DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 31.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Talvik Jacket

Gebreid vest met ronde pas in DROPS Alpaca. Het werk wordt gebreid van boven naar beneden met Scandinavisch patroon. Maat: S - XXXL

DROPS 197-11
DROPS design: Patroon z-832
Garengroep A
----------------------------------------------------------

Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS ALPACA van garnstudio (behoort tot garengroep A)
250-300-300-350-350-400 g kleur 618, licht beige
50-50-50-50-50-50 g kleur 100, naturel
50-50-50-50-50-50 g kleur 607, licht beige bruin
50-50-50-50-50-50 g kleur 2020, licht camel
50-50-50-50-50-50 g kleur 403, bruin

----------------------------------------------------------
BENODIGDHEDEN VOOR HET WERK:

STEKENVERHOUDING:
24 steken in de breedte en 32 naalden in de hoogte in tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3 mm: voor tricotsteek/Scandinavisch patroon.
DROPS RONDBREINAALD 3 mm: lengte 40 en 80 cm voor tricotsteek/ Scandinavisch patroon.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 2.5 mm voor de boordsteek
DROPS RONDBREINAALD 2.5 mm, lengte 80 cm voor de boordsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

DROPS PARELMOERKNOOP GEBOGEN (wit), NR 521: 7-7-7-7-7-7 stuks

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 31.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
1 ribbel = 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.4. Brei alle steken in tricotsteek.
De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld mindert/meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 132 steken), minus de biezen (dus 10 steken) en deel de overgebleven steken door het aantal te maken minderingen/meerderingen (dus 17) = 7.1. In dit voorbeeld mindert u door ongeveer iedere 6e en 7e steek recht samen te breien en minder niet op de biezen.
Meerder na ongeveer iedere 7e steek door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald de omslag gedraaid averecht om een gaatje te voorkomen.

TIP VOOR HET BREIEN-1 (geldt voor de biezen):
Als u in patroonrand breit met twee kleuren op de pas, brei dan tevens met de basiskleur in patroonrand over de 5 voorbiessteken aan elke kant.

TIP VOOR HET BREIEN-2:
Om te voorkomen dat de stekenverhouding te strak wordt wanneer u in patroon breit, is het belangrijk om de draden niet te strak aan te trekken op de achterkant van het werk. Ga verder met een naald in een grotere maat wanneer u in patroon breit en het wordt wat te strak.

TIP VOOR HET MEERDEREN (geldt voor de zijkanten van het lijf):
Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt.
Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 4 recht (markeerdraad is in het midden van deze steken), maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd). Brei op de volgende naald de omslag gedraaid averecht om een gaatje te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor midden onder de mouw):
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 4 steken over zijn er voor de markeerdraad en brei 2 recht samen, 4 recht (de markeerdraad zit tussen deze 4 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd).

KNOOPSGATEN:
Minder voor de knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt): Brei aan de goede kant tot er 3 steken over zijn aan het einde van de naald, maak 1 omslag, brei de volgende 2 steken recht samen en brei de laatste steek recht. Brei op de volgende naald de omslag recht om een gaatje te maken.
Minder voor het eerste knoopsgat als de boordsteek in de hals ongeveer 1½-2 cm meet. Minder dan voor de volgende 7 knoopsgaten met ongeveer 7-7½-7½-8-8½-8½ cm tussen elk.

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

VEST - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Brei heen en weer op de rondbreinaald vanaf midden voor, brei van boven naar beneden. Brei de mouwen in de rondte op een korte rondbreinaald, ga verder met breinaald zonder knop indien nodig.

HALSRAND:
Zet 132-136-140-144-152-160 steken op (inclusief 5 voorbiessteken aan elke kant richting midden voor) op rondbreinaald 2.5 mm met naturel. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant. Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: Brei 5 voorbiessteken in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven - * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* tot er 7 steken over zijn, 2 recht en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga zo verder met de boordsteek– denk om de knoopsgaten op de rechter voorbies – lees uitleg hierboven. Als de boordsteek 3 cm meet, brei dan 1 naald recht aan de goede kant terwijl u tegelijkertijd 17-17-13-13-13-17 steken verdeeld mindert - lees TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN = 115-119-127-131-139-143 steken. Brei 1 naald op de verkeerde kant. Brei dan de pas zoals uitgelegd hieronder.

PAS:
Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Lees TIP VOOR HET BREIEN-1 EN TIP VOOR HET BREIEN-2. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Brei patroon aan de goede kant als volgt: 5 voorbiessteken in ribbelsteek, A.1 (= 1 steek), brei A.2 (= 4 steken) 26-27-29-30-32-33 keer in totaal in de breedte, 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Op de naald met een zwarte ster in A.2 meerdert u 20-24-20-24-32-36 steken verdeeld – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN = 239-251-263-275-299-311 steken (inclusief de 4 steken gemeerderd in iedere herhaling van A.2).
Brei nu in patroon als volgt: 5 voorbiessteken in ribbelsteek, A.3 (= 1 steek), A.4 tot er 5 steken over zijn op de naald, 5 voorbiessteken in ribbelsteek, meerder TEGELIJKERTIJD verdeeld op de naald met een pijl als volgt:
PIJL-1: Meerder 24-36-36-36-36-36 steken = 263-287-299-311-335-347 steken.
PIJL-2: Meerder 24-24-36-36-36-36 steken = 287-311-335-347-371-383 steken.
PIJL-3: Meerder 12-24-24-36-36-36 steken = 299-335-359-383-407-419 steken.
PIJL-4: Meerder 28-28-28-28-28-28 steken = 327-363-387-411-435-447 steken.
Als A.3 en A.4 helemaal in de hoogte zijn gebreid, meet het werk 20 cm vanaf de opzetrand. Brei nu het werk in licht beige over alle steken tot de gewenste afmetingen. Ga verder in tricotsteek en met 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant richting midden voor, meerder TEGELIJKERTIJD op de eerste naald aan de goede kant 10-8-8-10-12-13 steken verdeeld
Meerder zo iedere 4e-4e-4e-6e-8e-8e naald 1-2-3-3-3-4 keer in totaal = 337-379-411-441-471-499 steken. Brei dan tot het werk 22-24-26-28-30-32 cm meet vanaf de opzetrand. Brei de volgende naald aan de goede kant als volgt: 55-60-64-70-75-81 recht (= voorpand), zet de volgende 64-75-83-86-90-93 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 10-10-12-12-14-16 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw), brei 99-109-117-129-141-151 (= achterpand), zet de volgende 64-75-83-86-90-93 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 10-10-12-12-14-16 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw) en brei de overgebleven 55-60-64-70-75-81 steken zoals hiervoor (= voorpand). Brei het lijf en de mouwen apart verder. MEET NU HET WERK VANAF HIER!

LIJF:
= 229-249-269-293-319-345 steken. Voeg 1 markeerdraad in 60-65-70-76-82-89 steken vanaf elke kant = 109-119-129-141-155-167 steken tussen de markeerdraden op het achterpand. Ga verder in tricotsteek heen en weer gebreid met 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant richting midden voor. Meerder bij een hoogte van 4 cm vanaf de scheiding, 1 steek op elke kant van beide markeerdraden - lees TIP VOOR HET MEERDEREN (= 4 steken gemeerderd). Meerder zo iedere 8e naald 9 keer in totaal = 265-285-305-329-355-381 steken op de naald. Ga zo verder tot het werk 27 cm meet. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant en meerder 83-87-95-107-117-123 steken verdeeld = 348-372-400-436-472-504 steken. Ga verder met rondbreinaald 2.5 mm en brei de volgende naald aan de goede kant als volgt: Brei 5 voorbiessteken in ribbelsteek, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* tot er 7 steken over zijn, brei 2 recht en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga zo verder met de boordsteek voor 4 cm. Kant af met ribbelsteek over ribbelsteek, recht boven recht en averecht boven averecht maar om een strakke afkantrand te voorkomen maakt u 1 omslag na iedere 4e steek (kant de omslagen af als normale steken). Het vest meet ongeveer 56-58-60-62-64-66 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUW:
Zet de 64-75-83-86-90-93 steken vanaf de hulpdraad aan een kant van het werk op een korte rondbreinaald 3 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de 10-10-12-12-14-16 nieuw opgezette steken onder de mouw = 74-85-95-98-104-109 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 10-10-12-12-14-16 steken onder de mouw. Begin de naald hier en brei in tricotsteek in de rondte. Als de mouw 4 cm meet vanaf de scheiding, minder dan 2 steken midden onder de mouw - lees TIP VOOR HET MINDEREN! Minder zo iedere 10e-8e-6e-6e-6e-4e naald 7-3-9-5-1-18 keer en iedere 8e-6e-4e-4e-4e-2e naald 4-12-10-14-20-4 keer = 52-55-57-60-62-65 steken. Brei tot de mouw 38-36-35-33-31-30 cm meet vanaf de scheiding (minder voor de grotere maten vanwege een langere pas), brei 1 naald recht en meerder 16-17-19-20-18-19 steken verdeeld = 68-72-76-80-80-84 steken. Brei verder met breinaalden zonder knop maat 2.5 mm en brei boordsteek in de rondte = 2 recht/2 averecht. Als de boordsteek 5 cm meet, kant dan af met recht boven recht en averecht boven averecht maar om een strakke afkantrand te voorkomen maakt u 1 omslag na iedere 4e steek (kant de omslagen af als normale steken). De mouw meet ongeveer 43-41-40-38-36-35 cm vanaf de scheiding. Brei de andere mouw op dezelfde wijze.

AFWERKING:
Naai de knopen op de linker voorbies.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 26.09.2022
onder PAS: (Moet A.2 zijn in plaats van A.1):...39-251-263-275-299-311 steken (inclusief de 4 steken gemeerderd in iedere herhaling van A.2).

Telpatroon

symbols = naturel
symbols = naturel
symbols = licht camel
symbols = licht beige
symbols = lichtbruin
symbols = bruin
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken. Brei op de volgende naald de omslag gedraaid averecht om een gaatje te voorkomen
symbols = meerdernaald - lees uitleg in patroon
symbols = meerdernaald - lees uitleg in patroon
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Talvik Jacket

Jette, Denmark

197-11 Talvik Jacket

Jette, Denmark

Sabrina Talvik Jacket

Dorothee, Germany

Talvik Jacket

Marie, Sweden

Laat een opmerking achter voor DROPS 197-11

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (40)

country flag Véronique wrote:

Bonjour. Juste une petite remarque concernant l'arrêt de la couleur 403. C'est bien dommage, parce que le dégradé était parfait avec les autres coloris. J'ai acheté les 2 autres couleurs proposées dans les commentaires et elles jurent trop avec ce beau camaieu. Pour l'automne, ce brun se mariait bien avec d'autres coloris.

20.10.2021 - 19:33

country flag Tanya wrote:

Hi, I was not able to find Drops Alpaca in shade 403, medium brown, required for Talvik Jacket. I did find all four other shades listed in the pattern. Was this shade, 403, discontinued or is this a mistake and a different shade/number should be used? Thank you. Tania

27.06.2021 - 15:34

DROPS Design answered:

Dear Tanya, the 403 medium brown is not available at the moment, but you can try the pattern witheither the 3969 red/purple, or the 5565 light maroon, or the 9025 hazelnut color. Happy Stitching!

28.06.2021 - 03:35

country flag Eli Hægland wrote:

Lurer på om jeg kan strikke denne uten mønster med samme antall masker i str M f eks 136 m?

09.03.2021 - 13:20

DROPS Design answered:

Hei Eli, Ja, siden hele jakken er strikket i glattstrikk, blir det det samme antall masker selv om du ikke strikker mønster. God fornøyelse!

10.03.2021 - 07:30

country flag Janice Kernaghan wrote:

Please help I do not understand the charts A1 and A2 . Do I begin with A1 as it would be stocking stitch off white and then light camel. But that does not look like the pattern. Could you please expand what it is I do. I have knitted the perfect du nord jumper but find this one very confusing!

18.01.2021 - 20:01

DROPS Design answered:

Dear Mrs Kernaghan, you will work A.1 and A.2 on the same row as follows: work 5 front band sts in garter stitch, work then the stitch in A.1, repeat the 4 sts in A.2 width until 5 sts remain on row and work the 5 sts in garter stitch. From wrong side work: 5 sts in garter stitch, repeat the 4 sts in A.2 in width (read now diagram from the left towards the right), until 6 sts remain, work A.1 and 5 sts in garter stitch. That way pattern will be symetrical on each side. Read more about diagrams here. Happy knitting!

19.01.2021 - 07:10

country flag Carin Gullberg wrote:

Hej! Jag stickar storlek XL. Efter halskanten ska jag ha 131 maskor. (Då.är 10 framkanten)Hur ska jag få 30 upprepningar av mönstret som är 5 maskor ( A1+A2)på 121 maskor??? Jag fick dit 24 upprepningar

28.11.2020 - 22:16

DROPS Design answered:

Hej Carin, du strikker 5 kantmasker, A.1=1 maske, A.2x30=120m, 5 kantmasker = ialt 131 masker. God fornøjelse!

07.12.2020 - 10:55

country flag Isabella Qvarnström wrote:

Hej! Jag ska precis börja sticks halsresåren.. Jag undrar om kantmaskorna är inräknade i storlekens maskantal eller ska jaglägga till 10 vid upplägg? Jag ska sticka storlek M och ska jag då lägga upp136 maskor eller136 + 10? Mvh Isabella

20.06.2020 - 12:18

DROPS Design answered:

Hej Isabella. Kantmaskorna är inräknade så du lägger upp 136 maskor i strl M. Mvh DROPS Design

22.06.2020 - 07:37

country flag Teston wrote:

Je ne comprends pas comment on monte des mailles sous la manche

17.05.2020 - 12:12

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Teston, on monte les mailles sous la manche en utilisant cette technique - retrouvez dans cette leçon - image 11) comment monter les mailles sous les manches. Bon tricot!

18.05.2020 - 08:38

country flag Amica wrote:

Hola a todos! Estoy empezando este modelo y no entiendo porque despues de tejer el cuello se ha de DISMINUIR 17p repartidos. Gracias

09.05.2020 - 23:01

DROPS Design answered:

Hola Amica. Las disminuciones se necesitan para pasar de punto elástico a punto jersey sin que que se forme un aumento del tejido

15.05.2020 - 11:50

country flag Clare wrote:

Hi, I have started the 2nd row after the rib on the neck. I am confused by the static count on row 3 being 263 (for the 3rd size) I cannot see in the instructions or chart where any instructions to make increases are. It states...A.1, work A.2 29 times in total. This refers to the chart. The chart key only refer to the colour used and not any increases until the * on row 3 or the.... Are charts read from the bottom up?

23.02.2020 - 00:43

DROPS Design answered:

Dear Clare, when you start yoke you have 127 stitches on needle and work: 5 front band sts, A.1 (= 1 st), A.2 (= 29 x 4 sts), 5 front band sts = 127 sts. You will then increase a total of 4 stitches in A.2 (see yarn overs) so that there will be: 5 band sts, A.1 (= 1 st), A.2 (= 29 x 8 sts), 5 band sts = 243 sts when all increased in A.2 are done. Then on the row with the star you will increase 20 sts evenly = there are now 263 sts. Read more about diagrams here. Happy knitting!

24.02.2020 - 08:56

country flag Torsten Grabow wrote:

Hallo werden die Maschen bei A4 dann auf der Rückseite zugenommen oder ist das falsch eingezeichnet?

13.02.2020 - 10:07

DROPS Design answered:

Lieber Herr Grabow, wenn Sie bei einer Rückreihe zunehmen, dann stricken Sie die Umschläge rechts verschränkt bei der nächsten Reihe. Viel Spaß beim stricken!

13.02.2020 - 12:16