DROPS Brushed Alpaca Silk
DROPS Brushed Alpaca Silk
77% Alpaca, 23% Zijde
vanaf 2.97 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 20.79€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Tornade

Gebreide trui met ribbelsteek en ronde pas, van boven naar beneden gebreid. Maten S - XXXL. Het werk wordt gebreid in DROPS Brushed Alpaca Silk.

DROPS 188-1
DROPS Design: Patroon nr. as-090
Garengroep C of A + A
-----------------------------------------------------------
Maten: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS BRUSHED ALPACA SILK van garnstudio (behoort tot garengroep C)
175-175-200-225-250-250 g kleur 14, licht grijsgroen

Het werk kan tevens gebreid worden met garen van:
"Alternatief garen (Garengroep C)" – zie link hieronder.

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (40 en 60 of 80 cm) MAAT 5 MM – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 17 steken en 22 naalden tricotsteek is 10 cm breed en 10 cm hoog.

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (40 en 60 of 80 cm) MAAT 4 MM voor de boordsteek - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 19 steken en 26 naalden tricotsteek is 10 cm breed en 10 cm hoog.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Brushed Alpaca Silk
DROPS Brushed Alpaca Silk
77% Alpaca, 23% Zijde
vanaf 2.97 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 20.79€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET PATROON:

RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht.

PATROON:
Zie telpatroon A.1.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (voor de ronde pas):
Meerder steken afwisselend voor en na de de laatst gebreide steek in A.1 - zie pijl in het telpatroon, d.w.z. de eerste meerdering is na de laatst gebreide steeek en de tweede wordt gemeerderd voor de laastst gebreide steek. Meerder als volgt: Maak 1 omslag tussen 2 steken, de omslag wordt gedraaid gebreid op de volgende naald. Dan wordt de gemeerderde steek in ribbelsteek gebreid. Met andere woorden voor elke gemeerderde steek, is er nog 1 steek meer in ribbelsteek in de A.1 waarin u meerdert.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (voor de meerderingen in de zijkanten van het lijf en de mouwen):
Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 4 steken recht (de markeerdraad zit in het midden van deze steken), maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd). Meerder zo op elke markeerdraad. De omslagen worden gedraaid gebreid op de volgende naald om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen):
Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek, 2 steken recht (de markeerdraad zit in het midden van deze steken), brei de volgende 2 steken recht samen (= 2 steken geminderd).
----------------------------------------------------------

TRUI:
Het werk wordt in de rondte gebreid, van boven naar beneden. De pas wordt in de rondte gebreid, dan wordt het werk verdeeld en worden de mouwen en het lijf apart verder gebreid in de rondte.

PAS:
Zet 84-88-94-98-102-104 steken op met rondbreinaald 4 mm. Brei 2 RIBBELS – zie uitleg hierboven. De naald begint midden achter.
Brei de volgende naald als volgt: 16-17-18-19-20-21 steken recht en meerder 3-4-3-4-3-5 steken verdeeld over deze steken (= helft van het achterpand), * 1 recht, 1 omslag *, brei van *-* over de volgende 10 steken (= mouw = 10 steken gemeerderd), 32-34-37-39-41-42 steken recht en meerder 6-9-6-8-6-10 steken verdeeld over deze steken (= voorpand), * 1 recht, 1 omslag *, brei van *-* over de volgende 10 steken (= mouw = 10 steken gemeerderd), 16-17-19-20-21-21 steken recht en meerder 4-5-3-5-4-5 steken verdeeld over deze steken (= helft van het achterpand) = 117-126-126-135-135-144 steken.
Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei dan A.1 (= 3 steken) over alle steken (= 39-42-42-45-45-48 keer in de breedte), brei de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. Meerder tegelijkertijd als volgt:

RONDE PAS:
Meerder afwisselend in iedere 3e herhaling van A.1 in de breedte in iedere 4e naald, dus als volgt:
1e MEERDERING: * Meerder 1 steek – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1, in de eerste A.1, brei dan 2 herhalingen van A.1 in de breedte zoals hiervoor *, brei van *-* tot het einde van de naald = 13-14-14-15-15-16 steken gemeerderd. Brei 3 naalden van het patroon. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
2e MEERDERING: * Brei 1 herhaling van A.1 zoals hiervoor, meerder 1 steek in de volgende A.1, brei de volgende herhaling van A.1 zoals hiervoor *, brei van *-* tot het einde van de naald = 13-14-14-15-15-16 steken gemeerderd. Brei 3 naalden van het patroon.
3e MEERDERING: * Brei 2 herhalingen van A.1 zoals hiervoor, meerder 1 steek in de volgende A.1 *, brei van *-* tot het einde van de naald = 13-14-14-15-15-16 steken gemeerderd. Brei 3 naalden van het patroon.
Herhaal de1e tot 3e meerdering in totaal 3-3-3-3-4-4 keer (= in totaal 9-9-9-9-12-12 meerdernaalden), herhaal dan de 1e meerdering, 0-1-1-1-1-1 keer (= in totaal 9-10-10-10-13-13 meerdernaalden), herhaal dan de 2e meerdering, 0-0-1-1-0-1 keer (= in totaal 9-10-11-11-13-14 meerdernaalden) = 234-266-280-300-330-368 steken.
Ga verder in patroon tot het werk 21-23-24-26-28-30 cm meet, vanaf de opzetrand.
Brei de volgende naald als volgt: 31-36-38-42-47-55 steken recht (= helft van het achterpand), plaats de volgende 54-60-64-66-70-74 steken op 1 hulpdraad (= mouw), zet 8-8-10-10-12-12 nieuwe steken op de naald, voeg 1 markeerdraad in, in het midden van deze steken (= in zijkant onder de mouw), brei de volgende 63-73-76-84-95-110 steken recht (= voorpand), plaats de volgende 54-60-64-66-70-74 steken op 1 hulpdraad (= mouw), zet 8-8-10-10-12-12 nieuwe steken op de naald, voeg 1 markeerdraad in, in het midden van deze steken (= in zijkant onder de mouw), 32-37-38-42-48-55 steken recht (= helft van het achterpand). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN!

LIJF:
= 142-162-172-188-214-244 steken. Brei verder in tricotsteek. Als het werk 3 cm meet vanaf waar de mouwen op hulpdraden zijn geplaatst, meerdert u 1 steek aan elke kant van de markeerdraden (= 4 steken gemeerderd) – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2! Meerder zo iedere 2½-3-3- 2½-3-5 cm in totaal 10-9-9-10-9-6 keer = 182-198-208-228-250-268 steken. Als het werk 31-31-32-32-32-32 cm meet vanaf waar de mouwen op hulpdraden zijn gezet, breit u 1 naald zoals hiervoor terwijl u 2-2-0-0-2-0 steken verdeeld op de naald meerdert = 184-200-208-228-252-268 steken. Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Brei dan 5 cm boordsteek (2 averecht / 2 recht). Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht. Zorg ervoor dat de afkantrand niet te strak wordt; u kunt afkanten met een naald 1 maat groter indien nodig. Het werk meet ongeveer 36-36-37-37-37-37 cm vanaf waar de mouwen en lijf zijn gescheiden en in totaal 60-62-64-66-68-70 cm vanaf de schouder.

MOUW:
Het werk wordt in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald.
Plaats de 54-60-64-66-70-74 steken van de hulpdraad op de ene kant van het werk op naalden zonder knop 5 mm en neem 1 steek op in elk van de 8-8-10-10-12-12 opgezette steken onder de mouw, voeg 1 markeerdraad in, in het midden van deze steken = 62-68-74-76-82-86 steken. Brei tricotsteek. Als het werk 3 cm meet vanaf waar de mouw van het lijf is gescheiden, mindert u 1 steek op elke kant van de markeerdraad (= 2 steken geminderd) – lees TIP VOOR HET MINDEREN! Ga verder met de korte rondbreinaald indien nodig. Minder zo iedere 3 cm in totaal 4-4-5-5-6-6 keer = 54-60-64-66-70-74 steken.
Meerder dan 1 steek aan elke kant van de markeerdraad (= 2 steken gemeerderd). Meerder zo iedere 3-3-3-3-2-2 cm in totaal 7-6-6-7-7-7 keer = 68-72-76-80-84-88 steken. Als het werk 37-37-36-36-34-33 cm meet vanaf waar de mouw is gescheiden van het lijf, ga dan verder met breinaalden zonder knop maat 4 mm en brei 1 naald terwijl alle steken 2 aan 2 worden samengebreid = 34-36-38-40-42-44 steken. Brei dan boordsteek (= 2 averecht / 2 recht) terwijl u TEGELIJKERTIJD 2-0-2-0-2-0 steken verdeeld meerdert op de eerste naald = 36-36-40-40-44-44 steken. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht bij een hoogte van 42-42-41-41-39-38 cm vanaf waar de mouw van het lijf is gescheiden in totaal 63-65-65-67-67-68 cm vanaf de halsrand. Brei de andere mouw op dezelfde manier.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 18.04.2018
Telpatronen bijgewerkt
Gewijzigd online: 20.04.2018
Telpatroon aangepast en tip voor het meerderen 1 aangepast

Telpatroon

symbols = recht
symbols = averecht
symbols = Dit is de steek die u afwisselend voor en na meerdert bij het vormen van de pas. Zie tip voor het meerderen 1.
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Tornade

Tatjana, Germany

Tornade

Knitting Andrea, United States

Tornade

Svetlana Shubina, United States

Tornade

Joe, France

Laat een opmerking achter voor DROPS 188-1

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (77)

country flag Germana Bertuzzi wrote:

Buongiorno, ho incontrato difficoltà con la comprensione degli aumenti, noto che per molti è stata la stessa cosa, forse sarebbe stato opportuno un diagramma più esplicito, come fate solitamente.

15.02.2023 - 10:00

country flag Moh Moh wrote:

Hi, Regarding inc1, inc2 and inc3 for A1, Could you please confirm if my understanding bout A1 repeated 3 times in row and columns in these terms (K=Knit, P=Purl, Y=Yarn over) The Row represents last row of A1 in each repeat and column represents each repeat of A1. PPKY PPK PPK PPPK PPYK PPK PPPK PPPK PPKY PPPKY PPPK PPPK PPPPK PPPYK PPPK PPPPK PPPPK PPPKY PPPPKY PPPPK PPPPK PPPPPK PPPPYK PPPPK PPPPPK PPPPPK PPPPKY Thanks.

27.04.2022 - 10:53

DROPS Design answered:

Dear Moh Moh, on 1st increase you will work: *(YO, 2 sts in garter st, K1), 2 repeats of A.1 over 3 sts*, repeat from *-*. On 2nd increase: *A.1 over 4 sts (with 3 sts in garter st), increase in next A.1 (= YO, 2 sts in garter st, K1), A.1 over 3 sts*, repeat from *-*. On 3rd increase: *2 repeats of A.1 over 4 sts , increase in next A.1 as before*, repeat from *-* all the round. After 3rd increase, there are 3 sts in garter stitch between every stitch in stocking stitch. Happy knitting!

27.04.2022 - 15:15

country flag Anette wrote:

Enig m Birgitte. Jeg løste det slik: 1. økning: kast før rett i 1. rapport. 2. økning: kast etter rett i 1. rapport. 3. økning: kast før rett i 3. rapport. 4. økning: kast etter rett i 3. rapport. 5. økning: kast før rett i 2. rapport. 6. økning: kast etter rett i 2. rapport. Repeat. Måtte tegne og telle. Men nå får jeg det ikke til å stemme med oppskrift for bolen, så jeg tegner og teller videre…:)

10.04.2022 - 23:02

country flag Brigitte wrote:

Takk for svar, men det løste ikke problemet. Det jeg tror er problemet er formuleringen i øketips 1. Det leses som man i samme økerunde bytter fra å øke før og etter siste rettmaske, mens for å få like rapporter etter de tre økeomgangene, må øke på samme sted (før eller etter siste rettemaske) i hver av de 3 økningene i de 3 rapportene. Man kan eventuelt bytte sted neste gang man øker, altså neste 3 økninger i 3 rapporter. Leser jeg det riktig da?

05.04.2022 - 21:29

country flag Brigitte Grov wrote:

Jeg har samme problem som Annette og har både strikket det og tegnet det ut og får samme ujevnhet i antall masker i hver rapport etter økningen når jeg følger øketips 1 i hver omgang det skal økes.

29.03.2022 - 22:31

DROPS Design answered:

Hei Birgitte. På 1. økeomgang økes det i 1.rapport av A.1, strikk 2 rapporter av A.1 uten økning, gjenta dette omgangen rundt (det økes vekselsvis før og etter rettmasken). I 2. økeomgang økes det i 2. rapport av A.1, altså det strikkes 1 rapport av A.1, 1 rapport av A.1 der det økes, 1 rapport av A.1, gjenta dette omgangen ut. I 3. økeomgang økes det i 3. rapport av A.1, altså det strikkes 2 rapporter av A.1, 1 rapport av A.1 der det økes, gjenta dette omgangen ut. Nå er det økt i hver rapport av A.1, men i 3 forskjellige omganger = 3 masker riller + 1 rett maske. Deretter gjentas økningen (se oppskriften hvor mange ganger i den str. du strikker). mvh DROPS Design

04.04.2022 - 12:30

country flag Anette wrote:

Jeg har fulgt øketips 1. I 1. omg. med økning, økte jeg etter rett og neste før rett, omgangen rundt. I 2. omg. med økning, økte jeg i 2. rapport, etter rettmasken; jeg tolket det slik at øketips 1 gjelder for alle omgangene det skal økes. Etter 3. økning, skal det være like mange (3) vrange masker i hver rapport? Hos meg blir det slik: 1. rapport: VVR, 2. og 3. rapport: VVVR, 4. rapport: VVVR, 5. og 6. rapport: VVVR - og så gjentas dette. Gjør jeg det rett?

27.03.2022 - 14:39

DROPS Design answered:

Hei Anette. På 1. økeomgang økes det i 1.rapport av A.1, strikk 2 rapporter av A.1 uten økning, gjenta dette omgangen rundt (det økes vekselsvis før og etter rettmasken). I 2. økeomgang økes det i 2. rapport av A.1, altså det strikkes 1 rapport av A.1, 1 rapport av A.1 der det økes, 1 rapport av A.1, gjenta dette omgangen ut. I 3. økeomgang økes det i 3. rapport av A.1, altså det strikkes 2 rapporter av A.1, 1 rapport av A.1 der det økes, gjenta dette omgangen ut. Nå er det økt i hver rapport av A.1, men i 3 forskjellige omganger = 3 masker riller + 1 rett maske. Deretter gjentas økningen (se oppskriften hvor mange ganger i den str. du strikker). mvh DROPS Design

04.04.2022 - 11:07

country flag Dorrit Jensen wrote:

Model 188-1. Jeg kan ikke få de 140 masker til at passe med med de 3 masker der er i mønsteret - rapport A-1. Jeg starter med 2 vrang og slutter med 2 vrang. Er der en fejl i opskriften eller er det mig der ikke kan forstå den 😊?

01.09.2021 - 21:37

DROPS Design answered:

Hei Dorrit. Hvilken størrelse strikker du? Når du skal starte med diagram A.1 skal du ha 117-126-126-135-135 eller144 masker. Strikk A.1 (= 3 masker) over alle maskene (i str S strikker du A.1 39 ganger, i str M og L strikker du A.1 42 ganger, i str XL og XXL strikker du A.1 45 ganger og i str XXL strikker du A.1 48 ganger). mvh DROPS design

06.09.2021 - 13:44

country flag Inger Lise Pettersen wrote:

DEtte ble vanskelig, kommer ikke videre pga diaram A.1.mangler fremdeles

16.03.2021 - 17:16

DROPS Design answered:

Hei Inger Lise, Nå kan du finne diagrammet til høyre for målskissen i bunnen av oppskriften. God fornøyelse!

17.03.2021 - 08:10

country flag Inger Lise Pettersen wrote:

Hvor er diagrammer A1 i oppskriften

16.03.2021 - 12:44

DROPS Design answered:

Hej Inger. Du finner det längst ner i oppskriften, till høyre om måleskissen. Mvh DROPS Design

17.03.2021 - 08:26

country flag Inger Lise Pettersen wrote:

Jeg finner fremdeles ikke noe diagram A1 som det henvises til

16.03.2021 - 12:41