Purple Dawn#purpledawnsweater |
|||||||||||||
![]() |
![]() |
||||||||||||
Gehaakte trui met raglan in 2 draden DROPS Alpaca. Het werk wordt van boven naar beneden gehaakt met strepen. Maten S - XXXL.
DROPS 206-13 |
|||||||||||||
UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- LOSSE: Als u aan het uiteinde van de haaknaald haakt, is de losse vaak te strak; 1 losse zou even lang moeten zijn als 1 vaste/dubbel stokje breed is. STREPEN: Alle strepen worden met 2 draden gehaakt! STREEP 1: 25-27-27-29-29-31 cm met 2 draden zeer licht grijs. STREEP 2: 8-8-8½-8½-9-9 cm met 1 draad zeer licht grijs + 1 draad grijspaars. STREEP 3: 8-8-8½-8½-9-9 cm met 2 draden grijspaars. STREEP 4: 8-8-8½-8½-9-9 cm met 1 draad grijspaars + 1 draad zwart. STREEP 5: Haak dan met 2 draden zwart tot de gewenste lengte (= 8-8-8½-8½-9-9 cm). INFORMATIE VOOR HET HAKEN: Op elke toer van vasten, haakt u 1 losse op het begin van de toer (vervangt niet de eerste vaste; wordt aanvullend gehaakt op de eerste steek), eindig de toer met 1 halve vaste in de eerste vaste op de toer voordat u keert en verder gaat. Op elke toer van dubbele stokjes, haakt u 4 lossen op het begin van de toer (deze vervangen niet het eerste dubbel stokje; worden aanvullend op de eerste steek gehaakt), eindig de toer met 1 halve vaste in de vierde losse op de toer voordat u keert en verder gaat TIP VOOR HET MEERDEREN (verdeeld): Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de toer (dus 66 steken) en deel de overgebleven steken door het aantal te maken meerderingen (dus 4) = 16.5. In dit voorbeeld, meerdert u door 2 vasten in afwisselend elke 16e en 17e steek te haken. PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.5. Kies het telpatroon voor uw maat. A.4 en A.5 gelden niet voor maat M. LET OP: Alle toeren van dubbele stokjes worden aan de goede kant gehaakt en alle toeren van vasten aan de verkeerde kant. STREPEN MOUW: Alle strepen worden met 2 draden gehaakt! Ga verder met STREEP 1 tot de streep 25-27-27-29-29-31 cm in de hoogte is. STREEP 2: 10 cm met 1 draad zeer licht grijs + 1 draad grijspaars. STREEP 3: 10 cm met 2 draden grijspaars. STREEP 4: 10 cm met 1 draad grijspaars + 1 draad zwart. STREEP 5: Haak dan met 2 draden zwart tot de gewenste lengte (= 15-13-14-12-12-11 cm). TIP VOOR HET MINDEREN-1 (voor de mouwen): Minder 1 steek door 2 dubbele stokjes samen te haken als volgt: Haak 1 dubbel stokje maar wacht met de laatste omslag en doorhaling, haak nog 1 dubbel stokje, maar als u de laatste doorhaling haakt, haal dan de draad door alle lussen op de haaknaald (= 1 steek geminderd). TIP VOOR HET MINDEREN-2 (voor de mouwen): Minder 1 steek door 2 vasten samen te haken als volgt: * Voeg de haaknaald in de volgende steek, neem de draad op *, haak van *-* 1 keer, maak 1 omslag en haal het door alle 3 lussen op de haaknaald (= 1 vaste geminderd). ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: De pas en het lijf worden heen en weer gehaakt, vanaf midden achter (dus afwisselend vanaf de goede en de verkeerde kant) en aan het einde van elke toer samen gehaakt, van boven naar beneden. De mouwen worden heen en weer gehaakt en aan het einde van elke toer samen gehaakt, van boven naar beneden. LET OP: Alle toeren met dubbele stokjes worden aan de goede kant gehaakt en alle toeren met vasten aan de verkeerde kant wanneer u in patroon haakt. HALS: Haak 66-70-74-82-82-86 lossen – lees LOSSE met haaknaald 4.5 mm en 2 draden zeer licht grijs, eindig met een halve vaste in de eerste losse. Haak STREPEN – lees beschrijving hierboven en haak dan als volgt (aan de goede kant): Keer het werk met 1 losse – lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN en haak 1 vaste in elk van de 66-70-74-82-82-86 lossen = 66-70-74-82-82-86 vasten. Haak nog 1 toer van vasten en meerder 4 steken verdeeld op deze toer – lees TIP VOOR HET MEERDEREN = 70-74-78-86-86-90 vasten. PAS: Haak dan als volgt (eerste toer = goede kant): A.1 over de eerste 10-11-12-14-14-15 steken, A.2 over de volgende 2 steken, voeg hier een markeerdraad in (= in de overgang tussen het achterpand en de linker mouw), A.3 over de volgende 2 steken, A.1 over de volgende 7 steken, A.2 over de volgende 2 steken, voeg hier een markeerdraad in (= in de overgang tussen de linker mouw en het voorpand), A.3 over de volgende 2 steken, A.1 over de volgende 20-22-24-28-28-30 steken, A.2 over de volgende 2 steken, voeg hier een markeerdraad in (= in de overgang tussen het voorpand en de rechter mouw), A.3 over de volgende 2 steken, A.1 over de volgende 7 steken, A.2 over de volgende 2 steken, voeg hier een markeerdraad in (= in de overgang tussen de rechter mouw en het achterpand), A.3 over de volgende 2 steken en A.1 over de overgebleven 10-11-12-14-14-15 steken. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! MATEN S-M: Ga zo verder heen en weer gehaakt. Meerder 1 steek op elk van de eerste 3 toeren in A.2 en A.3 (dus in totaal 8 steken op elke toer), maar meerder op de laatste toer 2 steken (dus in totaal 16 steken op de laatste toer). MATEN L-XL-XXL-XXXL: Ga zo verder heen en weer gehaakt. Meerder 1 steek op elke toer van dubbele stokjes (dus in totaal 8 steken op elke toer van dubbele stokjes) in A.2 en A.3 en meerder 2 steken op elke toer van vasten (dus in totaal 16 steken op elke toer van vasten). ALLE MATEN: Als A.1 tot A.3 1 keer in de hoogte zijn gehaakt, zijn er 110-114-126-134-134-138 steken. Ga verder met A.1 en herhaal toeren 1 tot 4 in A.2 en A.3 aan elke kant van de markeerdraden tot A.1 tot A.3 in totaal 4-5-4-4-5-5 keer in de hoogte zijn gehaakt (elke keer dat A.2/A.3 1 keer in de hoogte worden gehaakt, worden de gemeerderde steken gehaakt in A.1) = 230-274-270-278-326-330 steken. Haak nu A.4 in plaats van A.2 en A.5 in plaats van A.3 (geldt niet voor maat M omdat de meerderingen klaar zijn) aan elke kant van de markeerdraden; de overgebleven steken worden in A.1 gehaakt zoals hiervoor. Als A.4 en A.5 1 keer in de hoogte zijn gehaakt, zijn er 246-274-294-318-334-362 steken. Ga verder met A.1 (zonder te meerderen) tot het werk 25-27-28-30-32-34 cm meet vanaf het begin van de hals en naar beneden midden achter – pas aan zodat de volgende toer een toer van vasten is. Haak de volgende toer aan de verkeerde kant als volgt (de overgangen tussen het lijf en de mouwen komen niet persé op de markeerdraden): Haak A.1 over de eerste 40-43-45-49-53-58 steken (= helft van het achterpand), haak losjes 8-8-10-10-12-12 lossen (= in de zijkant onder de mouw), sla de volgende 43-51-57-61-61-65 steken over (= mouw), haak A.1 over de volgende 80-86-90-98-106-116 steken (= voorpand), haak losjes 8-8-10-10-12-12 lossen (= in zijkant onder de mouw), sla de volgende 43-51-57-61-61-65 steken over (= mouw) en haak A.1 over de overgebleven 40-43-45-49-53-58 steken (= helft van het achterpand). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN! LIJF: Er zijn 176-188-200-216-236-256 steken op het lijf. Ga verder in patroon A.1 en strepen zoals hiervoor. Als alle strepen klaar zijn in de hoogte – pas aan zodat u eindigt na een toer van vasten, meet het werk ongeveer 32-32-33-33-33-33 cm. De hele trui meet ongeveer 59-61-63-65-67-69 cm vanaf de schouder naar beneden. Knip en hecht de draad af. MOUW: Begin met 1 halve vaste in de 4e losse gehaakt onder de mouw en ga verder heen en weer gehaakt met A.1, haak 1 steek in elke steek om de mouw – lees STREPEN MOUWEN en denk om INFORMATIE VOOR HET HAKEN = 51-59-67-71-73-77 steken. Voeg een markeerdraad in op het begin van de toer (= midden onder de mouw). Als de mouw 2 cm meet, minder dan 1 steek aan elke kant van de markeerdraad (geldt niet voor maat S) – lees TIP VOOR HET MINDEREN-1. Minder zo iedere 2 cm in totaal 0-2-5-5-4-5 keer = 51-55-57-61-65-67 steken. Als de mouw 43-41-41-39-37-36 cm meet – pas aan zodat de volgende toer een toer van vasten is, haak 1 toer van vasten terwijl u 2-3-5-7-8-7 vasten verdeeld mindert – lees TIP VOOR HET MINDEREN-2 = 49-52-52-54-57-60 vasten. De volgende toer wordt als volgt gehaakt: Haak 1 vaste in elk van de eerste 1-0-0-2-1-0 steken, * 1 vaste in elk van de volgende 2 steken, haak 2 vasten samen (= 1 vaste geminderd) *, haak van *-* tot het einde van de toer = 37-39-39-41-43-45 vasten. Haak 2 toeren van vasten met 1 vaste in elke steek. Knip en hecht de draad af. Haak de andere mouw op dezelfde manier. |
|||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||
|
|||||||||||||
![]() |
|||||||||||||
![]() |
|||||||||||||
![]() |
|||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #purpledawnsweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 13 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 206-13
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.