DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.70 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 14.10€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS 156-34
DROPS design: Model nr. ks-097
Garengroep A
--------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS KID-SILK van Garnstudio
75-75-100-100-100-125 gr. kleur nr. 05, heide

DROPS RONDBREINLD (60 of 80 cm) 3,5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 23 st x 45 nld in ribbelst = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.70 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 14.10€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Het telpatroon laat het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.
Het is belangrijk dat het patroon gelijk is aan elke kant van het werk, brei daarom de eerste nld in het telpatroon aan het einde van de eerste nld aan de goede kant en aan het einde van de tweede nld aan de verkeerde kant. Dus alle nld waar st samen worden gebreid en omsl worden gemaakt, worden altijd aan het einde van de nld gebreid. Het aantal st in het telpatroon varieert van 7 tot 12.

VERKORTE TOEREN:
Brei 6 nld over alle st, * brei tot de markeerder aan een kant, keer, trek de draad aan en brei de rest van de nld. Brei 1 nld over alle st, keer, brei tot de markeerder aan de andere kant, keer, trek de draad aan en brei de rest van nld. Brei 5 nld over alle st *, herhaal van *-*.
Dus brei 6 nld (= 3 ribbels) over de middelste 90-96-102-106-112-116 st en 8 nld (4 ribbels) over de st aan elke zijkant in elke herhaling.
----------------------------------------------------------

BOLERO:
Wordt zijdelings gebreid, heen en weer op de rondbreinld. Begin met de rechtermouw, zet st op voor het achterpand en de kraag aan beide kanten van het werk en kant dan weer af voor de linkermouw. Vouw het werk dubbel en de mouw- en zijnaden dicht.

Zet 74-78-82-88-92-96 st op met 2 draden Kid-Silk en rondbreinld 3,5 mm. Verwijder 1 draad en brei in RIBBELST - zie uitleg boven! DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Zet bij een hoogte van 17 cm (= mouw) losjes 34-37-40-41-44-46 nieuwe st op aan elke kant aan het einde van de volgende 2 nld = 142-152-162-170-180-188 st. Plaats 1 markeerder in het werk 26-28-30-32-34-36 st vanaf elke kant middenvoor om de zijkanten aan te geven (= 90-96-102-106-112-116 st tussen de markeerders). Brei dan A.1 over de buitenste 7 st aan elke kant van het werk – LEES PATROON – en ribbelst over de overgebleven st – brei TEGELIJKERTIJD in VERKORTE TOEREN – zie uitleg boven.
Brei tot een hoogte van ongeveer 71-73-75-77-79-81 cm (vanaf de opzetrand), pas zo aan dat het na 1 hele herhaling van A.1 is, en kant dan losjes 34-37-40-41-44-46 st af aan elke kant aan het begin van de volgende 2 nld = 74-78-82-88-92-96 st. Ga verder in ribbelst over de mouw. Kant als de mouw 17 cm meet losjes af met 2 draden. Het werk meet ongeveer 88-90-92-94-96-98 cm.

AFWERKING:
Vouw de bolero dubbel. Naai de mouw- en zijnaden samen in de buitenste lusjes van de kant st en zorg dat de naad niet te strak wordt.

Telpatroon

symbols = r aan de goede kant, r aan de verkeerde kant (= ribbelst)
symbols = 1 omsl tussen 2 st, brei in de volgende nld de omsl recht
symbols = 2 r samen
symbols = kant deze st af
symbols = breirichting
symbols = vouw
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 156-34

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (58)

country flag Carolin wrote:

Hallo, tut mir leid, aber ich verstehe das Musterdiagramm A1 nicht so ganz. Sind es 10 Reihen (also 5 hin und 5 zurück) oder 10 Hinreihen und dazwischen immer eine Reihe rechts, also insgesamt 20 Reihen?

24.03.2018 - 14:21

DROPS Design answered:

Liebe Carolin, es sind insgesamt 10 Reihen, denn es sind alle Reihen (Hin- und Rück-Reihen) im Diagramm eingezeichnet. Viel Spaß beim Stricken!

02.04.2018 - 10:08

country flag Albouy wrote:

Faut’il vraiment 75g de laine pour tricoter une taille s? Cela me parait peu Merci

06.03.2018 - 17:04

DROPS Design answered:

Mme Albouy, oui, ca suffit. Bon travail!

06.03.2018 - 18:12

country flag Albouy wrote:

Faut’il vraiment 75g de laine pour tricoter une taille s? Merci

06.03.2018 - 16:58

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Albouy, tout à fait, à condition de bien respecter l'échantillon en largeur et en hauteur, il faudra 75 g Kid-Silk en taille S. Bon tricot!

07.03.2018 - 09:09

country flag Kim Swanson wrote:

I don’t understand if this pattern is worked throughout with one strand of yarn or two. Cast on with two but let one go? I looked above but don’t see explanation. Thanks for your help.

22.12.2017 - 18:00

DROPS Design answered:

Hi Kim, You cast on with 2 strands to make the cast on edge more elastic and then work on with just 1 strand. Happy Christmas!

24.12.2017 - 07:08

country flag Rachael Wenz wrote:

Apologies for still being confused. Do I make only 8 rows of short rows or do I make approx. 168 rows of short rows--that is, all the rows of the body section between the sleeves (after casting on after sleeve 1 and for whole body before binding off before starting sleeve 2)? Thank you in advance.

09.12.2017 - 04:06

DROPS Design answered:

Dear Rachael, each short row repeat is 6 rows. You need to repeat this 6 row until the piece will be 71-73-75-77-79-81 cm. I hope this helps. Happy knitting!

10.12.2017 - 01:14

country flag Rachael Wenz wrote:

Re DROPS Mathilde Bolero: Despite reading Comments & Q/As, I still don't know if the short rows occur only in the first iteration of A1 lace schematic. Oreo they continue for the rest of the sweater? I made a cloth model but it hasn't reassured me that I should stop with short rows once I've done the 6 rows (3 ridges) over middle stitches and the 8 rows (4 ridges) on the side stitches. Please clarify. Thank you so very much!

28.11.2017 - 02:43

DROPS Design answered:

Dear Mrs Wenz, short rows are worked from the new sts cast on on each side at the same time as you will work A.1 until you will have to cast off the sts on each side. Happy knitting!

28.11.2017 - 09:20

country flag Veronica Bakker wrote:

Ik wil het patroon zo aanpassen dat ik langs de mouwen ook kant heb, en dan met de punt op de vouw. Hoe kan ik dat het beste doen?

04.09.2017 - 17:56

DROPS Design answered:

Hoi Veronica, Het patroon is niet zo ontworpen dat je dit makkelijk kunt doen, maar je zou evt, als het werk verder klaar is, steken op kunnen nemen rondom de mouw en dan het kantpatroon a.h.w. in omgekeerde richting breien. Let er op dat je dan de steken ook andersom moet doen, dus waar er geminderd wordt, moet er nu gemeerderd worden, omdat je het andersom breit. (Evt. eerst even op een proeflapje proberen hoe dit uitpakt.) Het aantal steken moet dan deelbaar zijn door de breedte van het kantpatroon.

04.11.2017 - 16:04

country flag VU Anna wrote:

Bonjour Madame, Pourriez-vous m'indiquez combien de mailles dois-je prendre si je souhaite tricoter ce modèle avec les aiguilles n° 5. Je vous remercie sincèrement pour votre réponse.

24.07.2017 - 16:16

DROPS Design answered:

Bonjour Anna, je vous conseille de faire un echantillon 10x10 cm pour voir combien de mailles vous avez besoin pour 10 cm (en longueur). Esuite vous devriez multiplier le nombre de mailles obtenu en se referant aux mesures dans le schemat en bas de page pour votre taille. Bon tricot!

25.07.2017 - 10:53

Linda wrote:

I am confused about the short rows and diagram A.1. Do I work them both at the same time or one after the other through the pattern? Also, if working them together patter says 4 ridges over side stitches but there is 10 rows to diagram A.1.? Help! Please be very specific in you instructions. Thank you so much! Linda..:)

12.06.2017 - 17:28

DROPS Design answered:

Hi Linda, yes, the pattern isn't very clear on this. You work A1 over the outermost 7 stitches on both sides of the piece, which gives you the lace pattern down the diagonal sides. The short rows (at the same time as A1) are worked in garter stitch (6 rows of short rows) as described at the top of the text, where the short rows alternate from the left and right side so that the sides are even. After the short rows have been completed, follow the text for completing the garment. I hope this helps, Kind regards, Deirdre

13.06.2017 - 08:32

country flag Colleen wrote:

I have a question on the Short Rows. Please explain how many repeats for each side. Thank you.

05.02.2017 - 03:33

DROPS Design answered:

Dear Colleen, when working the short rows, you have 6 rows (= 3 ridges) over the middle sts and 8 rows (4 ridges) on each side. Repeat the short rows until stated measurement for your size, adjusting after a whole repeat of A.1 in height. Happy knitting!

06.02.2017 - 10:07