman
INFORMATIE VOOR HET PATROON:
RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
1 ribbel = 2 naalden recht.
TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de raglan): Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt!
Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, 1 recht, 1 omslag, brei tot er 2 steken over zijn, 1 omslag, 1 recht, 1 kantsteek in ribbelsteek. Brei op de volgende naald de omslag averecgt – zodat er gaatjes ontstaan.
PATROON:
Telpatroon A.2 (sneeuwman):
Het hele telpatroon wordt gebreid in tricotsteek. Brei met 3 bollen, zodat u lange draden op de verkeerde kant voorkomt. Met andere woorden, u breit met 1 bol medium grijs op elke kant van de trui en 1 bol in patroonkleur in het midden. LET OP: Om gaatjes te voorkomen bij het wisselen van de kleuren moeten de draden samengedraaid worden. Bekijk de video: Hoe u met 3 bollen tegelijkertijd breit.
ACHTERPAND:
Het werk wordt heen en weer gebreid, van boven naar beneden, met rondbreinaald en met raglanmeerderingen.
Zet 22-24-24-28-30-34 steken op (inclusief 1 kantsteek aan elke kant) met rondbreinaald 8 mm en medium grijs. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant. Brei dan tricotsteek met 1 kantsteek in RIBBELSTEEK (zie uitleg hierboven) aan elke kant. Meerder tegelijkertijd op de volgende naald 1 steek aan elke kant - lees TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de raglan) hierboven! Meerder op deze manier iedere 2e naald in totaal 13-14-15-16-17-19 keer = 48-52-54-60-64-72 steken - DENK OM DE STEKENVERHOUDING! – Begin TEGELIJKERTIJD met het patroon als er 40-40-44-44-50-56 steken op de naald zijn. Dus de volgende naald wordt als volgt gebreid (inclusief de meerderingen aan elke kant): Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, 1 recht, 1 omslag (= meerdering), 5-5-7-7-10-13 steken recht, telpatroon A.2 (= 26 steken)-Lees PATROON hierboven, 5-5-7-7-10-13 steken recht, 1 omslag (= meerdering), 1 recht en 1 kantsteek in ribbelsteek = 42-42-46-46-52-58 steken. Ga verder in patroon en met de meerderingen tot u 48-52-54-60-64-72 steken heeft.
Brei 4-4-4-2-2-2 naalden zonder meerderingen. Het werk meet ongeveer 20-21-23-23-24-27 cm. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN! Zet dan 2-2-3-3-4-4 nieuwe steken op voor de armsgaten aan het einde van de volgende 2 naalden = 52-56-60-66-72-80 steken.
Ga verder met tricotsteek en in patroon met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Als A.2 in de hoogte is gebreid, meet het werk 29-27-27-27-26-25 cm. Brei verder in medium grijs zoals hiervoor tot het werk 30-29-30-31-32-30 cm meet. Ga verder met rondbreinaald 7 mm en brei 1 naald tricotsteek terwijl u 2-2-2-0-2-2 steken verdeeld op de naald meerdert = 54-58-62-66-74-82 steken. Brei dan als volgt: 1 kantsteek in ribbelsteek, brei A.1 (= 4 steken) tot er 1 steek over is, brei 1 kantsteek in ribbelsteek. Ga verder tot A.1 in de hoogte is gebreid. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht - zorg ervoor dat de afkantrand niet te strak wordt.
= recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant | |
= averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant | |
= naturel | |
= medium grijs | |
= zwart |
Klaar? Ga verder met de volgende clue >>
Snelle breister? Het complete patroon kunt u hier vinden!
Hier is een lijst met hulpbronnen om u te helpen met de achterkant van de truien!
Susana Fernández Ruiz wrote:
En el patrón pone que en mi caso, cuando la pieza mida 33 cms (elástico + 68 vueltas) quitamos dos puntos de los lados para hacer la sisa, esto pasa mientras hacemos el dibujo A2. Me quedan 3 vueltas para llegar a esa medida y justo acabo en dos vueltas el gorro, por lo que el descuento de los puntos de la sisa me va a quedar por encima del dibujo... hago la talla 134/140 cms. A alguien más le ha pasado? estará bien? Estoy viendo fotos de los que han puesto y el muñeco queda más arriba..
17.11.2017 - 13:00