DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 2.10 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 14.70€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Flocking Gulls Jacket

Gebreid vest met raglan in DROPS Muskat. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met kantpatroon en korte mouwen. Maat: S - XXXL

DROPS 210-16
DROPS design: Patroon nr. R-769
Garengroep B
----------------------------------------------------------

MAAT:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS MUSKAT van garnstudio (behoort tot garengroep B)
350-350-400-450-500-500 g kleur 18, wit

STEKENVERHOUDING:
21 steken in de breedte en 28 naalden in de hoogte in tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4 mm
DROPS RONDBREINAALD 4 mm : Lengte 40 en 80 cm voor tricotsteek/kantpatroon.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3 mm
DROPS RONDBREINAALD 3 mm : Lengte 80 cm voor de boordsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met een kleinere naald.

DROPS PARELMOERKNOOP GEBOGEN (wit), NR 521: 7-7-8-8-8-8 stuks

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 2.10 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 14.70€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.4. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld):
Zo berekent u hoe vaak er gemeerderd moet worden, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 110 steken), minus de biezen (= dus 12 steken) en deel de overgebleven steken door het aantal te maken meerderingen (dus 13) = 7.5.
In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na afwisselend iedere 7e en 8e steek, meerder niet over de biezen. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (geldt voor de zijkanten van het lijf):
Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt.
Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, 1 omslag, 4 recht (de markeerdraad is in het midden van deze steken), 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

RAGLAN:
Meerder 1 steek aan elke kant van de 3 rechte steken in iedere overgang tussen het voor-/achterpand en de mouwen (= 8 steken gemeerderd op de naald). Meerder aan de binnenkant van de markeerdraad en de 2 rechte steken op de mouwen en meerder aan de binnenkant van de markeerdraad en de 1 steek recht op de voorpanden en het achterpand.
Meerder 1 steek door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in patroon/tricotsteek.

VOORBIES:
Om de voorbies gelijkmatig te maken en niet uit te rekken in de lengte t.o.v. de rest van het kledingstuk is het belangrijk om het garen een beetje aan te trekken als u de voorbiessteken aan elke kant breit. Als de voorbies nog steeds langer is dan de rest van het kledingstuk, brei dan verkorte toeren door aan de goede kant te beginnen als volgt:
Brei in patroon zoals hiervoor tot de voorbies aan het einde van de naald, keer het werk, trek de draad aan en brei terug op de verkeerde kant tot de voorbies aan het einde van de naald, keer het werk, trek de draad aan. Brei dan patroon heen en weer gebreid over alle steken op de naald.
Herhaal de verkorte toeren ongeveer iedere 6 cm.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt!
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad en brei 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.

TIP VOOR HET AFKANTEN:
Om een strakke afkantrand te voorkomen kunt u een naald in een maat groter gebruiken. Als dit nog steeds te strak is, maak dan 1 omslag na ongeveer iedere 5e steek en kant deze af als normale steken.

KNOOPSGATEN:
Minder voor de knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt). Minder aan de goede kant als er 5 steken over zijn op de naald als volgt: Maak 1 omslag, brei de volgende 2 steken recht samen brei de rest van steken in de voorbies. Brei op de volgende naald de omslag recht om gaatjes te maken.
Minder voor het eerste knoopsgat als de boordsteek in de hals ongeveer 1½-2 cm meet. Minder dan voor de volgende 6-6-7-7-7-7 knoopsgaten met ongeveer 6½-6½-6-6½-6½-7 cm tussen elk.

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

VEST - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Brei de halsrand en de pas heen en weer gebreid op de rondbreinaald vanaf midden voor, brei van boven naar beneden. Verdeel nu de pas voor het lijf en de mouwen. Brei het lijf heen en weer op de rondbreinaald, van boven naar beneden. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald, van boven naar beneden.

HALSRAND:
Zet 110-115-120-125-130-135 steken op (inclusief 6 voorbiessteken aan elke kant richting midden voor) op rondbreinaald 3 mm met Muskat. Brei 1 naald averecht (= verkeerde kant). Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: Brei A.1 (= 6 steken), * 3 recht, 2 averecht *, herhaal van *-* tot er 9 steken over zijn op de naald, 3 recht en eindig met A.2 (= 6 steken). Ga zo verder met boordsteek voor 1½-2 cm – denk om de knoopsgaten op de rechter voorbies – lees uitleg hierboven.
Als de boordsteek klaar is, brei dan 1 naald recht aan de goede kant (brei de voorbiessteken zoals hiervoor) en meerder 13-8-11-6-17-20 steken verdeeld - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 = 123-123-131-131-147-155 steken. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant (brei de omslagen gedraaid averecht en brei de biezen zoals hiervoor).
Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Voeg 1 markeerdraad in na de voorbies op het begin van de naald midden voor, meet de pas vanaf deze markeerdraad!

PAS:
Voeg nu 4 markeerdraden in het werk als volgt: Voeg een markeerdraad in 24-24-25-25-27-28 steken vanaf elke kant (= in de overgang tussen de voorpanden en de mouw), voeg de volgende 2 markeerdraden in na 19-19-21-21-25-27 steken vanaf de markeerdraad aan elke kant (= in de overgang tussen de mouwen en het achterpand). Er zijn nu 37-37-39-39-43-45 steken voor het achterpand tussen de laatste 2 ingevoegde markeerdraden in het werk.
Begin op de volgende naald met meerderen voor de RAGLAN – lees uitleg hierboven, en brei tegelijkertijd in patroon als volgt:
Brei het linker voorpand als volgt:
Brei A.1 over de eerste 6 steken – lees VOORBIES, 2 recht, begin op de 1e steek in A.3 en brei zoveel steken van het patroon als waar ruimte voor is over de volgende 15 steken, brei 1-1-2-2-4-5 steken recht, de markeerdraad is hier.
Brei de linker mouw als volgt:
2-2-3-3-5-6 recht, begin op de 1e steek in A.3 en brei zoveel steken van het patroon als waar ruimte voor is over de volgende 15 steken, brei 2-2-3-3-5-6 steken recht, de markeerdraad is hier.
Brei het achterpand als volgt:
Brei 1-1-2-2-4-5 steken recht, begin op de 1e steek in A.3 en brei zoveel steken van het patroon als waar ruimte voor is over de volgende 35 steken, brei 1-1-2-2-4-5 steken recht, de markeerdraad is hier.
Brei de rechter mouw als volgt:
Brei 2-2-3-3-5-6 steken recht, begin op de 1e steek in A.3 en brei zoveel steken van het patroon als waar ruimte voor is over de volgende 15 steken, brei 2-2-3-3-5-6 steken recht, de markeerdraad is hier.
Brei het rechter voorpand als volgt:
Brei 1-1-2-2-4-5 steken recht, begin op de 6e steek in A.3 en brei zoveel steken van het patroon als waar ruimte voor is over de volgende 15 steken, 2 recht, A.2 over de laatste 6 steken - denk om de VOORBIES. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

LEES HET VOLGENDE DEEL HELEMAAL DOOR VOORDAT U VERDER BREIT – meerder voor de raglan en brei patroon als volgt:

Meerder voor de raglan iedere andere naald 20-24-27-30-32-35 keer in totaal, meerder dan 1 keer op de voorpanden en het achterpand (maar meerder niet op de mouwen) = 287-319-351-375-407-439 steken.
TEGELIJKERTIJD als u steken meerdert, er is ruimte voor meer herhalingen met het kantpatroon richting elke raglan. Er moeten altijd 2-2-3-3-5-6 rechte steken zitten tussen de meerderingen voor de raglan en de buitenste omslag richting de raglan op de 5e en 15e naald in A.3.
Als A.3 een keer in de hoogte is gebreid, herhaal dan het telpatroon 1 keer in de hoogte. Brei dan A.4 (= 10 steken) over A.3, en brei zoveel kantpatronen als mogelijk is richting iedere raglan bij het meerderen van steken.
Als A.4 in de hoogte is gebreid, ga dan verder met tricotsteek (en voorbiessteken zoals hiervoor) tot de gewenste afmetingen. Als alle meerderingen klaar zijn, meet het werk ongeveer 15-18-20-22-24-26 cm. Ga verder met breien tot het werk 18-20-22-24-26-28 cm meet.

Verdeel nu werk voor het lijf en mouwen. In maat S, M en L verdeelt u het werk voor het lijf op de markeerdraden en in maat XL, XXL en XXXL breit u 1-3-4 steken vanaf elke kant van de mouw op het voor- en achterpand.
Brei de volgende naald op de verkeerde kant als volgt: Brei de eerste 45-49-53-57-63-68 steken (= rechter voorpand), zet de volgende 59-67-75-79-83-89 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 10-10-10-12-12-14 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw), brei de volgende 79-87-95-103-115-125 steken (= achterpand), zet de volgende 59-67-75-79-83-89 steken op een hulpdraad (= mouw), zet 10-10-10-12-12-14 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw), brei de overgebleven 45-49-53-57-63-68 steken (= linker voorpand). Brei dan het lijf en de mouwen apart verder. MEET NU HET WERK VANAF HIER!

LIJF:
= 189-205-221-241-265-289 steken. Voeg 1 markeerdraad in 50-54-58-63-69-75 steken in vanaf elke kant (= 89-97-105-115-127-139 steken tussen de markeerdraden op het achterpand). Neem de markeerdraden mee in de hoogte tijdens het breien; ze worden later gebruikt bij het meerderen en minderen in de zijkanten.
Ga verder heen en weer gebreid met tricotsteek en voorbiessteken. Minder bij een hoogte van 3 cm vanaf de scheiding, 1 steek aan elke kant van de markeerdraden - lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo ongeveer iedere 2½ cm 4 keer in totaal = 173-189-205-225-249-273 steken. Bij een hoogte van 14 cm vanaf de scheiding in alle maten, meerdert u 1 steek aan elke kant van de markeerdraad - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Herhaal het meerderen bij een hoogte van 16 cm = 181-197-213-233-257-281 steken. Bij een hoogte van 21 cm vanaf de scheiding, meerdert u 14-18-22-22-28-34 steken verdeeld = 195-215-235-255-285-315 steken. Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Brei boordsteek als volgt: A.1 over de eerste 6 steken, * 3 recht, 2 averecht *, brei van *-* tot er 9 steken over zijn, 3 recht, A.2 over de laatste 6 steken. Als de boordsteek 2 cm meet, kant dan af met recht boven recht en averecht boven averecht - lees TIP VOOR HET AFKANTEN. Het vest meet ongeveer 46-48-50-52-54-56 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUWEN:
Zet de 59-67-75-79-83-89 steken van de hulpdraad aan een kant terug op een korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop maat 4 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de 10-10-10-12-12-14 nieuw opgezette steken in de zijkant onder de mouw = 69-77-85-91-95-103 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de nieuwe steken onder de mouw. Neem de markeerdraad mee in de hoogte tijdens het breien. Gebruik de markeerdraad later bij het minderen onder de mouw.
Brei in tricotsteek in de rondte. Als de mouw 3-3-3-3-2-2 cm meet vanaf de scheiding, minder dan 1 steek aan elke kant van de markeerdraad - denk om TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo ongeveer iedere 3-2-1½1-1-1 cm 5-6-7-7-7-5 keer in totaal = 59-65-71-77-81-93 steken. Als alle minderingen klaar zijn, brei dan in tricotsteek tot de mouw 16-14-13-11-10-8 cm meet (minder voor de grotere maten vanwege een langere pas) - of tot de gewenste lengte. Brei 1 naald recht en meerder 1-0-4-3-4-2 steken verdeeld = 60-65-75-80-85-95 steken. Brei verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm. Brei boordsteek (3 recht/2 averecht) in de rondte voor 2 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht - denk om TIP VOOR HET AFKANTEN. Brei de andere mouw op dezelfde wijze.

AFWERKING:
Naai de knopen op de linker voorbies.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken. Brei op de volgende naald de omslagen averecht om gaatjes te maken
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = haal 1 steek recht af, brei 2 steken recht samen, haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 210-16

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (16)

country flag Christine wrote:

Merci pour vos réponses et votre rapidité, j'ai compris.

16.02.2022 - 12:49

country flag Christine wrote:

Suite : 2. RAGLAN : le 1er paragraphe dit "1 maille de part et d'autre des 3 mailles" et le 2nd dit "+ 2 mailles" et "+ 1 maille". Comment l'intégrer dans MANCHE GAUCHE et la suite ?

16.02.2022 - 10:59

DROPS Design answered:

Bonjour Christine, les augmentations se font différemment sur le dos/devants et les manches; pour les manches vous tricotez ainsi au début de la manche (après le fil marqueur: 2 mailles endroit, 1 jeté (= augmentation); tricotez jusqu'à ce qu'il reste 2 mailles avant le fil marqueur et faites 1 jeté (= augmentation). Vous avez ainsi augmenté 2 mailles pour la manche. Bon tricot!

16.02.2022 - 11:36

country flag Christine wrote:

EMPIECEMENT: je commence à augmenter pour le raglan ET je tricote en même temps le point fantaisie. Je suis sur le premier rang et ça bloque : 1. DEVANT GAUCHE : diagramme sur 10 mailles, plus la moitié du diagramme pour arriver à 15 (m end sur 4 rgs) ? "2 m end en commençant par 1e m de A3" ? comprends pas

16.02.2022 - 10:58

DROPS Design answered:

Réponses dans le désordre =) Tricotez le devant gauche ainsi: 6 mailles de A.1, 2 m endroit, A.3 (= commencez par la 2ème maille = tricotez les 9 dernières mailles + les 6 premières mailles = 15 mailles), 1 à 5 mailles endroit (augmentez pour le raglan lorsqu'il reste 1 maille avant le fil marqueur). Pour les manches, tricotez A.3 sur 15 mailles ainsi: les 10 mailles du diagramme + les 5 premières. Bon tricot!

16.02.2022 - 11:40

country flag Christine wrote:

Ma question fait moins de 500 caractères mais il la refuse et me dit que c'est trop long ?

16.02.2022 - 10:57

country flag Loulou wrote:

Pourquoi changer la description de A.1 au tout début du col (grandeur Large). Vous indiquez 3 m., endr. et 2 m. envers., ce qui fait un motif de 5 mais le diagramme montre des côtés 2 - 4 = 6m. Pourquoi ? et terminer avec À.2 on fait le motif indiqué 4-2 ou un 2 env. 3 endroits. Je suis un peu perplexe ? Pouvez-vous m'éclairer SVP

07.09.2020 - 21:51

DROPS Design answered:

Bonjour Loulou, en L vous allez tricoter ainsi les 120 mailles: A.1 (= 6 mailles = 4 mailles endroit, 2 mailles envers), tricotez ensuite en côtes 3 mailles endroit/2 mailles envers jusqu'à ce qu'il reste 9 mailles, terminez par 3 mailles endroit et par A.2 (= 2 mailles envers, 3 mailles endroit). J'espère que cette description vous permettra de mieux comprendre comment tricoter le col. Bon tricot!

08.09.2020 - 10:21

country flag Louise Regal wrote:

Jeg er ved at sætte mærke tråde i str. S jeg 123 masker og sætter mærke tråde efter forkanten . Først 24 ind hver side så 19 ind hver side . Så står der at der skal være 37 masker . Jeg har 25 . Kan ikke lade sig gøre med 123 masker . Hvad er der galt .

15.06.2020 - 09:53

DROPS Design answered:

Hei Louise. Du har 123 masker. 1. og 3. merke settes på den ene side, mens 2. og 4. maske settes på den andre siden. Sett 1. merke 24 masker til høyre og 2. merke 24 masker til venstre (det er da 48 masker mellom merkene. Så setter du 3. merke 19 masker fra 1. merke og 4. merke setter du 19 masker fra 2. merke. Det er da 37 masker mellom 3. og 4. merke. mvh DROPS design

15.06.2020 - 12:06

country flag Sybille wrote:

Liebes Drops-Team, eine Frage zu den Knopflöchern. Sie beschreiben, dass die Hinreihe bis auf 5 Maschen zu Ende gestrickt werden soll und das Knopfloch eingearbeitet wird. Dann ist das Knopfloch aber an der linken Blende und nicht an der rechten Blende. Oder verstehe ich etwas nicht? Liebe Grüße und vielen Dank für die Anwort Sybille

11.05.2020 - 14:49

DROPS Design answered:

Liebe Sybille, die Jacke wird von oben nach unten gestrickt, dh die Hinreihen beginnen mit dem linken Vorderteil und enden mit dem rechten Vorderteil, so daß die knopflöcher auf das rechte Vorderteil am Ende der Hinreihe gestrickt sind. Viel Spaß beim stricken!

11.05.2020 - 16:45

country flag Vicki Melanson wrote:

Under the section "read the Whole Next Section Before Working" it states increase for raglan every other row 27 times in total (large size), Is this every knit row, or every OTHER knit row, as I've finished the increases and I'm not at 20 cm like it says I should be.

09.05.2020 - 17:03

DROPS Design answered:

Dear Mrs Melanson, you increase on every other row worked, ie on every row worked from the right side of piece (then increase one more time on body only, again from the right side). Rember to check the tension, you will have worked a total of 58 rows; with 28rows = 10 cm, the 58 rows should measure approx. 20 cm. Happy knitting!

11.05.2020 - 09:32

country flag Frossard Marie Agnès wrote:

Trop beau modèle ...j 'aime tricoter avec vos explications ...pourtant je ne suis pas une pro ...je commence à tricoter depuis peu ...merci

03.04.2020 - 11:30

country flag Jolina Christina Kjeldsen wrote:

Kommer opskriften snart?

19.03.2020 - 18:28