DROPS Super Sale - BESPAAR 30% op 5 prachtige garens!
Product image DROPS Belle yarn
DROPS Belle
53% katoen, 33% viscose, 14% linnen
vanaf 1.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 12.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Sunny Isles

Gehaakte lange trui in DROPS Belle. Het werk wordt van onder naar boven gehaakt met kantpatroon, boothals en ¾-lengte mouwen. Maten S - XXXL.

Markeer maat:
DROPS 258-36

#sunnyislessweater

DROPS Design: Patroon vs-118
Garengroep B
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

GAREN:
DROPS BELLE van garnstudio (behoort tot garengroep B)
400-450-500-550-600-650 g kleur 04, paardenbloem

HAAKNAALD:
DROPS HAAKNAALD 4.5 MM.

STEKENVERHOUDING:
16 stokjes in de breedte en 8 toeren in de hoogte met haaknaald 4.5 mm = 10 x 10 cm.
De haaknaald is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere haaknaald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere haaknaald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Belle
DROPS Belle
53% katoen, 33% viscose, 14% linnen
vanaf 1.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 12.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

LOSSE:
Als u aan het uiteinde van de haaknaald haakt, is de losse vaak te strak.
1 losse zou even lang moeten zijn als 1 stokje breed is.

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Op het begin van elke toer, vervangt u het eerste stokje met 3 lossen. Het laatste stokje wordt in de 3e losse van het begin van de vorige toer gehaakt.


PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2.
De telpatronen tonen alle toeren in het patroon, aan de goede kant gezien.
Denk erom dat als u aan de verkeerde kant haakt, de telpatronen van links naar rechts gelezen worden

TIP VOOR HET OPMETEN:
Alle lengte-afmetingen worden genomen als het werk omhoog gehouden wordt, om te voorkomen dat het kledingstuk te lang wordt tijdens het dragen.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder op het begin en einde van de toer:
Haak de eerste 3 lossen (welke het 1e stokje vervangen), haak de volgende 2 stokjes samen als volgt: * Maak 1 omslag, voeg de haaknaald in bij de volgende steek, neem de draad op, maak 1 omslag en haal het door de eerste 2 lussen op de haaknaald *, haak van *-* 1 keer (3 lussen op de haaknaald), maak 1 omslag en haal het door alle 3 lussen (= 1 steek geminderd). Haak zoals hiervoor tot er 3 steken over zijn op de toer, minder 1 stokje op dezelfde manier en haak 1 stokje in de laatste steek (= 1 steek geminderd).

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE OVERVEW VAN HET WERK:
De voor- en achterpanden worden apart heen en weer gehaakt en van onder naar boven.
De delen worden samen gehaakt. Er worden steken opgenomen rondom de armsgaten en de mouwen worden heen en weer gehaakt.
Er wordt een rand gehaakt rondom de halslijn op het einde

ACHTERPAND:
Gebruik haaknaald 4.5 mm en DROPS Belle. Lees LOSSE en INFORMATIE VOOR HET HAKEN hierboven. Haak 96-103-110-124-131-145 lossen.
Haak 1 stokje in de 4e losse vanaf de haaknaald (3 lossen vervangen het eerste stokje), haak 1 stokje in elk van de volgende 6 lossen, * sla 1 losse over, haak 1 stokje in elk van de volgende 6 lossen, *, haak van *-* tot er 2 lossen over zijn, haak 1 stokje in elk van de laatste 2 lossen = 82-88-94-106-112-124 stokjes.

Lees PATROON en haak dan als volgt aan de goede kant:
3 lossen (vervangen het eerste stokje), 1 stokje in het volgende stokje, haak A.1a (= 6 steken) 13-14-15-17-18-20 keer in de breedte, 1 stokje in elk van de laatste 2 stokjes.
Denk om de stekenverhouding.

Ga verder heen en weer gehaakt als volgt:
3 lossen (vervangen het eerste stokje), 1 stokje in het volgende stokje, haak A.1b (= 6 steken) 13-14-15-17-18-20 keer, 1 stokje in elk van de laatste 2 stokjes.
Ga zo verder tot het werk 42-43-44-45-46-47 cm meet – lees TIP VOOR HET OPMETEN.

Ga nu verder met het patroon over de middelste 11-12-13-13-14-16 herhalingen van A.1b (1-1-1-2-2-2 herhaal het minderen aan elke kant = armsgat), als volgt:
Knip en hecht de draad af. Haak 1 halve vaste in de 7e-7e-7e-13e-13e-13e steek, haak 3 lossen (= kantsteek, vervangt het eerste stokje), ga verder met A.1b over de volgende 66-72-78-78-84-96 steken, 1 stokje (= kantsteek) = 68-74-80-80-86-98 steken.

Ga verder met A.1b heen en weer gehaakt met 1 kantsteek aan elke kant – de kantsteken worden gebruikt voor het haken van de mouwen.

Als het werk 59-61-62-64-66-68 cm meet – denk om TIP VOOR HET OPMTEN – ga dan verder met een schouder als volgt:
Haak 1 stokje in elk stokje en 2 stokjes om elke lossenlus, over de eerste 20-23-24-24-24-31 steken.
Haak nog 1-1-2-2-2-2 toeren over deze 20-23-24-24-24-31 steken, met 1 stokje in elk stokje. Knip en hecht de draad af.

Haak de andere schouder op dezelfde manier, beginnend met 1 halve vaste in de 20e-23e-24e-24e-24e-31e steek vanaf de schouder. Er zijn 28-28-32-32-38-36 steken voor de halslijn midden achter.
Het werk meet ongeveer 62-64-66-68-70-72 cm.

VOORPAND:
Haak op dezelfde manier als het achterpand, maar haak A.2 in plaats van A.1, dus het kantpatroon leunt naar de andere kant.

AFWERKING-1:
Haak de schoudernaden als volgt aan de verkeerde kant, door beide lagen:
1 vaste in het eerste stokje, * 1 losse, sla 1 stokje over, 1 vaste in het volgende stokje *, haak van *-* over de naad.

MOUWEN:
Worden heen en weer gehaakt en van boven naar beneden.
Begin in de hoek op de onderkant van het armsgat. Neem 64-70-70-76-76-82 stokjes op rondom het armsgat, haak om de kantsteken (het aantal steken moet deelbaar zijn door 6 + 4) – denk om INFORMATIE VOOR HET HAKEN.

RECHTER MOUW:
Haak 1 stokje in elk van de eerste 2 stokjes, A.1a tot er 2 stokjes over zijn, haak 1 stokje in elk van de laatste 2 stokjes – geeft de mouw symmetrie.
Ga verder met A.1b heen en weer gehaakt met 2 stokjes aan elke kant. Als de mouw 5-6-6-9-9-9 cm meet, minder dan 1 steek aan elke kant – lees TIP VOOR HET MINDEREN.
Minder zo, aan de binnenkant van 1 kantsteek iedere 3-3-4-3-5-5 cm in totaal 6-7-5-6-4-4 keer = 52-56-60-64-68-74 steken – zorg ervoor dat het patroon verder loopt in de hoogte terwijl u mindert.
Als de mouw 28-28-28-29-28-25 cm meet, haak dan de laatste toer als volgt:
1 stokje in elk stokje en 2 stokjes om elke lossenlus.

LINKER MOUW:
Haak 1 stokje in elk van de eerste 2 stokjes, A.2a tot er 2 stokjes over zijn, haak 1 stokje in elk van de laatste 2 stokjes.
Ga verder met A.2b heen en weer gehaakt met 2 stokjes aan elke kant. Als de mouw 5-6-6-9-9-9 cm meet, minder dan 1 steek aan elke kant – denk om TIP VOOR HET MINDEREN.
Minder zo, aan de binnenkant van 1 kantsteek iedere 3-3-4-3-5-5 cm in totaal 6-7-5-6-4-4 keer = 52-56-60-64-68-74 steken – zorg ervoor dat het patroon verder in de hoogte loopt terwijl u mindert.
Als de mouw 28-28-28-29-28-25 cm meet, haak dan de laatste toer als volgt:
1 stokje in elk stokje en 2 stokjes om elke lossenlus.

AFWERKING-2:
Begin door a tegen A te naaien aan elke kant van de mouw onder het armsgat - zie tekening.
Haak dan de mouwnaad op dezelfde manier als de schoudernaden.
Haak de zijnaden op dezelfde manier als de schoudernaden, vanaf de armsgaten naar beneden, eindig 10-10-11-11-12-12 cm vanaf de onderrand tot om een split aan elke kant te maken.

HALSLIJN:
Begin door 1 halve vaste in een schoudernaad te haken.
Haak dan als volgt: * 2 lossen, sla 1½ cm over, haak 1 vaste *, haak van *-* rondom de halslijn, haak 1 halve vaste in de eerste halve vaste. Knip en hecht de draad af.

Telpatroon

1 losse = 1 losse
1 stokje in het stokje eronder = 1 stokje in het stokje eronder
1 stokje om de lossenlus eronder = 1 stokje om de lossenlus eronder
deze toer (grijze schaduw) is reeds gehaakt zoals beschreven in de tekst. Laat zien hoe de volgende toer wordt gehaakt = deze toer (grijze schaduw) is reeds gehaakt zoals beschreven in de tekst. Laat zien hoe de volgende toer wordt gehaakt
Diagram for DROPS 258-36
Diagram for DROPS 258-36
Diagram for DROPS 258-36
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!
Heeft u dit patroon gemaakt?
Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #sunnyislessweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij.

Laat een opmerking achter voor DROPS 258-36

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.