DROPS Flora
DROPS Flora
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.49 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 24.90€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Morgan's Daughter Jacket

Vest met sjaalkraag, kabels en A-lijn, gebreid van boven naar beneden. Maat: S - XXXL Het werk wordt gebreid in DROPS Flora.

DROPS 179-14
DROPS design: Patroon fl-012
Garengroep A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS FLORA van garnstudio (behoort tot garengroep A)
500-550-600-650-700-750 g kleur nr 07, beige

Het werk kan tevens gebreid worden met garen van:
“Alternatief garen (garengroep A)” - zie link hieronder.

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (80 cm) MAAT 3 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 24 steken en 32 naalden in tricotsteek = breedte 10 cm en 10 cm in de hoogte.

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 2.5 mm voor boordsteek op de mouwen – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 26 steken en 34 naalden in tricotsteek = breedte 10 cm en 10 cm in de hoogte.

DROPS KABELNAALD - voor de kabels.

DROPS KOKOSNOOT KNOPEN NR 515: 4-4-4-5-5-5 stuks
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Flora
DROPS Flora
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.49 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 24.90€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET PATROON:

RIBBELS/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
1 ribbel = 2 naalden recht.

RIBBELS/RIBBELSTEEK (gebreid in de rondte):
1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.7. Kies het telpatroon voor uw maat. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

TIP VOOR HET BREIEN (voor de voorbies):
Om te voorkomen dat de voorbies krimpt in de hoogte breit u een extra ribbel verdeeld over alleen de voorbiessteken (de andere steken staan op de naald als u een extra ribbel over de voorbiessteken breit). Herhaal ongeveer iedere 5 cm tot het werk klaar is.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1:
Om uit te rekenen hoe u verdeeld mindert, neemt u het totaal aantal steken waarover gemeerderd moet worden (dus 34 steken) en deelt u deze steken door het aantal te maken meerderingen (dus 13) = 2.6.
In dit voorbeeld meerdert u na afwisselend ongeveer iedere 2e en 3e steek. Meerder 1 steek door 1 omslag te maken, brei op de volgende naald de omslag gedraaid om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (voor het armsgat):
Alle meerderingen worden gemaakt aan de goede kant.
Meerder 1 steek door 1 omslag te maken, brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MEERDEREN-3 (voor de zijkanten van het lijf):
Alle meerderingen worden gemaakt aan de goede kant.
Begin 4 steken voor de markeerdraad, maak 1 omslag, brei 1 steek in tricotsteek, brei A.6 (= 6 steken, de markeerdraad zit in het midden van A.6), brei 1 steek in tricotsteek, maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd). Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslagen gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor midden onder de mouw):
Begin 5 steken voor de markeerdraad en brei 2 recht samen, brei A.6 (= 6 steken, de markeerdraad zit in het midden van A.6), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd).

KNOOPSGATEN:
Minder voor de knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt). Dus brei aan de goede kant tot er 4 steken over zijn aan het einde van de naald, kant 2 steken af en brei de laatste steek recht. Zet op de volgende naald 2 nieuwe steken op over de afgekante steken van de vorige naald (= gaatje).
Kant het eerste knoopsgat af bij een hoogte van 30-30-32-32-34-34 cm vanaf de schouder (dus als de minderingen op de rand van de sjaalkraag klaar zijn). Kant dan de volgende 3-3-3-4-4-4 knoopsgaten af ongeveer 8-8-8-7-7-7 cm tussen elk.
----------------------------------------------------------

VEST:
Brei de voor- en achterpanden heen en weer op de rondbreinaald en brei van boven naar beneden. Als de meerderingen voor de armsgaten klaar zijn, voeg de delen dan samen en brei het lijf heen en weer gebreid op de rondbreinaald vanaf midden voor tot de gewenste afmeting.
Brei de mouwen heen en weer op de rondbreinaald, van boven naar beneden tot de mouwkop klaar is, brei dan in de rondte op een korte rondbreinaald, ga verder met breinaald zonder kop indien nodig.

SJAALKRAAG OP LINKER VOORPAND (als het kledingstuk gedragen wordt):
Zet 26-26-28-28-30-30 steken op de rondbreinaald 3 mm met Flora. Brei in RIBBELSTEEK - zie uitleg hierboven, als volgt: * 1 ribbel heen en weer gebreid over alle steken, 1 ribbel heen en weer gebreid over de eerste 20-20-22-22-24-24 steken richting midden voor *, herhaal van *-* tot de sjaalkraag 7-7-8-8-8-8 cm meet over de kortste kant.
Brei 1 naald recht aan de goede kant en zet 34-34-34-34-38-38 steken op voor de schouder aan het einde van deze naald (waar de sjaalkraag op zijn kortst is) = 60-60-62-62-68-68 steken. MEET NU HET WERK VANAF HIER! Brei 1 naald recht op de verkeerde kant, 1 naald recht aan de goede kant en 1 naald recht op de verkeerde kant (over alle steken). Brei dan het linker voorpand zoals uitgelegd hieronder.

LINKER VOORPAND MET SJAALKRAAG:
= 60-60-62-62-68-68 steken op de naald. Brei de eerste naald als volgt aan de goede kant: Brei 26-26-28-28-30-30 steken in ribbelsteek over de sjaalkraag, brei recht over de overgebleven 34-34-34-34-38-38 steken en meerder tegelijkertijd 13 steken in alle maten verdeeld over deze steken – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 = 73-73-75-75-81-81 steken. Brei terug op de verkeerde kant met 3 kantsteken in ribbelsteek, 44-44-44-44-48-48 averecht en 26-26-28-28-30-30 recht.
Brei dan dan als volgt aan de goede kant: 26-26-28-28-30-30 steken in ribbelsteek over de sjaalkraag, brei A.1 (= 44-44-44-44-48-48 steken) en eindig met 3 kantsteken in ribbelsteek. Voeg 1 markeerdraad in na de 2 eerste steken in A.1 (gezien aan de goede kant – dus direct na een kleine kabel) – neem de markeerdraad gaandeweg mee tijdens het breien.
Ga zo verder in patroon, minder tegelijkertijd de sjaalkraag in een voorbies, meerder het armsgat en meerder de halslijn zoals uitgelegd hieronder. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
VOORBIES:
Minder bij een hoogte van 11-11-12-12-11-11 cm vanaf schouder, 1 steek op de buitenkant van de sjaalkraag door de tweede en derde steek op het begin van de naald aan de goede kant recht samen te breien. Minder zo iedere 6e naald 3-3-3-3-4-4 keer in totaal, iedere 4e naald 7-7-7-7-8-8 keer in totaal en iedere andere naald 10-10-12-12-12-12 keer in totaal. Na de laatste mindering voor de voorbies zijn er 6 voorbiessteken in ribbelsteek richting midden voor en meet het werk ongeveer 30-30-32-32-34-34 cm vanaf de schouder en naar beneden.
ARMSGAT:
Meerder tegelijkertijd bij een hoogte van 16-15-16-13-14-13 cm, 1 steek voor het armsgat voor de 3 kantsteken in ribbelsteek aan het einde van de naald aan de goede kant – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (dus brei de gemeerderde steken in tricotsteek). Meerder zo iedere andere naald 4-8-8-14-16-20 keer in totaal, zet dan 3-4-6-6-8-10 nieuwe steken op richting het armsgat aan het einde van volgende naald aan de goede kant = 7-12-14-20-24-30 steken gemeerderd voor het armsgat.
Het werk meet nu ongeveer 19-20-21-22-24-26 cm vanaf de schouder en naar beneden. Brei terug op de verkeerde kant met 6-7-9-9-11-13 recht, 4-8-8-14-16-20 averecht, A.1, A.2 zoals uitgelegd onder HALS LIJN en brei over de sjaalkraag zoals hiervoor.
Leg het werk aan de kant en ga verder met de SJAALKRAAG OP RECHTER VOORPAND en RECHTER VOORPAND MET SJAALKRAAG maar let er op dat de meerderingen voor de HALSLIJN uitgelegd hieronder tegelijkertijd of voor u het werk aan de kant legt, beginnen.
HALS LIJN:
Meerder tegelijkertijd bij een hoogte van 19-19-20-20-22-22 cm vanaf de schouder voor de halslijn na de markeerdraad zoals te zien is in A.2A, dus brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: Brei in ribbelsteek over de sjaalkraag zoals hiervoor, brei A.2A en meerder zoals in het telpatroon, ga verder met A.1, ga verder met meerderen voor het armsgat zoals uitgelegd hierboven en eindig met 3 kantsteken in ribbelsteek. De eerste twee steken in A.1 worden nu A.2A. LET OP! Brei de kabel op dezelfde naald in A.2A zoals in A.1.
Na de laatste meerdering voor de halslijn, meet het werk ongeveer 28-28-30-30-32-32 cm vanaf de schouder en naar beneden en zijn er 12-12-14-14-14-14 steken gemeerderd voor de halslijn.
Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: Brei in ribbelsteek over de sjaalkraag/voorbies, ga verder met A.2B over A.2A (= 14-14-16-16-16-16 steken), ga verder met A.1 (de eerste 2 steken in A.1 zijn dezelfde als de eerste 2 steken in A.2 en zijn al gebreid), brei in tricotsteek over de gemeerderde steken op het armsgat en eindig met 3 kantsteken in ribbelsteek.

SJAALKRAAG OP RECHTER VOORPAND (als het kledingstuk gedragen wordt):
Zet 26-26-28-28-30-30 steken op de rondbreinaald 3 mm. Brei 1 naald recht. Brei dan in ribbelsteek als volgt: * Brei 1 ribbel heen en weer gebreid over alle steken, 1 ribbel heen en weer gebreid over de eerste 20-20-22-22-24-24 steken richting het midden voor *, herhaal van *-* tot de sjaalkraag 7-7-8-8-8-8 cm meet over de kortste kant.
Brei 1 naald recht op de verkeerde kant en zet 34-34-34-34-38-38 steken op voor de schouder aan het einde van deze naald (waar de sjaalkraag op zijn kortst is) = 60-60-62-62-68-68 steken. MEET NU HET WERK VANAF HIER! Brei 1 naald recht aan de goede kant en 1 naald recht op de verkeerde kant (over alle steken). Brei dan het rechter voorpand zoals uitgelegd hieronder.

RECHTER VOORPAND MET SJAALKRAAG:
= 60-60-62-62-68-68 steken op de naald. Brei de eerste naald als volgt aan de goede kant: Brei de eerste 34-34-34-34-38-38 steken recht en meerder tegelijkertijd 13 steken in alle maten verdeeld over deze steken, brei 26-26-28-28-30-30 steken in ribbelsteek over de sjaalkraag = 73-73-75-75-81-81 steken. Brei terug op de verkeerde kant met 26-26-28-28-30-30 recht, 44-44-44-44-48-48 averecht en 3 kantsteken recht.
Brei dan als volgt aan de goede kant: 3 kantsteken in ribbelsteek, brei A.3 (= 44-44-44-44-48-48 steken) en eindig met 26-26-28-28-30-30 steken in ribbelsteek over de sjaalkraag. Voeg 1 markeerdraad in voor de 2 eerste steken in A.3 (gezien aan de goede kant – dus direct voor een kleine kabel) – neem de markeerdraad gaandeweg mee tijdens het breien. Ga zo verder in patroon en minder tegelijkertijd de sjaalkraag in een voorbies, meerder voor het armsgat en meerder voor de halslijn zoals uitgelegd hieronder.
VOORBIES:
Minder bij een hoogte van 11-11-12-12-11-11 cm vanaf de schouder, 1 steek op de buitenkant van de sjaalkraag door de tweede en derde laatste steek aan het einde van de naald aan de goede kant, recht samen te breien. Minder zo iedere 6e naald 3-3-3-3-4-4 keer in totaal, iedere 4e naald 7-7-7-7-8-8 keer in totaal en iedere andere naald 10-10-12-12-12-12 keer in totaal. Na de laatste mindering voor de voorbies zijn er 6 voorbiessteken in ribbelsteek richting midden voor en meet het werk ongeveer 30-30-32-32-34-34 cm vanaf de schouder en naar beneden.
ARMSGAT:
Meerder tegelijkertijd bij een hoogte van 16-15-16-13-14-13 cm, 1 steek voor het armsgat na de 3 kantsteken in ribbelsteek op het begin van de naald aan de goede kant – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Meerder zo iedere andere naald 4-8-8-14-16-20 keer in totaal, zet dan 3-4-6-6-8-10 nieuwe steken op richting het armsgat aan het einde van volgende naald op de verkeerde kant = 7-12-14-20-24-30 steken gemeerderd voor het armsgat.
Het werk meet nu ongeveer 19-20-21-22-24-26 cm vanaf de schouder en naar beneden.
Leg het werk terzijde en ga verder met de RECHTER SCHOUDER OP DE ACHTERKANT maar let er op dat de meerdering voor de HALSLIJN, uitgelegd hieronder, tegelijkertijd of voordat u het werk terzijde legt, begint.
HALSLIJN:
Meerder tegelijkertijd bij een hoogte van ongeveer 19-19-20-20-22-22 cm vanaf de schouder voor de halslijn voor de markeerdraad zoals te zien is in A.4A, dus brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: Brei 3 kantsteken in ribbelsteek, ga verder en meerder voor het armsgat zoals uitgelegd hierboven, ga verder met A.3 tot de markeerdraad, brei A.4A en meerder volgens het telpatroon en eindig met ribbelsteek over de sjaalkraag zoals hiervoor. De laatste twee steken in A.3 zijn nu A.4A. LET OP! Brei de kabel op dezelfde naald in A.4A zoals in A.3.
Na de laatste meerdering voor de halslijn, meet het werk ongeveer 28-28-30-30-32-32 cm vanaf de schouder en naar beneden en zijn er 12-12-14-14-14-14 steken gemeerderd voor de halslijn.
Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: 3 kantsteken in ribbelsteek, brei in tricotsteek over de gemeerderde steken voor het armsgat, ga verder in A.3 (de laatste 2 steken in A.3 zijn hetzelfde als de laatste 2 steken in A.4B en worden gebreid als A.4B wordt gebreid), ga verder met A.4B over A.4A (= 14-14-16-16-16-16 steken) en eindig met ribbelsteek over de sjaalkraag/voorbies.

RECHTER SCHOUDER AAN DE ACHTERKANT (als het kledingstuk gedragen wordt):
Zet 34-34-34-34-38-38 steken op de rondbreinaald 3 mm. Brei 1 naald recht op de verkeerde kant, brei 1 naald recht aan de goede kant en 1 naald recht op de verkeerde kant. 1 naald recht aan de goede kant en meerder 13 steken verdeeld in alle maten = 47-47-47-47-51-51 steken. Brei terug op de verkeerde kant met 3 kantsteken in recht en 44-44-44-44-48-48 steken averecht.
Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant, brei A.1 (= 44-44-44-44-48-48 steken) en eindig met 3 kantsteken in ribbelsteek. Als er 2 naalden in A.1 zijn gebreid, zet dan 2 steken op aan het einde van laatste naald voor de hals (brei de nieuwe steken aan de goede kant averecht en brei op de verkeerde kant recht). Brei nog 2 naalden in A.1 en zet 24-24-28-28-28-28 nieuwe steken op aan het einde van deze naald voor de hals = 73-73-77-77-81-81 steken op de naald. Leg het werk terzijde en brei de linker schouder op de achterkant zoals uitgelegd hieronder.

LINKER SCHOUDER AAN DE ACHTERKANT (als het kledingstuk gedragen wordt):
Zet 34-34-34-34-38-38 steken op de rondbreinaald 3 mm. Brei 1 naald recht op de verkeerde kant, 1 naald recht aan de goede kant en 1 naald recht op de verkeerde kant. Brei 1 naald recht aan de goede kant en meerder 13 steken verdeeld in alle maten = 47-47-47-47-51-51 steken. Brei terug op de verkeerde kant met 44-44-44-44-48-48 averecht en 3 kantsteken recht.
Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: Brei 3 kantsteken in ribbelsteek, brei dan A.3 (= 44-44-44-44-48-48 steken). Als er 3 naalden in A.3 zijn gebreid, zet dan 2 steken op aan het einde van laatste naald voor de hals = 49-49-49-49-53-53 steken. Brei terug op de verkeerde kant met 2 recht, A.3 en 3 kantsteken recht.
Voeg de linker en rechter schouder nu samen voor het achterpand zoals uitgelegd hieronder.

ACHTERPAND:
Zet de steken van de twee schouders op dezelfde rondbreinaald 3 mm (de 24-24-28-28-28-28 steken die zijn opgezet voor de hals op de rechter schouder op de achterkant = midden achter van de hals) = 122-122-126-126-134-134 steken op de naald.
Brei de eerste naald als volgt aan de goede kant: 3 kantsteken in ribbelsteek, ga verder met A.3 over de volgende 44-44-44-44-48-48 steken, brei A.5 over de volgende 28-28-32-32-32-32 steken, ga verder met A.1 over de volgende 44-44-44-44-48-48 steken en eindig met 3 kantsteken in ribbelsteek. Ga zo verder in patroon, en meerder voor het armsgat zoals uitgelegd hieronder.
ARMSGAT:
Meerder bij een hoogte van 16-15-16-13-14-13 cm, 1 steek aan elke kant voor het armsgat zoals op de voorpanden, dus meerder aan de goede kant na de 3 kantsteken in ribbelsteek op het begin van de naald en voor de 3 kantsteken aan het einde van de naald. Meerder zo iedere andere naald (dus op iedere naald aan de goede kant) 4-8-8-14-16-20 keer in totaal, zet dan 3-4-6-6-8-10 nieuwe steken op aan het einde van de volgende twee naalden = 136-146-154-166-182-194 steken en meet het werk ongeveer 19-20-21-22-24-26 cm vanaf de schouder naar beneden.
Breng het voorpand en het achterpand nu samen zoals uitgelegd hieronder.

LIJF:
Zet de steken van het linker voorpand (gezien aan de goede kant) op de naald zonder de steken te breien, voeg 1 markeerdraad in (= in de zijkant), zet de steken van het achterpand op de naald, voeg 1 markeerdraad in (= in de zijkant) en zet de steken van het rechter voorpand op de naald. Ga verder in patroon zoals hiervoor, ga verder met meerderen voor de halslijn zoals hiervoor en ga verder met minderen voor de voorbies zoals hiervoor. Dus brei de eerste naald aan de goede kant als volgt: Brei in ribbelsteek over de sjaalkraag/voorbies met wat minderingen zoals hiervoor, ga verder met A.2 en A.1, brei 4-8-8-14-16-20 steken in tricotsteek, 12-14-18-18-22-26 steken in ribbelsteek (de markeerdraad in de zijkant is in het midden van deze 12-14-18-18-22-26 steken), brei 4-8-8-14-16-20 steken in tricotsteek, ga verder met A.3, A.5 en A.1 over het achterpand, brei 4-8-8-14-16-20 steken in tricotsteek, 12-14-18-18-22-26 steken in ribbelsteek (de markeerdraad in de zijkant is in het midden van deze 12-14-18-18-22-26 steken), brei 4-8-8-14-16-20 steken in tricotsteek, ga verder met A.3 en A.4 zoals hiervoor en eindig met ribbelsteek over de sjaalkraag/voorbies met wat minderingen zoals hiervoor.
Ga zo verder in patroon maar wanneer u de 2 ribbels over de middelste 12-14-18-18-22-26 steken breit aan elke kant, brei dan als volgt aan de goede kant: Brei in ribbelsteek over de sjaalkraag/voorbies met wat minderingen zoals hiervoor, ga verder met A.2 en A.1 zoals hiervoor, brei 7-12-14-20-24-30 steken in tricotsteek, brei A.6 (= 6 steken, de markeerdraad in de zijkant is in het midden van A.6), brei 7-12-14-20-24-30 steken in tricotsteek, ga verder met A.3, A.5 en A.1 zoals hiervoor, brei 7-12-14-20-24-30 steken in tricotsteek, brei A.6 (de markeerdraad in de zijkant is in het midden van A.6), brei 7-12-14-20-24-30 steken in tricotsteek, ga verder met A.3 en A.4 zoals hiervoor en eindig met ribbelsteek over de sjaalkraag/voorbies met minderingen, indien nodig, zoals hiervoor.
Als alle meerderingen voor de halslijn en minderingen voor de biezen klaar zijn, zijn er 280-300-316-340-372-396 steken op de naald. Lees TIP VOOR HET BREIEN en ga verder tot het werk 30-32-34-36-38-40 cm meet vanaf de schouder. Lees KNOOPSGATEN.
Meerder op de volgende naald aan de goede kant 2 steken aan elke kant - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-3 (= 4 steken gemeerderd). Meerder zo iedere 6e naald (ongeveer iedere 2 cm) tot het werk klaar is (als de stekenverhouding juist is, zijn er ongeveer 21 meerderingen aan elke kant).
Bij een hoogte van 71-73-75-77-79-81 cm, zijn er ongeveer 364-384-400-424-456-480 steken op de naald.
Brei op de volgende naald aan de goede kant de steken in iedere kabel 2 aan 2 recht samen (zowel de kabels met 4 steken als de kabels met 2 steken) (geldt alleen voor de kabels, niet de averechtse delen en de delen in tricotsteek) = ongeveer 312-332-348-372-404-428 steken.
Brei 3 ribbels heen en weer gebreid over alle steken en kant dan losjes af met recht aan de goede kant maar om een strakke afkantrand te voorkomen, maak 1 omslag na iedere 8e steek tijdens het afkanten (kant de omslagen af als gewone steken). Het hele vest meet ongeveer 72-74-76-78-80-82 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUW:
Zet 38-40-40-40-48-48 steken op korte rondbreinaald 3 mm. Brei tricotsteek heen en weer gebreid en zet nieuwe steken op voor de mouwkop aan het einde van iedere naald aan elke kant als volgt: Zet 1 keer 3 steken op in alle maten, 2 keer 2 steken in alle maten, 7-8-11-14-14-17 keer 1 steek, 2-2-1-1-1-1 keer 2 steken en 1 keer 3-4-6-6-8-10 steken = 80-86-92-98-110-120 steken en het het werk meet ongeveer 8-9-10-12-12-14 cm vanaf de opzetrand naar beneden. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald (= midden onder de mouw). Brei dan in tricotsteek in de rondte maar brei over de middelste 6 steken onder de mouw A.6. Minder bij een hoogte van 3-3-2-2-2-2 cm vanaf markeerdraad, 2 steken midden onder de mouw - lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 2½-2-2-1½-1-1 cm 11-14-15-18-22-26 keer in totaal = 58-58-62-62-66-68 steken. Brei bij een hoogte van 31-31-30-29-29-27 cm vanaf de markeerdraad, 1 naald recht en meerder 22-22-23-23-24-22 steken verdeeld = 80-80-85-85-90-90 steken.
Brei verder met breinaalden zonder knop maat 2.5 mm. Brei de volgende naald als volgt: Ga verder met A.6 over de 6 steken onder de mouw, brei A.7A tot er 4 steken over zijn voor A.6 (= 14-14-15-15-16-16 herhalingen van 5 steken) en eindig met A.7B (= 4 steken). Ga zo verder in patroon. Als de manchet 12 cm meet, minder dan de 3 averecht tot 2 averecht door 2 steken averecht samen te breien in ieder averecht deel = 64-64-68-68-72-72 steken. Brei tot de manchet 15 cm meet (de hele mouw meet ongeveer 54-55-55-56-56-56 cm vanaf de opzetrand). Brei op de volgende naald de steken in elke kabel 2 aan 2 recht samen = 48-48-51-51-54-54 steken. Brei 2 ribbels in RIBBELSTEEK in de rondte - zie uitleg hierboven. Kant dan af met recht maar om een strakke afkantrand te voorkomen kant af op breinaalden zonder knop maat 3 mm. Brei de andere mouw op dezelfde wijze.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden aan de binnenkant van de opzetranden.
Naai de sjaalkraag samen midden achter en zorg ervoor dat de naad aan de verkeerde kant zit als de kraag naar beneden gevouwen is. Naai de sjaalkraag op de halslijn in de achterkant van de hals.
Naai de mouwen in de trui. Naai de knopen op.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken, brei op de volgende naald de omslag gedraaid recht om gaatjes te voorkomen
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek afhalen op een kabelnaald en houd deze achter het werk, 1 recht, recht van de kabelnaald
symbols = 1 steek afhalen op een kabelnaald en houd deze achter het werk, 2 recht, averecht van de kabelnaald
symbols = zet 2 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 1 averecht, 2 recht van de kabelnaald
symbols = zet 2 steken op een kabelnaald en houd deze achter het werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald
symbols = zet 2 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald
symbols = markeerdraad
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 179-14

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (26)

country flag Tatjana Kovič wrote:

Hello, can you please advise where can I find more detailed explanation for knitting directions - how ti understand for example - LEFT SHOULDER BACK (when garment is worn). Thanks in advance.

09.01.2024 - 09:34

DROPS Design answered:

Hi Tatjana, LEFT SHOULDER BACK is the back of the shoulder on your left side when the jacket is worn (so behind on the left-hand side). Hope this helps and happy knitting!

10.01.2024 - 06:48

country flag Caroline wrote:

Bonjour à nouveau! Pour le dos, il est indiqué "quand l'ouvrage mesure 16-15-16-13-14-13 cm, augmenter pour les emmanchures". À partir de quelle section doit-on mesurer le début de l'ouvrage? Au dessus des épaules dos, donc au dessus de A.1/A.3 ou au-dessus des 24-24-28-28-28-28 mailles de la section du milieu, donc au dessus de A.5? Merci :)

13.09.2022 - 18:55

DROPS Design answered:

Bonjour Caroline, l'ouvrage est mesuré depuis l'épaule. Bon tricot!

14.09.2022 - 08:30

country flag Caroline wrote:

Bonjour, Où est le diagramme A.2? J'ai vu dans une s vos précédentes reponses qu'il se trouvait entre A.3 et A.4, or je ne le vois pas... Merci de m'aider et bonne journée!

07.09.2022 - 21:50

DROPS Design answered:

Bonjour Caroline, juste après la légende, vous trouverez les diagrammes A.7B, A.7A et A.6, puis dessous: le diagramme A.5, puis dessous: les 2 diagrammes A.4A et A.4B (selon la taille) et juste dessous les 2 diagrammes A.2A et A.2B (selon la taille); ou à partir du schéma des mesures: A.1, puis A.3 juste au-dessus et les 2 diagrammes A.2 juste au-dessus de A.3. Bon tricot!

08.09.2022 - 09:09

country flag Claudia Haussperger wrote:

Ich stricke gerade diese schöne Jacke, aber jetzt komm ich nicht mehr weiter, da ich bei dem Diagramm A1 mir nicht erklären kann, wie ich nach der 20. Reihe weiter stricken soll. Nach der 20. Reihe geht es nur in den Maschen 35 bis 38 vier Reihen weiter, aber die anderen Maschen eben nicht. Bei A3 ist es das gleiche.

28.01.2021 - 18:01

DROPS Design answered:

Liebe Frau Haussperger, es wird so mit diesen Diagrammen gezeichnet, weil der Zopf über 4 Maschen unterschiedlich in der Höhe wiederholt wird. Wenn das Diagram fertig wird, fangen Sie ab 1. Reihe ab, nur nicht beim diesem Zopf, denn hier sollen Sie immer 5 Reihen in jedem Zopf stricken. Viel Spaß beim stricken!

29.01.2021 - 07:19

country flag Jean Hansen wrote:

I opskriften står der: " Arbejdet måler nu ca 19-20-21-22-24-26 cm fra skulderen og ned. Strik tilbage fra vrangen med 6-7-9-9-11-13 masker ret, 4-8-8-14-16-20 masker vrang, A.1, A.2 som forklaret under HALSUDSKÆRING og ret over sjalskraven som før." Men burde det ikke være "4-8-8-14-16-20 masker ret" i stedet? Der strikkes tilbage på vrangsiden og det skal strikkes glatstrik.... eller misforstår jeg opskriften?

29.11.2020 - 15:04

DROPS Design answered:

Hej Jean, de nye masker som er taget ud til ærmegab strikkes i glatstrik (ret fra retsiden og vrang fra vrangen). God fornøjelse!

07.12.2020 - 11:04

country flag Ingrid wrote:

Hallo, mich würde interessieren, wie hier der rücken gestrickt wird. Es is keine Abbildung vorhanden. Danke für die Infos im voraus.

28.10.2020 - 15:36

DROPS Design answered:

Liebe Ingrid, mehr lesen Sie unter RÜCKENTEIL: 3 M kraus rechts, A.3, A.5, A.1, 3 M kraus rechts - dann nehmen Sie für die Armlöcher und stricken die Vorderteile und den Rückenteil zusammen wie beschrieben unter RUMPFTEIL. Viel Spaß beim stricken!

28.10.2020 - 15:51

country flag Lisa wrote:

Hej jeg kan ikke finde A. 2 diagram.

02.10.2019 - 20:55

DROPS Design answered:

Hej Lisa, Du finder A.2 imellem diagrammerne A.3 og A.4 nederst på siden. God fornøjelse!

03.10.2019 - 10:55

country flag Minna Darlov wrote:

Åh- kunne i ikke have lavet en stjerne eller noget ... jeg har læst opskriften oppe fra og strikket, men nu ser jeg et “samtidigt”

30.09.2019 - 10:53

country flag Sophie Af Klercker wrote:

Hej! Från axeln och nedåt verkar alla släta delar vara slätstickning från avigsidan, alltså med de aviga maskorna på rätsidan. Om jag läser mönstret rätt ska man sedan från ärmhålet och nedåt sticka vanlig slätstickning på alla partier som inte är olika flätmönster och på de 2 bilderna ser det också ut att vara vanlig slätstickning med räta maskor på rätsidan. Har jag fattat fel nånstans?

16.11.2018 - 12:37

DROPS Design answered:

Hei Sophie. Det stemmer at de økte maskene strikkes i vanlig glattstrikk, og at det strikkes glattstrikk over de partiene som ikke er enten mønster eller sjalkrage/stolpe. God fornøyelse.

30.11.2018 - 13:30

Hanne Christensen wrote:

Smuk, smuk strik cardigan. Så er det bare med at komme i gang og finde tiden - glæder mig. Kan ikke altid finde strik i min størrelse online, da jeg er en moden kvinde, men kan dog ofte finde noget Hos Lohse.

16.10.2018 - 18:09