DROPS Super Sale - 5 populaire garens in de AANBIEDING in april!
Product image DROPS Daisy yarn
DROPS Daisy
100% wol
vanaf 3.79 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 37.90€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
Markeer maat:
DROPS 255-37

#caramelapplesweater

DROPS Design: Patroon da-023
Garengroep B
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

GAREN:
DROPS DAISY van garnstudio (behoort tot garengroep B)
500-550-600-650-750-850 g kleur 13, amandel

HAAKNAALD:
DROPS HAAKNAALD 4 MM.

STEKENVERHOUDING:
18 stokjes in de breedte en 9 toeren in de hoogte op haaknaald 4 mm = 10 x 10 cm.
De haaknaald is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere haaknaald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere haaknaald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Daisy
DROPS Daisy
100% wol
vanaf 3.79 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 37.90€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon


-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.7. LET OP! De telpatronen worden van rechts naar links gelezen aan de goede kant en van links naar rechts op de verkeerde kant.

LOSSE:
Als u aan het uiteinde van de haaknaald haakt, is de losse vaak te strak.
1 losse zou even lang moeten zijn als 1 stokje breed is.

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Elke toer begint met 3 lossen welke het eerste stokje vervangt. Elke toer eindigt met 1 halve vaste in de 3e losse van het begin van de toer voordat u het werk keert en de volgende toer aan de andere kant breit.
De toeren worden afwisselend aan de goede en de verkeerde kant gehaakt, lees daarom de telpatronen afwisselend vanaf rechts en vanaf links. Het begin van de toer is midden achter.

TIP VOOR HET HAKEN:
Als u het begin van de toer in de overgang tussen het achterpand en de rechter mouw wilt (in plaats van midden achter), haak dan als volgt:
Begin met A.2 (tussen de rechter mouw en het achterpand, lees de telpatronen van rechts naar links), haak A.1 over de mouw, A.3, A.1 over het voorpand, A.2, A.1 over de mouw, A.3, A.1 over het achterpand. Eindig de toer met 1 halve vaste in de eerste steek van A.2. Keer het werk.
Aan de verkeerde kant worden de telpatronen van links naar rechts gelezen. Om er voor te zorgen dat het begin van de toer in de overgang tussen het lijf en de mouw zit, haakt u halve vasten aan het einde van elke toer tot het stokje voor de meerdering in A.2, keer dan het werk. De meerdering in A.2 (tussen het achterpand en de rechter mouw) wordt aan het einde van de toer gehaakt aan de verkeerde kant en op het begin van de toer aan de goede kant.
LET OP! Wees extra voorzichtig als u het werk verdeeld voor de mouwen en gebruik markeerdraden om ervoor te zorgen dat de mouwen symmetrisch worden gepositioneerd aan elke kant van de trui.

HAAK 2 STOKJES SAMEN:
Als de meerderingen op de pas klaar zijn, haak dan om elke lossenlus als volgt: * Maak 1 omslag, voeg de haaknaald in om de lossenlus, neem de draad op, maak 1 omslag en haal het door de eerste 2 lussen op de haaknaald *, haak van *-* 1 keer, maak 1 omslag en haal het door alle 3 lussen op de haaknaald.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder op het begin en einde van de toer:
Haak het eerste stokje zoals hiervoor (dus 3 lossen welke het eerste stokje vervangen), haak de volgende 2 stokjes samen als volgt:
* Maak 1 omslag, voeg de haaknaald in bij de volgende steek, neem de draad op, maak 1 omslag en haal het door de eerste 2 lussen op de haaknaald *, haak van *-* 1 keer, maak 1 omslag en haal het door alle 3 lussen op de haaknaald (1 steek geminderd).
Haak zoals hiervoor tot er 3 stokjes over zijn op de toer, minder 1 stokje op dezelfde manier en haak het laatste stokje = 2 steken geminderd op de toer.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
De pas wordt heen en weer gehaakt en van boven naar beneden vanaf midden achter, elke toer wordt afwisselend aan de goede en de verkeerde kant gehaakt.
Als de pas klaar is wordt het werk verdeeld voor het lijf en de mouwen. Het lijf wordt verder heen en weer gehaakt zoals hiervoor terwijl de mouwen wachten. De mouwen worden heen en weer gehaakt op dezelfde manier. Aan het einde wordt een rand rondom de halslijn gehaakt.
Als er een 0 staat in uw maat, sla dan de informatie over en ga gelijk verder met de volgende informatie.

PAS:
Lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN en LOSSE in de uitleg hierboven.
Gebruik DROPS Daisy en haaknaald 4 mm. Haak 88-92-96-100-104-108 lossen. Vorm deze tot een ring met 1 halve vaste in de eerste losse.
Lees HAAKTIP in de uitleg hierboven.
TOER 1 (goede kant):
Haak A.1 over 12-13-14-13-14-15 lossen (= helft van het achterpand), A.2 in de volgende losse (= raglan), A.1 over 18-18-18-22-22-22 lossen (= mouw), A.3 in de volgende losse (= raglan), A.1 over 24-26-28-26-28-30 lossen (= voorpand), A.2 in de volgende losse (= raglan), A.1 over 18-18-18-22-22-22 lossen (= mouw), A.3 in de volgende losse (= raglan), A.1 over 12-13-14-13-14-15 lossen (= helft van het achterpand).
Er zijn 92-96-100-104-108-112 stokjes en 4 lossenlussen op de toer. Voeg 1 markeerdraad in na 46-48-50-52-54-56 stokjes (ongeveer midden voor) – het werk wordt nu vanaf hier gemeten. Keer het werk.
Ga zo verder heen en weer gehaakt tot A.2 en A.3 klaar zijn. Er zijn 124-128-132-136-140-144 stokjes en 4 lossenlussen op de toer, deze zijn als volgt tussen de lossenlussen verdeeld: 26-26-26-30-30-30 stokjes op elke mouw en 36-38-40-38-40-42 stokjes op de achter- en voorpanden.
Denk om de stekenverhouding.
Haak verder en meerder zoals te zien is in A.4 (boven A.2) en A.5 (boven A.3) in totaal 12-12-11-15-17-20 keer in de hoogte, dus in totaal 16-16-15-19-21-23 toeren gehaakt tot nu toe.
Er zijn 268-272-264-316-344-384 stokjes en 4 lossenlussen op de toer die als volgt tussen de lossenlussen zijn verdeeld: 50-50-48-60-64-70 stokjes op elke mouw en 84-86-84-98-108-122 stokjes op de achter- en voorpanden.

Haak verder in en meerder zoals te zien is in A.6 (boven A.4) en A.7 (boven A.5) in totaal 0-1-5-1-1-0 keer in de hoogte, dus in totaal 268-280-304-324-352-384 stokjes en 4 lossenlussen op de toer, verdeeld als volgt tussen de lossenlussen: 50-52-58-62-66-70 stokjes op elke mouw en 84-88-94-100-110-122 stokjes op de achter- en voorpanden.
U heeft 16-17-20-20-22-24 toeren in totaal gehaakt tot nu toe en het werk meet ongeveer 18-19-22-22-24-27 cm vanaf de markeerdraad midden voor.
Haak 1 toer met 1 stokje in elk stokje en om elke lossenlus HAAK 2 STOKJES SAMEN – lees uitleg hierboven = 272-284-308-328-356-388 stokjes. Ga verder heen en weer gehaakt met 1 stokje in elk stokje tot de pas 19-20-23-24-26-28 cm meet vanaf de markeerdraad midden voor. Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen.

VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN:
Haak A.1 over 42-44-47-50-55-61 stokjes (= helft van het achterpand), sla 52-54-60-64-68-72 stokjes over (= mouw), haak 6-8-8-12-12-14 lossen (= in de zijkant onder de mouw), A.1 over 84-88-94-100-110-122 stokjes (= voorpand), sla 52-54-60-64-68-72 stokjes over (= mouw), haak 6-8-8-12-12-14 lossen (= in de zijkant onder de mouw), A.1 over 42-44-47-50-55-61 stokjes (= helft van het achterpand).
Eindig nu het lijf terwijl de mouwen wachten.

LIJF:
= 180-192-204-224-244-272 steken.
Haak A.1 over 42-44-47-50-55-61 stokjes, 1 stokje in elk van de 6-8-8-12-12-14 lossen, A.1 over 84-88-94-100-110-122 stokjes, haak 1 stokje in elk van de 6-8-8-12-12-14 lossen, A.1 over 42-44-47-50-55-61 stokjes = 180-192-204-224-244-272 stokjes.
Ga zo verder heen en weer gehaakt tot het werk 47-49-51-52-54-56 cm meet vanaf de markeerdraad midden voor. De trui meet ongeveer 52-54-56-58-60-62 cm vanaf de schouder.

MOUWEN:
Ga verder met het structuurpatroon vanaf de pas, beginnend aan de goede of verkeerde kant.
Begin in de 4e-5e-5e-7e-7e-8e losse die opgezet is onder een mouw – denk om INFORMATIE VOOR HET HAKEN. Haak 1 stokje in elke losse, 1 stokje in elk van de 52-54-60-64-68-72 overgeslagen stokjes op de mouw, 1 stokje in elk van de laatste 3-4-4-6-6-7 lossen onder de mouw. Eindig de toer met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer = 58-62-68-76-80-86 stokjes. Voeg een markeerdraad in op het begin van de toer (midden onder de mouw). Keer het werk.
Haak heen en weer gehaakt met 1 stokje in elke steek zoals hiervoor. Als de mouw 3 cm meet, minder dan 1 stokje aan elke kant van de markeerdraad – lees TIP VOOR HET MINDEREN (2 stokjes geminderd)
Minder zo iedere 12-11-5-3½-3½-3 cm in totaal 4-4-7-10-10-12 keer = 50-54-54-56-60-62 stokjes. Haak tot de mouw 47-46-44-44-43-41 cm meet.

HALSRAND:
Gebruik DROPS Daisy en haaknaald 4 mm. Hecht de draad vast met 1 halve vaste in de losse tussen de pas en de rechter mouw. Haak 1 losse, * sla 1 losse van de opzetrand over, haak 1 vaste in de volgende losse, haak 1 losse *, haak van *-* rondom de hals. Eindig met 1 halve vaste in de eerste halve vaste. Knip en hecht de draad af.

Telpatroon

deze toer is reeds gehaakt, begin op de volgende toer = deze toer is reeds gehaakt, begin op de volgende toer
1 losse = 1 losse
1 stokje in de steek eronder = 1 stokje in de steek eronder
1 stokje om de lossenlus eronder = 1 stokje om de lossenlus eronder
2 lossen (= lossenlus) = 2 lossen (= lossenlus)
Diagram for DROPS 255-37
Diagram for DROPS 255-37
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!
Heeft u dit patroon gemaakt?
Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #caramelapplesweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij.

Laat een opmerking achter voor DROPS 255-37

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (4)

country flag Kickie schreef:

Kan jag få detta mönster utskrivet? Jag är bra på att virka men kan inte läsa diagram.

25.03.2025 - 14:10

DROPS Design antwoorde:

Hej Kickie. Vi har dessvärre inte möjlighet att skriva ut det, men se gärna på denna lektion som handlar om hur du läser ett virkdiagram så kommer du säkert klara det! Mvh DROPS Design

26.03.2025 - 08:04

country flag Babeth schreef:

Bonjour Je ne comprends pas pourquoi nous travaillons en aller retour puisque nous fermons le cercle de mailles au premier rang Merci

02.12.2024 - 16:15

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Babeth, crocheter alternativement sur l'endroit et sur l'envers permet de garder le début des tours en ligne droite au milieu dos. Bon crochet!

03.12.2024 - 08:46

country flag Asbjørg schreef:

Er det slik at man syr sammen arbeidet i ryggen og under ermene til slutt? I og med at arbeidet hekles fram og tilbake?

13.11.2024 - 12:39

DROPS Design antwoorde:

Hei Asbjørg. Nei, du hekler frem og tilbake, men på slutten av omgangene hekles det 1 kjedemaske i den 3.luftmaskene fra begynnelsen av omgangen før arbeidet snus slik at neste omgang kan hekles fra den andre siden av arbeidet. Du hekler altså midt bak sammen hver gang du snur arbeidet. mvh DROPS Design

18.11.2024 - 11:52

country flag Flo schreef:

Bonjour y a t il sur le site des leçons ou on peut apprendre à faire un raglan au crochet ou des modèles pas à pas ?j'appréhende pour me lancer Merci

18.10.2024 - 11:56

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Flo, vous trouverez ici des vidéos qui montrent comment crocheter un empiècement/un raglan, mais il faudra toujours vous référer aux explications pour ce qui est du nombre de mailles, de la façon d'augmenter etc... Bon crochet!

18.10.2024 - 15:49