DROPS Kerstkalender · Heeft u het deurtje van vandaag geopend?
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
DROPS Christmas Calendar

Candy Cane Bear

Gehaakte teddybeer met sjaal en suikerstok/ kerstdecoratie in DROPS Merino Extra Fine. Werk wordt van onder naar boven gehaakt met geborduurde ogen en snuit. Thema: Kerstmis.

DROPS Extra 0-1666

#dropscandycanebear

DROPS design: Patroon me-303
Garengroep B
----------------------------------------------------------

MAAT:
Het werk meet ongeveer
Teddy: Omtrek = 14 cm Hoogte = 15 cm zonder oren.
Suikerstok: Breedte = 1 cm Hoogte: = 8 cm

GAREN:
DROPS MERINO EXTRA FINE van garnstudio (behoort tot garengroep B)
50 g kleur 01, Naturel
50 g kleur 11, Karmijnrood
En gebruik:
Een restant Antraciet mix voor de ogen en de mond

1 beer weegt ongeveer 26 g zonder vulling.
1 sjaal weegt ongeveer 2 g.
1 suikerstok weegt ongeveer 2 g.

ACCESSOIRES:
Vulling
Optionele draad voor het bandje.

HAAKNAALD:
DROPS HAAKNAALD 3 mm

STEKENVERHOUDING:
22 vasten in de breedte en 22 toeren in de hoogte op haaknaald 3 mm = 10 x 10 cm.
22 stokjes in de breedte 11 toeren in de hoogte op haaknaald 3 mm = 10 x 10 cm.
LET OP: De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, haak dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, haak dan verder met een kleiner naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.60 € /50g

Instructies voor het patroon


----------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.14.

KLEURPATROON:
Als u met twee kleuren haakt op een toer met stokjes, haak dan als volgt:
Haak het laatste stokje met de eerste kleur, maar wacht met de laatste omslag en doorhaling, haak verder met de volgende kleur en haak de laatste omslag en doorhaling met de nieuwe kleur, haak dan het volgende stokje.
Als u met twee kleuren haakt, plaats dan de draad waarmee u niet haakt over de steken van de vorige toer en haak om de draad. De draad volgt op deze manier het werk, maar wordt verborgen aan de binnenkant van de steken.

TIP:
U kunt de suikerstok opstijven door het in suikerwater of kleurloze frisdrank te deppen en dan plat te laten drogen.

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

TEDDYBEER – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Haak in de rondte, van onder naar boven. Haak eerst 2 poten. Breng dan de poten samen voor het lijf en haak verder in de rondte naar boven tot de hals. Haak 2 armen, haak de armen samen met het lijf voordat u het hoofd haakt. Haak dan 2 oren, hecht de oren aan het hoofd. Borduur ogen en een mond op de teddybeer. Haak een kleine sjaal welke om de hals geknoopt wordt.
Haak 2 suikerstokken op het einde. Hecht een daarvan aan de teddybeer en hang de andere als decoratie samen met de teddybeer.

POTEN:
Gebruik haaknaald 3 mm en Naturel in DROPS Merino Extra Fine. Haak telpatroon A.1 (= lossenring). Haak dan als volgt: Haak A.2 (= begin en einde van de toer), haak A.3 4 keer in totaal om de lossenring. Denk om de stekenverhouding!
Als A.2 en A.3 in de hoogte zijn gehaakt, zijn er 16 vasten + 1 losse op de toer en de poot meet ongeveer 3½ cm in de hoogte. Knip en hecht de draad af. Haak de andere poot op dezelfde manier en vul beide poten met vulling.

LIJF:
Gebruik Naturel en begin met telpatroon A.4, dus sla de losse en de eerste vaste op een pijp over, haak A.4 in de volgende vaste, haak dan A.5 rondom de poot (sla de 2 laatste vasten op de poot over zoals te zien is in het telpatroon), knip de draad niet af, maar haak A.6 over de volgende poot zoals het telpatroon aangeeft. Na de 1e toer op het lijf zijn er 28 steken + 1 losse op het begin van de toer - begin van de toer = midden achter.
Ga zo verder in de rondte. Als A.4, A.5 en A.6 in de hoogte zijn gehaakt, zijn er 30 vasten + 1 losse op de toer. Ga verder en haak dan als volgt: Haak A.7 (= begin en einde van de toer), haak A.8 6 keer in totaal rondom het lijf. Als A.7 en A.8 zijn gehaakt in de hoogte, meet het werk ongeveer 8½ cm in de hoogte. Knip de draad niet af, zet de steek op een hulpdraad en haak de armen zoals uitgelegd hieronder. Vul de teddybeer gaandeweg met vulling.

ARMEN:
Neem de draad van de binnenkant van de bol met Naturel, haak telpatroon A.1 (= lossenring). Haak dan als volgt: Haak A.2 (= begin en einde van de toer), haak A.3 2 keer in totaal rondom de lossenring. Als A.2 en A.3 in de hoogte zijn gehaakt, zijn er 8 vasten + 1 losse op de toer. Haak de laatste toer in telpatroon A.2/A.3, 2 keer = 10 toeren in totaal gehaakt. Het werk meet ongeveer 4½ cm in de hoogte. Knip en hecht de draad af. Haak een andere arm op dezelfde manier. Vul de armen met wat vulling, dus de 3-4 bovenste toeren zijn zonder vulling.

LIJF, ARMEN EN HOOFD:
Begin midden achter op de teddybeer waar de toer eerder begon en haak met Naturel. Haak A.9 in de losse op het begin van de toer, haak dan A.10 rondom het lijf – haak TEGELIJKERTIJD de armen tot de 1e toer zoals te zien is in het telpatroon. Als A.9 en A.10 zijn gehaakt in de hoogte, zijn er 16 vasten + 1 losse op de toer en de teddybeer meet ongeveer 15 cm in de hoogte. Vul met wat vulling in het hoofd.

OREN:
Gebruik Naturel, haak telpatroon A.1 (= lossenring). Haak dan als volgt: Haak A.11 (= begin en einde van de toer), haak A.12 2 keer in totaal rondom de lossenring. Als de laatste toer in A.11 en A.12 over zijn, zijn er 8 vasten + 1 losse op de toer. Vouw nu het oor dubbel, haak A.11, haak dan de laatste toer in A.12 door beide lagen. Het oor is nu plat en er zijn 3 vasten + 1 losse op de toer. Haak het andere oor op dezelfde manier.

AFWERKING:
U kunt Antraciet mix gebruiken en ogen borduren met Franse knopen - zie foto en telpatroon A (op het model in de foto is de draad 3 keer om het spoeltje gedraaid).
Gebruik dezelfde kleur en borduur de mond met platsteken op de voorkant op het hoofd op de teddybeer - foto en telpatroon B.
Naai het hoofd samen op de bovenkant (plaats het hoofd plat en naai met 1 steek in elke steek door beide lagen). Hecht de oren vast waar de steken geminderd waren aan elke kant op het hoofd.
Naai de opening tussen de poten samen.

SJAAL:
Gebruik Karmijnrood, begin op de hexagon in telpatroon A.13 en haak 35 lossen zoals te zien is in het telpatroon. Haak A.13 (= 1 toer). Hecht af als A.13 is gehaakt. Er zijn 2 franjes aan elke kant van de sjaal. 1 franje = knip 3 lengtes van 5 cm in Karmijnrood. Plaats de draden dubbel, haal de lus door een steek van de rand in een zijkant van de sjaal, haal de uiteinden door de lus en trek aan. Knoop de sjaal om de hals van de teddybeer.

BANDJE:
Knip een optionele draad van ongeveer 15 cm. Haal de draad door een steek op de bovenkant van het hoofd op de teddybeer (zorg ervoor dat het bandje zo bevestigd is dat de teddybeer recht hangt), maak een knoop op het einde.

SUIKERSTOK:
Gebruik Karmijnrood, begin op de hexagon in telpatroon A.14 en haak 25 lossen zoals te zien is in het telpatroon. Lees KLEURPATROON en haak A.14 (= 1 toer). Hecht af als A.14 is gehaakt. Lees TIP en naai de suikerstok aan de teddybeer onder een arm - zie foto.
Haak een andere suikerstok ter decoratie en hecht een bandje op de bovenkant van de suikerstok op dezelfde manier als op de teddybeer - denk om TIP.

Telpatroon

Begin hier. Haak 4 lossen en vorm een ring met 1 halve vaste in de eerste losse. Ga verder met het symbool over de punt op de cirkel, en haak richting links = Begin hier. Haak 4 lossen en vorm een ring met 1 halve vaste in de eerste losse. Ga verder met het symbool over de punt op de cirkel, en haak richting links
1 losse – als u aan het uiteinde van de haaknaald haakt is de losse vaak te strak, 1 losse zou even lang moeten zijn als 1 vaste/ stokje breed is = 1 losse – als u aan het uiteinde van de haaknaald haakt is de losse vaak te strak, 1 losse zou even lang moeten zijn als 1 vaste/ stokje breed is
op het begin van de toer haakt u 1 losse, de toer eindigt met 1 halve vaste in deze losse = op het begin van de toer haakt u 1 losse, de toer eindigt met 1 halve vaste in deze losse
1 vaste om de lossenring/ 1 vaste in de steek eronder = 1 vaste om de lossenring/ 1 vaste in de steek eronder
2 vasten in de steek eronder (= 1 vaste gemeerderd) = 2 vasten in de steek eronder (= 1 vaste gemeerderd)
deze toer (grijze markering) is reeds gehaakt (= laatste toer op de poten) en laat alleen zien hoe de 1e toer op het lijf in de laatste toer op de poten wordt gehaakt. = deze toer (grijze markering) is reeds gehaakt (= laatste toer op de poten) en laat alleen zien hoe de 1e toer op het lijf in de laatste toer op de poten wordt gehaakt.
deze toer (grijze markering) is reeds gehaakt (= laatste toer op het lijf voor de armen worden samen gehaakt met het lijf) en laat alleen zien hoe de 1e toer in steken eronder wordt gehaakt. = deze toer (grijze markering) is reeds gehaakt (= laatste toer op het lijf voor de armen worden samen gehaakt met het lijf) en laat alleen zien hoe de 1e toer in steken eronder wordt gehaakt.
1 vaste van de laatste toer op de pijp, sla deze vaste over = 1 vaste van de laatste toer op de pijp, sla deze vaste over
1 vaste van laatste toer op de pijp, het lijf wordt in deze vaste gehaakt = 1 vaste van laatste toer op de pijp, het lijf wordt in deze vaste gehaakt
1 halve vaste in de steek eronder = 1 halve vaste in de steek eronder
1 vaste van het lijf - haak de arm in deze vaste = 1 vaste van het lijf - haak de arm in deze vaste
plaats de steek op de bovenkant van de arm plat zodat er 4 steken op de bovenkant van de arm zijn, haak 1 vaste van de arm samen met 1 dubbele steek van het lijf (haak door alle 3 lagen) = plaats de steek op de bovenkant van de arm plat zodat er 4 steken op de bovenkant van de arm zijn, haak 1 vaste van de arm samen met 1 dubbele steek van het lijf (haak door alle 3 lagen)
haak 2 vasten samen als volgt: Haak 1 vaste in de eerste steek, maar wacht met de laatste omslag en doorhaling, haak 1 vaste in de volgende steek, maar haal nu de laatste omslag door alle 3 lussen op de haaknaald (= 1 vaste geminderd) = haak 2 vasten samen als volgt: Haak 1 vaste in de eerste steek, maar wacht met de laatste omslag en doorhaling, haak 1 vaste in de volgende steek, maar haal nu de laatste omslag door alle 3 lussen op de haaknaald (= 1 vaste geminderd)
als deze toer over is, vouw het oor dan dubbel (= plat) en haak de laatste toer door beide lagen = als deze toer over is, vouw het oor dan dubbel (= plat) en haak de laatste toer door beide lagen
haakrichting = haakrichting
begin hier en haak het aantal lossen zoals aangegeven in het telpatroon = begin hier en haak het aantal lossen zoals aangegeven in het telpatroon
1 stokje in de steek eronder met Karmijnrood - lees KLEURPATROON = 1 stokje in de steek eronder met Karmijnrood - lees KLEURPATROON
1 stokje in de steek eronder met Naturel - denk om KLEURPATROON = 1 stokje in de steek eronder met Naturel - denk om KLEURPATROON
Franse knoop, Afbeeldingen 1-4<br />
AFBEELDING 1: Voeg de naald in aan de verkeerde kant en naar boven naar de goede kant waar u de Franse knoop wilt hebben.<br />
AFBEELDING 2: Draai de draad 2 tot 4 keer (afhankelijk van hoe groot de knoop moet worden) om de punt van de van de naald<br />
AFBEELDING 3: Rijg de naald naar beneden, 0.5-1 steken vanaf waar de draad naar boven kwam en haal het naar buiten op de verkeerde kant.<br />
AFBEELDING 4: Trek de draad door het materiaal om de Franse knoop vast te maken. Hecht de draad af op de verkeerde kant. = Franse knoop, Afbeeldingen 1-4
AFBEELDING 1: Voeg de naald in aan de verkeerde kant en naar boven naar de goede kant waar u de Franse knoop wilt hebben.
AFBEELDING 2: Draai de draad 2 tot 4 keer (afhankelijk van hoe groot de knoop moet worden) om de punt van de van de naald
AFBEELDING 3: Rijg de naald naar beneden, 0.5-1 steken vanaf waar de draad naar boven kwam en haal het naar buiten op de verkeerde kant.
AFBEELDING 4: Trek de draad door het materiaal om de Franse knoop vast te maken. Hecht de draad af op de verkeerde kant.
<br />
Platsteek, Afbeeldingen 1-4<br />
AFBEELDING 1: Voeg de naald in aan de verkeerde kant naar de goede kant, waar u de steek wilt beginnen.<br />
AFBEELDING 2: Sla 0,5 cm over en rijg de naald naar beneden en weer naar boven waar u de volgende platsteek wilt beginnen, haal de draad door.<br />
AFBEELDING 3: Sla 0.5 cm over en rijg de naald naar beneden en weer naar boven tot waar u de volgende platsteek wilt beginnen, haal de draad door.<br />
Ga zo verder tot u genoeg steken hebt. Hecht de draad af op de verkeerde kant.<br />
AFBEELDING 4: Platsteken van verschillende lengtes en in verschillende richtingen.<br />
=
Platsteek, Afbeeldingen 1-4
AFBEELDING 1: Voeg de naald in aan de verkeerde kant naar de goede kant, waar u de steek wilt beginnen.
AFBEELDING 2: Sla 0,5 cm over en rijg de naald naar beneden en weer naar boven waar u de volgende platsteek wilt beginnen, haal de draad door.
AFBEELDING 3: Sla 0.5 cm over en rijg de naald naar beneden en weer naar boven tot waar u de volgende platsteek wilt beginnen, haal de draad door.
Ga zo verder tot u genoeg steken hebt. Hecht de draad af op de verkeerde kant.
AFBEELDING 4: Platsteken van verschillende lengtes en in verschillende richtingen.
Diagram for DROPS Extra 0-1666
Diagram for DROPS Extra 0-1666
Diagram for DROPS Extra 0-1666
Diagram for DROPS Extra 0-1666
Diagram for DROPS Extra 0-1666
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!
Heeft u dit patroon gemaakt?
Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #dropscandycanebear of stuur ze naar de #dropsfan galerij.

Laat een opmerking achter voor DROPS Extra 0-1666

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.