DROPS Nord
DROPS Nord
45% Alpaca, 30% Polyamide, 25% Wol
vanaf 2.79 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 25.11€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Nordic Romance

Gebreide omslagdoek in DROPS Nord. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met ribbelsteek, mozaïekpatroon en golfpatroon.

DROPS 195-5
DROPS Design: Patroon nr. no-014
Garengroep A
-------------------------------------------------------

Afmetingen: Hoogte gemeten over de mid-steek: ongeveer 64 cm. Lengte gemeten over bovenrand: ongeveer 190 cm.
Materiaal:
DROPS NORD van garnstudio (behoort tot garengroep A)
150 g kleur 05, grijs
150 g kleur 01, naturel
50 g kleur 03, parelgrijs
50 g kleur 06, antraciet
50 g kleur 18, oker

-------------------------------------------------------
BENODIGDHEDEN VOOR HET WERK:

STEKENVERHOUDING:
23 steken in de breedte en 45 naalden in de hoogte met ribbelsteek en mozaiekpatroon = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 3.5 MM: lengte 80 cm.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Nord
DROPS Nord
45% Alpaca, 30% Polyamide, 25% Wol
vanaf 2.79 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 25.11€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
1 ribbel = 2 naalden recht.

MEERDEREN IN HET EENKLEURIGE RIBBELSTEEKDEEL:
Zie telpatronen A.1 en A.2. Elke naald in de telpatronen staat gelijk aan een gebreide naald. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

TIP VOOR HET MEERDEREN (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 261 steken), minus de mid-steek (= 1 steek) en deel de overgebleven steken door 2 = 130 steken aan elke kant van de mid-steek. Deel dan de 130 steken door het aantal te maken meerderingen voor/na de mid-steek (dus 3) = 43.3.
In dit voorbeeld, meerdert u door 1 omslag te maken na ongeveer elke 43e steek voor de mid-steek. Meerder op dezelfde manier na de mid-steek. Brei op de volgende toer de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET AFKANTEN:
Om ervoor te zorgen dat de afkantrand niet te strak is, kunt u 1 omslag maken terwijl u TEGELIJKERTIJD afkant. Maak 1 omslag boven alle omslagen van de vorige naald, de omslagen worden als normale steken afgekant. Zorg ervoor dat u niet aan de draad trekt bij het afkanten
Als de afkantrand nog steeds te strak is, kunt u afkanten met een naald in een maat groter.

MOZAÏEKPATROON:
Zie telpatronen A.3 tot A.11 en lees beschrijving van de techniek hieronder.
Elke naald in deze telpatronen staat gelijk aan 2 gebreide naalden. Dus aan de goede kant wordt het telpatroon gebreid van rechts naar links met meerderingen zoals te zien is in de telpatronen en aan de verkeerde kant breit u dezelfde naald vanaf links naar rechts, maar zonder de meerderingen (dus de meerderingen worden alleen aan de goede kant gemaakt).

Houd op alle naalden aan de goede kant, de draad op de achterkant van het werk (dus op de verkeerde kant) wanneer een steek wordt afgehaald.
Houd op alle naalden aan de verkeerde kant, de draad aan de voorkant van het werk (dus richting u en nog steeds op de verkeerde kant) wanneer een steek wordt afgehaald.
Zorg ervoor dat de draden niet te strak zijn aan de achterkant van het werk!

Om het telpatroon te volgen, kunt u een markeerdraad invoegen in tussen elke patroonherhaling op A.4B/A.5B.

A.3, A.6 en A.9 = begin-steek en eind-steek. Deze steek wordt gebreid in de kleur die te zien is aan het symbool, TEGELIJKERTIJD geeft het symbool aan hoe de naald in het patroon wordt gebreid in A.X, A.Y en A.Z.
A.X, A.Y en A.Z zijn delen die laten zien op welke naalden het mozaïekpatroon op wordt gebreid.
Op de andere naalden in A.4/A.5, A.7/A.8 en A.10/A.11 (dus de eenkleurige naalden) breit u 1 ribbel heen en weer gebreid over alle steken zonder steken af te halen (de mid-steek wordt altijd in tricotsteek gebreid).

DEEL A.X:
Op elke naald van het patroon in A.3 die een vierkant heeft met een klein, zwart vierkant erin (dus kleur A), worden alle steken met kleur A in A.4 en A.5 recht gebreid en alle steken met kleur B worden afgehaald.
Op elke naald van patroon in A.3 die een vierkant heeft met een lege ster aan de binnenkant (kleur B), worden alle steken met kleur B in A.4 en A.5 recht gebreid en alle steken met kleur A worden afgehaald

DEEL A.Y:
Op elke naald van patroon in A.6 die een vierkant heeft met een kleine, zwarte diamant erin (dus kleur C), worden alle steken met kleur C in A.7 en A.8 recht gebreid en alle steken met kleur D worden afgehaald.
Op elke naald van het patroon in A.6 die een vierkant heeft met een kleine, horizontale lijn aan de binnenkant (kleur D), worden alle steken met kleur D in A.7 en A.8 recht gebreid en alle steken met kleur C worden afgehaald.

DEEL A.Z:
Op deze naald van het patroon in A.9 welke begint met een vierkant met een diagonale lijn erin (dus kleur E), worden alle steken met kleur E in A.10 en A.11 recht gebreid en alle steken met kleur A worden afgehaald.

GOLFPATROON:
Zie telpatronen A.12 en A.13. Elke rij staat gelijk aan 1 gebreide naald. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het werk wordt heen en weer gebreid met de rondbreinaald (zodat u ruimte heeft voor alle steken) en van boven naar beneden gebreid.
Meerder altijd 1 steek aan elke kant van de mid-steek en 2 steken aan elke kant van elke naald aan de goede kant zoals beschreven in de tekst (= 6 steken gemeerderd op elke meerdernaald).
Op het begin van de omslagdoek wordt een deel gebreid in eenkleurige ribbelsteek. Dan breit u mozaïekpatroon. Op het einde wordt er een rand gebreid in golfpatroon.
Het is belangrijk dat u de telpatronen met zorg volgt.
Het mozaïekpatroon zelf wordt gebreid in ribbelsteek, maar het patroon wordt niet in een normale ribbelsteek gebreid – het wordt gemaakt door steken af te halen. Lees de beschrijving voor het mozaiekpatroon voordat u het breit. Let erop dat elke naald in de telpatronen voor het mozaiekpatroon (A.3 tot A.11) gelijk staat aan 1 ribbel (dus 2 naalden). In de andere telpatronen (A.1, A.2, A.12 en A.13) 1 naald in het telpatroon = 1 gebreide naald.

OMSLAGDOEK:
Zet 5 steken op met rondbreinaald 3.5 mm en grijs. De eerste 2 naalden worden als volgt gebreid:
NAALD 1 (= goede kant): Brei 1 kantsteek in RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven, 1 omslag, 1 steek in tricotsteek, 1 omslag, 1 steek in tricotsteek, 1 omslag, 1 steek in tricotsteek, 1 omslag en 1 kantsteek in ribbelsteek.
NAALD 2 (= verkeerde kant): 2 kantsteken in ribbelsteek, brei averecht tot er 2 steken over zijn op de naald en eindig met 2 kantsteken in ribbelsteek = 9 steken op de naald.
Brei dan A.1 en A.2 als volgt: Brei A.1 over de eerste 4 steken, brei 1 steek in tricotsteek (= mid-steek – deze steek wordt gebreid in tricotsteek tot de gewenste lengte, onafhankelijk van hoe de andere steken gebreid worden), brei A.2 over de laatste 4 steken. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Brei verder en meerder zoals te zien is in A.1 en A.2 tot u in totaal 43 ribbels heeft gebreid na de opzetrand = 261 steken op de naald. Brei nog 1 ribbel met grijs en meerderingen aan elke kant en in het midden zoals hiervoor, meerder daarnaast 6 steken verdeeld op de naald, dus meerder 3 steken voor en 3 steken na de mid-steek - lees TIP VOOR HET MEERDEREN. U heeft nu in totaal 44 ribbels gebreid en er zijn 273 steken op de naald. Het werk meet ongeveer 19 cm vanaf het midden naar buiten toe – gemeten in de breirichting.
Ga verder met MOZAÏEKPATROON – lees de beschrijving hierboven, dus de eerste naald is aan de goede kant als volgt: Brei A.3 (= 1 steek), A.4A over 2 steken, A.4B over de volgende 132 steken (= 33 herhalingen van 4 steken), brei A.4C over 1 steek, 1 steek in tricotsteek (= mid-steek – deze steek wordt gebreid in de achtergrondkleur van de patroonstreep), brei A.5A over 1 steek, A.5B over de volgende 132 steken (= 33 herhalingen van 4 steken), brei A.5C over 2 steken en eindig met A.3 (= 1 steek).
Ga verder met dit patroon, maar denk erom dat 1 naald in elk van deze telpatronen gelijk staat aan 1 ribbel (2 naalden). Zorg ervoor dat de draden op de achterkant niet te strak worden.
Als A.3, A.4 en A.5 klaar zijn in de hoogte zijn er 363 steken op de naald.
De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant: Brei A.6 (= 1 steek), A.7A over 2 steken, A.7B over de volgende 174 steken (= 29 herhalingen van 6 steken), brei A.7C over 4 steken, 1 steek in tricotsteek (= mid-steek – deze steek wordt gebreid in de achtergrondkleur van de patroonstreep), brei A.8A over 4 steken, A.8B over de volgende 174 steken (= 29 herhalingen van 6 steken), brei A.8C over 2 steken en eindig met A.6 (= 1 steek). Als A.6, A.7 en A.8 klaar zijn in de hoogte zijn er 465 steken op de naald.
De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant: Brei A.9 (= 1 steek), A.10A over 2 steken, A.10B over de volgende 228 steken (= 114 herhalingen van 2 steken), brei A.10C over 1 steek, 1 steek in tricotsteek (= mid-steek – dit steek wordt gebreid in de achtergrondkleur van de patroonstreep), brei A.11A over 1 steek, A.11B over de volgende 228 steken (= 114 herhalingen van 2 steken), brei A.11C over 2 steken en eindig met A.9 (= 1 steek). Als A.9, A.10 en A.11 klaar zijn in de hoogte zijn er 519 steken op de naald.
Ga verder met parelgrijs en brei 2 naalden recht terwijl u 16 steken verdeeld meerdert op de eerste naald, dus de meerderingen in de zijkanten en het midden gaan zo verder als hiervoor. Meerder daarnaast 8 steken verdeeld zowel voor en na de mid-steek = 541 steken op de naald.
Ga verder met naturel en brei GOLFPATROON – lees beschrijving hierboven, dus de eerste naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant: Brei A.12A over 4 steken, A.12B over de volgende 260 steken (= 20 herhalingen van 13 steken), brei A.12C over 6 steken, 1 steek in tricotsteek (= mid-steek), brei A.13A over 6 steken, A.12B over de volgende 260 steken (= 20 herhalingen van 13 steken) en eindig met A.13C over de laatste 4 steken. Als het golfpatroon klaar is, zijn er 773 steken op de naald.
Brei 2 ribbels heen en weer gebreid over alle steken met meerderingen in de zijkanten en aan elke kant van de mid-steek zoals hiervoor = 785 steken op de naald. Lees TIP VOOR HET AFKANTEN en kant af met recht aan de goede kant. Knip en hecht de draden af.

IN VORM BRENGEN:
Bevochtig het werk voorzichtig en leg het neer in de juiste vorm. Laat het drogen. Herhaal dit proces elke keer nadat de omslagdoek gewassen is.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 29.08.2018
OMSLAGDOEK:...Brei verder en meerder zoals te zien is in A.1 en A.2 tot u in totaal 43 ribbels (meerderen i.p.v. minderen)

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = recht aan de verkeerde kant
symbols = maak 2 omslagen tussen 2 steken; brei op de volgende naald de eerste omslag recht of averecht zoals te zien is in het telpatroon en laat de tweede omslag vallen
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken; brei op de volgende naald de omslag gedraaid recht or averecht zoals te zien is in het telpatroon (zodat er geen gaatje ontstaat)
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = dit vierkant heeft geen steek, ga gelijk verder met het volgende symbool in het telpatroon
symbols = Kleur A - antraciet
symbols = Kleur B - oker
symbols = Kleur C - naturel
symbols = Kleur D - grijs
symbols = Kleur E - parelgrijs
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 195-5

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (59)

country flag Kirsten Jørgensen wrote:

Skal bølgemønstret strikkes ret på retsiden og vrang på vrangsiden.

08.03.2024 - 16:36

DROPS Design answered:

Hej Kirsten, ja det stemmer, men hver 6.pind strikkes ret fra vrangen :)

13.03.2024 - 15:21

country flag Eva Malmberg Beckman wrote:

Kan ni vara snälla och översätta ert svar till svenska på Pia Holmens fråga. Jag har kört fast på samma ställe och förstår inte vad ni svarar henne. Ledsen men jag brukar kunna få till sticktermer från såväl norska som danska. Jag måste bara skapa den här sjalen den är bedårande vacker

28.01.2023 - 23:17

DROPS Design answered:

Hej Eva. Du stickar A.1 över de första 4 maskorna, 1 maska slätstickning (=mittmaska) och A.2 över de 4 sista maskorna. En rund vit cirkel betyder "mellan 2 maskor görs det 2 omslag om stickan, på nästa varv stickas det första omslaget rätt eller avigt som diagrammet visar och det sista omslaget släpps ned" och en svart cirkel betyder "mellan 2 maskor görs 1 omslag om stickan, på nästa varv stickas omslaget vridet rätt eller vridet avig som diagrammet visar (det ska inte bli hål)". Det är symbolförklaring nr 3 och 4 över diagrammen. Mvh DROPS Design

31.01.2023 - 07:55

country flag Pia Holmen wrote:

Jeg strikker nordic romance sjal,- men jeg forstår simpelthen ikke diagrammet. Det går galt allerede i A1 og A2 Jeg har 9 masker og de 4 skal strikkes i diagram A1,- men hvilke masker skal strikkes ? Er 3. maske rund hvid cirkel med sort streg igennem,- hvad er det ? Står ikke i diagramforklaringen. Meget forvirrende opskrift ! og hvor mange masker skal jeg have efter 1. pind i diagrammet ?

19.05.2022 - 19:35

DROPS Design answered:

Hej Pia, Du strikker A.1 over de første 4 masker og A.2 over de sidste 4 masker. A.1 og A.2 består kun af retstrik hvor du tager ud i hver side, en ring på stregen er 2 omslag, hvor det ene strikke og det andet slippes af pinden på næste pind. Den sorte ring på stregen betyder 1 omslag, som strikkes drejet på næste pind. Alle symboler finder du i symbolforklaringen over diagrammerne :)

20.05.2022 - 09:00

country flag Eva wrote:

Tror dette er det mest "rotete" mønsteret jeg har vært borte i. Veldig forvirrende. Men har begynt å strikke sånn cirka og etter eget hode. Men litt skuffende. 😖

13.06.2021 - 20:05

country flag Ingvild wrote:

Jeg leser at sjalet skal strikkes ovenfra og ned. Jeg forstår ikke at det da skal legges opp 5 masker?????

29.05.2021 - 11:22

DROPS Design answered:

Hei Ingvild. Jo, det startes med 5 masker. På 1. pinne økes det med 4 masker = 9 masker, sammen maskeantallet du starter med når du begynner på diagram A.1 og A.2. Når du strikker A.1 og A.2 økes det masker på hver pinne fra retten og når du har strikket totalt 43 riller etter oppleggskanten skal du har 261 masker på pinnen. mvh DROPS design

31.05.2021 - 09:40

country flag Emmanuelle wrote:

Bonjour, j'ai également fait deux fois ce modèle un pour ma mère et en pour moi avec des couleurs différentes. Vos explications sont parfaites, vos vidéos sont parfois aussi très utiles. Merci beaucoup...

17.04.2021 - 09:48

country flag Christiane Fouere wrote:

J'ai fait 2 exemplaires de ce châle magnifique et en suis très fière. Je suis une fan de drops design. Que de beaux modèles vous nois proposez....

20.03.2021 - 21:06

country flag May-Britt wrote:

Kan jeg få en korrekt beskrivelse av mosaikk mønster i A3. Det er umulig å løfte av 3 mørkegrå masker når det kun er en mørkegrå maske i utgangspunktet. Jeg strikker nå sjalet for 2. gang, og har forsøkt flere løsninger (ingen av de stemmer med oppskriften), men her må oppskriften være feil. Og ja, jeg har sjekket hvordan mosaikk mønster skal strikkes. Når jeg studerer bildet ser det ut til at dere har strikket mønstret i vanlig !

23.02.2021 - 01:43

country flag Heidi Forberg wrote:

Nordic romanse. Linje 7 ...der skal man ta 3 grå løs av, men er jo bare en grå ( grå = svart firkant)der....vet at mønster linjene hvisker 2 omg... har sett video med mosaikk strikk....men skjønner likevel ikke Er det en feil der?

28.12.2020 - 21:02

DROPS Design answered:

Hei Heidi. Vi skal hjelpe deg så kan vi kan, men i hvilket diagram i 7. rad (linje) tenker du på? mvh DROPS design

13.01.2021 - 11:48

country flag Gro Hustad wrote:

Hei. Strikker nordic romance sjal. Er det slik at rettomgangene i mønster A. 13A skal starte m. 2 kast, og ikke en rett, dobbeltkast, en rett, enkeltkast som tidligere omg og slutten av omg.?

01.12.2020 - 21:54

DROPS Design answered:

Hei Gro. A.13a strikkes nesten i midten av oppskriften og starter med et dobbeltkast. Slik er forklaringen til ikonet (stående oval sirkel): Mellom 2 masker lages det 2 kast om pinnen, på neste pinne strikkes det første kastet rett eller vrang slik diagrammet viser og det siste kastet slippes ned. mvh DROPS design

09.12.2020 - 13:07