DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.57 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 7.85€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Beach Comfort

Gehaakte korte broek met kantpatroon. Maat: S - XXXL Het werk wordt gehaakt in DROPS Safran.

DROPS 190-25
DROPS design: Patroon e-276
Garengroep A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS SAFRAN van garnstudio (behoort tot garengroep A)
250-250-300-300-350-400 g kleur 13, koraal

Het werk kan tevens gehaakt worden met garen van:
“Alternatief garen (garengroep A)” - zie link hieronder.

DROPS HAAKNAALD 2.5 mm - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 26 stokjes x 16 toeren = 10 cm in de breedte en 10 cm in de hoogte.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.57 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 7.85€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET PATROON:

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.5.

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Op iedere toer met vasten vervangt u de eerste vaste met 1 losse. Eindig de toer met 1 halve vaste in de 1e losse van het begin van de toer.
Op het begin van iedere toer met stokjes vervangt u het eerste stokje met 3 lossen. Eindig de toer met 1 halve vaste in de 3e losse van het begin van de toer.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (geldt voor de zijkanten):
Haak tot er 1 stokje over is voor A.2, haak 2 stokjes in het volgende stokje, haak A.2 en 2 stokjes in het volgende stokje (= 2 stokjes gemeerderd). Herhaal aan de andere kant (= 4 stokjes gemeerderd op de toer).

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (geldt voor midden achter):
Meerder 2 stokjes als volgt:
Haak tot er 2 stokjes over zijn voor de markeerdraad, haak 2 stokjes in het eerste stokje, 1 stokje in elk van de volgende 2 stokjes (markeerdraad is in het midden van deze stokjes) en 2 stokjes in het volgende stokje (= 2 stokjes gemeerderd).
Meerder 4 stokjes als volgt:
Haak tot er 4 stokjes over zijn voor de markeerdraad, haak 2 stokjes in het eerste stokje, 1 stokje in het volgende stokje, 2 stokjes in het volgende stokje, 1 stokje in elk van de volgende 2 stokjes (de markeerdraad is in het midden van deze stokjes) en 2 stokjes in het volgende stokje, 1 stokje in het volgende stokje, 2 stokjes in de volgende stokje (= 4 stokjes gemeerderd).

TIP VOOR HET MEERDEREN-3:
Meerder 1 stokje door 2 stokjes in dezelfde steek te haken.
----------------------------------------------------------

KORTE BROEK:
Haak in de rondte van boven naar beneden.

Haak 244-274-299-329-369-404 lossen met Safran op haaknaald 2.5 mm en vorm een ring met 1 halve vaste in de eerste losse. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de toer = midden achter.
Haak de eerste toer als volgt: Haak 1 losse (= 1 vaste) - lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN, 1 vaste in elk van de eerste 3 lossen, * sla 1 losse over, 1 vaste in elk van de volgende 4 lossen *, haak van *-* 48-54-59-65-73-80 keer in totaal = 196-220-240-264-296-324 vasten. Haak dan 1 vaste in iedere vaste tot het werk 2 cm meet. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Haak nu in de rondte volgens telpatroon A.1 als volgt: Haak A.1a (laat zien hoe de toeren beginnen en eindigen en wordt aanvullend op A.1b gehaakt), haak A.1b 49-55-60-66-74-81 keer in totaal in de breedte. Ga verder tot A.1a/b in de hoogte zijn gehaakt.

Haak dan de korte broek hoger aan de achterkant als volgt: Haak 10-11-12-13-14-15 vasten voorbij de markeerdraad midden achter, keer het werk en haak 1 halve vaste in de eerste steek, dan 1 vaste in elk van de volgende 19-21-23-25-27-29 vasten, keer het werk en haak 1 halve vaste in de eerste steek, dan 1 vaste in elk van de volgende 29-31-35-38-41-44 steken (de halve vasten worden ook gehaakt). Ga zo verder door steeds 10-11-12-13-14-15 steken meer te haken iedere keer dat u het werk keert, tot er in totaal 140-154-192-208-224-240 steken zijn gehaakt. Keer het werk opnieuw en haak tot de markeerdraad midden achter.

Haak nu in de rondte als volgt: Haak 1 stokje in elk van de eerste 47-53-58-64-72-79 steken (= helft van het achterpand), A.2 over de volgende 5 vasten (= de zijkant), haak 1 stokje in elk van de volgende 92-104-114-126-142-156 steken (= voorpand), A.2 over de volgende 5 vasten (= de zijkant), haak 1 stokje in elk van de laatste 47-53-58-64-72-79 steken (= helft van het achterpand).
Ga zo verder in patroon (herhaal dan de laatste toer in A.2) - Meerder tegelijkertijd in de zijkanten en midden achter als volgt:
ZIJKANTEN:
Meerder aan elke kant van A.1, aan elke zijkant als volgt - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1! Meerder zo iedere 3e-4e-4e-4e-4e-4e toer 9-8-8-9-9-10 keer in totaal (= 36-32-32-36-36-40 stokjes gemeerderd).
MIDDEN ACHTER:
Bij een hoogte van 15-16-17-19-20-22 cm (gemeten midden voor), meerdert u midden achter als volgt – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Meerder zo met 2 stokjes midden achter op iedere toer 4-8-10-10-10-10 keer in totaal, meerder dan 4 stokjes op iedere toer 5-3-3-3-3-3 keer in totaal (= 28-28-28-32-32-32 stokjes gemeerderd).
Als alle meerderingen klaar zijn, zijn er 260-280-300-332-364-396 stokjes op de toer. Ga verder met 1 stokje in ieder stokje tot het werk 22-24-26-28-30-32 cm meet midden voor en 26-28-31-33-35-37 cm midden achter.

Verdeel nu het werk voor de pijpen als volgt: Haak 1 halve vaste in elk van de eerste 5-5-6-6-6-7 stokjes op de toer, keer het werk en haak terug over de eerste 10-10-12-12-12-14 stokjes (dus 5-5-6-6-6-7 stokjes aan elke kant van de markeerdraad midden achter). Deze 10-10-12-12-12-14 stokjes = spie. Haak stokjes heen en weer over deze stokjes voor 10-11-12-13-14-15 cm, knip de draad af. Maak de spie rand tot rand vast aan de middelste 10-10-12-12-12-14 steken midden voor. Haak dan de pijp.

PIJP:
Haak 1 stokje in elk van de 115-125-133-149-165-179 stokjes rondom een pijp, haak daarnaast A.3 (= 7 stokjes) over A.2 en haak 26-28-32-34-36-38 stokjes over de spie = 148-160-172-190-208-224 stokjes. Haak dan 2-2-3-3-4-4 toeren met stokjes - meerder op de laatste toer 8-8-8-2-8-4 stokjes verdeeld – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-3 = 156-168-180-192-216-228 stokjes.
Haak nu in de rondte volgens telpatroon A.4 als volgt: Haak A.4a (laat zien hoe de toeren beginnen en eindigen en wordt aanvullend op A.4b/c gehaakt), haak A.4b 77-83-89-95-107-113 keer in totaal, A.1d. Ga verder tot A.4a/b/c klaar zijn in de hoogte = 156-168-180-192-216-228 stokjes.
Haak nu in de rondte volgens telpatroon A.5 als volgt: Haak A.5a (laat zien hoe de toeren beginnen en eindigen en wordt aanvullend op A.5b/c gehaakt), A.5b, A.5c 12-13-14-15-17-18 keer in totaal, en A.5d. Ga verder tot A.5a/b/c/d in de hoogte zijn gehaakt. Hecht af. Haak de andere pijp op dezelfde manier.

KOORD:
Haak LOSJES 120-140-150-160-170-180 cm lossen, keer het werk en haak 1 halve vaste in iedere losse. Rijg het koord door de middelste toer met gaatjes op de bovenkant van korte broek – begin midden voor.

Telpatroon

symbols = 1 losse
symbols = 2 lossen
symbols = 3 lossen
symbols = 4 lossen
symbols = 6 lossen
symbols = 7 lossen
symbols = vaste in de steek
symbols = vaste om de lossenlus
symbols = stokje in de steek
symbols = stokje om losse/lossenlus
symbols = 2 STOKJES SAMENGEHAAKT: = haak 2 stokjes in volgende steek maar wacht met de laatste omslag en doorhaling op beide van deze stokjes, maak 1 omslag en haal de omslag door alle 3 lussen op de haaknaald
symbols = 2 STOKJES SAMENGEHAAKT: Haak 2 stokjes om de losse, maar wacht met de laatste omslag en doorhaling op beide van deze stokjes, maak 1 omslag en haal de omslag door alle 3 lussen op de haaknaald
symbols = 4 STOKJES SAMENGEHAAKT: Haak 1 stokje in elk van de volgende 4 steken maar wacht met de laatste omslag en doorhaling op alle van deze stokjes, maak 1 omslag en haal de omslag door alle 5 lussen op de haaknaald
symbols = 3 lossen, 1 halve vaste in de eerste losse
symbols = laat de vorige toer zien, de toer is reeds gehaakt. Begin op de volgende toer.
symbols = toer begint met 1 losse en eindigt met 1 halve vaste in de 1e losse op het begin van de toer
symbols = toer begint met 3 lossen en eindigt met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer
symbols = toer begint met 4 lossen en eindigt met 1 halve vaste in de 4e losse op het begin van de toer
diagram
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 190-25

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (49)

country flag Allene wrote:

Thank you, Anjana! I read that chart the exact same way. Should it maybe be an x in place of the small oval in row five of chart A5?

28.06.2021 - 02:32

DROPS Design answered:

Dear Allene, diagram is correct as it is, on row 5 crochet A.5 (= 4 chains), 1 tr in the 4th ch from previous row, 2 tr in next 2 tr, 2 chains (small oval) (= A.5b), then work: 1 tr around the 2-ch on previous row, 2 ch, 2 tr in each of the next 5 tr, 2 ch (= A.5c), 1 tr around the next 2 -ch-space, 2 ch, 2 tr in each of the next 2 tr, 1 tr in the 4th ch from beg of previous round (= A.5d). Hope this will help. Happy crocheting!

28.06.2021 - 07:48

country flag Gea wrote:

Ik begrijp de zesde/ zevende zin van de pijp niet. Er staat Haak A.4b 77-83-89-95-107-113 keer in totaal , A1 d. Dat A1 d hoort niet bij een patroon en ik begrijp niet wat er bedoeld wordt.

19.06.2021 - 22:41

DROPS Design answered:

Dag Gea,

Dit is vermoedelijk een typefout, het moet waarschijnlijk A.4c zijn en niet A.1d. Ik zal het doorgeven aan de ontwerpafdeling ter correctie.

20.06.2021 - 12:19

country flag Valentina wrote:

Ciao! Scusate ma non riesco a capire, probabilmente sono tonta io .. comunque dovrei iniziare ad aumentare sul dietro ma lo schema dice "lavorare fino a quando rimangono 2 maglie alte prima del segno..ecc" ma quale segno?si inizia ogni giro con 3 catenelle , quando e dove dovrei mettere qst segno?grazie 1000

14.06.2021 - 21:19

DROPS Design answered:

Buonasera Valentina, il segno è il segnapunti di inizio giro. Buon lavoro!

14.06.2021 - 22:21

country flag Valentina wrote:

Buongiorno, Dopo aver fatto l'alzata sul dietro e arrivata a dover fare i primi aumenti su fianco e dietro,lo schema dice: aumentare da ciascun lato del diagramma a1 ma non capisco.. il diagramma a1 non e quello ke ho lavorato all'inizio? In quel punto non lavoro l'a1 ma l' a5 sui 2 lati è poi ho m.a normali... help ! Grazie

06.06.2021 - 15:41

DROPS Design answered:

Buonasera Valentina, probabilmente si fa riferimento al diagramma A.2, non A.1, in ogni caso abbiamo inoltrato la sua segnalazione al settore design. Se ci dovessero essere correzioni le troverà direttamente sul modello online. Buon lavoro!

06.06.2021 - 19:34

country flag Lizanne Van Stijn wrote:

Moet ik mijn werk voor iedere toer keren?

21.05.2021 - 09:39

DROPS Design answered:

Dag Lizanne,

Nee, volgens het patroon haak je het werk in de rondte zonder te keren.

21.05.2021 - 14:13

country flag Anjana wrote:

Hi Drops I am having issues with the A5 diagram. For the 4th row (begining with Ch4), can you confirm that I need to do this : - 2 DC in the 1st loop created the row before - Chain 8 (Ch3 in A5.b + Ch2 in A.5c + Ch3 in A.5c) - 5 DC in the 4th loop from begining of row My problem is that if I do so, I end up with big loops and the next row looks weird but I don't know how to interpret the diagram differently. Thanks!

02.04.2021 - 09:29

DROPS Design answered:

Dear Anjana, in the 4th row (that is the row flollowing the row of trebles (UK terms), start with a dc and 4 chain stitch and 1 dc in the 4th stitch, abd repeat. In the next (5th) row start with 4 chain stitch (replaces the fisrt tr), 2 tr in the first loop, 3 ch, and a dc in the nect dc. From here * (3 ch, 5 tr, 3 ch) in the loop and dc in the next dc* Repeat *-*. Happy crafting!

02.04.2021 - 10:06

country flag Luisa wrote:

Das s ist mir leider vzu gross, wieviele maschen könnte ich anschlagen dass die hose etwas kleiner wird, das Muster trotzdem noch umsetzbar ist?

17.03.2021 - 21:38

DROPS Design answered:

Liebe Luisa, leider können wir jeder Anleitung nach jedem individuellen Frage anpassen und einzelne Modelle auf individuellen Wunsch hin umrechnen. Wenn sie Hilfe damit brauchen, wenden Sie sich bitte an Ihrem DROPS Laden, dort hilft man Ihnen gerne weiter - auch telefonisch oder per E-Mail. Viel Spaß beim stricken!

18.03.2021 - 09:42

country flag Allene Lowrey wrote:

Hi. Just made it past the initial sc waistband in the US terms and got to A1.a/A1.b. Were the diagrams modified to account for the difference in terms, or should I do the mesh for the waist tie in US sc? Thanks!

23.10.2020 - 06:59

DROPS Design answered:

Dear Mrs Lowrey, if you are reading US-pattern the terms are right, you have to work A.1 one time in heigth (= mesh pattern = 3 rounds mesh with dc/2 chains and 1 round with sc - this is the eyelet round for the tie. Happy crocheting!

23.10.2020 - 09:09

country flag Jessica wrote:

Hello! Can I get additional explanation on working the back higher? First, after the slip stitch from A1, do you ch1 to begin the back panel? After the first 10, when you turn, do you ch1 and then ss in the first stitch? I missed something somewhere and was 11 stitches short after the first round post back panel. Any additional explanation is greatly appreciated, thanks!

07.09.2020 - 03:57

DROPS Design answered:

Dear Jessica, see Info crochet: each round with sc starts with 1 ch to replace 1st sc. This means this chain is included in the first 10 sc at the beg of short rows, then turn, and crochet as stated (with 1 sc in the chain at the beg of previous row). Happy crocheting!

07.09.2020 - 09:56

country flag Talina wrote:

I’m having trouble understanding the diagrams. For A1a/b are we coming from the bottom up? It’s doesn’t make sense to me working from the top to the bottom. Is my assumption correct?

19.07.2020 - 08:11

DROPS Design answered:

Hi Talina, Yes, the diagrams are read from bottom right to left and upwards. This is true whether you are working top down or bottom up. Happy crocheting!

20.07.2020 - 07:22