DROPS Sky
DROPS Sky
74% Alpaca, 18% Polyamide, 8% Wol
vanaf 5.27 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.08€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Agnes Cardi

Gebreide top met ronde pas in DROPS Sky. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met kantpatroon. Maten S - XXXL.

DROPS 197-14
DROPS Design: Patroon nr. sk-016
Garengroep B
-------------------------------------------------------

Maten: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS SKY van garnstudio (behoort tot garengroep B)
200-250-250-300-300-350 g kleur 08, lavendel

-------------------------------------------------------
BENODIGDHEDEN VOOR HET WERK:

STEKENVERHOUDING:
21 steken in de breedte en 28 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 4 MM: lengte 80 cm voor tricotsteek.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD 3.5 MM: lengte 80 cm voor de randen in ribbelsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

DROPS PARELMOERKNOPEN, Gebogen (wit) NR 521: 6-6-7-7-8-8 stuks.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Sky
DROPS Sky
74% Alpaca, 18% Polyamide, 8% Wol
vanaf 5.27 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.08€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
1 ribbel = 2 naalden recht.

RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.5. Kies het telpatroon voor uw maat. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

VERHOGING (voor de achterkant van de hals):
De verhoging wordt gebreid in ribbelsteek. Voeg 1 markeerdraad in na 63-66-69-72-75-78 steken (= ongeveer midden achter). Begin aan de goede kant en brei recht tot 7-8-8-9-9-10 steken voorbij de markeerdraad, keer het werk, trek de draad aan en brei 14-16-16-18-18-20 steken recht terug. Keer het werk, trek de draad aan en brei 21-24-24-27-27-30 steken recht terug, keer het werk, trek de draad aan en brei 28-32-32-36-36-40 steken recht terug. Keer het werk, trek de draad aan en brei 35-40-40-45-45-50 steken recht, keer het werk, trek de draad aan en brei 42-48-48-54-54-60 steken recht terug. Keer het werk, trek de draad aan en brei 49-56-56-63-63-70 steken recht terug, keer het werk, trek de draad aan en brei recht tot het einde van de naald.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 102 steken) minus de biezen (= in totaal 10 steken = 92 steken) en deel deze steken door het aantal te maken meerderingen (dus 25) = 3.68.
In dit voorbeeld, meerdert u door 1 omslag te maken na ongeveer elke 4e steek. Brei op de volgende naald, de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (voor de zijkanten van het lijf):
Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt.
Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, 1 omslag, 4 steken recht (de markeerdraad zit in het midden van deze steken) 1 omslag.
Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

KNOOPSGATEN:
Brei knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt). Brei aan de goede kant als er 3 steken over zijn op de naald als volgt: Maak 1 omslag, brei de volgende 2 steken recht samen en brei de laatste steek. Brei op de volgende naald, de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat.
Het eerste knoopsgat wordt gebreid als het werk ongeveer 1½-2 cm meet. Het knoopsgat wordt gebreid als het werk 7 cm meet.
Brei dan de volgende 4-4-5-5-6-6 knoopsgaten met 8½-8½-7½-7½-7-7 cm tussen elk.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TOP - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het werk wordt heen en weer gebreid, van boven naar beneden met rondbreinaald tot de armsgaten. Dan worden het lijf en de mouwen apart verder gebreid. Het lijf wordt verder heen en weer gebreid. De mouwen worden in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop.

PAS:
Zet 102-106-110-118-122-128 steken op (inclusief 5 voorbiessteken aan elke kant van het werk) met rondbreinaald 3.5 mm en Sky. Brei 2 RIBBELS – lees beschrijving hierboven.
Brei 1 naald recht aan de goede kant en meerder 25-27-29-27-29-29 steken verdeeld op de naald – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 = 127-133-139-145-151-157 steken. Brei 1 naald recht aan de verkeerde kant. Ga verder met rondbreinaald 4 mm.
Voor een betere pasvorm, kunt u nu een verhoging aan de achterkant van de hals breien zodat de pas ietwat hoger is op de achterkant. Deze verhoging kunt u ook overslaan; de hals is dan op de voor- en achterkant hetzelfde – lees VERHOGING.
Brei KNOOPSGAT op de rechter voorbies – lees beschrijving hierboven.
Brei dan in patroon als volgt aan de goede kant: Brei 5 voorbiessteken in ribbelsteek, A.1 (= 8 steken), A.2 (= 6 steken) over de volgende 102-108-114-120-126-132 steken (= 17-18-19-20-21-22 keer in de breedte), A.3 (= 7 steken) en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek.
Op elke naald met een ster (= meerdernaald) meerdert u als volgt:
DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
MEERDER 1: Meerder 24-24-24-24-30-30 steken verdeeld op de naald = 151-157-163-169-181-187 steken. A.2 wordt dan 21-22-23-24-26-27 keer in de breedte herhaald.
MEERDER 2: Meerder 18-18-24-24-24-30 steken verdeeld op de naald = 169-175-187-193-205-217 steken. A.2 wordt dan 24-25-27-28-30-32 keer in de breedte herhaald.
MEERDER 3: Meerder 12-18-18-24-24-24 steken verdeeld op de naald = 181-193-205-217-229-241 steken. A.2 wordt dan 26-28-30-32-34-36 keer in de breedte herhaald.
Als A.1 tot A.3 1 keer in de hoogte zijn gebreid, meet het werk ongeveer 8 cm vanaf de opzetrand.
Brei dan als volgt aan de goede kant:
Brei 5 voorbiessteken in ribbelsteek, 1 steek tricotsteek, A.4 (= 13 steken), brei A.5 (= 12 steken) over de volgende 156-168-180-192-204-216 steken (= 13-14-15-16-17-18 keer in de breedte), 1 steek tricotsteek en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek.
Als A.4 en A.5 1 keer in de hoogte zijn gebreid, zijn er 307-343-365-404-427-450 steken op de naald. Het werk meet ongeveer 21-22-22-24-24-24 cm. Ga verder heen en weer gebreid in tricotsteek tot het werk 21-23-24-26-28-29 cm meet. Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen als volgt:
Brei 5 voorbiessteken in ribbelsteek, tricotsteek over de volgende 42-47-50-57-62-66 steken, plaats de volgende 64-72-78-82-84-88 steken op een hulpdraad voor de mouwrand en zet 8-8-10-10-12-12 steken op onder de mouw, brei tricotsteek over de volgende 85-95-99-116-125-132 steken, plaats de volgende 64-72-78-82-84-88 steken op een hulpdraad voor de mouwrand en zet 8-8-10-10-12-12 steken op onder de mouw, brei 42-47-50-57-62-66 steken tricotsteek en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek = 195-215-229-260-283-298 steken.

LIJF:
Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 8-8-10-10-12-12 steken onder elke mouw.
Brei tricotsteek met 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant. Als het werk 2 cm meet vanaf waar het lijf gescheiden is van de mouwen, meerder dan 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Meerder zo iedere 3½-4½-4-6-5-3½ cm in totaal 6-5-6-4-5-7 keer = 219-235-253-276-303-326 steken. Ga verder met tricotsteek tot het werk 30-30-31-31-31-32 cm meet vanaf waar het lijf gescheiden is van de mouwen. Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm en brei ribbelsteek tot het werk 32-32-33-33-33-34 cm meet vanaf waar het lijf gescheiden is van de mouwen. Kant af met recht. Het werk meet ongeveer 56-58-60-62-64-66 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUWRAND:
Plaats de 64-72-78-82-84-88 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op breinaalden zonder knop maat 3.5 mm en neem 1 steek op in elk van de 8-8-10-10-12-12 steken onder de mouw = 72-80-88-92-96-100 steken. Brei 3 RIBBELS in de rondte – lees beschrijving hierboven. Kant dan af met recht. De mouwrand meet ongeveer 2 cm. Brei de andere mouwrand op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de knopen op de linker voorbies.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = recht aan de verkeerde kant
symbols = 2 steken recht samen
symbols = haal 1 steek recht af, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken; brei de omslag op de volgende naald gedraaid om een gaatje te voorkomen
symbols = 1 steek recht afhalen, 2 recht samen, haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken
symbols = meerdernaald; meerder op deze naald steken verdeeld, zie beschrijving in tekst
symbols = dit vierkant is niet een steek, ga gelijk verder met het volgende symbool in het telpatroon
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 197-14

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (14)

country flag Jennifer Carvalho wrote:

After A4 and A5 have been completed do I measure from mid front or from the shoulder to separate the body for sleeves?

09.06.2023 - 14:26

DROPS Design answered:

Dear Mrs Carvalho, measure from cast on edge towards mid front/front band stitches. Happy knitting!

12.06.2023 - 08:07

country flag EW wrote:

Guten Tag, ich stricke Grösse L und habe nach der 1. Zunahme 163 M auf der Nadel. Wenn ich A.2 weiter stricke habe ich zuviele Maschen übrig. Wie geht es beim Diagramm genau weiter?

13.05.2023 - 07:55

DROPS Design answered:

Liebe Ew, so stricken Sie die 163 Maschen: 5 Blenden-Maschen krausrechts, A.1 (= 8 Maschen), A.2 (= 6 Maschen) insgesamt 23 Mal, A.3 (7 Maschen) und 5 Blenden-Maschen krausrechts. Viel Spaß beim stricken!

15.05.2023 - 08:00

country flag Stina Byrval wrote:

Jeg kan kun finde denne opskrift med korte ærmer i damestørrelse. Har tidligere strikket børnestørrelse med korte ærmer og er blevet bedt om at strikke den igen i en større børnestørrelse, men kan kun finde opskriften til børn med lande ærmer i drops

23.10.2022 - 13:48

DROPS Design answered:

Hej Stina, vi har den kun med lange ærmer til børn: DROPS Children 34-9 men da den er strikket oppefra og ned, så stopper du bare når du ikke vil have ærmerne længere :)

25.10.2022 - 13:42

country flag MARIE ARMELLE AGNES AQUILINA wrote:

Je pense qu'il y a une erreur au 1er rang de A4 et A5 dans le dernier A5 ne faudrait-il pas faire l'augmentation après le motif dans les 3 mailles jersey de manière à avoir la symétrie des 2 côtés 5 mailles au début et à la fin car si on suit la grille on se retrouve avec 5 mailles au début du rang et 4 mailles à la fin ?

29.05.2022 - 19:24

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Aquilina, les diagrammes sont justes ainsi, les augmentations faites alternativement au début/à la fin du diagramme permettent d'ajuster le nombre de mailles pour que le motif ajouré soit centré - vous tricotez 1 x A.4, répétez A.5 et terminez par 1 m jersey (entre les mailles de bordure des devants). Bon tricot!

30.05.2022 - 08:24

country flag Edith wrote:

Hvor kan jeg læse brystmål mm så jeg kan afgøre om jeg skal strikke en størrelse M eller L?

15.07.2021 - 20:55

DROPS Design answered:

Hej Edith. Du finner alla mål i cm längst ner på opskriften på måleskitsen. Mvh DROPS Design

16.07.2021 - 09:47

country flag Tiina wrote:

Jag undrar om det finns ett fel i förhöjningen. Om jag följer beskrivningen hamnar jag efter alla 7 vändningar tillbaka till varvets början och inte till varvets slut. Det måste fattas något i beskrivningen eller annars är det en vändning för mycket i beskrivningen.

08.05.2021 - 21:34

country flag Strickliesel wrote:

Anleitung 197-4. Nach 3. Zunahme 181 Maschen, habe ich jetzt auch auf der Nadel. Dann geht's weiter mitA4/A5, da sind es aber nur 156M + je 5 Blendenmaschen +je 1 Kraus rechts. Stricke ich die Reihe,so wie angegeben, bleiben Maschen übrig......oder lese ich es falsch? Habe die Reihe schon 3×aufgetrennt. Danke schonmal im Vorraus.

18.05.2019 - 14:48

DROPS Design answered:

Liebe Strickliesel, so stricken Sie die 181 Maschen: 5 Blenden-Maschen, 1 Masche glatt rechts, A.4 (= 13 Maschen), A.5 (= 12 Maschen) x 13 Mal (= über die nächsten 156 Maschen), 1 Masche glatt rechts und enden mit 5 Blenden-Maschen = 5 + 1 + 13 + 12x13 + 1 + 5= 181 Maschen. Diagram lesen Sie von unten nach oben (hier lesen Sie mehr über Diagramme). Viel Spaß beim stricken!

20.05.2019 - 10:16

Morag wrote:

The Norwegian comment on July 12 translates as Named after my lovely daughter. Is this the designer? It is turning out to be a lovely design too.

25.09.2018 - 19:03

Morag wrote:

Thank you

25.09.2018 - 18:50

Morag wrote:

I am making size large. After the words “remember the knitting tension”I should have 163 stitches (153+10) I am then to work a pattern of 6 stitches. 153 does not divide evenly into 6. What am I to do with the extra stitches?

22.09.2018 - 06:22

DROPS Design answered:

Dear Morag, after you have increased 24 sts you will now repeat A.2 a total of 4 more times like this: K5, A.1, repeat A.2 over the next 138 sts, A.3, K5 = 5+8+138+7+5= 163 sts. On next increase, you will increase 24 sts again = you will repeat A.2 a total of 4 more times and so on. Happy knitting!

24.09.2018 - 08:07