DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 26.28€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS Extra 0-1235
DROPS design: Model nr. X-409
Garengroep C of A en A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS ALASKA van Garnstudio
600-700-800-900-1000-1100 gr. kleur nr. 02, naturel

DROPS RONDBREINLD (60 of 80 cm) 5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 17 st x 22 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
U kunt deze trui ook in zijn geheel op rechte breinaalden breien als u dat prettiger vindt.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 26.28€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.7. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

PATROON-1:
Brei A.1 in totaal 2-2-2-3-3-4 keer in de hoogte.
Brei A.4 1 keer in totaal in de hoogte.
Brei A.5 1 keer in totaal in de hoogte.
Brei A.1 1 keer in totaal in de hoogte.
Brei A.5 1 keer in totaal in de hoogte.
Brei A.6 1 keer in totaal in de hoogte en meerder TEGELIJKERTIJD op de laatste nld aan de goede kant 1 st.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder altijd aan de goede kant. Meerder door 1 omsl te maken, brei de omsl gedraaid in de volgende nld om gaatjes te voorkomen. Brei de gemeerderde st mee in het patroon.
----------------------------------------------------------

ACHTERPAND:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld.
U kunt deze trui ook in zijn geheel op rechte breinaalden breien als u dat prettiger vindt.

Zet 83-91-99-107-115-123 st op met rondbreinld 5 mm en Alaska. Brei 1 ribbel in RIBBELST - zie uitleg boven. Brei A.1 met 1 st in ribbelst aan elke kant van het werk. Herhaal A.1 3 keer in totaal in de hoogte. Brei A.2 als volgt (eerste nld = verkeerde kant): 1 st in ribbelst, A.2 tot er 2 st over zijn (= 10-11-12-13-14-15 keer), brei de eerste st van A.2 (zodat het werk gelijk is aan beide kanten) en eindig met 1 st in ribbelst. Als A.2 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan A.3 boven A.2 (eerste nld = goede kant). 1 st in ribbelst, A.3 tot er 2 st over zijn, brei de eerste st van A.3 en eindig met 1 st in ribbelst. Brei de st in ribbelst aan elke kant van het werk in ribbelst tot het werk klaar is. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

Brei A.3 tot het werk 20-21-22-22-23-23 cm meet (pas zo aan dat de laatste nld aan de goede kant is). Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant. Brei dan 7 cm in tricotst met 1 st in ribbelst aan elke kant – pas zo aan dat de laatste nld aan de goede kant is. Brei 1 nld av aan de goede kant en minder TEGELIJKERTIJD 1 st = 82-90-98-106-114-122 st. Brei A.7 met 1 st in ribbelst aan elke kant van het werk. Brei dan PATROON-1 - zie uitleg boven. Kant bij een hoogte van 43-44-45-46-47-48 cm, 3-3-5-5-7-7 st af aan elke kant voor de armsgaten aan het begin van de 2 volgende nld. Nadat de armsgaten zijn afgekant en patroon-1 een keer in de hoogte is gebreid, staan er nog 77-85-89-97-101-109 st op de nld. Brei A.3 tot er 5-5-1-1-5-5 st over zijn en brei dan de eerste 5-5-1-1-5-5 st van A.3. Ga verder in patroon tot het werk klaar is. Zet bij een hoogte van 58-60-62-64-66-68 cm – pas zo aan dat de volgende nld aan de goede kant is – de middelste 25-25-27-27-29-29 st op een hulpdraad voor de hals (= 26-30-31-35-36-40 st over voor elke schouder). Eindig nu elke schouder apart. Kant 1 st af in de volgende nld langs de hals = 25-29-30-34-35-39 st over op de schouder. Kant af bij een hoogte van 60-62-64-66-68-70 cm. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

VOORPAND:
Zet op en brei als het achterpand. Zet bij een hoogte van 51-53-53-55-57 cm – pas zo aan dat de volgende nld aan de goede kant is – de middelste 11-11-13-13-15-15 st op een hulpdraad voor de hals (= 33-37-38-42-43-47 st over voor elke schouder). Eindig nu elke schouder apart. Kant af voor de hals als volgt elke nld langs de hals: 3 keer 2 st, dan 2 keer 1 st = 25-29-30-34-35-39 st over op de schouder. Kant af bij een hoogte van 60-62-64-66-68-70 cm. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

MOUW:
Wordt heen en weer gebreid.
Zet 42-42-42-50-50-50 st op (incl. 1 kant st aan elke kant) met rondbreinld 5 mm en Alaska. Brei 1 ribbel. Brei dan als volgt aan de goede kant: 1 kant st in ribbelst, A.1 tot er 1 st overblijft, 1 kant st in ribbelst. Brei A.1 3 keer in totaal in de hoogte. Brei de kant st in ribbelst tot het werk klaar is. Brei A.2 (eerste nld = verkeerde kant) 5-5-5-6-6-6 keer in totaal in de breedte met 1 kant st in ribbelst aan elke kant van het werk. Als A.2 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan A.3 tot het werk klaar is.

Meerder bij een hoogte van 8 cm 1 st naast de kant st aan elke kant van het werk - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN! Brei de gemeerderde st mee in patroon A.3. Herhaal dit meerderen elke 5-4-3½-4-3½-3 cm nog 8-10-11-9-11-12 keer = 60-64-66-70-74-76 st. Kant af bij een hoogte van 51-50-50-49-48-47 cm (minder cm voor de grotere maten, want deze hebben bredere schouders). Brei nog een mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de linkerschoudernaad dicht.

HALSRAND:
Wordt heen en weer gebreid op de nld. Neem aan de goede kant ongeveer 70-85 st op (incl st op hulpdraden) langs de hals met rondbreinld 5 mm. Brei 2 ribbels. Kant alle st af.

AFWERKING:
Naai de rechterschoudernaad (incl. halsrand) dicht. Naai de mouwen in de trui. Naai de zij- en mouwnaden dicht naast de kant st.

FRANJES:
Knip 3 draden van ongeveer 34 cm lang elk, rijg ze samen door de gaatjes (in A.7), maak een LOSSE knoop op ongeveer 1 cm onder het gaatje in het breiwerk. Maak 1 franje in elke 2e gaatje.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = 2 r samen, 1 omsl
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Extra 0-1235

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (15)

country flag Tina wrote:

For the front, pattern says to bind off on neck edge every row (forming shoulder). How can I do every row? Is it meant as every other row?

17.02.2023 - 16:10

DROPS Design answered:

Dear Tina, the cast off for neck will be worked at the beginning of every row starting from neck (= from RS on right shoulder and from WS on left shoulder), this means on every other row. Happy knitting!

17.02.2023 - 16:21

country flag MURIEL MARTIN wrote:

Pour la manche vous marquez 6 fois A2 alors que sur le modèle il n'y est qu'un fois. pourquoi?

01.02.2021 - 12:03

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Martin, on tricote A.2 6 fois au total en largeur (avec 1 maille lisière au point mousse de chaque côté) et une seule fois au total en hauteur. Bon tricot!

01.02.2021 - 14:52

country flag Isabelle wrote:

Bonjour, "Tricoter ensuite 1 rang end sur l'envers et continuer en jersey avec 1 m point mousse de chaque côté pendant 7 cm, ajuster pour que le dernier rang soit sur l'endroit. Tricoter 1 rang env sur l'endroit," Je ne comprends pas, il faut terminer le jersey par un rang ENDROIT, et ensuite tricoter un rang envers, sur l'ENDROIT ??? Merci de votre aide

14.10.2020 - 10:22

DROPS Design answered:

Bonjour Isabelle, désolée pour la réponse tardive - vous terminez A.3 par un rang sur l'endroit, au rang suivant = sur l'envers, vous tricotez à l'endroit. Puis, vous continuez en jersey pendant 7 cm. Bon tricot!

24.11.2020 - 10:02

country flag Constantin wrote:

Le grammage ne correspond pas à la taille . Pour un s vous proposez 12 pelotes soit 600g et ca ne suffit pas du tout .j ai tout juste pu tricoter 1 manche le devant avec les points indiqués et pour le dos j ai du faire du jersey. J en suis a 30cm et il ne me reste que 3 pelotes. Donc pas assez pour terminer mon pull et de plus je ne trouve plus le même bain de laine. PS mes mesures et aiguilles correspondent. Pensez à revoir a la hausse le nombre de pelotes

02.10.2019 - 15:17

DROPS Design answered:

Bonjour Constantin, tricotez-vous bien avec DROPS Alaska? Comme vous pouvez le voir nous n'avons pas encore eu de tel retour sur ce modèle. C'est donc effectivement étrange, merci de bien vouloir contacter votre magasin en lui faisant parvenir une photo de votre ouvrage, pour qu'il puisse nous transmettre toutes ces informations, merci. Bon tricot!

02.10.2019 - 16:05

country flag Francis wrote:

Korrektur: Hallo! Ich verstehe nicht ganz wie a2 in der Hinreihe gestrickt wird. In der Rückreihe hat man das Muster X-Male bis man 2 Maschen hat, die eine Masche strickt wie die erste Masche der Reihe und die letzte wie immer kraus rechts. Die Hinreihe strickt man genauso oder fängt man mit der 1. Masche sozusagen zwei Mal an, sodass es symmetrisch im Muster ist. Bitte um Erklärung der Hinreihe! Liebe Grüße :)

24.08.2017 - 12:08

country flag Francis wrote:

Hallo! Ich verstehe nicht ganz wie a2 in der Rück-Reihe gestrickt wird. In der Hin-Reihe hat man das Muster X-Male bis man 2 Maschen hat, die eine Masche strickt wie die erste Masche der Reihe und die letzte wie immer kraus rechts. Die Rückreihe strickt man genauso oder fängt man mit der 1. Masche sozusagen zwei Mal an, sodass es symmetrisch im Muster ist. Bitte um Erklärung der Rückreihe! Liebe Grüße :)

24.08.2017 - 12:04

DROPS Design answered:

Lieber Francis, bei der Rückreihe stricken Sie die erste M in A.2 und dann A.2 stricken aber Diagram von links nach rechts bein allen Rückreihen lesen. Viel Spaß beim stricken!

28.08.2017 - 13:03

country flag Bellion Béatrice wrote:

Merci beaucoup pour vos réponses rapide

05.01.2017 - 16:37

country flag BELLION wrote:

Bonjour, ok merci de votre réponse rapide ce qui m'a enduit en erreur c'est que pour le dos il est noté tricoter ensuite A2 ( ier rang = sur l'envers) Merci

05.01.2017 - 14:48

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Bellion, vous avez raison, le 1er rang de a.2 se fait sur l'envers donc au 3ème rang, on lit également de gauche à droite (= 7 m env, 1 m end), et au 4ème rang, de droite à gauche donc on aura: 2 m env, 5 m end, 1 m env. Bon tricot!

05.01.2017 - 16:24

country flag BELLION wrote:

Bonjour, Je voudrais savoir pour le le diagramme A2 si j'ai bien compris 1er rang = env 2eme rang = end 3eme rang = env c'est là que l'on commence avec le 1er point noir 4eme rang = end on commence avec 2 points noirs mise à part le point mousse du début Cordialement merci

04.01.2017 - 17:00

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Bellion, lisez bien les diagrammes en commençant en bas à droite: de droite à gauche sur l'endroit et de gauche à droite sur l'envers, ainsi au 3ème rang = sur l'endroit, on aura 1 m env, 7 m end. Au 4ème rang = sur l'envers: 1 m end, 5 m env, 2 m end et ainsi de suite. Bon tricot!

04.01.2017 - 17:29

country flag Anna Maria wrote:

I diagrammi A6 e A5 dove vanno inseriti? Grazie

15.09.2016 - 00:13

DROPS Design answered:

Buongiorno Anna Maria. Dopo aver lavorato il diagramma A.7, lavora il motivo-1, come spiegato all'inizio del testo. In questo motivo-1 trova quando lavorare i diagrammi A.5 e A.6. Buon lavoro!

15.09.2016 - 07:09