DROPS Fabel
DROPS Fabel
75% wol, 25% polyamide
vanaf 1.80 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Fading Circles

Gebreide trui met ronde pas in DROPS Fabel. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met ribbelsteek, strepen en verkorte toeren. Maten S - XXXL.

DROPS 195-3
DROPS Design: Patroon nr. fa-412
Garengroep A
-------------------------------------------------------

Maten: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS FABEL van garnstudio (behoort tot garengroep A)
150-150-150-200-200-200 g kleur 400, zwart
100-150-150-150-150-200 g kleur 913, winter
50-50-50-50-50-100 g kleur 100, naturel

-------------------------------------------------------
BENODIGDHEDEN VOOR HET WERK:

STEKENVERHOUDING:
23 steken in de breedte en 45 naalden in de hoogte met ribbelsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD 3.5 MM: lengtes 40 cm en 80 cm voor het kledingstuk.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD 3 MM: lengtes 40 cm en 80 cm voor de randen.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Fabel
DROPS Fabel
75% wol, 25% polyamide
vanaf 1.80 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht.

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
1 ribbel = 2 naalden recht.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 106 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 14) = 7.57.
In dit voorbeeld, meerdert u door een omslag te maken na afwisselend elke 7e en elke 8e steek (ongeveer). Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (voor de zijkanten van het lijf):
Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, 1 omslag, 4 recht (de markeerdraad zit in het midden van deze 4 steken), 1 omslag. Meerder zo op beide markeerdraden (= 4 steken gemeerderd). Brei op de volgende naald, de omslag gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

STREPEN:
Brei 1 naald recht met zwart.
Brei 1 naald recht met winter.
Herhaal deze 2 naalden.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen):
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit in het midden van deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd).

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het werk wordt van boven naar beneden gebreid. De hals wordt in de rondte gebreid met de rondbreinaald. Dan gaat u verder met ribbelsteek en verkorte toeren, heen en weer gebreid in delen; u meerdert in elk deel. U breit 1 ribbel in de rondte met naturel tussen elk deel. Er zijn in totaal 6 delen. De pas wordt verdeeld voor de mouwen en het lijf, welke apart verder worden gebreid. Het lijf wordt in de rondte gebreid met rondbreinaald. De mouwen worden in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop.

HALS:
Zet 106-110-115-122-127-134 steken op met rondbreinaald 3 mm en zwart. Brei 2 RIBBELS in de rondte – lees beschrijving hierboven. Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm. Brei 1 ribbel in de rondte met naturel en meerder 14-15-15-8-13-16 steken verdeeld op de eerste naald (= de gebreide naald) – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 = 120-125-130-130-140-150 steken.

PAS:
De pas wordt verder gebreid in delen, heen en weer gebreid met verkorte toeren en in de rondte met ribbelsteek als volgt:

DEEL 1:
Ga verder met winter als volgt:
Brei 2-2-3-4-4-4 ribbels in de rondte.
Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald.
Brei nu deel 1 met verkorte toeren heen en weer gebreid in RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven, als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Brei recht tot er 5 steken over zijn voor de markeerdraad (= 115-120-125-125-135-145 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 5 steken over zijn voor de markeerdraad (= 110-115-120-120-130-140 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 3 (= goede kant): Brei recht tot er 10 steken over zijn voor de markeerdraad (= 105-110-115-115-125-135 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 4 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 10 steken over zijn voor de markeerdraad (= 100-105-110-110-120-130 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 5 (= goede kant): Brei recht tot er 15 steken over zijn voor de markeerdraad (= 95-100-105-105-115-125 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 6 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 15 steken over zijn voor de markeerdraad (= 90-95-100-100-110-120 steken), keer het werk, trek de draad aan.
Ga zo verder, dus brei 5 steken minder elke keer dat u het werk keert, tot u 1 naald over de laatste 10-15-10-10-10-10 steken aan de verkeerde kant heeft gebreid (= 11-11-12-12-13-14 ribbels).
Knip de draad af. Brei verder in de rondte met naturel als volgt:
Begin op de markeerdraad (= begin van de naald).
NAALD 1: * 5 steken recht, 1 omslag (dus maak 1 omslag waar de verkorte naald gekeerd wordt) * brei van *-* tot het einde van de naald (= 24-25-26-26-28-30 steken gemeerderd) = 144-150-156-156-168-180 steken.
NAALD 2: Brei alle steken averecht (de omslagen worden niet gedraaid averecht gebreid; zodat er gaatjes ontstaan). DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

DEEL 2:
Verplaats de markeerdraad 72-75-78-78-84-90 steken (dus het begin van de naald schuift 72-75-78-78-84-90 steken op en deel 2 wordt nu gebreid, beginnend op de markeerdraad).
Ga verder met zwart als volgt:
Brei 2-2-3-4-4-4 ribbels in de rondte en meerder TEGELIJKERTIJD 24-25-52-52-56-60 steken op de eerste naald (= recht gebreide naald) dus meerder met 1 omslag na iedere 6e-6e-3e-3e-3e-3e steek. De omslagen worden gedraaid gebreid op de volgende naald om gaatjes te voorkomen = 168-175-208-208-224-240 steken.
Brei nu deel 2 met verkorte toeren, heen en weer gebreid in ribbelsteek als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Brei recht tot er 7-7-8-8-8-8 steken over zijn voor de markeerdraad (= 161-168-200-200-216-232 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 7-7-8-8-8-8 steken over zijn voor de markeerdraad (= 154-161-192-192-208-224 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 3 (= goede kant): Brei recht tot er 14-14-16-16-16-16 steken over zijn voor de markeerdraad (= 147-154-184-184-200-216 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 4 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 14-14-16-16-16-16 steken over zijn voor de markeerdraad (= 140-147-176-176-192-208 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 5 (= goede kant): Brei recht tot er 21-21-24-24-24-24 steken over zijn voor de markeerdraad (= 133-140-168-168-184-200 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 6 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 21-21-24-24-24-24 steken over zijn voor de markeerdraad (= 126-133-160-160-176-192 steken), keer het werk, trek de draad aan.
Ga zo verder, dus brei 7-7-8-8-8-8 steken minder elke keer dat u het werk keert tot u 1 naald over de laatste 14-21-16-16-16-16 steken aan de verkeerde kant heeft gebreid (= 11-11-12-12-13-14 ribbels).
Knip de draad af.
Ga verder in de rondte met naturel als volgt:
Begin op de markeerdraad (= begin van de naald).
NAALD 1: Brei * 7-7-8-8-8-8 steken recht, 1 omslag (dus maak 1 omslag waar de verkorte naald gekeerd wordt) * brei van *-* tot het einde van de naald (= 24-25-26-26-28-30 steken gemeerderd) = 192-200-234-234-252-270 steken.
NAALD 2: Brei alle steken averecht (de omslagen worden niet gedraaid averecht gebreid, zodat er gaatjes ontstaan).

DEEL 3:
Verplaats de markeerdraad 96-100-117-117-126-135 steken (dus het begin van de naald schuift 96-100-117-117-126-135 steken op, deel 3 wordt gebreid beginnend op de markeerdraad).
Ga verder met winter als volgt:
Brei 2-2-3-4-4-4 ribbels in de rondte terwijl u TEGELIJKERTIJD 24-25-26-26-28-30 steken verdeeld op de eerste naald meerdert (= recht gebreide naald); dus meerder door 1 omslag te maken na iedere 8e-8e-9e-9e-9e-9e steek. De omslagen worden gedraaid gebreid op de volgende naald om gaatjes te voorkomen = 216-225-260-260-280-300 steken.
Brei nu deel 3 met verkorte toeren heen en weer gebreid in ribbelsteek als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Brei recht tot er 9-9-10-10-10-10 steken over zijn voor de markeerdraad (= 207-216-250-250-270-290 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 9-9-10-10-10-10 steken over zijn voor de markeerdraad (= 198-207-240-240-260-280 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 3 (= goede kant): Brei recht tot er 18-18-20-20-20-20 steken over zijn voor de markeerdraad (= 189-198-230-230-250-270 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 4 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 18-18-20-20-20-20 steken over zijn voor de markeerdraad (= 180-189-220-220-240-260 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 5 (= goede kant): Brei recht tot er 27-27-30-30-30-30 steken over zijn voor de markeerdraad (= 171-180-210-210-230-250 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 6 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 27-27-30-30-30-30 steken over zijn voor de markeerdraad (= 162-171-200-200-220-240 steken), keer het werk, trek de draad aan.
Ga zo verder, dus brei 9-9-10-10-10-10 steken minder elke keer dat u het werk keert totdat u 1 naald over de laatste 18-27-20-20-20-20 steken aan de verkeerde kant heeft gebreid (= 11-11-12-12-13-14 ribbels).
Knip de draad af.
Ga verder in de rondte met naturel:
Begin op de markeerdraad (= begin van de naald).
NAALD 1: Brei * 9-9-10-10-10-10 steken recht, 1 omslag (dus u maakt 1 omslag waar de verkorte naald gekeerd wordt) * brei van *-* tot het einde van de naald (= 24-25-26-26-28-30 steken gemeerderd) = 240-250-286-286-308-330 steken.
NAALD 2: Brei alle steken averecht (de omslagen worden niet gedraaid averecht gebreid, zodat er gaatjes ontstaan).

DEEL 4:
Verplaatst de markeerdraad 120-125-143-143-154-165 steken (dus het begin van de naald schuift 120-125-143-143-154-165 steken op, deel 4 begint vanaf de markeerdraad).
Brei verder met zwart als volgt:
Brei 2-2-3-4-4-4 ribbels in de rondte terwijl u TEGELIJKERTIJD 24-25-26-26-28-30 steken verdeeld meerdert op de eerste naald (= de recht gebreide naald); dus u meerdert met 1 omslag na iedere 10e-10e-11e-11e-11e-11e steek. De omslagen worden gedraaid gebreid op de volgende naald om gaatjes te voorkomen = 264-275-312-312-336-360 steken.
Brei nu deel 4 met verkorte toeren heen en weer gebreid in ribbelsteek als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Brei recht tot er 11-11-12-12-12-12 steken over zijn voor de markeerdraad (= 253-264-300-300-324-348 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 11-11-12-12-12-12 steken over zijn voor de markeerdraad (= 242-253-288-288-312-336 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 3 (= goede kant): Brei recht tot er 22-22-24-24-24-24 steken over zijn voor de markeerdraad (= 231-242-276-276-300-324 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 4 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 22-22-24-24-24-24 steken over zijn voor de markeerdraad (= 220-231-264-264-288-312 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 5 (= goede kant): Brei recht tot er 33-33-36-36-36-36 steken over zijn voor de markeerdraad (= 209-220-252-252-276-300 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 6 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 33-33-36-36-36-36 steken over zijn voor de markeerdraad (= 198-209-240-240-264-288 steken), keer het werk, trek de draad aan.
Ga zo verder, dus u breit 11-11-12-12-12-12 steken minder elke keer dat u het werk keert, totdat u 1 naald over de laatste 22-33-24-24-24-24 steken aan de verkeerde kant heeft gebreid (= 11-11-12-12-13-14 ribbels).
Knip de draad af.
Brei verder in de rondte met naturel als volgt:
Begin op de markeerdraad (= het begin van de naald).
NAALD 1: Brei * 11-11-12-12-12-12 steken recht, 1 omslag (dus u maakt 1 omslag waar de verkorte naald gekeerd wordt) * brei van *-* tot het einde van de naald (= 24-25-26-26-28-30 steken gemeerderd) = 288-300-338-338-364-390 steken.
NAALD 2: Brei alle steken averecht (de omslagen worden niet gedraaid averecht gebreid, zodat er gaatjes ontstaan).

DEEL 5:
Verplaats de markeerdraad 144-150-169-169-182-195 steken (dus het begin van de naald schuift nu 144-150-169-169-182-195 steken op, deel 5 begint vanaf de markeerdraad).
Ga verder in winter als volgt:
Brei 2-2-3-4-4-4 ribbels in de rondte terwijl u TEGELIJKERTIJD 0-25-26-26-28-30 steken verdeeld meerdert op de eerste naald (de recht gebreide naald) dus u meerdert met 1 omslag na iedere 0-12e-13e-13e-13e-13e steek. De omslagen worden gedraaid gebreid op de volgende naald om gaatjes te voorkomen = 288-325-364-364-392-420 steken.
Brei nu deel 5 met verkorte toeren heen en weer gebreid in ribbelsteek als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Brei recht tot er 12-13-14-14-14-14 steken over voor de markeerdraad (= 276-312-350-350-378-406 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 12-13-14-14-14-14 steken over zijn voor de markeerdraad (= 264-299-336-336-364-392 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 3 (= goede kant): Brei recht tot er 24-26-28-28-28-28 steken over zijn voor de markeerdraad (= 252-286-322-322-350-378 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 4 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 24-26-28-28-28-28 steken over zijn voor de markeerdraad (= 240-273-308-308-336-364 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 5 (= goede kant): Brei recht tot er 36-39-42-42-42-42 steken over zijn voor de markeerdraad (= 228-260-294-294-322-350 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 6 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 36-39-42-42-42-42 steken over zijn voor de markeerdraad (= 216-247-280-280-308-336 steken), keer het werk, trek de draad aan.
Ga zo verder, dus u breit 12-13-14-14-14-14 steken minder elke keer dat u het werk keert, totdat u 1 naald over de laatste 24-39-28-28-28-28 steken aan de verkeerde kant heeft gebreid (= 11-11-12-12-13-14 ribbels).
Knip de draad af.
Ga verder in de rondte met naturel als volgt:
Begin op de markeerdraad (= het begin van de naald).
NAALD 1: Brei * 12-13-14-14-14-14 steken recht, 1 omslag (dus u maakt 1 omslag waar de verkorte naald gekeerd wordt) * brei van *-* tot het einde van de naald (= 24-25-26-26-28-30 steken gemeerderd) = 312-350-390-390-420-450 steken.
NAALD 2: Brei alle steken averecht (de omslagen worden niet gedraaid averecht gebreid, zodat er gaatjes ontstaan).

DEEL 6:
Verplaats de markeerdraad 156-175-195-195-210-225 steken (dus het begin van de naald schuift nu 156-175-195-195-210-225 steken op, deel 6 begint op de markeerdraad).
Ga verder met zwart als volgt:
Brei 2-2-3-4-4-4 ribbels in de rondte terwijl u TEGELIJKERTIJD 0-0-0-26-28-30 steken verdeeld meerdert op de eerste naald (= de recht gebreide naald); dus u meerdert met 1 omslag na iedere 0-0-0-15e-15e-15e steek. De omslagen worden gedraaid gebreid op de volgende naald om gaatjes te voorkomen = 312-350-390-416-448-480 steken.
Brei nu deel 6 met verkorte toeren heen en weer gebreid in ribbelsteek als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Brei recht tot er 13-14-15-16-16-16 steken over zijn voor de markeerdraad (= 299-336-375-400-432-464 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 13-14-15-16-16-16 steken over zijn voor de markeerdraad (= 286-322-360-384-416-448 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 3 (= goede kant): Brei recht tot er 26-28-30-32-32-32 steken over zijn voor de markeerdraad (= 273-308-345-368-400-432 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 4 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 26-28-30-32-32-32 steken over zijn voor de markeerdraad (= 260-294-330-352-384-416 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 5 (= goede kant): Brei recht tot er 39-42-45-48-48-48 steken over zijn voor de markeerdraad (= 247-280-315-336-368-400 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 6 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 39-42-45-48-48-48 steken over zijn voor de markeerdraad (= 234-266-300-320-352-384 steken), keer het werk, trek de draad aan.
Ga zo verder, dus u brei 13-14-15-16-16-16 steken minder elke keer dat u het werk keert, tot u 1 naald over de laatste 26-42-30-32-32-32 steken aan de verkeerde kant heeft gebreid (= 11-11-12-12-13-14 ribbels).
Knip de draad af.
Ga verder in de rondte met naturel als volgt:
Begin op de markeerdraad (= het begin van de naald).
NAALD 1: Recht.
NAALD 2: Averecht.
Knip de draad af.
Er zijn nu 312-350-390-416-448-480 steken op de naald. Verplaats de naald 33-37-41-43-44-46 steken naar voren (dus sla de eerste 33-37-41-43-44-46 steken over (= helft van de mouw) over de rechter naald, plaats hier een markeerdraad = begin van de naald).
Ga nu verder in de rondte in STREPEN – lees beschrijving hierboven. Als het werk 21-23-24-26-28-30 cm meet vanaf de opzetrand, verdeel dan het werk als volgt:
Brei de eerste 90-101-113-122-136-148 steken (= achterpand), plaats de volgende 66-74-82-86-88-92 steken op een hulpdraad voor de mouw en zet 8-8-10-10-12-12 steken op onder de mouw, brei de volgende 90-101-113-122-136-148 steken (= voorpand), plaats de volgende 66-74-82-86-88-92 steken op een hulpdraad voor de mouw en zet 8-8-10-10-12-12 steken op onder de mouw = 196-218-246-264-296-320 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 8-8-10-10-12-12 nieuwe steken onder elke mouw en verplaats het begin van de naald tot een van deze markeerdraden.

LIJF:
Ga verder in de rondte in strepen. Als het werk 3 cm meet vanaf waar de mouwen van het lijf zijn gescheiden, meerder dan 1 steek aan elke kant van elke markeerdraad - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Meerder zo iedere 4-4-8-6-8-6 cm in totaal 6-6-3-4-3-4 keer = 220-242-258-280-308-336 steken. Ga verder met tricotsteek en strepen tot het lijf 30-30-31-31-31-31 cm meet vanaf waar de mouwen gescheiden zijn van het lijf. Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Ga nu verder in ribbelsteek met zwart tot het werk 33-33-34-34-34-34 cm meet vanaf waar het lijf en de mouwen gescheiden zijn. Kant af met recht; zorg ervoor dat de afkantrand niet te strak wordt; u kunt een naald in een maat groter gebruiken als dit een probleem is.

MOUW:
Plaats de 66-74-82-86-88-92 steken van de hulpdraad op de ene kant van het werk op breinaalden zonder knop maat 3.5 mm en neem 1 steek op in elk van de 8-8-10-10-12-12 opgezette steken onder de mouw = 74-82-92-96-100-104 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 8-8-10-10-12-12 steken onder de mouw. Ga verder met tricotsteek en strepen. Als het werk 1 cm meet vanaf waar de mouwen gescheiden zijn van het lijf, minder dan 1 steek aan elke kant van de markeerdraad - lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 2½-2-1½-1½-1½-1 cm in totaal 13-16-20-20-21-22 keer = 48-50-52-56-58-60 steken. Als de mouw 39-38-37-36-35-33 cm meet vanaf waar de mouwen gescheiden zijn van het lijf, ga dan verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm. Ga nu verder met ribbelsteek en zwart tot de mouw 42-41-40-39-38-36 cm meet vanaf waar het is gescheiden van het lijf. Kant af met recht; zorg ervoor dat de afkantrand niet te strak wordt, u kunt een naald in een maat groter gebruiken als dit een probleem is.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 14.09.2018
Correctie: TIP VOOR HET MEERDEREN-2: Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad. ....MOUW: Ga verder met tricotstee en strepen

Telpatroon

symbols = delen 1 tot 6 - zie informatie in de tekst
symbols = breirichting
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 195-3

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (70)

country flag Milada wrote:

Hello, very nice model. Could you please translate this pattern into Czech? Thank you.. Milada

24.02.2023 - 12:12

DROPS Design answered:

Hi Milada, it is translated to Czech, chage language below the picture :)

07.03.2023 - 15:27

country flag Sanne Lorentzen wrote:

Skal jeg efter at have delt bluse strik ret ( 1 ret 1 vrang eller skal jeg strikke glatstrikning .. et sted står der ret et andet sted glatstrikning .. så jeg er noget forvirret

15.10.2022 - 13:34

DROPS Design answered:

Hei Sanne. Når bolen (ryg&bakstykke) strikkes, strikkes det glattstrikk. Om du ser nærmere på bildet uten hode, kan du se forskjellen der det er er strikket riller over bærestykket og der det er enn er strikket med striper på bolen (ryd&bakstykk). mvh DROPS Design

24.10.2022 - 11:50

country flag Ulrika Nielsen wrote:

Jag blir inte klok på om jag ska flytta maskor 2 gånger, dels när jag gjort färdigt en cirkel, dels efter de 2 varven emellan. Det är väldigt oklart i beskrivningen... "Början av varvet" - var är det? Tacksam för svar!

19.07.2022 - 16:29

DROPS Design answered:

Hei Ulrika. Litt usikker om jeg har forstått spørsmålet ditt riktig, Men når du strikker de 6 bitene ( 1. pinne til 6. pinne + 2 omganger), strikkes hver bit med start og slutt fra der du setter merket, slik at hver bit ( 1. pinne til 6. pinne + 2 omganger) får forskjellige start/stopp steder (= 6 ulike start/stopp steder). mvh DROPS Design

15.08.2022 - 08:25

country flag Kari wrote:

I understand the short rows directions. My question is, are the 3 ridges that are knit before the short rows. Are they counted in the number of ridges for that section? If so, that would mean there are 15 ridges per section. Thanks, kari

17.01.2022 - 16:02

DROPS Design answered:

Dear Kari, yes correct, you will have a total of 15 ridges for each section, 3 before short rows + 12 with short rows (in 3rd size only). Happy knitting!

17.01.2022 - 16:30

country flag Kari Falk wrote:

At the beginning of each section, it says to knit 3 ridges (increasing on the first round). Then start knitting the short rows you knit until you have 12 ridges. In order to follow the number of stitches left in the short rows, I am assuming that there will be 15 total ridges in each section. I hope so, because I am on section 3, and I really don't want to take everything out! Thanks!

17.01.2022 - 00:16

DROPS Design answered:

Dear Mrs Falk, in 3rd size work the short rows in the 3rd section as follows: knit 250 sts, turn and knit 240 sts, turn and knit 230 sts, turn and knit 220 sts and so on, ie you will knit 10 sts less on every row until you have worked the last row = 20 sts from WS. This means you have worked a total of 24 rows = 12 ridges. Can this help?

17.01.2022 - 09:23

country flag Kari Falk wrote:

I am making the Falling Circles sweater. At the end of section 1, the directions say "cut the strand. Continue working in the round as follows: Start at the marker(=start of the round)". Ok, does that mean I go back to the original start in marker, which is approximately 65 stitches from where my needles are? Does this mean that I slide all the needles to the left hand needle and go back to the beginning? I will put the sweater aside until I get clarification of the directions. Thank you.

04.01.2022 - 01:44

DROPS Design answered:

Dear Mrs Falk, correct, slip the stitches without working them until you reach the marker and start next round from here. Happy knitting!

04.01.2022 - 07:42

country flag Marie wrote:

Flot, flot trøje, men måske for svær for mig... Jeg er nu færdig med 1. stykke og har 15 masker på pinden, men jeg skal vel samle nogle masker op for at nå hele vejen rundt med natur?

14.02.2021 - 06:51

DROPS Design answered:

Hej Marie, Ja den er ret så avanceret :). Du bør have alle masker på pinden, men du har strikket flere pinde over de sidste 15 masker. Nu klipper du tråden og starter ved mærket igen og strikker rundt over alle masker med natur. God fornøjelse!

16.02.2021 - 15:43

country flag Christelle wrote:

Bonjour, pour la section 2 il faut décaler le marqueur de 78 mailles. Décale-t-on vers la gauche ( en avançant de 78) ou vers la droite, c'est-à-dire en reculant de 78 ? Merci

18.01.2021 - 22:32

DROPS Design answered:

Bonjour Christelle, ce sera la même chose car vous décalez le début du tour de l'autre côté = au milieu du tour. Vous avez 156 mailles sur l'aiguille, le début du tour doit être maintenant au milieu de ces 156 m soit 78 m avant/après. Bon tricot!

19.01.2021 - 07:21

country flag Lyn Jane Wenman wrote:

Hi, I am on section 2 and it says move the marker78 stitches , begging of round is displaced 78 , section 2 is worked starting at marker, how do I do that?

03.01.2021 - 15:17

DROPS Design answered:

Dear Mrs Wenman, simply slip the 78 sts from the left to the right needles without working them, and insert now the marker here. Happy knitting!

04.01.2021 - 16:15

country flag Becker wrote:

Hallo, Nach der ersten zacke soll ja eine Trennlinie in natur kommen. Dies sieht allerdings nicht gut aus, da die letzte Reihe mit Winter eine Reihe mit rechts gestrickten Maschen ist. Könnte ich evtl eine Reihe mit linken Maschen drüber stricken, damit die Abgrenzung so wie ganz am Anfang aussieht oder wird das dann Zuviel bzw. habe ich evtl was falsch verstanden? Vielen Dank im voraus und liebe Grüsse Becker

22.11.2020 - 21:13

DROPS Design answered:

Liebe Frau Becker, wegen den verkürzten Reihen, werden nicht alle Maschen gleich aussehen (= einige Maschen werden rechts, andere links), die Natur-Streife wird dann über alle Maschen gestrickt um die unterschiedlichen Streifen zu "trennen", gerne können Sie anders stricken, wie Sie es lieber haben. Viel Spaß beim stricken!

23.11.2020 - 09:56