DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 13.14€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 203-34
DROPS design: Patroon ee-683
Garengroep E of C + C
----------------------------------------------------------

MAAT:
35/37 – 38/40 – 41/43
Voetlengte ongeveer: 22-24-27 cm

MATERIAAL:
DROPS SNOW van garnstudio (behoort tot garengroep E)
300-350-350 g kleur 66, zeegroen

STEKENVERHOUDING:
13 steken in de breedte en 17 naalden in de hoogte in tricotsteek = 10 x 10 cm.
13 steken in de breedte en 26 naalden in de hoogte in ribbelsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 6 mm: Lengte 40 of 60 cm.
De naalddikte is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met grotere naalden. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met kleinere naalden.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 13.14€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
1 ribbel = 1 naald recht aan de goede kant en 1 naald recht aan de verkeerde kant.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 A.2a, A.2b en A.3. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

SLOF:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinaald, van boven naar beneden. Brei eerst de pijp, brei dan de voet.

PIJP:
Zet 50-50-58 steken op de rondbreinaald met Snow.
Brei dan als volgt op de verkeerde kant: Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, boordsteek met 2 recht en 2 averecht tot er 1 steek over is en brei 1 steek in ribbelsteek. Ga zo verder met de boordsteek tot het werk ongeveer 12 cm meet en de volgende naald aan de goede kant is (= naald begint met 1 steek in ribbelsteek en 2 averecht).
Brei dan als volgt aan de goede kant: 3 recht, 2 recht samen, 2 recht, 2 recht samen, 4-4-8 recht, brei A.1 over 7 steken, brei A.2a over 10 steken, brei A.3 over 7 steken, 4-4-8 recht, 2 recht samen, 2 recht, 2 recht samen en eindig met 3 steken in ribbelsteek = 51-51-59 steken inclusief de 5 omslagen in A.2a.
DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Ga op de volgende naald aan de verkeerde kant verder met ribbelsteek, A.1 en A.3, maar brei A.2b (= 15 steken) over A.2a. Ga zo verder in patroon tot het werk 26 cm meet, pas zo aan dat de volgende naald aan de goede kant is. Knip het garen af, zet de buitenste 17-17-21 steken aan elke kant op de hulpdraden.

VOET:
Ga nu verder over de 17 steken op de naald (= bovenkant van de voet), begin aan de goede kant door 1 nieuwe steek op te zetten op de naald, brei 1 averecht, A.2b over 15 steken, 1 averecht en zet 1 nieuwe steek op aan het einde van de naald = 19-19-19 steken. Ga verder in patroon A.2b zoals hiervoor met 2 averecht op de rand aan elke kant tot het werk 9-10-11 cm meet vanaf de scheiding, pas zo aan dat volgende naald aan de goede kant is. Brei 1 recht en brei de overgebleven steken 2 aan 2 recht samen = 10-10-10 steken. Knip het garen af.
Zet de 17-17-21 steken van de hulpdraad terug op de naald, voeg ze in aan elke kant van de steken die al op de naald staan. Brei dan als volgt aan de goede kant: Brei de eerste 17-17-21 steken recht, neem 12-14-16 steken op langs de bovenkant, 10-10-10 recht (op de rand van de bovenkant), neem 12-14-16 steken op langs de bovenkant en brei 17-17-21 recht = 68-72-84 steken. Brei 1 naald recht op de verkeerde kant.

Ga nu verder in ribbelsteek en minder steken om de voet te vormen. Voeg een markeerdraad in, zodat u makkelijker kunt zien waar het midden van het werk is, voeg het zo in dat er 34-36-42 steken aan elke kant van de markeerdraad zijn.
Brei 1 naald recht aan de goede kant. Minder tegelijkertijd 8 steken verdeeld (verplaats ze zodat u 4 steken verdeeld mindert aan elke kant van de markeerdraad) = 60-64-76 steken.
Brei in ribbelsteek over alle steken tot het werk 2-3-2 cm meet (dus 2-3-2 ribbels) vanaf waar steken zijn opgenomen.
Minder als volgt aan de goede kant: 2 recht samen aan elke kant van de middelste 6 steken (= 2 steken geminderd), minder aan iedere naald aan de goede kant 2 keer in totaal = 56-60-72 steken.
Minder als volgt aan de goede kant: 2 recht samen aan elke kant van de middelste 4 steken (= 2 steken geminderd), minder op iedere naald aan de goede kant 2-3-4 keer in totaal = 52-54-64 steken.
Minder als volgt aan de goede kant: 2 recht samen aan elke kant van de markeerdraad (= 2 steken geminderd), minder op iedere naald aan de goede kant 2 keer in totaal = 48-50-60 steken.

AFKANTEN:
Kant af als volgt aan de goede kant: 2 keer 2 recht samen, haal dan de eerste van deze steken over de tweede (= 3 steken geminderd). Ga verder met afkanten door over de andere steken te breien tot er 4 steken over zijn, 2 keer 2 recht samen, haal dan de eerste van deze steken over de tweede. Knip het garen af en haal het door de laatste steek.

Brei de andere slof op dezelfde manier.

AFWERKING:
Vouw de slof dubbel zodat het plat ligt. Naai in de buitenste lus van de kantsteken over de afkantrand midden onder de voet. Naai dan de hiel en de pijp. Knip en hecht het garen af.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken, brei de omslag gedraaid op de volgende naald; zodat er een gaatje ontstaat
symbols = zet 5 steken op een kabelnaald en houd deze achter het werk, 5 recht, 5 recht van de kabelnaald
symbols = zet 5 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 5 recht, 5 recht van de kabelnaald
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 203-34

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (12)

country flag Kathy Watson wrote:

I am having a difficulty with the pattern A.2a portion. On the mountain meanderings slippers..please be more specific on it. Maybe a video tutorial?

02.03.2024 - 04:16

DROPS Design answered:

Dear Kathy, in A.2a you have a knit row, which includes 5 yarn overs. You work the rest of the charts as indicated and, when working A.2a, simply knit all stitches and increase where indicated. Since it's only 1 row, on the next row you will work A.2b over these stitches instead of repeating A.2a. Happy knitting!

03.03.2024 - 19:35

country flag Poinsot Annie wrote:

Bonjour pour le modèle Mauntain 203 34 pour rabattre 2/ 2 mailles et passer par dessus la maille j'ai compris mais la suite du rang. ,je sèche .

29.01.2023 - 11:18

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Poinsot, vous en êtes à la toute fin, exact? Pour rabattre les mailles procédez ainsi: tricotez 2 m ens à l'end, tricotez encore 1 fois 2 m ens à l'end, passez la 1ère m par-dessus la 2ème maille (vous avez d'abord diminué 2 fois 1 m, puis vous rabattez la 1ère m par-dessus la 2ème m), rabattez les mailles suivantes à l'endroit et terminez les 4 dernières mailles comme au début: tricotez 2 m ens à l'end, encore 1 fois 2 m ens à l'end, passez la 1ère de ces m par-dessus la 2ème. Bon tricot!

30.01.2023 - 09:20

country flag Poinsot Annie wrote:

Bonjour je voudrais juste savoir pour pour le à 2 après les jetés du premier rang ,je tricoté comment ensuite merci

16.01.2023 - 16:03

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Poinsot, les jetés de A.2a se tricotent torse à l'envers sur l'envers au 1er rang de A.2b. Bon tricot!

16.01.2023 - 16:55

country flag Brunet Cathy wrote:

Je viens de faire un essai je terminé mon rang avec 2 mailles envers une maille endroit donc au rang suivant je commence forcemwnt oar 1m lisiere et 2 endroit et non 2 env il y a un souci dans vos explications

13.01.2023 - 11:08

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Brunet, tricotez vos 50 ou 58 mailles ainsi, vu sur l'envers: 1 m lis au point mousse, (2 m end, 2 m env) x 12 ou 14 fois, 1 m lis au point mousse, soit 1+ 48-56+ 1 =50-58 mailles. Ainsi, vu sur l'endroit, les côtes commencent par 2 m end après la maille lisière, et se terminent par 2 m env avant la m lisère à la fin du rang. Bon tricot!

13.01.2023 - 15:32

country flag Brunet Cathy wrote:

Je viens de faire un essai je terminé mon rang avec 2 mailles envers une maille endroit donc au rang suivant je commence forcemwnt oar 1m lisiere et 2 endroit et non 2 env il y a un souci dans vos explications

13.01.2023 - 10:51

country flag Brunet Cathy wrote:

Bonjour Quel diference entre 1 maille point mousse et 1 naille endroit svp? Et apres kes 12 cm je suis sur l endroit nausée pas avec 2 maille envers je duis avec 2 maille endroit je be comprends pas merci

13.01.2023 - 10:33

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Brunet, 1 m point mousse se tricote à l'endroit sur l'endroit et sur l'envers; 1 m endroit des côtes va se tricoter à l'envers sur l'envers et à l'endroit sur l'endroit. Attention, le tout premier rang se tricote sur l'envers, en commençant par 2 m end (après la m lisière), autrement dit, vu sur l'endroit, les côtes commenceront par 2 m end (après la m lisière). Bon tricot!

13.01.2023 - 15:33

country flag Ginette Poirier wrote:

Après les 12 cm de côtes, sur un rang end, mon tricot commence par 1 m pt mousse et 2 m end ,et non pas par 2 m env, comme le patron l’indique. Quand je regarde le rang envers, c’est la même chose, ça commence par 2 m end. J’ai monté 50 m. Aurais-je dû faire 2 m env, 2 m end au début des côtes?

12.10.2022 - 20:41

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Poirier, le 1er rang des côtes se tricote sur l'envers en commençant par 2 mailles endroit après 1 maille point mousse, autrement dit, le 1er rang des côtes sur l'endroit va commencer par 2 mailles envers après 1 maille point mousse. Bon tricot!

13.10.2022 - 09:14

country flag Rebecca Sandström wrote:

Jag blir inte riktigt klok på detta mönster... Arbetet ska ju stickas så mönstren stickas "på varandra": A1 på A1, A3 på A3 och A2a på A2b . Men hur blir det på den räta sidan (efter att jag stickat ett varv rätt och ett varv avigt)? Då har ju A2b stickats med 15 maskor men sedan på den räta sidan så ska A2a stickas ovanpå trots att enbart är 10 maskor som stickas (omslagen räknas ju först som en maska som stickas på nästa varv, den aviga sidan). Tack på förhand!

30.12.2020 - 21:54

DROPS Design answered:

Hej Rebecca, nej du börjar med A.1, sedan A.2a, A.3. När du har ökat enligt A.2a (från 10 till 15 m) fortsätter du med A.2b. men fortfarande A.1 och A.3 på varje sida om flätan :)

14.01.2021 - 12:55

country flag Sigrid Philippsen wrote:

Danke für die tolle Anleitung! Ist super geworden.

24.12.2020 - 09:40

country flag Stine Åsheim wrote:

Men man legger opp 50 masker når man starter prosjektet, og etter man har strikket den første runden på rettsiden med kastene skal man sitte igjen med 51 masker inkludert kastene. Men den neste runden fra vrangen krever vel 55 masker?

26.11.2020 - 08:47

DROPS Design answered:

Hej Stine. Nej neste runden krever kun 51 masker. Du startar med 50 m, sedan på förste runden felles 4 m (du stickar 2 m sammen 4 gånger) och det ökas 5 (genom kasten i A.2a) så efter första rundan sitter du igjen med 51 masker. Du har sedan 51 masker helt fram till du delar arbetet och stickar vidare under "FOTEN". Du stickar rille där du tidigare stickat rille (inkl. där du stickade 2 m sammen), A.1 over A.1, A.3 over A.3 och A.2b over A.2a. Mvh DROPS Design

26.11.2020 - 10:55