DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 36.30€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Shades of Grey Cardigan

Gebreid vest van 2 draden DROPS Alpaca met ronde pas, strepen en kantpatroon, wordt van boven naar beneden gebreid. Maat: S - XXXL.

DROPS Extra 0-1325
DROPS design: Model nr. z-745
Garengroep A en A of C
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS ALPACA van Garnstudio
150-150-150-150-200-200 gr. kleur nr. 100, naturel
100-100-100-100-150-150 gr. kleur nr. 9020, licht parelgrijs
100-100-100-150-150-150 gr. kleur nr. 501, lichtgrijs
150-200-200-200-250-250 gr. kleur nr. 517, grijs
50-50-100-100-100-100 gr. kleur nr. 506, donker grijs
LET OP: voor een vest in een kleur hebt u 450-500-550-600-650-700 gr Alpaca nodig om het vest met 2 draden te breien.

DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (80 cm) 5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 17 st x 22 nld in tricotst met 2 draden Alpaca = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (60 of 80 cm) 4,5 mm voor ribbelst - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 18 st x 23 nld in tricotst met 2 draden Alpaca = 10 x 10 cm.
DROPS PARELMOERKNOOP GEBOGEN (wit), NR. 522: 7 stuks voor alle maten
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 36.30€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 nld. * brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*.

RIBBELST (heen en weer gebreid):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

ELEVATION AAN HET ACHTERPAND:
LET OP: haal elke keer dat u het werk keert 1 st af en trek dan de draad goed aan voor u verder breit.
Brei een ronding in tricotst aan de achterpand (zodat de hals voor lager wordt dan achter) als volgt, begin aan de verkeerde kant: 4 r (= voorbies), av over de volgende 52-54-58-60-62-69 st, plaats een markeerder hier (= middenachter), ga verder over de volgende 8-9-10-11-11-12 st, keer het werk, trek de draad aan en brei 16-18-20-22-22-24 st, keer het werk, trek de draad aan en brei 29-31-33-35-35-37 st, keer het werk, trek de draad aan en brei 42-44-46-48-48-50 st, keer het werk, trek de draad aan en brei 50-52-54-56-56-58 st, keer het werk, trek de draad aan en brei 58-60-62-64-64-66 st. Keer en brei av tot er 4 st over zijn op de nld, 4 r.

STREPEN:
Brei alle strepen met 2 draden Alpaca. Als ongeveer 1 cm in 1e-5e streep over is, brei dan een GAATJESRAND - zie uitleg onder.
Streep 1: 9-9-9-10-10-10 cm met 2 draden naturel.
Streep 2: 9-9-10-10-10-11 cm met 1 draad naturel en 1 draad licht parelgrijs.
Streep 3: 9-9-10-10-10-11 cm met 1 draad licht parelgrijs en 1 draad lichtgrijs.
Streep 4: 9-10-10-10-11-11 cm met 1 draad lichtgrijs en 1 draad grijs.
Streep 5: 9-10-10-10-11-11 cm met 2 draden grijs.
Streep 6: 1 draad grijs en 1 draad donker grijs tot het werk klaar is.

GAATJESRAND:
Als er nog ongeveer 1 cm te breien is op streep 1-5, brei dan een gaatjesrand als volgt, begin aan de goede kant:
Brei 4 voorbies st in ribbelst, * 2 r samen, 1 omsl *, herhaal van *-* tot er 4 st over zijn, 4 voorbies st in ribbelst. LET OP: als er 1 st overblijft op de nld voor de laatste 4 voorbies st op deze nld, brei deze st dan recht. Brei op de volgende nld de omsl av zodat gaatjes ontstaan.
LET OP: brei de gaatjesrand op de mouwen in de rondte. Brei de omsl de volgende nld recht zodat er gaatjes ontstaan.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (gelijkmatig verdeeld):
Zo berekent u hoe vaak er gemeerderd moet worden: neem het totale aantal st op de nld (bijv. 96 st) minus de voorbiezen (bijv 8 st) en deel dit door het aantal te meerderen st (bijv. 16) = 5,5. Dus meerder in dit voorbeeld 1 st afwisselend voor elke 5e en 6e st en meerder niet over de voorbiezen.
TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (pas):
Meerder als volgt aan de goede kant:
Meerder 1 st door een omsl te maken. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid av om gaatjes te voorkomen.
Meerder als volgt aan de verkeerde kant:
Meerder 1 st door een omsl te maken. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid r om gaatjes te voorkomen.
Meerder afwisselend links en rechts van elke markeerder gezien aan de goede kant. Dus meerder de eerste keer aan de rechterkant van alle markeerders en de tweede keer aan de linkerkant van alle markeerders, etc.

TIP VOOR HET MEERDEREN-3 (lijf):
Alle meerderingen worden gemaakt aan de goede kant.
Brei tot er 2 st overblijven voor de markeerder, 1 omsl, 4 r (markeerder staat tussen deze st), 1 omsl. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid av om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt!
Brei tot er 4 st over zijn voor de markeerder, 2 r samen, 4 r (markeerder staat in midden tussen deze st), 1 r afh, 1 r, afgeh st overh. LET OP: pas het minderen zo aan dat het niet op een gaatjesrand is.

TIP VOOR HET AFKANTEN:
Om een strakke afkantrand te voorkomen kunt u afkanten met een nld die ½ maat dikker is.

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op de rechtervoorbies (als het kledingstuk gedragen wordt). Maak ze aan de goede kant als er 3 st over zijn op de nld als volgt: maak 1 omsl, brei de volgende 2 st r samen, brei de laatste st r. Brei op de volgende nld de omsl r zodat een gaatje ontstaat.
maak het 1e knoopsgat bij een hoogte van 2 cm (gemeten langs de voorbies). Maak de volgende 5 knoopsgaten op dezelfde nld en als de gaatjesrand. Maak het 7e knoopsgat (= laatste knoopsgat) bij een hoogte van 57-59-61-63-65-67 cm.
----------------------------------------------------------

VEST:
Wordt van boven naar beneden gebreid, heen en weer op de rondbreinld. Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop.

PAS:
Zet 96-100-103-107-111-117 st op (incl. 4 voorbies st aan elke kant middenvoor) met 2 draden naturel en rondbreinld 4,5 mm. Brei 2 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven. Brei 1 nld recht aan de goede kant en meerder 16-16-21-21-21-23 st gelijkmatig - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (gelijkmatig), meerder niet over de voorbiezen = 112-116-124-128-132-140 st. Ga verder met rondbreinld 5 mm.
Brei voor een beter pasvorm een ronding op het achterpand, zie uitleg boven, in tricotst. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Brei nu in tricotst met 4 voorbies st in ribbelst aan elke kant en plaats 6 markeerders als volgt: brei 13-13-14-14-15-15 st, plaats een markeerder, brei 17-18-19-20-20-22 st, plaats een markeerder, brei 17-18-19-20-20-22 st, plaats een markeerder, brei 18-18-20-20-22-22 st, plaats een markeerder, brei 17-18-19-20-20-22 st, plaats een markeerder, brei 17-18-19-20-20-22 st, plaats een markeerder, brei de overgebleven 13-13-14-14-15-15 st. DENK OM DE KNOOPSGATEN! Ga verder heen en weer met STREPEN en GAATJESRANDEN - zie uitleg boven.

Meerder in de volgende nld aan de goede kant 1 st bij elke markeerder – Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (pas). Meerder zo elke nld 13-17-19-20-21-21 keer, dan om de nld 8-8-8-10-12-14 keer (= 21-25-27-30-33-35 keer in totaal) = 238-266-286-308-330-350 st. Brei 1 nld aan de goede kant en meerder TEGELIJKERTIJD 2-4-2-2-4-2 st gelijkmatig = 240-270-288-310-334-352 st.

Brei nu de volgende nld aan de verkeerde kant als volgt:
Brei de eerste 38-42-44-48-53-57 st (= linkervoorpand), zet de volgende 48-55-60-63-65-66 st op een hulpdraad (= mouw), zet 6-6-8-8-10-12 st op onder de mouw, brei de volgende 68-76-80-88-98-106 st (= achterpand), zet de volgende 48-55-60-63-65-66 st op een hulpdraad (= mouw), zet 6-6-8-8-10-12 st op onder de mouw, brei de overgebleven 38-42-44-48-53-57 st (= rechtervoorpand).

LIJF:
Er zijn nu 156-172-184-200-224-244 st voor het lijf. Plaats een markeerder in het midden tussen de nieuwe 6-6-8-8-10-12 st die opgezet zijn onder elke mouw (= 3-3-4-4-5-6 nieuwe st aan elke kant van elke markeerder). MEET NU HET WERK VAN HIER. Ga verder heen en weer met 4 voorbies st aan elke kant middenvoor, strepen, in tricotst en met de gaatjesrand als hiervoor. Brei tot een hoogte van 4 cm en minder dan 1 st aan elke kant van de markeerder aan elke zijkant - LEES TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo elke 2 cm in totaal 4 keer = 140-156-168-184-208-228 st. Brei tot een hoogte van 15-15-16-16-16-16 cm, meerder dan 1 st aan elke kant van de markeerders aan elke zijkant – zie TIP VOOR HET MEERDEREN-3 (lijf). Meerder zo elke 2 cm in totaal 7 keer = 168-184-196-212-236-256 st. Brei tot een hoogte van 39-39-40-40-40-40 cm, ga dan verder met rondbreinld 4,5 mm. Brei 2 ribbels in ribbelst en kant af - LEES TIP VOOR HET AFKANTEN. Het werk meet 60-62-64-66-68-70 cm in totaal vanaf de schouder.

MOUW:
Brei de mouwen in de rondte op breinld zonder knop. MEET NU HET WERK VANAF HIER. Zet de st van een hulpdraad terug op breinld zonder knop 5 mm (= 48-55-60-63-65-66 st). Neem 1 st op in elke van de 6-6-8-8-10-12 st die opgezet zijn onder de mouw, plaats een markeerder in het midden tussen deze st (= 3-3-4-4-5-6 nieuwe st aan elke kant van de markeerder) = 54-61-68-71-75-78 st. Ga verder in tricotst, strepen en gaatjesranden als op het lijf. Brei tot een hoogte van 4 cm, minder 1 st aan elke kant van de markeerder midden onder de mouw. Minder zo ongeveer elke 4-3-2-2-2-2 cm 9-12-15-15-16-17 keer in totaal = 36-37-38-41-43-44 st. Brei TEGELIJKERTIJD in maat S, M en L de 3e, 4e en 5e streep 2-2-1 cm langer dan op het lijf (zodat straks de laatste strepen niet veel langer zijn dan de andere). Brei voor maat XL, XXL en XXXL de strepen als op het lijf.
Als de strepen klaar zijn, ga dan verder met de kleuren van de laatste streep (= 6e streep) tot het werk klaar is. Brei tot een hoogte van 48-47-46-44-43-41 cm en brei een gaatjesrand. Ga verder met breinld zonder knop 4,5 mm. Brei 2 ribbels en kant alle st af.
Brei nog een mouw op dezelfde manier.


AFWERKING:
Naai de knopen op de linkervoorbies.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 18.01.2017
LIJF: Ga verder heen en weer met 4 voorbies st aan elke kant middenvoor, strepen, in tricotst en met de gaatjesrand als hiervoor.

Telpatroon

diagram measurements

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Extra 0-1325

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (16)

country flag Patty Walk wrote:

What are the bust measurements for each size of this sweater pattern?

16.04.2024 - 20:38

DROPS Design answered:

Dear Patty, you can find all the relevant measurments of the sweater on the schematic drawing at the bottom of the pattern. The measurements are given in cm's. We suggest, you take a similar sweater that fits the intented wearer and compare. Happy Crafting!

16.04.2024 - 21:31

country flag Kathy Rogers wrote:

I have followed the directions exactly a written and the yoke increases do no work out. Having the three sections at the back and increasing as directed makes the back huge! and much larger than the front.

06.03.2021 - 16:52

DROPS Design answered:

Dear Mrs Rogers, we are sorry to hear you are having some worries, do you want us to help you? Please let us know which size you are working on so that we can help you to understand how to work and increase for the yoke. Happy knitting!

08.03.2021 - 09:55

country flag Donica wrote:

I previously posted as a comment. My question is: can this pattern be knit with a single strand of alpaka yarn to create a lighter weight sweater? My understanding is that this sweater is heavy and made to be worn outdoors.

30.08.2018 - 06:02

DROPS Design answered:

Hi Donica, If you wish to use a lighter garn you will have to work out the knitting tension and then adjust the number of rows and stitches on a row so that the piece has the right measurements. It takes some work, but can be done! Happy knitting!

30.08.2018 - 08:18

country flag Donica wrote:

I am told that alpak a yarn knit with double strands will make a very warm sweater. I have the yarn in this array of gray but wish the sweater to be a lighter weight to be worn indoors as part of an outfit. I love the pattern. Can I knit this sweater with a single strand of each color? How would I convert?

30.08.2018 - 05:48

DROPS Design answered:

Dear Donica, we use here 2 strands to get smoother stripes. You can use instead of 2 strands yarn group A 1 strand yarn group C - read more about alternatives here. Happy knitting!

06.09.2018 - 09:56

country flag A HERVE wrote:

Bonjour, Pour les augmentations 2 (empiècement), faut-il augmenter 1 maille sur les rangs endroits uniquement ou 1m sur l'endroit et 1m sur l'envers? Merci

23.07.2018 - 13:36

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Herve, on augmente pour l'empiècement d'abord tous les rangs (et non tours, correction faite), puis tous les 2 rangs, quand on augmente tous les rangs, on va augmenter alternativement sur l'endroit et sur l'envers, quand on augmente tous les 2 rangs, on augmente seulement sur les rangs sur l'endroit. Bon tricot!

23.07.2018 - 14:40

country flag A HERVE wrote:

Lorsque vous parlez de TOURS pour les augmentations , page 5,est_ce qu' un tour signifie un aller_retour,c'est à dire 2 rangs?1 jeté sur l'endroit tricoté en maille torse sur l'envers? Merci pour votre réponse

16.04.2018 - 10:33

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Hervé, l'empiècement se tricote en allers et retours, quand on augmente, on va tricoter en rangs et non en tours (seules les manches se tricotent en rond ensuite). La correction sera bientôt faite, merci. Bon tricot!

16.04.2018 - 12:18

country flag A HERVE wrote:

Lorsque pour les augmentations p5 vous parlrez de TOURS , est-ce que un tour =un aller retour? Jeté à l'endroit et maille torse tricotée sur l'envers Merci

16.04.2018 - 10:28

country flag Iwona wrote:

Dziękuję!

30.08.2017 - 16:55

country flag Iwona wrote:

Mam też problem z dołem swetra, francuski ściągacz wywija się do góry, co robię żle?

28.08.2017 - 22:11

DROPS Design answered:

Witaj, po zakończeniu pracy należy namoczyć lekko sweter i blokować (naciągnąć zwijający się brzeg i przypiąć szpilkami do materaca lub dywanu i suszyć rozłożony na płasko). To powinno pomóc. POWODZENIA!

29.08.2017 - 18:34

country flag Iwona wrote:

Problem mam w tym miejscu karczka ''Dodawać tak samo 13-17-19-20-21-21 razy w każdym okrążeniu, dalej 8-8-8-10-12-14 razy co 2 okr'', czyli jak dodawać?

28.08.2017 - 22:08

DROPS Design answered:

Witaj Iwono, na karczku dodajemy po 1 oczku w miejscu każdego markera – PATRZ DODAWANIE OCZEK-2 (karczek). Np. w rozmiarze S dodajemy oczka 13 razy w każdym rzędzie (tj. i na prawej i na lewej stronie robótki, w sumie będziemy dodawać oczka na 13 rzędach), dalej dodajemy oczka 8 razy co 2 rzędy (tylko na prawej stronie robótki, tj. 16 kolejnych rzędów) = w sumie dodajemy oczka 21 razy. POWODZENIA!

29.08.2017 - 18:32