DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 14.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 98-21
Afmetingen: ca 75 x 160 cm
Materialen: DROPS Alpaca van Garnstudio
200 gr nr. 6347, blauwpaars
DROPS Rondbreinld nr. 4,5 of 5 – of de breinld, die u nodig heeft voor de volgende steekverhouding: 20 st x 26 nld tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS Haaknld nr. 3.
Tips: Maak de omslagen in dit patroon heel los, dan wordt de gaatjes duidelijker.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 14.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

Patroon: zie teltekening M.1, M.2 en M.3. De teltekening geeft de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. 1 herhaling van M.2 (= 1 heel blad in de hoogte) = ca 12 cm.
NB: Als u bij een leeg hokje in de teltekening komt, slaat u dit over en breit u van rechts naar links na het volgende hokje op dezelfde regel.

Sjaal: Begin boven aan de sjaal – aan de halskant en brei naar beneden. Brei heen en weer op de rondbreinld om genoeg ruimte te hebben voor alle steken.
Zet 7 st op (laat ca 1 m draad hangen, dit heeft u later nodig). Brei M.1 – brei de 2 st aan weerskanten r in elke nld en tricotst op alle naalden in het midden van de sjaal. Als M.1 is gebreid staan er totaal 71 st op de breinld. Brei door volgens M.2, brei vervolgens door met dit patroon tot een hoogte van ca 50 cm gemeten in het midden – d.w.z. na en volledige herhaling van het patroon (= een heel blad). Brei door volgens M.3 (= de 2 laatste nld van teltekening M.2, en herhaal deze 2 nld zodat er een verticale rij gaatjes ontstaat) – maak steeds de omsl in elke 2e nld aan weerskanten en aan weerskanten van de middelste st. Brei M.3 tot dezelfde hoogte als 1 herhaling van M.2 = ca 12 cm. Brei nog 1 herhaling van M.2. Brei vervolgens 4 nld r over alle st, 3 nld tricotst en hierna 1 nld r op de verkeerde kant – ga op het hele werk door met de meerderingen aan weerskanten van de middelste st.
Kant losjes af.

Afwerken: Haak 3-4 l met de draad van het begin van de sjaal om deze te verstevigen. Haak vervolgens 1 v in de middelste st van de sjaal, 3-4 l en eindig met 1 hv ca 1 cm vanaf het midden.
Haak langs beide schuine kanten als volgt:
1 v, * 3 l, ca 1 cm overslaan, 1 v *, herhaal steeds *-*.
Pers de sjaal voorzichtig zodat het ajourpatroon mooi tot zijn recht komt.

Telpatroon

symbols = recht op de goede kant, averecht op de verkeerde kant
symbols = averecht op de goede kant, recht op de verkeerde kant
symbols = 1 omslag
symbols = 2 st r samen breien
symbols = haal 1 st r van de nld af, 1 r, haal de afgeh st daarover
symbols = haal 1 st r van de nld af, 2 st r samen breien, haal de afgeh st daarover
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 98-21

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (99)

country flag Nicole wrote:

Vielen herzlichen Dank für diese schöne Anleitung. Ich habe nun fast das Ende erreicht (82 % aller Maschen und somit in der letzten M2 Partie nach M3). Es war mein erstes Lace-Tuch und es hat sehr viel Spass gemacht. Ich fand die Anleitung sehr verständlich und das Muster sehr schön. Ich hoffe, dass ich den Hälelrand auch noch meistere. Aber falls nicht, hilft ihr einem ja auch toll weiter. Danke Nicole

21.08.2016 - 01:06

country flag Angela Borner wrote:

Hallo, ich habe eine Frage - in der Anleitung steht, man beginnt mit 7 Maschen oben am Hals. Durch die Zunahmen wird das Tuch aber doch immer weiter und die grade Kante ist unten und die Spitze oben? Oder habe ich da einen Denkfehler?

06.04.2016 - 15:22

DROPS Design answered:

Liebe Abgela, aus den 7 Maschen entsteht ein kleines Dreieck, dass dann immer weiter wächst. Der Beginn ist wirklich oben hinten im Nacken. Wenn Sie der Anleitung folgen, sehen Sie recht bald, wie die Form entsteht.

07.04.2016 - 07:14

country flag Regina Kircher wrote:

Habe ein Problem mit Muster M2. Bei der Zunahme muss ich doch die 3 zusammengestrickten Maschen nach einigen Reihen ins Muster links und rechts und auch bei der Mittelmasche beidseitig neu integrieren, ich weiß nur nicht, an welcher Stelle. Wenn ich einfach nur M2 stricke, erhalte ich ja einen großen musterfreien Platz, der im Foto aber ausgefüllt ist. Wäre sehr froh über eine Nachricht, liebe Grüße Regina

22.02.2016 - 14:50

DROPS Design answered:

Liebe Regina, beziehen Sie sich auf die weissen Stellen im Diagramm? Die haben wir nur der Darstellung halber gemacht, die existieren eigentlich nicht. Stricken Sie einfach in der entsprechenden Reihe weiter, wie wenn es diese unausgefüllte Fläche gar nicht gäbe.

02.03.2016 - 16:38

Christine Rohde wrote:

Question about assembly: I am confused about how to use the yarn end from cast on to crochet the border on both sides of the middle stitch. Do I use the yarn end for one side and then start a new strand of yarn for the other side of the middle stitch and for the long sides? Do I use the same yarn end and go all the way around? Thanks!

23.01.2016 - 12:32

DROPS Design answered:

Dear Mrs Rohde, you work a crochet edge along 3 sides of shawl starting at cast on edge, then to the tip, along both diagonales, and back to the cast-on edge. Happy knitting!

25.01.2016 - 11:09

country flag Christine Rohde wrote:

Great pattern! I am confused about the last few rows before the bind off. It says to knit 4 rows in garter, then 3 rows in stockinette, then knit 1 from the WS - "continue the inc as before..." When do I continue the increase and does it mean repeat M3 one more time after the K1 from the WS? I am confused about that. Thanks.

22.12.2015 - 05:34

DROPS Design answered:

Dear Mrs Rohde, while working the last 4 rows in garter st + 3 rows in stocking st + K1 from RS you have to inc as before: 1 st after the 2 edge sts at beg of row + 1 st on each side of mid st + 1 st before the last 2 edge sts at the end of row = 4 sts every row from RS. Happy knitting!

22.12.2015 - 10:52

country flag Saskia Snijders wrote:

Ik heb het patroon doorgelezen maar ben vanaf de eerste regel de kluts kwijt. Is er iemand die het duidelijk kan maken hoe ik van 7 steken naar 71 ga. Alvast bedank.

07.11.2015 - 15:38

DROPS Design answered:

Hoi Saskia. Je breit het telpatroon M.1, die vind je onderaan het patroon. Je hebt 7 st en breit dus (eerste rij): 2 r (rand die in r worden gebreid op alle naalden) 1 omsl, 1 r, 1 omsl, 1 r (midden), 1 omsl, 1 r, 1 omsl en 2 r. Je hebt nu de 7 st gebreid en 4 omslagen gemaakt = +4 st en je hebt nu 11 st op de nld. Brei zo verder tot M.1 één keer in de hoogte is gebreid en je hebt 71 st. Lees hier hoe je onze telpatronen moet lezen en breien

09.11.2015 - 12:07

country flag Riet wrote:

Prachtige omslagdoek, ik ga hem nu al voor de 4e keer breien.....mijn moeder is weer aan een nieuwe toe....

17.10.2014 - 20:21

country flag Lucia wrote:

El graf. M.3, emp. Con 2d,1h, (6d ) 1h,3pj,1h.en la sig. Ya no seran 6 sino 7d, luego 8d, esta seria la 5ta. Vuelta. justo aqui dentro de los 8d, puedo emp. Una nueva vena osea los 3 puntos juntos? O en que numero de vuelta del graf. Tengo que empezar 1h,3pjd,1h.

21.11.2013 - 01:01

DROPS Design answered:

Hola Lucía! El dibujo es 5 d., 1 HEB, 3 pjd, 1 HEB. . Puedes añadir un dibujo nuevo cuando tienes suf pts para ello. El resto de los pts se trabaja en pt jersey.

26.11.2013 - 12:18

country flag Lucia wrote:

El graf. M.3, emp. Con 2d,1h, (6d ) 1h,3pj,1h.en la sig. Ya no seran 6 sino 7d, luego 8d, esta seria la 5ta. Vuelta. justo aqui dentro de los 8d, puedo emp. Una nueva vena osea los 3 puntos juntos? O en que numero de vuelta del graf. Tengo que empezar 1h,3pjd,1h.

20.11.2013 - 19:12

country flag Lucia wrote:

Tengo una duda ya termine el grafico M.3, empezare otro M.3 pero ya tengo 8 ptos, cojo los 3 primeros para hacer 3ptos juntos como el grafico o necesito mas puntos?

18.11.2013 - 16:47

DROPS Design answered:

Hola Lucia. Me temo que no entiendo bien tu pregunta. Puedes especificar por favor que parte del patrón estas trabajando.

19.11.2013 - 13:09