DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 42.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 108-21
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materialen: DROPS Alpaca
300-300-350-400-400-450 gr nr. 506, antraciet
300-300-350-400-400-450 gr nr. 8903, zwart

DROPS Sokkenbreinaald en rondbreinaald 5 mm (80 cm) - of de breinld, die u nodig heeft voor een steekverhouding van: 17 st x 22 nld tricotst met 2 draden = 10 x 10 cm.
DROPS Sokkenbreinaald en rondbreinaald 4,5 mm (80 cm) – voor de boordst.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 42.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

Panden: Het werk wordt in het rond gebreid op de rondbreinaald. Zet 160-176-188-208-228-248 st op met rondbreinaald 4,5 mm en 1 draad van beide kleuren. Brei 1 nld av, en brei vervolgens boordst 2 r/2 av. Wissel bij een hoogte van 10 cm naar rondbreinld 5 mm en brei door in tricotst. Minder tegelijkertijd gelijkmatig 12 st in de 1e nld tricotst = 148-164-176-196-216-236 st. Plaats nu 1 merkdraad aan het begin van de nld en na 74-82-88-98-108-118 st (= zijkanten). Let op de steekverhouding! Minder vanaf een hoogte van 12 cm 3 x 1 st aan weerskanten van beide merkdraden (= 4 st minder per nld) op elke 9 cm = 136-152-164-184-204-224 st.
Lees het volgende stukje zorgvuldig door voordat u verder breit!
Meerder vanaf een hoogte van 36 cm 3 x 1 st aan weerskanten van beide merkdraden op elke 5-5-6-6-7-7 cm. Kant tegelijkertijd bij een hoogte van 37-38-39-40-41-42 cm de middelste 16-16-18-18-20-20 st van het voorpand af. Het werk wordt nu heen en weer gebreid. Kant bij een hoogte van 48-49-50-51-52-53 cm 1 st af op het middenvoor aan weerskanten. Kant tegelijkertijd bij een hoogte van 50-51-52-53-54-55 cm 6 st af aan de zijkanten voor de armsgaten (dwz, 3 st aan weerskanten van beide merkdraden). De delen worden afzonderlijk verder gebreid.

Achterpand: = 68-76-82-92-102-112 st. Kant daarbij af voor de armsgaten aan het begin van elke nld als volgt: 1-2-3-4-5-7 x 2 st aan weerskanten en 1-2-2-4-6-6 x 1 st aan weerskanten = 62-64-66-68-70-72 st. Kant bij een hoogte van 68-70-72-74-76-78 cm de middelste 18-18-20-20-22-22 st af voor de hals. Kant in de volgende nld nog 1 st af aan beide halszijden = 21-22-22-23-23-24 st over op elke schouder. Kant bij een totale hoogte van 70-72-74-76-78-80 cm af.

Rechter voorpand: = 25-29-31-36-40-45 st. Kant af voor het armsgat aan de zijkant zoals voor het achterpand. Kant bij een hoogte van 60-61-62-63-64-65 cm 1 st af op het middenvoor. Als het afkanten voltooid is, staan er 21-22-22-23-23-24 st op de nld voor de schouder. Kant bij een totale hoogte van 70-72-74-76-78-80 cm af.

Linker voorpand: Brei zoals het rechter voorpand, maar dan in spiegelbeeld.

Mouwen: De mouwen worden in het rond gebreid op de sokkenbreinld. Zet 44-44-48-48-52-52 st op met sokkenbreinld 4,5 mm en 1 draad van beide kleuren. Plaats 1 merkdraad aan het begin van de nld. Brei 1 nld av. Brei vervolgens boordst 2 r/2 av. Wissel bij een hoogte van 8 cm naar sokkenbreinld 5 mm en brei door in tricotst. Minder tegelijkertijd gelijkmatig 5-3-5-4-6-4 st in de 1e nld tricotst = 39-41-43-44-46-48 st. Meerder vanaf een hoogte van 10 cm 11-12-13-15-16-17 x 1 st aan weerskanten van de merkdraad op elke 3½-3-3-2-2-2 cm = 61-65-69-74-78-82 st. Kan bij een hoogte van 49-48-48-46-45-44 cm 3 st af aan weerskanten van de merkdraad (= 6 st) - NB! De grote maten hebben kortere mouwen omdat de mouwkop langer is en de schouders breder zijn! De mouw wordt nu heen en weer gebreid. Kant vervolgens af voor de mouwkop aan het begin van elke nld als volgt: 3-3-4-4-4-4 x 2 st aan weerskanten en 1-2-2-4-5-7 x 1 st aan weerskanten. Kant daarna steeds 2 st af aan weerskanten tot een hoogte van 56-56-57-57-58-58 cm, en kant dan nog 1 x 3 st af aan weerskanten. Kant de resterende st af. De mouw heeft een totale lengte van 57-57-58-58-59-59 cm.

Col: De col wordt heen en weer gebreid van middenvoor naar middenvoor. Neem 176 tot 224 st op (het aantal moet deelbaar zijn door 4) met rondbreinld 4,5 mm en 1 draad van beide kleuren langs het rechter voorpand, rondom de hals en langs het linker voorpand. Brei 1 nld recht op de verkeerde kant, en brei door als volgt: 1 kantst, boordst 2 r/ 2 av, en eindig met 2 r en 1 kantst. Brei zo door, totdat de boord een hoogte van 10-10-11-11-12-12 cm heeft. Brei steeds de boordst, en plaats tegelijkertijd aan het begin van elke nld 4 st op een hulpnld (of draad). Brei zo door totdat er 36 st aan weerskanten op de hulpnld zitten. Zet alle st terug op de breinld. Brei 1 nld over alle st - en meerder tegelijkertijd 1 st in de eerste 9 rechtpartijen aan weerskanten - als gezien op de goede kant (= 2 r wordt 3 r). Kant in de volgende nld losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht. Leg de twee delen aan de onderkant van de hals op elkaar en zet ze vast.

Afwerken: Naai de mouwen in de trui.

Telpatroon

diagram measurements

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 108-21

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (32)

country flag Gemma wrote:

Hola . Me gustaria hacer este modelo con el hilo alpaca, pero no se tejer en circular,¿es posible hacerlo con 2 agujas que no sean circulares? la medidas son las mismas? ¿como podre hacer loa aumentos y las disminuciones? saludos y gracias

27.04.2023 - 00:00

country flag Jeni S wrote:

Instructions for body piece state: when piece measures 12cm dec 1 st on both sides of MT. The MT has been placed at beg of round after piece measures 10cm, so the MT only has one side. To dec 1 st each side, does this mean dec 1 st at beg and dec 1 st at end of row?

26.02.2023 - 10:19

DROPS Design answered:

Dear Jeni, you have inserted 2 markers and need to decrease on each side of each marker (= 4 decreases). Decrease 1 st at the beginning of the round, then before and after the marker on the other side and finally decrease 1 st at the end of the round. Happy knitting!

26.02.2023 - 20:34

country flag Kirsten Vejerslev Mikkelsen wrote:

Jeg forstår slet ikke slutningen på kraven. "samtidig tages der 1 m ud i hver af de 9 nederste retpartier (set fra retsiden) i hver side. " , hvad skal jeg gøre?

19.04.2022 - 16:21

DROPS Design answered:

Hej Kirsten, du tager 1 maske ud i hver af de 9 nederste retmasker (i ribben) for at kanten skal blive løs. Du ser på billedet at den gerne må være lidt ekstra løs :)

22.04.2022 - 14:09

country flag Annouchka C wrote:

Je suis novice. J'aimerais faire le pull gris col chale mais avec une autre laine. Je voudrais utiliser la drops air. Si j'ai bien compris le mode de calcul : drops alpaca = 167 m pour 50 gr Le pull de base utilise 2 x 350 gr d'alpaca Je peux changer avec drops air 1 fil = 28 gr = 150 m Donc il faut que j'achète combien de pelotes drops air ? Merci beaucoup pour votre aide.

16.02.2022 - 15:03

DROPS Design answered:

Bonjour Annouchka, pas vraiment car le métrage des deux fils est différent, utilisez notre convertisseur (pensez à sélectionner "2 fils" pour Alpaca - et retrouvez la règle de calcul dans cette leçon. 1 pelote Air = 50 g; Bon tricot!

16.02.2022 - 16:36

country flag Seada wrote:

At what point do you sew the shoulder seams? I don't see that in the pattern.

21.06.2021 - 02:15

DROPS Design answered:

Dear Seada, for the shoulders, you sew together the 21-22-22-23-23-24 sts cast onf for each shoulder. Hope this will help. Happy knitting!

21.06.2021 - 08:34

country flag BarbAra Boyer wrote:

Bonjour. When I bind off 18 stitches for the front do then finish the row, knit back to blinded off stitches and just continue with one side of the front? Thank you

07.04.2021 - 15:14

DROPS Design answered:

Dear BarbAra, you can continue knitting, finish that side, and go back, and knit up the other side later. Happy Knitting!

07.04.2021 - 15:38

country flag Deborah wrote:

Sorry I’m still not understanding. You say to K3P2 but on the row the increases are made every stitch is knitted isn’t it? Then you cast off in rib which I still don’t understand? And am I I creasing by 18 stitches?

15.01.2019 - 17:48

DROPS Design answered:

Dear Deborah, the inc are made on a RS row, so that you will get seen from RS the K3 x 9 at the beg and at the end of collar, these sts will be worked P from WS. Yes you are increasing a total of 18 sts (9 sts at the beg of row and 9 sts at the end of row in each of the first K2 sections seen from RS). Happy knitting!

16.01.2019 - 08:04

country flag Deborah wrote:

Hi. I’m at the point of finishing the collar and just need to clarify that I should increase by one stitch on each of the 4 stitch sections of the 36 stitches on each side, giving a total of 18 new stitches on the knit row before the final cast off of K2P2, i.e.: 194 stitches to cast off in the final row? And why do I need to revert to K2P2 on that cast off row when the previous row was K? Many thanks

15.01.2019 - 14:26

DROPS Design answered:

Dear Deborah, you first work back and forth with rib until collar measures 10-12 cm (see size), then continue with rib, but at the same time, slip the first 4 sts at the beg of every row on a thread (work the 4 sts then slip them on a thread) until there are 36 sts on a thread on each side. Now work all sts back on needle and increase 1 stitch in each of the first 9 K sections + 1 stitch in each of the last 9 K section (seen from RS) on each side, so that you will have K3/P2 x 9 then continue with K2/P2 and finish with ribbing K3/P2 x 9. Happy knitting!

15.01.2019 - 16:50

country flag Deborah wrote:

Can I knit this using 1 thread alpaca boucle rather than 2 threads alpaca?

15.12.2018 - 10:24

DROPS Design answered:

Dear Deborah, you can use alpaca blouclè for this pattern, but remember to check your gauge first! Happy crafting!

15.12.2018 - 18:30

Giorgia Margutta wrote:

Hello!Could you please explain me the decreases I have to do in the separate right & left mid front? It only says I must obtain 21 stitches for shoulders starting from 25. Thanks!

20.11.2017 - 13:44

DROPS Design answered:

Dear Mrs Margutta, When piece measures 50 cm, divide piece casting off 6 sts on each side (3 sts on each side of both markers) for armholes = 25 sts remain for each front piece. Decrease for armholes: 2 sts 1 time and 1 st 1 time (= 3 sts dec for armhole), then decrease for neck when piece measures 60 cm. 25 sts (front piece) - 3 sts (armhole) - 1 st (neck) = 21 sts remain. Happy knitting!

20.11.2017 - 16:03