DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 24.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 123-6
DROPS design: Model nr. Z-512.
--------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal: DROPS ALPACA
350-400-400-450-500-550 gr. kleur nr. 2020 eco licht camel mix

DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (80 cm) 3 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 24 st x 32 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS HAAKNLD 2.5 mm – voor de knoopsgatlussen.
DROPS PARELMOER KNOOP nr. 521: 4-4-4-5-5-5 stuks.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 24.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht.

RIBBELST (in de rondte): brei 1 nld recht, brei 1 nld av

PATROON:
Zie telpatroon M.1 (= 28 st). Het telpatroon geeft de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

VERKORTE TOEREN:
Brei verkorte toeren op de voorbiezen aan iedere kant om deze meer elastisch te maken.
* Brei 2 nld recht heen en weer over alleen de 12 voorbies st (of het aantal voorbies st na het meerderen), brei 1 nld over alle st, brei 2 nld recht heen en weer over alleen de voorbies st aan de andere kant *. LET OP! Als u keert midden in het werk, trek dan de draad aan en ga verder als hiervoor.

TIP VOOR HET MINDEREN 1:
Minder voor de hals aan de goede kant als volgt:
Rechter voorpand (= na M.1): 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh.
Linker voorpand (= 2 st voor M.1): 2 st recht samen.

TIP VOOR HET MINDEREN 2:
Minder st gelijkmatig over M.1 in de afkant nld door 2 st recht samen te breien voor u de st afkant.
--------------------------------------------------------

VEST:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld. Zet 200-220-240-268-300-328 st op met Alpaca en rondbreinld 3 mm. Brei 5 nld recht en brei de volgende nld als volgt aan de verkeerde kant: 12 st recht, 1 omsl, * 2 st av, 1 omsl *, herhaal van *-* in totaal 9 keer, brei de st op de nld recht tot er 30 st over zijn, 1 omsl, herhaal van *-* in totaal 9 keer en eindig met 12 st recht = 220-240-260-288-320-348 st. Brei de volgende nld aan de goede kant als volgt: 12 RIBBELST – zie boven, M.1 – zie boven, tricotst tot er 40 st over zijn en eindig met M.1 en 12 ribbelst. Ga zo verder in patroon, tricotst en ribbelst met de voorbiezen (12 ribbelst aan iedere kant) in ribbelst tot het werk klaar is.

Plaats 2 markeerders in het werk, 66-71-76-83-91-98 st vanaf iedere kant middenvoor om de zijkanten aan te geven (achterpand = 88-98-108-122-138-152 st). DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Brei bij een hoogte van 4 cm VERKORTE TOEREN over de voorbiezen aan iedere kant – zie boven! Herhaal de verkorte toeren elke 4 cm tot het werk klaar is. Meerder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 8 cm 1 st aan iedere kant van beide markeerders. Herhaal dit meerderen elke 4.5-5-5.5-6.5-9-9.5 cm in totaal 6-6-6-5-4-4 keer. Minder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 24-25-26-27-28-29 cm 1 st voor de hals naast M.1 op elk voorpand – Zie TIP VOOR HET MINDEREN 1! Herhaal dit minderen iedere 1.5 cm in totaal 14-14-15-15-17-17 keer.

Meerder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 25-26-27-28-29-30 cm 1 st voor de kraag door 1 omsl te maken naast 2 st aan iedere kant van de voorbies. Brei in de volgende nld de omsl recht achter in de st. Herhaal dit meerderen elke 4e nld (dus iedere cm) in totaal 16-17-18-19-20-21 keer, brei de gemeerderde st in ribbelst. Kant bij een hoogte van 35-36-37-38-39-40 cm 6 st af midden onder de mouw aan iedere kant (= 3 st aan iedere kant van de markeerdraad). Brei nu ieder deel apart verder.

ACHTERPAND:
= 94-104-114-126-140-154 st. Kant af voor de armsgaten aan het begin van de nld aan iedere kant als volgt: 1-3-4-6-8-10 x 2 st en 2-2-3-4-6-8 x 1 st = 86-88-92-94-96-98 st. Ga verder in tricotst. Kant bij een hoogte van 52-54-56-58-60-62 cm de middelste 26-26-28-28-32-32 st af voor de hals en brei iedere schouder apart verder. Kant 1 st af langs de hals in de volgende nld = 29-30-31-32-31-32 st over voor iedere schouder. Kant af bij een hoogte van 54-56-58-60-62-64 cm.

LINKER VOORPAND:
Kant af voor de armsgaten aan de zijkant als beschreven voor het achterpand. Ga verder met minderen voor de hals en meerderen voor de kraag. Als alle minderingen en meerderingen gedaan zijn, staan er 67-69-71-73-73-75 st op de nld. Kant bij een hoogte van 54-56-58-60-62-64 cm 39-40-41-42-41-42 st af voor de schouder, minder TEGELIJKERTIJD 10 st gelijkmatig over M.1 – Zie TIP VOOR HET MINDEREN 2 = 28-29-30-31-32-33 st over voor de kraag. Brei de overgebleven st op de nld.

Ga verder met verkorte toeren over de kraag als volgt (begin aan de verkeerde kant): * brei heen en weer over alleen de 14-14-15-15-16-16 st richting middenvoor, brei heen en weer over alle st *, herhaal van *-* tot de kraag 9-9-9.5-9.5-10-10 cm meet op het kortste deel (gemeten vanaf de schouder). Kant alle st af.

RECHTER VOORPAND:
Als het linker voorpand, maar in spiegelbeeld.

MOUW:
Wordt in de rondte gebreid. Zet 52-56-58-60-62-64 st op met breinld zonder knop 3 mm en Alpaca. Brei RIBBELST - zie boven! Ga bij een hoogte van 8 cm ga verder in tricotst. Plaats een markeerdraad aan het begin van de nld. Meerder bij een hoogte van 10 cm 1 st aan iedere kant van de markeerdraad. Herhaal dit meerderen elke 2.5-2.5-2-2-1.5-1.5 cm in totaal 14-15-17-18-20-23 keer = 80-86-92-96-102-110 st.

Kant bij een hoogte van 48-48-47-46-44-44 cm - LET OP! Minder cm voor de grootste maten voor een grotere mouwkop en bredere schouders- 6 st af midden onder de mouw (= 3 st aan iedere kant van de markeerdraad) en brei het werk verder heen en weer op de nld, kant TEGELIJKERTIJD af voor de mouwkop aan het begin van iedere nld aan iedere kant: 4-5-5-4-4-4 x 2 st, 2-2-4-9-12-14 x 1 st, dan 2 st aan iedere kant tot het werk 55-56-56-57-57-58 cm meet. Kant 1 x 3 st af aan iedere kant en kant de overgebleven st af.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden dicht. Naai de mouwen in het lijf. Naai de kraag samen middenachter en naai deze aan het achterpand.
Haak knoopsgatlussen op de rechter voorbies met haaknld 2.5 mm en Alpaca als volgt: 1 v, 5 l, sla 1 cm over, 1 v. Maak de lussen na 4 cm, 10 cm, 16 cm en 22 cm, gemeten vanaf de onderkant van het vest.


Telpatroon

symbols = Recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = Averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = Zet 5 st op een kabelnld en hou deze achter het werk, 5 st recht, 5 st recht van de kabelnld
symbols = Zet 5 st op een kabelnld en hou deze voor het werk, 5 st recht, 5 st recht van de kabelnld
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 123-6

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (62)

country flag Patsy wrote:

In the pattern I’m using it says to knit until the finished measurement. This is below the division for the sleeves on a bottom up pattern (musical night) There are further rows to work before the division is made. What is the finished measurement. I can’t find it anywhere on the pattern. Thank you

15.06.2023 - 15:00

DROPS Design answered:

Dear Patsy, the finished measurements are reached when you cast off the remaining stitches for shoulder. So that you will work stocking st and garter st as before with front bands (12 garter sts each side) in garter st on each front piece + work the short rows on front band on each side on the front pieces until you cast off the stitches. Happy knitting!

15.06.2023 - 15:30

country flag Valeria wrote:

Hi, Many thanks for the very fast reply to my previous questions. On the back piece it says to cast off 29sts for the shoulder, while on the front is 39sts for the shoulder. Is this right? why the difference? Also do I decrease the sts in the M1 when casting off for the shoulder? Thanks

26.03.2021 - 14:00

DROPS Design answered:

Dear Valeria, you will also have 29 sts for the shoulders on front piece: there are 39 sts but you decrease 10 sts over M.1 = 29 sts remain and you cast off these 29 sts - see that video explaining how to decrease and cast off at the same time. So that you will decrease 10 sts evenly in M.1 and at the same time cast off all the 39-10= 29 sts for shoulder. Happy knitting!

26.03.2021 - 14:34

country flag Valeria wrote:

Hi, How do I decrease 10 st evenly on M1. Every how many rows? I found it not very clear from the pattern. Thanks

26.03.2021 - 13:03

DROPS Design answered:

Dear Valeria, work one row from RS decreasing these 10 stitches over M.1 by knitting 2 sts together evenly distributed over the 28 sts in M.1 - this lesson explains how to decrease evenly. Happy knitting!

26.03.2021 - 13:46

country flag Sawnuy wrote:

Danke für die schnelle Antwort. Aber jetzt habe ich das nächste Problem. Was bedeutet " innerhalb der 2 ersten M." Ist es Anfang der Blende nach der 2 ersten M. ? Danke😊 Liebe Grüße

25.10.2019 - 08:12

DROPS Design answered:

Liebe Sawnuy, es wird hier nach den 2 ersten und vor den 2 ersten Maschen der Reihen zugenommen. Viel Spaß beim stricken!

25.10.2019 - 10:00

country flag Sawnuy wrote:

Die Jacke ist sehr schön aber am rückenteil unten stimmt etwas nicht . Sie rollt sich .was kann ich jetzt machen?

23.10.2019 - 07:28

DROPS Design answered:

Liebe Sawnuy, Sie können danach die Jacke mit Stecknadeln auf einer geeigneten Unterlage spannen, anfeuchten (z.B. mit einer Sprühflasche für Blumen) und trocknen lassen, danach entfernen Sie die Stecknadeln, dann sollte sich der Rand nicht mehr rollen. Viel Spaß beim stricken!

23.10.2019 - 08:31

country flag Torill Winnie Kvig wrote:

Hvor mange masker skal det være på kragen når økningen er ferdig på hvert av forsrykkene?

25.03.2018 - 23:20

DROPS Design answered:

Hej Torill, det kommer an på hvilken størrelse du strikker. Se her: Når alle fellinger og økninger er gjort er det 67-69-71-73-73-75 m på p. Når arb måler 54-56-58-60-62-64 cm felles de ytterste 39-40-41-42-41-42 m av til skulder SAMTIDIG som det felles 10 m jevnt fordelt over M.1 – LES FELLETIPS 2! = 28-29-30-31-32-33 m igjen til krage.

04.04.2018 - 14:17

country flag Anna wrote:

Danke für die schnelle Antwort. Beim Rückenteil hat sich - glaube ich - ein Fehler eingeschlichen. Es sollen sicher die mittleren 26-32 Maschen und nicht cm für den Hals abgekettet werden.

21.03.2018 - 11:42

DROPS Design answered:

Liebe Anna, stimmt, Anleitung wird korrigiert, danke für den Hinweis. Viel Spaß beim stricken!

21.03.2018 - 13:47

country flag Anna wrote:

Oh ich sehe gerade, daß ich vergessen habe meine Frage als Frage zu kennzeichnen.

15.03.2018 - 19:15

DROPS Design answered:

Liebe Anna, die Zunahmen sind in jeder 4. Reihe über die Blende gestrickt, dh die verkürzten Reihen werden mitgezählt. Viel Spaß beim stricken!

16.03.2018 - 08:52

country flag Anna wrote:

Das habe ich schon verstanden. Ich wollte nur wissen, ob die verkürzten Reihen mitgezählt werden. Also alle vier Reihen der Randmaschen (bei verkürzten Reihen also eher) oder alle vier Reihen des ganzen Strickteils.

15.03.2018 - 17:13

country flag Anna wrote:

Mitgezählt - ist vielleicht klarer ausgedrückt. ;-)

15.03.2018 - 15:53