DROPS Belle
DROPS Belle
53% katoen, 33% viscose, 14% linnen
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 19.71€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Bonnie Blue

Gehaakte trui in DROPS Belle. Het werk wordt in de rondte gehaakt, van boven naar beneden met ronde pas, kantpatroon, korte mouwen en split in de zijkanten. Maten S - XXXL.

DROPS 250-9
DROPS Design: Patroon vs-112
Garengroep B
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

GAREN:
DROPS BELLE van garnstudio (behoort tot garengroep B)
450-500-550-600-650-700 g kleur 15, denimblauw

HAAKNAALD:
DROPS HAAKNAALD 3.5 MM.

STEKENVERHOUDING:
20 stokjes in de breedte en 10 toeren in de hoogte = 10 x 10 cm.
De haaknaald is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere haaknaald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere haaknaald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Belle
DROPS Belle
53% katoen, 33% viscose, 14% linnen
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 19.71€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

LOSSE:
Als u aan het uiteinde van de haaknaald haakt, is de losse vaak te strak.
1 losse zou even lang moeten zijn als 1 stokje breed is.

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Op het begin van elke toer haakt u 3 lossen (= dit is 1 stokje) aanvullend op de steken in telpatroon A.1. De toer eindigt met 1 halve vaste in de derde losse op het begin van de toer.

PATROON:
Zie telpatroon A.1. A.x laat zien hoe het patroon in de hoogte herhaald wordt.

TIP VOOR HET MEERDEREN (verdeeld):
Meerder op een toer met 1 stokje in elk stokje. Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, tel het totaal aantal steken op de toer (dus, 100 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus, 22) = 4,5.
In dit voorbeeld meerdert u door 2 stokjes in afwisselend elke 4e en elke 5e steek te haken.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen):
Minder op een toer met 1 stokje in elk stokje, door 2 stokjes samen te haken als volgt:
* Maak 1 omslag, voeg de haaknaald in bij het volgende stokje, neem de draad op, maak 1 omslag en haal het door de eerste 2 lussen op de haaknaald *, haak van *-* in totaal 2 keer, maak 1 omslag en haal het door alle 3 lussen op de haaknaald (1 stokje geminderd).

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
De hals en de pas worden in de rondte gehaakt vanaf midden achter en van boven naar beneden. De pas wordt verdeeld voor het lijf en de mouwen en het lijf wordt verder in de rondte gehaakt, terwijl de mouwen wachten. Het lijf wordt verdeeld en verder heen en weer gehaakt, haak een split aan elke kant. De mouwen worden in de rondte gehaakt. Op het einde wordt een toer van vasten rondom de halslijn gehaakt.

HALSLIJN:
Haak 100-106-109-115-118-130 LOSSEN – zie uitleg hierboven, met haaknaald 3.5 mm en DROPS Belle. Vorm deze tot een ring met 1 halve vaste in de eerste losse. Lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN hierboven, haak 1 toer van stokjes en meerder 22-22-22-25-25-25 stokjes verdeeld op de toer - lees TIP VOOR HET MEERDEREN = 121-127-130-139-142-154 steken.

PAS:
Begin de toer met 3 lossen (= 1 stokje), herhaal dan A.1 op de toer. Op de toeren gemarkeerd met pijlen in het telpatroon meerdert u als volgt - denk om TIP VOOR HET MEERDEREN en DE STEKENVERHOUDING!
PIJL 1: Meerder 24-27-27-30-36-39 stokjes verdeeld = 145-154-157-169-178-193 steken.
PIJL 2: Meerder 24-27-30-36-36-42 stokjes verdeeld = 169-181-187-205-214-235 steken.
PIJL 3: Meerder 27-27-30-39-42-45 stokjes verdeeld = 196-208-217-244-256-280 steken.
PIJL 4: Meerder 27-30-33-39-42-45 stokjes verdeeld = 223-238-250-283-298-325 steken.
PIJL 5: Meerder 27-30-33-39-42-45 stokjes verdeeld = 250-268-283-322-340-370 steken.
PIJL 6: Meerder 27-33-36-39-45-45 stokjes verdeeld = 277-301-319-361-385-415 steken.
Ga verder in patroon zoals te zien is in A.x tot het werk 20-20-23-23-25-27 cm meet en de volgende toer is een toer met 1 stokje in elk stokje. Het werk wordt nu vanaf hier gemeten!

VERDEEL HET WERK VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN:
Haak 3 lossen (= 1 stokje), 43-48-49-55-60-64 stokjes (ongeveer de helft van het achterpand), 9-9-12-12-15-18 lossen (in de zijkant onder de mouw), sla 52-55-61-70-73-79 stokjes over (mouw), haak 86-95-98-110-119-128 stokjes (voorpand), 9-9-12-12-15-18 lossen (in de zijkant onder de mouw), sla 52-55-61-70-73-79 stokjes over (mouw) en haak 43-47-49-55-59-64 stokjes (ongeveer de helft van het achterpand). Het lijf en de mouwen worden apart verder gehaakt.

LIJF:
= 190-208-220-244-268-292 steken. Haak 3 lossen (= 1 stokje) en patroon A.x zoals hiervoor, tot het lijf 6-6-7-7-7-9 cm meet vanaf de scheiding. Meerder nu 6-6-6-6-6-6 stokjes verdeeld - denk om TIP VOOR HET MEERDEREN = 196-214-226-250-274-298 steken.
Als het lijf 13-13-14-14-14-16 cm meet vanaf de scheiding, meerder dan 9-6-9-6-6-6 stokjes verdeeld = 205-220-235-256-280-304 steken.
Haak verder tot het lijf 24-26-25-26-26-26 cm meet vanaf de scheiding. Knip de draad af. Verdeel nu het werk voor de split aan elke kant. Leg het werk plat neer en voeg 1 markeerdraad in aan elke kant met 102-110-117-128-140-152 steken op het voorpand en 103-110-118-128-140-152 steken op het achterpand. Eindig het voor- en achterpand apart.

VOORPAND:
= 102-110-117-128-140-152 steken. Haak heen en weer gehaakt met 1 stokje in elk stokje, tot de split 4 cm meet. De trui meet ongeveer 52-54-56-58-60-62 cm vanaf de schouder.

ACHTERPAND:
= 103-110-118-128-140-152 steken. Haak heen en weer gehaakt met 1 stokje in elk stokje, tot de split 4 cm meet.

MOUWEN:
Begin de toer in het midden van de 9-9-12-12-15-18 gehaakte lossen op een zijkant van het lijf. Haak 3 lossen (= 1 stokje) en A.x in de rondte zoals hiervoor = 61-64-73-82-88-97 steken. Als de mouw 3-3-4-4-5-5 cm meet, minder dan 3-3-3-3-3-3 stokjes verdeeld – lees TIP VOOR HET MINDEREN = 58-61-70-79-85-94 steken.

MAAT XL:
Als de mouw 8 cm meet, minder dan 3 stokjes verdeeld – denk om TIP VOOR HET MINDEREN = 76 steken.

ALLE MATEN:
Ga verder in patroon tot de mouw 17-17-15-16-14-12 meet, met minstens 2 toeren zonder kantpatroon op de onderkant van de mouw.

HALSLIJN:
Begin midden achter, hecht de draad af met 1 halve vaste en haak 1 vaste tussen elk stokje vanaf toer 1. Eindig met 1 halve vaste in de eerste vaste.

Telpatroon

symbols = 1 losse - als u aan het uiteinde van de haaknaald haakt, is de losse vaak te strak.
1 losse zou even lang moeten zijn als 1 stokje breed is.
symbols = 1 stokje in de steek hieronder
symbols = 1 stokje om de losse hieronder
symbols = Meerdernaald
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 250-9

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (29)

country flag Marion Gelder wrote:

Ik heb pijl 1 gehad, dan volg ik instructie verder ben nu bij de toer dat ik 3stokjes om de losse moet maken maar dan heb ik toch teveel stokjes ik kom nu uit op 234 stokjes? En dan zou ik nu in rij twee moeten gaan meerderen naar 187 stokjes, u begrijpt ik snap het niet. Help Marion

26.04.2024 - 14:00

country flag Arina wrote:

Kan ik dit truitje ook met muskat haken ik heb 14 bollen Spring Renaissance Top Voor dit truitje moet het wel lukken

22.04.2024 - 00:41

DROPS Design answered:

Dag Arina,/p>

Muskat valt ook in garencategorie B, dus dat kan prima. Om te berekenen hoeveel je nodig hebt in een ander garen, kun je trouwens ook de garenververvanger gebruiken. Hiervan vindt je een link onder de materialenlijst bij ieder patroon.

22.04.2024 - 20:40

country flag Paula wrote:

Ik haak dit in XL en wat doe ik na de pas met de 12 lossen? Blijven die gewoon bungelen of ?

19.04.2024 - 17:49

country flag Karin Hahn wrote:

Hallo, so schön der Pullover auch ist verzwefle ich gerade an den Zunahmen...... Toll dass Sie uns ein beispiel für das Zunehmen zeigen. jedoch ist das sicherlich aus gutem Grund so gewählt dass man immer abwechselnd in jeder 4 und 5 Masche verdoppeln muss. Nun seien Sie doch bitte so lieb und erklären mir wie das zum Beispiel bei einer Maschenzahl von 130 Stk, Zunahme 27 x auf eine Maschenanzahl von 157 Stk ausgerechnet wird ,dass die Zunahmen gleichmäßig verteilt sind. I Danke

17.04.2024 - 13:40

DROPS Design answered:

Liebe Frau Hahn, in dieser Lektion erklären wir, wie man regelmäßig verteilt, je nach dem Ergebnis von der Division., je nach der Zahl eine halbe oder ganze Zahl abgerundet wird. Viel Spaß beim Stricken!

17.04.2024 - 15:26

country flag Paula wrote:

Ik krijg niet zo’n gaatjespatroon in de pas wat doe ik verkeerd?

05.04.2024 - 19:18

country flag Irmeli Andersson wrote:

Perun kysymykseeni. Huomasin etten ollut huomioinut ollenkaan 1. kerroksella tehtäviä lisäyksiä, vaan hyppäsin suoraan 1. lisäykseen. Pitäisi lukea ohjeet tarkemmin:) yst terveisin Irmeli A

04.04.2024 - 20:02

country flag Irmeli Andersson wrote:

Hei, kysyisin lisäyksestä, jota en aivan tajua. Minulla on aloituksessa 100 pylvästä ja lisään 24 pylvästä ja ohjeessa sanotaan että tuloksena on 145 s. Onko siis p ja s eri asia? En ole juurikaan tehnyt neuleita virkkaamalla, joten tämä on minulle outo asia. T Irmeli A

04.04.2024 - 18:59

DROPS Design answered:

Hei, oletko tehnyt pääntien reunuksen lisäykset? Työssä on aluksi 100 ketjusilmukkaa ja ne suljetaan renkaaksi 1 piilosilmukalla (= 99 ketjusilmukkaa kerroksella). Ensimmäisellä pylväskerroksella työhön lisätään 22 pylvästä ja työssä on tämän jälkeen 121 pylvästä.

05.04.2024 - 18:15

country flag Pirjo Irmeli Andersson wrote:

Hei, en oikein käsitä näitä lisäyksiä; aloituksessa minulla on 100 pylvästä, lisätään 24 pylvästä ja tulos on 145 silmää. Ovatko siis pylväät ja silmukat eri juttu? Olen tehnyt neuleita harvemmin virkkaamalla joten tämä on minulle outo asia. Terveisin Irmeli A

04.04.2024 - 18:55

country flag Marie wrote:

Bonjour, à la séparation des manches (+9 mailles en l’air) faut-il de suite crocheter ces 9 mailles lors de du 1er rang en aller-retour dos/devant ? Ou bien faut-il les laisser en attente ? Car mon ouvrage s’arrondit malgré le bon nombre de mailles , alors que d’après le modèle il devrait descendre droit. \r\nMerci pour vos explications

01.04.2024 - 10:05

DROPS Design answered:

Bonjour Marie, après la division, crochetez toutes les mailles du tour = les mailles de l'empiècement partie devant et dos + les 9 mailles en l'air de chaque côté à la place des manches. Bon crochet!

02.04.2024 - 15:04

country flag Inge Mollet wrote:

Ik snap het gedeelte na de pas niet goed. Ik heb voor het lijf 48+48+86 steken maar geen 190. Waar gaat het mis. En moeten die 9 lossen daar blijven bungelen?

31.03.2024 - 16:29

DROPS Design answered:

Dag Inge,

Als je maat S haakt, dan haak je eerst 43 stokjes (in plaats van 48), dan 9 lossen (onder de mouw, dus bij de oksel), 86 stokjes, 9 lossen en tot slot weer 43 stokjes. Hiermee kom je op een totaal van 43+9+86+9+43 = 190. De eerste 3 lossen op het begin van de toer worden aanvullend op de toer gehaakt (zie bovenaan bij informatie voor het haken).

04.04.2024 - 20:25