DROPS Cotton Merino
DROPS Cotton Merino
50% Wol, 50% Katoen
vanaf 3.75 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 56.25€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 190-12
DROPS Design: Patroon nr. cm-077
Garengroep B
-----------------------------------------------------------
Afmetingen: Breedte op de bovenkant: 168 cm. Lengte in het midden: 95 cm zonder franje.
Materiaal:
DROPS COTTON MERINO van garnstudio (behoort tot garengroep B)
300 g kleur 28, poeder
50 g kleur 04, lila
50 g kleur 06, rood
50 g kleur 10, pistache
50 g kleur 13, koraal
50 g kleur 14, roze
50 g kleur 15, mosterdgeel
50 g kleur 23, lavendel
50 g kleur 24, turkoois
50 g kleur 29, zeegroen
LET OP: Als het kledingstuk in een kleur wordt gehaakt, heeft u genoeg aan ongeveer 500 g Cotton Merino.

Het werk kan tevens gehaakt worden met garen van:
"Alternatief garen (Garengroep B)" – zie link hieronder.

DROPS HAAKNAALD 4.5 MM – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 16 stokjes en 8 toeren is 10 cm breed en 10 cm hoog.
1 gehaakt vierkant meet ongeveer 15 x 15 cm

---------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cotton Merino
DROPS Cotton Merino
50% Wol, 50% Katoen
vanaf 3.75 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 56.25€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET PATROON:

PATROON:
Zie telpatroon A.1.
----------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK:
36 gehaakte vierkanten worden gehaakt met verschillende kleurcombinaties; deze worden samengehaakt op het einde.

GEHAAKT VIERKANT:
Begin met haaknaald 4.5 mm en Cotton Merino. Haak in patroon in de rondte volgens telpatroon A.1 en haak 1 vierkant van elk van de 18 verschillende kleurcombinaties beschreven hieronder. Haak dan alle 18 verschillende kleurcombinaties 1 keer, MAAR wissel van kleur 2 en 3 in elke combinatie = 36 gehaakte vierkanten.
LET OP: Kleurcombinaties 2 en 5 zijn hetzelfde met omgekeerde kleuren. Kleurcombinaties 10 en 14 zijn hetzelfde met omgekeerde kleuren. Als alle vierkanten klaar zijn, zijn er 4 vierkanten die dezelfde kleuren hebben als een ander vierkant (= 8 vierkanten). De andere 28 vierkanten hebben verschillende kleurcombinaties.


KLEURCOMBINATIE 1:
Lossenring op het begin van de toer + TOER 1: poeder
TOER 2: pistache
TOER 3: lavendel
TOEREN 4-5: poeder

KLEURCOMBINATIE 2:
Lossenring op het begin van de toer + TOER 1: poeder
TOER 2: rood
TOER 3: zeegroen
TOEREN 4-5: poeder

KLEURCOMBINATIE 3:
Lossenring op het begin van de toer + TOER 1: poeder
TOER 2: roze
TOER 3: mosterdgeel
TOEREN 4-5: poeder

KLEURCOMBINATIE 4:
Lossenring op het begin van de toer + TOER 1: poeder
TOER 2: lila
TOER 3: roze
TOEREN 4-5: poeder

KLEURCOMBINATIE 5:
Lossenring op het begin van de toer + TOER 1: poeder
TOER 2: zeegroen
TOER 3: rood
TOEREN 4-5: poeder

KLEURCOMBINATIE 6:
Lossenring op het begin van de toer + TOER 1: poeder
TOER 2: turkoois
TOER 3: pistache
TOEREN 4-5: poeder

KLEURCOMBINATIE 7:
Lossenring op het begin van de toer + TOER 1: poeder
TOER 2: zeegroen
TOER 3: turkoois
TOEREN 4-5: poeder

KLEURCOMBINATIE 8:
Lossenring op het begin van de toer + TOER 1: poeder
TOER 2: pistache
TOER 3: lila
TOEREN 4-5: poeder

KLEURCOMBINATIE 9:
Lossenring op het begin van de toer + TOER 1: poeder
TOER 2: lavendel
TOER 3: koraal
TOEREN 4-5: poeder

KLEURCOMBINATIE 10:
Lossenring op het begin van de toer + TOER 1: poeder
TOER 2: rood
TOER 3: koraal
TOEREN 4-5: poeder

KLEURCOMBINATIE 11:
Lossenring op het begin van de toer + TOER 1: poeder
TOER 2: turkoois
TOER 3: lila
TOEREN 4-5: poeder

KLEURCOMBINATIE 12:
Lossenring op het begin van de toer + TOER 1: poeder
TOER 2: koraal
TOER 3: turkoois
TOEREN 4-5: poeder

KLEURCOMBINATIE 13:
Lossenring op het begin van de toer + TOER 1: poeder
TOER 2: roze
TOER 3: pistache
TOEREN 4-5: poeder

KLEURCOMBINATIE 14:
Lossenring op het begin van de toer + TOER 1: poeder
TOER 2: koraal
TOER 3: rood
TOEREN 4-5: poeder

KLEURCOMBINATIE 15:
Lossenring op het begin van de toer + TOER 1: poeder
TOER 2: mosterdgeel
TOER 3: roze
TOEREN 4-5: poeder

KLEURCOMBINATIE 16:
Lossenring op het begin van de toer + TOER 1: poeder
TOER 2: lavendel
TOER 3: mosterdgeel
TOEREN 4-5: poeder

KLEURCOMBINATIE 17:
Lossenring op het begin van de toer + TOER 1: poeder
TOER 2: mosterdgeel
TOER 3: zeegroen
TOEREN 4-5: poeder

KLEURCOMBINATIE 18:
Lossenring op het begin van de toer + TOER 1: poeder
TOER 2: lila
TOER 3: lavendel
TOEREN 4-5: poeder


AFWERKING:
Leg de gehaakte vierkanten neer zoals te zien is in de tekening. De getallen in de tekening laten zien waar de verschillende kleurcombinaties moeten komen. De getallen met A erachter laten de eerste 18 gehaakte kleurcombinaties zien en de getallen met B laten de laatste 18 zien (dus degenen die in omgekeerde kleuren in toeren 2 en 3 zijn gehaakt).
Het is een goed idee om eerst de vierkanten tijdelijk samen te haken met een rijgdraad zodat ze niet te veel verplaatsten, wanneer u ze in elkaar zet.

Leg de vierkanten met de verkeerde kanten op elkaar en haak aan de goede kant met poeder door beide lagen. Haak vanaf pijl 1 over de dikke lijn en dan overdwars en naar beneden tot de ster tussen 6A en 4B als volgt – zie tekening:
Haak 1 vaste om de lossenlus in de buitenste hoek van de 2 gehaakte vierkanten, * haak 6 lossen, (1 vaste om de volgende lossenlus, 4 lossen), haak vanaf (-) 3 keer, haak 1 vaste om de volgende lossenlus, 6 lossen, 1 vaste om de lossenlus in de hoek, 2 lossen (= in de overgang tussen 2 gehaakte vierkanten), 1 vaste om de volgende lossenlus in de hoek (= nieuw gehaakt vierkant) *, haak van *-* tot er 7 gehaakte vierkanten zijn samengehaakt met hun aangrenzende vierkanten (dus tot 6A) maar eindig met een vaste om de laatste lossenlus in de hoek. Haak nu verder over de dikke lijn en naar beneden tot de ster: 1 losse, 1 vaste om de lossenlus in de hoek (dus dezelfde lossenlus op het gehaakt vierkant 4B en de lossenlus in de hoek van 6A), en ga dan verder met haken op dezelfde manier als hiervoor naar beneden tot de ster, maar eindig met 1 vaste om de lossenlus in de hoek. Knip en hecht de draad af.

Haak zo vanaf pijl 2, pijl 3, etc., tot alle gehaakte vierkanten samengehaakt zijn. Knip en hecht de draad af.

FRANJE:
Knip 16 draden poeder van 26 cm, vouw ze dubbel. Gebruik een haaknaald en haal het midden van de draden door de lossenlus in de buitenste hoek op de kant van 6A, haal het einde van de draden door de lus en trek aan. Hecht de franje aan over de hele onderrand van de omslagdoek, in iedere andere lossenlus. Om ervoor te zorgen dat de franje netjes hangt, kunt u ze dippen in/sprayen met water, daarna losschudden en hang de omslagdoek over een stoel te drogen zodat de franje mooi naar beneden hangt tijdens het drogen.

Telpatroon

symbols = haak 5 lossen en vorm deze tot een cirkel met 1 halve vaste in de eerste losse. De zwarte punt op de cirkel is het begin van de toer
symbols = 1 losse
symbols = 6 lossen
symbols = 1 stokje om de lossenring
symbols = 1 dubbel stokje om de losse
symbols = 1 vaste om losse/lossenring
symbols = De toer begint met 3 lossen en eindigt met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer, haak dan 1 halve vaste om de eerste losse
symbols = De toer begint met 4 lossen en eindigt met 1 halve vaste in de 4e losse op het begin van de toer, haak dan 1 halve vaste om de eerste losse
symbols = De toer begint met 1 losse en eindigt met 1 halve vaste in de eerste losse op het begin van de toer, haak dan halve vasten tot de bovenkant van de eerste lossenlus.
symbols = De toer begint met 1 losse en eindigt met 1 halve vaste in de eerste losse op het begin van de toer. Knip de draad af en ga verder om de eerste lossenlus op de toer.
symbols = 12 lossen
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 190-12

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (5)

country flag Debbie Bullen wrote:

Thank you for your reply. I have used this technique on another Drops blanket but the sunburst shawl instructions indicate that dc bd chains should be worked with two squares on top of each other (wrong side to wrong side) as opposed to working from one to the other making the zig zig pattern. Can I confirm that that is correct. Hope I'm making sense. Thanks very much.

04.08.2020 - 16:40

DROPS Design answered:

Dear Mrs Bullen, oh oops you are right sorry, these squares are worked together from RS, this means you will crochet the dc around both chain spaces ( of each square), with the chains in between. I don't think we have a video for this technique, but you just have to work the squares together from WS chain between dc and work the dc around the ch-spaces of both squares, this way, the squares will be next to each other tighter than with the other technique. Happy assembly!

05.08.2020 - 07:46

country flag Debbie Bullen wrote:

Thank you for the lovely pattern. This is the first time using a diagram to crochet and the squares are really lovely. However, I'm finding it difficult understanding the assembly and wondered whether there was a better tutorial to follow. I have watched the recommended tutorial but it is not the same by the look of the instructions in the Sunburst Shawl. Any help would be great. Thank you.

04.08.2020 - 11:35

DROPS Design answered:

Dear Mrs Bullen, this video shows for another pattern how to crochet squares together - the technique is the same as for the shawl, you will just here crochet 4/6 chains between each dc and work 1 dc in each chain-space - but this should help you to understand the technique of crochet together. Happy crocheting!

04.08.2020 - 13:45

country flag Margaret K Weller wrote:

Utter Beauty!

22.06.2019 - 19:26

country flag Ola wrote:

Dlaczego schemat jest inny niż kwadraty przedstawione w chuście ? Proszę o odpowiedź.

01.07.2018 - 14:39

DROPS Design answered:

Witaj Olu, wg mnie schemat się zgadza. Czy już zaczęłaś go wykonywać? Jeśli tak napisz co według Ciebie się nie zgadza, sprawdzimy. Pozdrawiamy

02.07.2018 - 21:30

country flag Birgitta Svaneblom wrote:

Hej. Den är så vacker låt den bli med

21.12.2017 - 19:21